Verordening op de afvoer van afvloeiend hemelwater of grondwater Neerijnen 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder: a. afvalwater: al het water afkomstig van een perceel, waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, inbegrepen hemelwater, waarvan redelijkerwijs niet van de houder kan worden gevergd dat deze deelstromen op of in de bodem of in het oppervlaktewater worden gebracht;

b. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

c. beheerder van het openbaar riool: het college.

d. openbaar riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen, vacuümleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, in beheer bij de gemeente. Het omvat tevens de perceelaansluitleiding en de ontstoppingsvoorziening.

e. openbaar hemelwaterriool: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater, drainagewater en bronneringswater.

f. openbaar vuilwaterriool: het openbaar riool met uitzondering van het openbaar hemelwaterriool.

Artikel 2 Plicht tot afkoppelen

1. Het is verboden om afvloeiend hemelwater of grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater te brengen.

2. Na inwerkingtreding van deze verordening dient voor bestaande situaties te zijn voldaan aan het verbod in lid 1. Voor nieuwe situaties heeft het verbod onmiddellijke werking na inwerkingtreding van deze verordening.

3. De beheerder kan ontheffing verlenen van de verplichting tot afkoppelen die voortvloeit uit het verbod van lid 1, indien van de eigenaar van het bouwwerk, open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het hemelwater of grondwater kan worden gevergd. Aan de ontheffing kan de beheerder voorschriften of beperkingen verbinden.

4. Het verbod in lid 1 heeft geen betrekking op inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer en op de openbare weg.

5. Bij het naleven van het verbod in lid 1 houdt de beheerder van het openbaar riool rekening met het gemeentelijk riooltype welke ter plekke aanwezig is.

Artikel 3 Strafbepaling

Overtreding van het krachtens artikel 2 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 4 Bestuurlijke boete

Het college kan bij overtreding van het krachtens artikel 2 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen tevens een bestuurlijke boete opleggen. De bestuurlijke boete is voor natuurlijke personen per gedraging maximaal € 1.000,00 en voor rechtspersonen maximaal € 10.000,00.

Artikel 5 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2013

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Verordening op de afvoer van afvloeiend hemelwater en grondwater Neerijnen 2013.