Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013

Geldend van 10-01-2013 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

De raad van de gemeente Oirschot;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 november 2012;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

gegeven de agendering door het Presidium d.d. 4 december 2012;

 

besluit:

 

vast te stellen:

 

De verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met over-

    nachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingeze-

    tene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

  • 2. Degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in lid 1 brengt geen toeristenbelasting in rekening en draagt

    ook geen toeristenbelasting af ten aanzien van personen die ingeschreven zijn in de GBA van de gemeente Oirschot

    (eigen inwoners). Als onverhoopt wel toeristenbelasting in rekening is gebracht kan degene die (onterecht) betaald

    heeft de belasting terugvorderen bij de recreatiehouder. De gemeente Oirschot is hierin geen partij.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 lid 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in

    artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt

    als bedoeld in artikel 1.

Artikel 2A Registratieplicht

  • 1. De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2 die opteert voor niet – forfaitaire heffing als bedoeld in artikel 5A is ver-

    plicht verblijfhebbenden te registreren in een nachtregister. Deze vastlegging kan plaatsvinden in een door de ge-

    meente gratis beschikbaar gesteld register, dan wel in een door belas-tingplichtige zelf ontworpen nachtregister.

  • 2. Het nachtregister moet tegelijk met het aangiftebiljet worden ingediend bij de gemeente.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1. De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

    Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating

    Zorginstellingen.

  • 2. Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 , die rechtmatig

    in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet , en voor zover deze per-

    soon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijk-heid van het Cen-

    traal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3. Van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd.

  • 4. Als deelnemer van een Scouting / Jong Nederland verblijft in het onderkomen van een van de Scoutinggroepen

    in de gemeente Oirschot.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt

gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    a. kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of

        gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergun-

        ning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omge-

        vingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn

        bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

    b. kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop

        gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen geheel of nagenoeg geheel

        ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

    c. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschik-

        king wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.

    d. volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschik-

        king wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.

    e. woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een

        vergelijkbaar onderkomen.

    f. particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.

    g. particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden

        van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

  • 2. Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal

    overnachtingen forfaitair worden vastgesteld.

  • 3. Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning het aantal over-nachtende personen

    gesteld op het aantal slaapplaatsen. Het aantal malen dat wordt overnacht wordt bepaald op 60.

  • 4. Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats het aantal overnach-

    tende personen gesteld op 3 personen. Het aantal malen dat wordt overnacht wordt bepaald op 60.

  • 5. Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen, wordt: per standplaats het aantal

    overnachtende personen gesteld op 3 personen. Het aantal malen dat wordt over-nacht wordt bepaald op 60.

Artikel 5A Niet-forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

Op verzoek van de belastingplichtige kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5. Als blijkt dat het werkelijk

aantal overnachtingen lager is dan het op grond van artikel 5 berekende aantal (for-faitaire heffing), kan de belasting

plichtige bij de aangifte verzoeken de maatstaf van heffing vast te stellen op het werkelijk aantal overnachtingen. Ter

onderbouwing van de aangifte kan aan belasting-plichtige vervolgens een verzoek worden gedaan om een door het

college van burgemeester en wet-houders geaccepteerd nachtregister te overleggen.

Artikel 6 Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 1,26.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,-- worden niet opgelegd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag betaald worden binnen twee

    maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn;

  • 3. In afwijking van lid 1 is de belasting verschuldigd in acht gelijke termijnen als belastingplichtige de gemeente

    toestemming geeft voor automatische incasso. De eerste termijn is verschuldigd één maand na dagtekening

    van het aanslagbiljet, de daarop volgende termijnen steeds een maand later.

Artikel 10a Kwijtschelding

Voor de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering

van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Overgangsbepaling

De 'Verordening toeristenbelasting 2012' van 20 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in

artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing

blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2013'.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot

van 18 december 2012.

De gemeenteraad,

 

Han Struijs,                             Ruud Severijns,

Griffier                                      Voorzitter