Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent subsidie Algemene Subsidieverordening gemeente Oirschot 2010

Geldend van 06-02-2019 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent subsidie Algemene Subsidieverordening gemeente Oirschot 2010

De raad der gemeente Oirschot;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 november 2018;

gegeven de agendering door het Presidium d.d. 4 december 2018;

besluit:

  • 1.

    Herleving van de Algemene subsidieverordening 2010 gemeente Oirschot met inbegrip van alle wijzigings- en bezuinigingsbesluiten die door uw Raad en het college zijn genomen in de periode van 3-3-2009 tot en met 30-10-2018 bij de jaarlijks behandeling van de begroting. Voor de beschikkingen 2019 wordt uitgegaan van de berekeningssystematiek zoals laatstelijk gehanteerd in 2018.

  • 2.

    Intrekking van de Algemene subsidieverordening gemeente Oirschot 2017

Algemene Subsidieverordening gemeente Oirschot 2010".

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder een:

a Raad

De gemeenteraad van Oirschot

b College

Het college van burgemeester en wethouders van Oirschot.

c Instelling

Een rechtspersoon naar burgerlijk recht, dan wel een erkend onderdeel ervan, die statutair gevestigd is in Oirschot of aantoonbare activiteiten ontplooit ten behoeve van inwoners van Oirschot. Het gaat dan concreet om de rechtspersonen: verenigingen en stichtingen.

Nota subsidiebeleid gemeente Oirschot Pagina 50

d Rechtspersoon

Een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Een volledig bevoegd rechtspersoon is een rechtspersoon waarvan de statuten zijn opgenomen in een notariële akte en die ingeschreven is in het verenigingen- of stichtingenregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken.

e Aanvrager

Een rechtspersoon, groep van personen of een natuurlijke persoon die op basis van deze verordening subsidie ontvangt of wenst te ontvangen.

f Activiteit

Een activiteit die door de instelling wordt uitgevoerd en die door het college kan worden gesubsidieerd.

g Activiteitenplan/-programma

Een plan/programma dat een overzicht geeft van de door de aanvrager voorgenomen activiteiten.

h Structureel subsidie

Subsidie, dat jaarlijks gedurende de gehele subsidiecyclus verstrekt wordt. Een structureel subsidie bestaat uit een budgetsubsidie of een waarderingssubsidie.

i Budgetsubsidie

Een subsidie die bestaat uit twee componenten: een doelgroepensubsidie (voor jeugdigen tot 23 jaar, ouderen van 65 jaar en ouder, en inwoners met een beperking) en een accommodatiesubsidie.

j Waarderingssubsidie

Een subsidie, die wordt verleend als een erkenning voor de instelling en haar activiteiten en is gebaseerd op een vast bedrag. Er wordt niet gestuurd op de omvang en inhoud van de activiteiten.

k Accommodatiesubsidie

Een subsidie als tegemoetkoming in de accommodatiekosten, die behoren tot de basisvoorzieningen

l Incidentele subsidie

Een subsidie, die éénmalig in een subsidiejaar kan worden verleend. Een incidentele subsidie kan bestaan uit een investeringssubsidie en/of een projectsubsidie.

m Investeringssubsidie

Een incidentele subsidie als tegemoetkoming in de kosten van de eerste aanleg, nieuwbouw of verbouw van een accommodatie en/of accommodatieonderdelen, die tot de basisvoorzieningen behoren.

n Projectsubsidie

Een incidentele subsidie, die betrekking heeft op een samenhangend geheel van activiteiten, die gedurende een bepaalde periode worden uitgevoerd om een specifiek doel te bereiken, waarbij een relatie ligt met de door de gemeenteraad vastgesteld gemeentelijke thema’s en doelen.

o Genormeerde subsidie

Een subsidie gebaseerd op het feit dat een instelling activiteiten ontplooit die een bijdrage leveren aan gemeentelijke doelstellingen. Het gaat hier om een vast bedrag per lid, activiteit of andere in een beleidsregel aangegeven subsidiegrondslag.

p Subsidiecyclus

Periode van vier jaar voor het eerst te beginnen in 2010, waarbinnen slechts één maal subsidie hoeft te worden aangevraagd, tenzij in een beleidsregel anders is bepaald.

q Subsidie voor nieuw beleid

Een incidentele subsidie voor activiteiten waarvoor in de verordening of vigerende beleidsregels niet is voorzien, en waarvoor in de gemeentebegroting geen expliciet toegewezen middelen zijn opgenomen.

r Subsidiejaar

Kalenderjaar, tenzij het college middels vaststelling van een beleidsregel anders bepaalt.

s Deskundigheidsbevordering

Een activiteit die betrekking heeft op het opleiden van vrijwilligers binnen de instelling, die onbetaald werk verrichten maar waarvoor de opleiding noodzakelijk is voor de uitvoering van hun activiteiten.

t Jeugdlid

Een persoon die op 1 januari van het desbetreffende subsidiejaar jonger is dan 23 jaar, woonachtig is in de gemeente Oirschot, is ingeschreven als lid van een instelling en actief deelneemt aan activiteiten. In de beleidsregels kan worden afgeweken van deze leeftijdsgrens.

Bestuursleden, leden die scheidsrechter zijn en leden van technische commissies worden binnen deze definitie niet als een actief lid beschouwd, tenzij door het bestuur van de instelling aangetoond wordt dat die naast genoemde functies actief deelnemen aan de activiteiten van de instelling.

u Ouder

Een persoon die op 1 januari van het desbetreffende subsidiejaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, woonachtig is in de gemeente Oirschot, is ingeschreven als lid van een instelling en actief deelneemt aan activiteiten. In de beleidsregels kan worden afgeweken van de leeftijdsgrens.

Bestuursleden, leden die scheidsrechter zijn en leden van technische commissies worden binnen deze definitie niet als een actief lid beschouwd, tenzij door het bestuur van de instelling aangetoond wordt dat die naast genoemde functies actief deelnemen aan de activiteiten van de instelling.

v Inwoners met een beperking (lichamelijk en/of geestelijk)

Een persoon die aantoonbaar een lichamelijke en/of geestelijke beperking heeft, woonachtig is in de gemeente Oirschot, is ingeschreven als lid van een instelling en actief in teamverband deelneemt aan activiteiten. Bestuursleden, leden die scheidsrechter zijn en leden van technische commissies worden binnen deze definitie niet als een actief lid beschouwd, tenzij door het bestuur van de instelling aangetoond wordt dat die naast genoemde functies actief deelnemen aan de activiteiten van de instelling.

w Uitvoeringsovereenkomst

Een overeenkomst, die in de zin van artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht tussen de subsidieontvanger en het college kan worden gesloten ter uitwerking van de beschikking tot subsidieverlening.

In een uitvoeringsovereenkomst worden in ieder geval aangegeven:

- De hoogte van de subsidie

- De looptijd van de subsidie

- De beoogde prestaties

- De doelgroep(en) met betrekking tot de te ontwikkelen activiteiten en te verrichten prestaties.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing voor de terreinen: sport, welzijn, zorg en maatschappelijke dienstverlening, jeugd, cultuur en natuur, behoudens in gevallen dat bij afzonderlijk besluit, convenant of beleidsregel bepalingen niet van toepassing zijn of door het college niet van toepassing worden verklaard.

  • 2. De Algemene subsidieverordening heeft betrekking op twee subsidiesoorten, die te verdelen zijn in een aantal subcategorieën. Dit zijn:

    • a.

      Structureel subsidie:

      • *

        Budgetsubsidie bestaande uit doelgroepensubsidie en accommodatiesubsidie;

      • *

        Budgetsubsidie bestaande uit waarderingssubsidie;

      • *

        Subsidie voor deskundigheidsbevordering;

    • b.

      Incidenteel subsidie:

      • *

        Investeringssubsidie;

      • *

        Projectsubsidie.

Artikel 3 Algemene uitgangspunten

  • 1. In het algemeen worden door het college slechts activiteiten gesubsidieerd die georganiseerd worden door instellingen, zijnde volledig bevoegde rechtspersonen die gevestigd zijn in Oirschot. Het college kan in uitzonderlijke gevallen ontheffing verlenen.

  • 2. Aan instellingen van buiten de gemeente kan subsidie worden verleend indien zij naar de mening van het college gemotiveerd hebben aangetoond werkzaam te zijn ten behoeve van de inwoners van Oirschot.

  • 3. De subsidie is primair bedoeld voor de inwoners uit Oirschot. Subsidieverlening van leden buiten Oirschot is mogelijk indien wordt deelgenomen in teamverband en de instelling meer dan 50 leden heeft afkomstig uit Oirschot. Indien 50% van het aantal contributiebetalende leden buiten Oirschot afkomstig is wordt de subsidie verminderd met 50%. Indien meer dan 50 % van het aantal contributiebetalende leden buiten Oirschot afkomstig is, wordt de subsidie naar rato verminderd.

  • 4. Het college stelt beleidsregels of een uitvoeringsovereenkomst conform art. 4:36 Awb vast, waarin nadere voorschriften kunnen worden opgenomen omtrent de over te leggen bescheiden bij een subsidieaanvraag, de subsidiemethodiek, de subsidienormen, de subsidiegrondslag, de subsidiecriteria, eigen bijdrage, eventuele indexering, vorming van reserves, subsidievoorwaarden en overlegstructuren.

  • 5. Subsidiëring van activiteiten vindt slechts plaats voor zover deze naar de mening van het college in principe voor iedereen toegankelijk zijn en in voldoende mate het algemeen gemeentelijk belang dienen.

  • 6. Het college verleent slechts subsidies voor zover de financiële positie van de gemeente dat mogelijk maakt en de gemeenteraad daarvoor de financiële middelen heeft opgenomen in de vastgestelde gemeentebegrotingen.

Artikel 4 Verslag

  • 1. Artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op subsidie verleend bij of krachtens deze verordening.

  • 2. Het college kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de verslagen over doelmatigheid en effecten van subsidies.

Hoofdstuk 2 De subsidieaanvraag

Artikel 5 Subsidieaanvraag

Artikel 5:1 Algemene bepalingen

  • 1. Bij de indiening van de subsidieaanvraag moet de aanvrager gegevens overleggen, die zijn vermeld in de artikelen 5:2 tot en met 5:5 van deze verordening.

  • 2. Bij een eerste subsidieaanvraag moet de aanvrager tevens overleggen:

    • a)

      Een afschrift van de statuten en reglementen van de instelling;

    • b)

      Een opgave van de bestuurssamenstelling;

Artikel 5:2 Aanvraag structureel subsidie

  • 1. Een subsidieaanvraag moet, tenzij in een beleidsregel anders is bepaald, voor 1 april voorafgaande aan het eerste subsidiejaar van de komende subsidiecyclus door de aanvrager zijn ingediend bij het college. Het college kan afwijken van genoemde termijn.

  • 2. Een subsidieaanvraag tijdens een lopende subsidiecyclus moet ook voor 1 april voorafgaand aan het eerste subsidiejaar ingediend zijn bij het college.

  • 3. Tenzij in een beleidsregel anders is bepaald moet een aanvraag vergezeld gaan van:

    • (a)

      Een begroting van inkomsten en uitgaven;

    • (b)

      Een activiteitenplan/-programma van het eerstvolgende jaar van uitvoering.

  • 4. Bij structurele subsidies geldt dat instellingen tijdens de subsidiecyclus, een herziene aanvraag moeten indienen, zodra in enig subsidiejaar de grondslag waarop de subsidie gebaseerd is in positieve of negatieve zin meer dan 10% afwijkt van de grondslag in het eerste jaar van de subsidiecyclus. Bij berekening van de afwijking van 10%, past het college op de grondslag, indien hierop een index van toepassing is, dezelfde index toe als op de subsidies. De herziene aanvraag moet vóór 1 oktober zijn ingediend bij het college. Aanpassing van de subsidie kan dan ingaan in het eerstvolgende subsidiejaar.

  • 5. Indien de subsidie tijdens de subsidiecyclus wordt aangepast beschouwt het college de grondslag van het jaar van aanpassing als zijnde het nieuwe basisjaar om opnieuw de 10% afwijking te kunnen bepalen.

  • 6. Als achteraf blijkt dat genoemde afwijkingen niet zijn gemeld, kan het college subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Artikel 5:3 Aanvraag projectsubsidie, investeringssubsidie en subsidie deskundigheidsbevordering en werving

Voor projectsubsidies, investeringssubsidies en subsidies voor deskundigheidsbevordering en werving stelt het college afzonderlijke beleidsregels vast. Hierin neemt het college procedures en subsidiegrondslagen op.

Hoofdstuk 3 Bevoegdheden en financieel kader

Artikel 6 Bevoegdheden en algemene uitgangspunten

Het college beslist op subsidieaanvragen en is bevoegd tot mandatering over te gaan, tenzij anders is bepaald.

Artikel 7 Het subsidieplafond en verdelingscriteria.

  • 1. De subsidieplafonds voor projectsubsidies en subsidies deskundigheidsbevordering en werving wordt jaarlijks door de raad vastgesteld als onderdeel van de gemeente-begroting voor het daarop volgende jaar.

  • 2. Het college bepaalt door middel van beleidsregels de wijze van verdeling van de subsidiebedragen binnen de vastgestelde subsidieplafonds. Subsidieaanvragen die het plafond overschrijden worden door het college afgewezen.

Artikel 8 Indexering en financiële positie gemeente

  • 1. Tenzij in een beleidsregel anders is bepaald, stijgen de subsidies voor het subsidiejaar, jaarlijks met 3% (indexering).

  • 2. Indien de financiële positie van de gemeente daartoe aanleiding geeft kan het college bij de beslissing op aanvraag afwijken van de indexering en de subsidiegrondslag.

Hoofdstuk 4 Subsidieverlening

Artikel 9 Procedure subsidieverlening

Artikel 9:1 Verlening structurele subsidie

  • 1. Het college beslist op een structurele subsidieaanvraag binnen twee maanden na vaststelling door de gemeenteraad van de gemeentebegroting, tenzij in een beleidsregel anders is bepaald.

  • 2. Het college kan deze termijn met twee maanden verlengen.

  • 3. De subsidie wordt jaarlijks verleend.

  • 4. Het college kan in beleidsregels vaststellen welke voortgangsinformatie jaarlijks door de instelling overlegd dient te worden.

  • 5. Het college kan in beleidsregels vaststellen dat subsidies zonder voorafgaande subsidieverlening worden vastgesteld.

  • 6. Het college stelt beleidsregels vast voor instellingen die in aanmerking komen voor budgetsubsidies waarin de periode van subsidiëring, de hoogte van de subsidie, de subsidienormen, de uitgangspunten en de wijze van bijstelling van het budget zijn opgenomen.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Onverminderd de weigeringsgronden zoals vermeld in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan subsidieverlening in elk geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a)

    de activiteiten niet of niet geheel passen in het gemeentelijk subsidiebeleid;

  • b)

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die naar het oordeel van het college in strijd (kunnen) zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde en veiligheid;

  • c)

    er sprake is van doublures in programma-aanbod en/of een aanbod voor dezelfde doelgroep.

  • d)

    de activiteiten zijn uitgevoerd voordat op een aanvraag om subsidie is beslist.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 11 Verplichtingen

Het college kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:37 en 4:38 van de Algemene wet bestuursrecht de subsidieontvanger verplichtingen opleggen.

Artikel 12 Accountantsverklaring

Het college wijst middels beleidsregels de instellingen aan, die verplicht zijn een accountantsrapport te overleggen. De accountant moet een beoordelingsverklaring geven over de getrouwheid van de jaarrekening per genoemde datum ten aanzien van de grootte en samenstelling van zowel de baten en lasten als van de activa en de passiva van betreffend rechtsorgaan.

De artikelen 4:76, 4:77, 4:78, 4:79 en 4:80 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.

Artikel 13 Controle

  • 1. Het college is bevoegd controle uit te oefenen op de betrouwbaarheid van de in artikel 12 genoemde rapportage.

  • 2. De administratie van de rechtspersoon moet zodanig zijn ingericht dat deze controle op eenvoudige wijze mogelijk is. Het college kan ter zake beleidsregels vaststellen.

Artikel 14 Vermogensgroei

  • 1. De subsidieontvanger is een vergoeding verschuldigd aan het college in de gevallen van vermogensvorming als bedoeld in de zin van artikel 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht. Het college kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot bepaling van de hoogte van de vergoeding.

  • 2. In het geval van een samenwerkingsverband (meerdere gemeenten) kunnen afspraken over vermogensgroei in convenanten of andere overeenkomsten worden vastgelegd.

Hoofdstuk 6 Subsidievaststelling

Artikel 15 De subsidievaststelling

  • 1. Het college stelt de subsidie vast na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend. De subsidieontvanger dient hiertoe vóór 1 april na het subsidiejaar of tijdvak een aanvraag tot vaststelling in, tenzij in de beleidsregel anders is bepaald.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling gaat, tenzij in een beleidsregel anders is bepaald, vergezeld van:

    • a)

      Een inhoudelijk jaarverslag, waarin de verrichte activiteiten, gerealiseerde doelen, prestaties en relevante kengetallen zijn weergegeven;

    • b)

      Een financieel verslag met inkomsten en uitgaven en een toelichting op de verschillende posten van het afgelopen jaar of subsidietijdvak .

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan het college, conform artikel 9:1, lid 5, subsidie vaststellen zonder voorafgaande subsidieverlening.

Hoofdstuk 7 Betaling

Artikel 16 Betaling

  • 1. Het college stelt aan de subsidieaanvrager de voorlopig verleende subsidie beschikbaar door middel van voorschotten. Als de verleende subsidie lager is dan € 15.000,-- wordt deze ineens bevoorschot. Als de verleende subsidie hoger is wordt deze in vier gelijke termijnen bevoorschot.

  • 2. De waarderingssubsidies worden door het college ineens vastgesteld en betaalbaar gesteld.

  • 3. Uitbetaling van subsidie vindt uitsluitend plaats op een afzonderlijk bank- of gironummer van de instelling.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 17 Nota Subsidiebeleid

De door de gemeenteraad op 3 maart 2009 vastgestelde Nota Subsidiebeleid is onlosmakelijk verbonden met deze verordening.

Artikel 18 Hardheidsclausule, onvoorziene gevallen en andere regels.

  • 1. In gevallen, betrekking hebbende op de uitvoering van deze verordening, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. Het college doet daarvan mededeling aan de gemeenteraad.

  • 2. In de gevallen waarin de toepassing van een van de bepalingen van deze verordening leidt tot kennelijke onbillijkheid kan het college besluiten van een bepaling af te wijken;

  • 3. Het college is bevoegd om ter uitwerking van deze verordening naast de beleidsregels nadere regels vast te stellen.

Artikel 19 Toezicht

  • 1. Het college kan binnen de gemeentelijke organisatie één of meer toezichthouders aanwijzen die belast zijn met het toezicht op de besteding van de subsidies en op de naleving van de aan de ontvangers van de subsidies opgelegde verplichtingen.

  • 2. De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheden, vermeld in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Awb.

Artikel 20 Overgangsregeling

Indien de nieuwe subsidieverordening, beleidsregels of uitvoeringsovereenkomst leiden tot een verhoging dan wel tot een verlaging van de subsidie, wordt afhankelijk van de hoogte van de subsidie, een overgangsperiode gehanteerd van maximaal vier jaar.

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010. Dan komt de “Algemene Subsidieverordening Specifieke Welzijn en Sport ”, vastgesteld op 28 juli 1998 te vervallen met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid.

  • 2. De verordening is voor het eerst van toepassing op subsidieaanvragen voor het jaar 2010. Aanvragen en afrekeningen die betrekking hebben op subsidies voor het jaar 2009 en voorgaande jaren worden nog behandeld volgens de “Algemene Subsidieverordening Specifiek Welzijn en Sport van 28 juli 1998.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Algemene Subsidieverordening gemeente Oirschot 2010".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 18 december 2018,

De gemeenteraad,

Han Struijs,

griffier

Judith Keijzers-Verschelling,

voorzitter