Regeling vervallen per 01-01-2013

Beleidsregels voor het verbanden van afvalstoffen

Geldend van 05-10-2007 t/m 31-12-2012

Intitulé

Beleidsregels voor het verbranden van afvalstoffen

Het college van de gemeente Olst-Wijhe;

gelet op artikel 5.5.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening Olst-Wijhe;

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels te stellen voor het verbranden van afvalstoffen;

overwegende dat alleen beleidsregels mogen worden opgesteld:

- in het belang van de openbare orde;

- ter bescherming van de woon- of leefomgeving;

- ter bescherming van de flora en fauna;

BESLUIT:

vast te stellen de 'Beleidsregels voor het verbranden van afvalstoffen'

Beleidsregels

  • 1.

    Een vreugdevuur heeft een traditionele of sociale-culturele / educatieve achtergrond, zoals een: paasvuur, kampvuur, kerstboomverbranding e.d.

  • 2.

    Het aanleggen en ontsteken van een vreugdevuur is alleen toegestaan buiten de bebouwde kom en mag in principe niet plaatsvinden binnen de afstanden zoals aangegeven in de aangehechte “afstandentabel vuur in de open lucht”.

  • 3.

    Kan het vreugdevuur niet voldoen aan de hiervoor genoemde afstandentabel, dan is het ontsteken van dit vreugdevuur slechts mogelijk nadat schriftelijke akkoordverklaringen zijn overgelegd van alle eigenaren van percelen vallende binnen de veiligheidsafstand. De eigenaren dienen de verklaring zelf te ondertekenen.

  • 4.

    De eigenaar van het terrein waarop het vreugdevuur wordt ontstoken dient schriftelijk toestemming te verlenen.

  • 5.

    De omvang van een vuur in de open lucht bedraagt per keer maximaal de hoeveelheid wat is gemeld, doch mag nooit meer bedragen dan hetgeen in de afstandentabel is opgenomen.

  • 6.

    Het verbranden mag alleen plaatsvinden op eerste of tweede paasdag, dan wel op de datum zoals in de melding aangegeven.

  • 7.

    De verbranding van de opstapeling geschiedt onder verantwoordelijkheid en voortdurend toezicht van de aanvrager.

  • 8.

    De meld(st)er dient zich ervan te vergewissen dat de opstapeling niet is geplaatst boven een leiding van gas-, water-, elektriciteit-, telefoon o.i.d.. Informatie hierover kan worden verkregen door middel van een zogenaamde “klic-melding” bij het kabel-, leiding informatie centrum Oost. Tel.: 0800-0080 (gratis telefoonnummer). Faxnummer: 0346-287585. E-mailadres: info@klic.nl

  • 9.

    Het verbranden is verboden indien dit gevaar oplevert voor de omgeving. Dit is onder andere het geval bij harde wind of ongunstige windrichting ten aanzien van derden.

  • 10.

    Met de windrichting moet steeds rekening worden gehouden, opdat geen gevaar of hinder voor andere percelen, gebouwen en weggebruikers ontstaat.

  • 11.

    Het is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat de gemeente dan wel derden, schade lijden ten gevolge van het gebruikmaken van deze melding.

  • 12.

    Het te verbranden materiaal mag uitsluitend bestaan uit snoeihout Het gebruik van ander materiaal is verboden.

  • 13.

    Het te verbranden materiaal dient zo mogelijk te bestaan uit snoeihout dat minimaal een aantal maanden in de open lucht is gedroogd.

  • 14.

    Het te verbranden materiaal dient zo te worden gestapeld dat overal ruime openingen zijn waar de verbrandingslucht vrij in het vuur kan toetreden.

  • 15.

    Er moet voldoende klein en droog hout zijn om het vuur goed aan te maken.

  • 16.

    Het ontsteken en/of onderhouden van een vuur mag niet geschieden met benzine of andere vloeibare brandstoffen. De opstapeling kan bijvoorbeeld worden ontstoken met een door een deskundige te hanteren gasbrander.

  • 17.

    Indien ander dan organisch materiaal in de opstapeling wordt aangetroffen, dient dit door de aanvrager terstond te worden afgevoerd. Indien hieraan niet wordt voldaan, zal van gemeentewege dit materiaal op kosten van de aanvrager worden afgevoerd.

  • 18.

    Indien na afloop het vuur niet volledig is gedoofd, dient meld(st)er het vuur volledig af te dekken met zand of te zorgen voor toezicht.

  • 19.

    Na afloop dienen de verbrandingsrestanten en het achtergebleven niet verbrand materiaal uiterlijk zeven dagen na de verbranding op legale wijze te worden afgevoerd en mogen niet over de bodem worden verspreid dan wel in de bodem worden gebracht.

  • 20.

    Aanwijzingen, gegeven door of vanwege ambtenaren van de brandweer, gemeente of politie dienen stipt en onverwijld te worden opgevolgd.

  • 21.

    Wordt niet schriftelijk verklaard dat aan de voorschriften wordt voldaan, dan mag er niet worden gestookt.

  • 22.

    De gemeente wordt gevrijwaard van alle gevolgen en vorderingen die tegen haar mochten worden ingebracht in verband met schade die derden mochten beweren te hebben geleden, voortvloeiende uit het gebruik maken van deze melding.

  • 23.

    Alle schade, die ten gevolge van of in verband met het gebruikmaken van deze melding aan eigendommen van de gemeente wordt toegebracht zal in rekening worden gebracht.

Belangrijk aandachtspunt

Bij toepassing van de ‘CODE DROOG’ mag er niet worden gestookt.

(invoering en beëindiging van de code droog wordt bekendgemaakt via radio, tv en/of krant).

Procedure

Het is verplicht om het branden uiterlijk twee maanden van tevoren te melden door middel van een door het college vastgesteld formulier.

Aldus vastgesteld op 11 september 2007.

burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe,

de secretaris, de burgemeester,

A.Oeseburg. A.G.J. Strien.

Bijlage 1

Melding / verklaring voor het ontsteken van een vreugdevuur

Ondergetekende,

Naam : ………………………………………………………………………

Adres : ………………………………………………………………………

Woonplaats : ………………………………………………………………………

Telefoonnummer : ………………………………………………………………………

meldt

A op ……………………..(dg-mnd-jr) een paasvuur van in totaal ………. m³ te willen ontsteken

op het perceel gelegen aan de …………………………………………. te ………..

B dat de opstapeling bestaat uit geen ander materiaal dan snoeihout.

verklaart dat:

  • 1.

    de betreffende locatie van het branden eigendom is en een schriftelijkeakkoor dverklaring is bijgevoegd;

de betreffende locatie van het branden GEEN(¹) eigendom is, maar dat een

schriftelijke toestemming van de eigenaar van de betreffende locatie is bijgevoegd. (zonder deze schriftelijke toestemming van de eigenaar zal niet worden gestookt);

  • 2.

    het verbranden plaatsvindt buiten de bebouwde kom;

  • 3.

    voldaan wordt aan de afstanden zoals aangegeven in de “afstandentabel vuur in de open lucht”;

  • 4.

    niet wordt voldaan aan de hiervoor genoemde afstandentabel, maar dat schriftelijke

    akkoordverklaringen zijn overgelegd van alle eigenaren van percelen die liggen binnen

    de veiligheidsafstand.

  • 5.

    de omvang van het vuur in de open lucht maximaal de hoeveelheid bedraagt wat is gemeld, doch nooit meer bedraagt dan hetgeen in de afstandentabel is opgenomen;

  • 6.

    het verbranden plaatsvindt onder verantwoordelijkheid en voortdurend toezicht van melder;

  • 7.

    melder zich ervan heeft vergewist dat het verbranden niet plaatsvindt boven of in de nabijheid van een leiding van gas-, water-, elektriciteit-, telefoon o.i.d.;

  • 8.

    het verbranden niet plaatsvindt als dit hinder en/of gevaar oplevert voor de omgeving (percelen, gebouwen en weggebruikers);

  • 9.

    het verbranden niet plaatsvindt bij harde wind of ongunstige windrichting ten aanzien van derden;

  • 10.

    redelijkerwijs alle mogelijke maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat de gemeente dan wel derden, schade lijden ten gevolge van het gebruikmaken van deze melding;

  • 11.

    het te verbranden materiaal uitsluitend bestaat uit snoeihout;

  • 12.

    het snoeihout zo lang mogelijk in de open lucht is gedroogd;

  • 13.

    het ontsteken en/of onderhouden van het vuur niet geschiedt met benzine of andere vloeibare brandstoffen;

  • 14.

    indien na afloop het vuur niet volledig is gedoofd, voor toezicht zal worden gezorgd of dit zal worden afgedekt met zand;

  • 15.

    de verbrandingsrestanten en het achtergebleven niet verbrand materiaal binnen 1 week op legale wijze zal worden afgevoerd en niet over de bodem zal worden verspreid dan wel in de bodem wordt gebracht;

  • 16.

    aanwijzingen, gegeven door of vanwege ambtenaren van de gemeente, brandweer of politie stipt en onverwijld zullen worden opgevolgd;

  • 17.

    de gemeente wordt gevrijwaard van alle gevolgen en vorderingen die tegen haar mochten worden ingebracht in verband met schade die derden mochten beweren te hebben geleden, voortvloeiende uit het gebruik maken van deze melding;

  • 18.

    wordt geaccepteerd dat alle schade, die ten gevolge van of in verband met het gebruikmaken van deze melding aan eigendommen van de gemeente wordt toegebracht in rekening zal worden gebracht

bij toepassing van de ‘CODE DROOG’ er niet zal worden gestookt!

Procedure:

De melding/verklaring voor het vreugde vuur dient ten minste twee maanden voor het ontsteken te worden ingediend bij de Publieksbalie.

(¹) aankruisen wat van toepassing is.

Datum : …………………………………………………….

Handtekening : …………………………………………………….

N.B. :Indien het verbranden op de onder punt A. aangegeven datum onverhoopt geen doorgang heeft kunnen vinden door bijvoorbeeld ongunstige weersomstandigheden, dan kunt u telefonisch contact opnemen met een medewerker van het bureau Brandweer (0570-568080), zodat in onderling overleg een passende oplossing kan worden gevonden.

Bijlage 2 bij beleidsregels voor het verbranden van afvalstoffen.

Afstandentabel vuur in de open lucht

Hoeveelheid

Omgeving

Windsnelheid

Maximaal

Maximaal

4

6

8

m/s

laag

hoog

3

4

4

Bft

Afstanden

5

m3

Bebouwing / opslag

30

45

60

m

Bos / hei / veen

100

150

200

m

Een natuurbrand is moeilijk te bestrijden,

Openbare weg

25

35

50

m

daarom wordt een ondergrens van 100m

Opgaande begroeiing

25

35

50

m

aangehouden.

25

m3

Bebouwing / opslag

50

75

100

m

Bos / hei / veen

100

150

200

m

Openbare weg

40

60

80

m

Opgaande begroeiing

40

60

80

m

Afstand

Naar beneden afronden

100

m3

Bebouwing / opslag

80

120

160

m

op meervoud van

Bos / hei / veen

150

225

300

m

<100

m

5

m

Openbare weg

65

95

130

m

<200

m

10

m

Opgaande begroeiing

65

95

130

m

<400

m

25

m

<1000

m

50

m

500

m3

Bebouwing / opslag

130

195

260

m

>1000

m

100

m

Bos / hei / veen

250

375

500

m

Openbare weg

110

165

220

m

Opgaande begroeiing

110

165

220

m

1000

m3

Bebouwing / opslag

170

255

340

m

Bos / hei / veen

340

510

680

m

Openbare weg

140

210

280

m

Opgaande begroeiing

140

210

280

m

2000

m3

Bebouwing / opslag

220

330

440

m

Bos / hei / veen

430

645

860

m

Openbare weg

180

270

360

m

Opgaande begroeiing

180

270

360

m

3000

m3

Bebouwing / opslag

250

375

500

m

Bos / hei / veen

490

735

980

m

Openbare weg

210

315

420

m

Opgaande begroeiing

210

315

420

m

Inhoudsopgave

Beleidsregels

Belangrijk aandachtspunt

Bijlage 1

Bijlage 2 bij beleidsregels voor het verbranden van afvalstoffen.