Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten

Artikel 1Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats:

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats aan het Reghthuysplein te Nieuwkoop;

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Westkanaalweg, Ter Aar;

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Dorpsstraat te Zevenhoven;

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Kerkstraat te Nieuwveen;

  • b.

    eigen graf: een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of erin doen verstrooien van as;

  • c.

    eigen kindergraf: een particulier graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het erin doen verstrooien van as van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • d.

    urnennis: een particuliere nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • e.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een lijk;

  • f.

    gedenkteken: een nagelvast verbonden voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • g.

    omrastering: een omheining van het graf welke niet hoger is dan 40 cm;

  • h.

    grafzerk / liggend gedenkteken: een liggend gedenkteken op een fundering met een afmeting van 180 x 80 x 8 cm.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1. De rechten worden geheven naar de heffingsmaatstaven en tarieven, opgenomen in Hoofdstuk 9 van de bij deze verordening behorende en nader vastgestelde “Tarieventabel gemeentelijke belastingen en heffingen”, zoals die geldt voor het betreffende belastingjaar.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 9, artikelen 9.4.1 en 9.5.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 9, artikelen 9.4.1 en 9.5.2 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 9, artikelen 9.4.1 en 9.5.2 van de tarieventabel verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 9, artikelen 9.4.1 en 9.5.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten, als bedoeld in de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De rechten, bedoeld in hoofdstuk 9, artikelen 9.4.1 en 9.5.2 van de tarieventabel moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden voldaan uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

    In afwijking van het eerste lid, geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde

  • 2. aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 2.500 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 9, artikelen 9.4.1 en 9.5.2 van de tarieventabel moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening begraafplaatsrechten 2013", vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening begraafplaatsrechten".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Nieuwkoop
in zijn openbare vergadering van 12 december 2013.
De griffier, E.R. van Holthe
De voorzitter,F.Buijserd