Regeling vervallen per 01-07-2020

Marktverordening Oegstgeest 2015

Geldend van 17-03-2015 t/m 30-06-2020 met terugwerkende kracht vanaf 06-03-2015

Intitulé

Marktverordening Oegstgeest 2015

De raad van de gemeente Oegstgeest, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 januari 2015, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

 

 

besluiten:

Vast te stellen de

Marktverordening Oegstgeest 2015

Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    marktvergunning: de vergunning die noodzakelijk is om een standplaats in te nemen op de markt;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is ingenomen;

  • e.

    standwerker: iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen;

  • f.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • i.

    anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • j.

    anciënniteitsdatum: de datum waarop de vergunning is afgegeven;

  • k.

    marktmeester: door het college aangewezen persoon belast met het toezicht op de markt;

  • l.

    elektrische installatie: de elektrische installatie omvat al het elektrisch materieel ten behoeve van de opwekking, het transport, de omzetting, de distributie en het gebruik van elektrische energie. Inbegrepen zijn energiebronnen zoals accu’s, batterijen, condensatoren en alle andere bronnen van opgeslagen elektrische energie.

Artikel 2. Toepassingsgebied

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de weekmarkt van Oegstgeest.

  • 2. Bijzondere markten en braderieën waar voor het gebruik van gemeentegrond op grond van privaatrecht door het college een overeenkomst is afgesloten vallen niet onder de werking van deze marktverordening.

Artikel 3. Marktdagen en Marktplaatsen

  • 1. De markt wordt gehouden op dinsdag van 9:00 uur tot 16:00 uur, met voorafgaand en aansluitend een tijd van drie uur voor het uitpakken en inpakken, op het parkeerterrein gelegen aan de Lijtweg en de Ommevoort.

  • 2. Op algemeen erkende christelijke feestdagen en op nieuwjaarsdag wordt geen markt gehouden.

  • 3. Het college kan:

    • a.

      bepalen dat om een dwingende reden of bijzondere omstandigheid geen markt gehouden wordt;

    • b.

      bepalen dat de markt tijdelijk, geheel of gedeeltelijk wordt gehouden op een andere locatie;

    • c.

      een niet gehouden of een niet te houden markt op een andere dag instellen.

  • 4. Het college is bevoegd om een indelingskaart van de markt vast te stellen.

Artikel 4. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 5. Branchebesluit

Het college stelt een lijst van branches vast die op de markt aanwezig zouden moeten zijn om een optimaal aantrekkelijke warenmarkt te realiseren. Het college is bevoegd deze lijst te wijzigen indien het college dat van belang acht.

Artikel 6. Niet-commerciële standplaats

  • 1. Er is één standplaats op de markt beschikbaar voor niet commerciële doeleinden.

  • 2. De toewijzing van de in lid 1 bedoelde standplaats geschiedt door het college. Het college bepaalt aan wie en voor welke marktdag(en) de plaats wordt toegewezen. Het college is bevoegd een maximum aantal deelnames per aanvrager per jaar te bepalen.

Artikel 7. Kramen

  • 1. Op het marktterrein is de vergunninghouder verplicht bij de uitoefening van de verkoop gebruik te maken van een kraam.

  • 2. De vergunninghouder dient een kraam te huren van de, door het college aangewezen, kramenexploitant.

  • 3. Het college kan op aanvraag van een vergunninghouder ontheffing verlenen van de in het eerste lid genoemde verplichting wanneer een vergunninghouder met eigen materiaal wenst te werken.

  • 4. Aan een ontheffing bedoeld in het derde lid stelt het college nadere voorschriften ten aanzien van het te gebruiken materiaal.

Artikel 8. Marktcommissie

  • 1. Het college kan een commissie instellen die belast is met het uitbrengen van advies over al hetgeen de gang van zaken op de markt betreft.

  • 2. Het college legt de regels ten aanzien van samenstelling en taakstelling vast in een reglement.

Hoofdstuk 2. Marktvergunningen

Artikel 9. Vergunningen

  • 1. Het is verboden op een markt zonder marktvergunning van het college een standplaats in te nemen.

  • 2. Om een marktvergunning aan te vragen moeten de volgende stukken worden overgelegd:

    • -

      een recent uittreksel uit het Handelsregister van de betreffende marktondernemer;

    • -

      twee identieke en gelijkende recente pasfoto’s van de ondernemer;

    • -

      een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

      Op de marktvergunning worden vermeld:

      • a.

        alle gegevens die noodzakelijk zijn ter identificatie van degene aan wie de marktvergunning wordt verleend;

      • b.

        de branche / waren die door de vergunninghouder mogen worden verkocht;

      • c.

        het aantal meters frontbreedte van de standplaats;

      • d.

        de anciënniteitsdatum.

  • 3. De toewijzing van een marktvergunning geschiedt schriftelijk door het college.

  • 4. Een verzoek om een marktvergunning wordt afgewezen, indien:

    • a.

      het maximaal beschikbare aantal vergunningen is uitgegeven;

    • b.

      het maximaal beschikbare aantal vergunningen in de branche is uitgegeven.

  • 5. Een marktvergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 6. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag.

  • 7. Het is verboden zonder standwerkersvergunning van het college als standwerker op te treden op een markt. Om tot een standwerkersplaats toegelaten te worden dient de standwerker mee te doen aan een loting indien er meer standwerkers zijn dan standwerkersplaatsen beschikbaar zijn.

  • 8. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 9. Een vergunninghouder is verplicht de verschuldigde marktgelden tijdig te voldoen, Een vergunninghouder aan wie ingevolge een op grond van artikel 13 lid 2 genomen maatregel het gebruik van een verkoopplaats is ontzegd, blijft gehouden tot voldoening van de door hem verschuldigde marktgeld..

Artikel 10. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

  • 1. Het college houdt een lijst bij van de houders van een marktvergunning, met vermelding van de datum waarop aan de betrokkenen voor het eerst een marktvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).

  • 2. Als een vaste standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een marktvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop aan hem voor het eerst een marktvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 11. Vrijgekomen standplaats; wachtlijst

  • 1. Het college houdt een lijst bij van de kandidaten voor een vaste-standplaatsvergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn (wachtlijst).

  • 2. Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:

    • a.

      diens naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;

    • b.

      de datum van de aanvraag;

    • c.

      de branche waartoe de kandidaat behoort of de soort artikelen die hij wenst te verhandelen;

    • d.

      informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.

  • 3. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 4. De inschrijving wordt doorgehaald als aan de kandidaat een vaste-standplaatsvergunning is toegekend, op zijn schriftelijke aanvraag, na zijn overlijden, als hij onder curatele is gesteld of als hij niet vóór 1 januari van het lopende jaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan.

  • 5. Als er ruimte is om een nieuwe vaste-standplaatsvergunning toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste kandidaat die op de wachtlijst staat en die voldoet aan de vereisten voor toekenning. Daarna komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst.

Artikel 12. Overschrijven marktvergunning

  • 1. Wenst de houder van marktvergunning niet langer gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner, of zijn kind. De anciënniteit kan worden overgeschreven op zijn echtgenoot of geregistreerd partner, maar niet op zijn kind.

  • 2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste drie jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar, de anciënniteit kan niet worden overgeschreven in dit geval.

Artikel 13. Intrekking en vervallen marktvergunning

  • 1. Het college trekt een marktvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      binnen twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij tijdig een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 12.

  • 2. Het college kan een marktvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste drie maanden geen gebruik is gemaakt; en

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 14. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1. De houder van een marktvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2. In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid, in die zin dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger, met dien verstande dat:

    • a.

      de afwezigheid wegens vakantie per jaar niet langer is dan zes weken;

    • b.

      van het gestelde onder a. kan om zwaarwegende redenen worden afgeweken, zulks ter beoordeling van het college;

    • c.

      de vakantieperiode wordt geacht te zijn begonnen direct na de daaraan voorafgaande marktdag waarop de vergunninghouder laatstelijk zijn standplaats heeft ingenomen;

    • d.

      uitsluitend eerstegraads familie of een personeelslid kan optreden als vervanger. De vervanger moet zich kunnen legitimeren. Een personeelslid moet het bestaan van het dienstverband op verzoek van de marktmeester terstond schriftelijk kunnen aantonen.

  • 3. Een aanvraag voor ontheffing als bedoeld in het tweede lid vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 4. Een vergunninghouder kan het college verzoeken om een vaste vervanger op te nemen in zijn marktvergunning.

  • 5. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening voor de vergunninghouder gelden, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

  • 6. Als vervanger van de vergunninghouder bedoeld in het tweede lid mag niet optreden een vergunninghouder die dezelfde dag op dezelfde markt een standplaats inneemt.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen en standwerkers

Artikel 15. Dagplaatsvergunning

  • 1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op door het college daartoe aangewezen plaatsen en op plaatsen die niet worden ingenomen door de houder van een marktvergunning.

  • 2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die artikelen voeren die passen binnen het branchebesluit weekmarkt Oegstgeest, of juist een branche voeren die nog niet voorkomt op de markt.

  • 3. Om een dagplaatsvergunning aan te vragen moeten de volgende stukken worden overgelegd:

    • -

      een recent uittreksel uit het Handelsregister van de betreffende marktondernemer;

    • -

      een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

  • 4. Voor een dagplaatsvergunning komen die ondernemers in aanmerking die vóór aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 5. Het college kan ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 6. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt op volgorde van aanvraag van de ondernemers. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt aanwezig is, hebben daarbij voorrang.

  • 7. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 16. Standwerkersvergunning

  • 1. Een standwerkersvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 15, tweede tot en met het zevende lid.

  • 2. Een artikel of product mag maximaal eenmaal per vier weken door een standwerkerworden aangeboden op de weekmarkt.

  • 3. Een standwerkersvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen of producten.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 17. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkersplaats wenst in te nemen of inneemt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe een vergunning heeft.

Artikel 18. Markttijden in acht nemen

  • 1. Als een vergunninghouder niet uiterlijk een kwartier voor aanvang van de markt zijn plaats heeft ingenomen, vervalt zijn recht om op die dag van zijn vergunning gebruik te maken. Met “ingenomen hebben” van een standplaats wordt bedoeld het ingericht hebben van de standplaats en het uit de looppaden verwijderd hebben van het vervoermiddel waarmee de goederen worden aangevoerd.

  • 2. Het is een vergunninghouder niet toegestaan eerder dan sluitingstijd van de markt te vertrekken of in te pakken zonder toestemming van de marktmeester. Voorts dient de vergunninghouder de standplaats tot aan sluitingstijd van de markt met voldoende koopwaar ingericht te houden.

Artikel 19 Verplicht gebruik plaats

De vergunninghouder is verplicht zijn vaste standplaats ten minste tien maal per kwartaal in te nemen.

Artikel 20. Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt, tijdens de marktijden zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en dat het aanzicht van de markt wordt bevorderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het dan afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

  • 3. De vergunninghouder kan worden verplicht de ruimte onder de kramen of verkoopwagen op een nader te bepalen wijze af te schermen.

Artikel 21. Stroom- en gasgebruik

  • 1. Alle elektrische en gas installaties die vergunninghouders gebruiken moeten voldoen aan laatst geldende NEN, NEN-EN en NPR normen. De marktmeester kan de vergunninghouder verzoeken om een recent keuringsrapport te overleggen inzake de installatie.

  • 2. Het college kan de hoeveelheid te verbruiken stroom maximeren.

Artikel 22. Verboden

Het is de vergunninghouder verboden zonder toestemming van de marktmeester op het marktterrein:

  • 1.

    Een andere standplaats of ruimte in te nemen dan welke aan hem is toegewezen;

  • 2.

    Op een vaste of tijdelijke standplaats een andere branche te voeren dan waarvoor de vergunning is verleend;

  • 3.

    De zijkanten van een kraam vóór de kramenstijlen boven de tafelbladen af te sluiten;

  • 4.

    Op enigerlei wijze aan een kraam, verkoopwagen of andere verkoopruimte voorwerpen te bevestigen of te hebben zodanig, dat deze uitsteken terzijde, voor, achter, boven of onder de kraam, verkoopwagen of andere verkoopruimte;

  • 5.

    In het gangpad voorwerpen van enigerlei aard te plaatsen of aan te brengen;

  • 6.

    Geluidsapperatuur of hard stemgeluid te gebruiken om de aandacht van publiek te trekken, met uitzondering van de daarvoor aangewezen standwerkersplaatsen;

  • 7.

    Voertuigen te plaatsen binnen de markttijden.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 23. Toezichthouders

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

  • 2. Aanwijzingen van de marktmeester dienen te worden opgevolgd door de marktvergunninghouders.

Artikel 24. Onmiddellijke verwijdering

Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt, gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 25. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 26. Hardheidsclausule

Indien toepassing van een bepaling in deze marktverordening in voorkomend geval tot een onbillijkheid van bijzondere aard leidt of kan leiden, kan het college besluiten tot het buiten toepassing verklaren van de betreffende bepaling.

Artikel 27. Intrekking oud reglement en overgangsrecht

  • 1. Het Marktreglement Oegstgeest 2003 alsmede de Voorschriften warenmarkt 2003 worden ingetrokken.

  • 2. De krachtens het Marktreglement Oegstgeest 2003 vastgestelde wachtlijsten zullen gelden als lijsten krachtens deze verordening.

  • 3. Een krachtens het Marktreglement Oegstgeest 2003 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 4. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder het Marktreglement Oegstgeest 2003, maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig het marktreglement Oegstgeest 2003.

Artikel 28. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Oegstgeest 2015.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op 6 maart 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Oegstgeest in zijn vergadering van 5 maart 2015.