Subsidieverordening buitengewoon herstel van kerken Nederweert 1995

Geldend van 22-03-1995 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening buitengewoon herstel van kerken Nederweert 1995

De raad der gemeente Nederweert; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gehoord de commissie V.R.O.M. d.d. 6 maart 1995; gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet; besluit:

vast te stellen de volgende "Subsidieverordening buitengewoon herstel van kerken Nederweert 1995".

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. kerkgebouw: het in de gemeente Nederweert gelegen gebouw, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de uitoefening van de openbare godsdienstbeoefening en dat niet is ingeschreven in de ingevolge de Monumententwet 1988 vastgestelde registers. Onder een kerkgebouw wordt mede begrrepen de bijbehorende toren, alsmede de voor de uitoefening van de eredienst noodzakelijke installaties;

b. kerkgenootschap: een kerkgenootschap, als bedoeld in de Wet op de kerkgenootschappen van 10 september 1853, Staatsblad 102, of een zelstandig onderdeel van;

c. buitengewoon herstel: de naar het oordeel van de raad noodzakelijke onvoorzienbare herstelwerkzaamheden, geen gewoon onderhoud betreffende, die niet middels gewoon onderhoud hadden kunnen worden voorkomen.

Artikel 2

Door de raad kunnen subsidies worden verleend aan kerkgenootschappen in de kosten van buitengewoon herstel van aan deze kerkgenootschappen in eigendom toebehorende kerkgebouwen.

Artikel 3

Een subsidie wordt slechts verleend inidien de provincie de te subsidiëren werkzaamheden ook aanmerkt als buitengewoon herstel.

Artikel 4

Een gemeentelijk subsidie bedraagt 10% van de kosten tot ten hoogste een bedrag gelijk aan de door de provincie te verlenen subsidie in de kosten van buitengewoon herstel.

Artikel 5

Bij de vaststelling van de kosten van buitengewoon herstel, waarin subsidie kan worden verleend, wordt uitgegaan van de gespecificeerde kostenbegroting, zoals deze op het tijdstop van de beslissing op de ingediende aanvraag bekend is bij de raad.

Artikel 6

Bij de aanvraag om subsidie dient te worden overgelegd:

a. een omschrijving van de uit te voeren herstelwerkzaamheden met een toelichting omtrent de oorzaken van de gebreken;

b. een gespecificeerde kostenbegroting;

c. een financieringsopzet.

Artikel 7

De raad beslist omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 6 binnen 8 weken na de dag, waarop de aanvraag ontvangen is. De raad kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 8

  • 1. De verordening "Subsidieregeling buitengewoon herstel van kerken", vastgesteld op 31 maart 1981 en gewijzigd op 26 april 1983, vervalt op het moment dat deze verordening in werking treedt.

  • 2. Aanvragen, ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, worden afgehandeld op grond van de in lid 2 van dit artikel genoemde verordening.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Subsidieregeling buitengewoon herstel van kerken Nederweert 1995".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 maart 1995.
De raad voornoemd,
De secretaris, De voorzitter