Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften gemeente Olst-Wijhe

Geldend van 19-09-2013 t/m 11-09-2014

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften gemeente Olst-Wijhe

Inhoudsopgave

Artikel 1: Begripsbepalingen

Artikel 2: Inleidende bepaling commissie

Artikel 3: Samenstelling van de commissie

Artikel 4: Secretariaat

Artikel 5: Zittingsduur Bezwarenadviescommissie algemene aangelegenheden

Artikel 6: Zittingsduur Personele Bezwarenadviescommissie

Artikel 7: Ingediend bezwaarschrift

Artikel 8: Verstrekking van stukken aan een commissie

Artikel 9: Vooronderzoek

Artikel 10: Procedurele vereisten

Artikel 11: Hoorzitting

Artikel 12: Uitnodiging zitting

Artikel 13: Quorum

Artikel 14: Niet-deelneming aan de behandeling

Artikel 15: Openbaarheid van zitting

Artikel 16: Verslaglegging

Artikel 17: Nader onderzoek

Artikel 18: Raadkamer en advies

Artikel 19: Het advies

Artikel 20: Uitbrengen van het advies en verdaging

Artikel 21: Jaarverslag

Artikel 22: Vergoeding

Artikel 23: Nadere regels

Artikel 24: Inwerkingtreding en intrekking oude regeling

Artikel 25: Citeertitel

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Olst-Wijhe, ieder voor zoveel het hun bevoegdheid betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 juni 2013;

gelet op de bepalingen van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de ‘Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften gemeente Olst-Wijhe’

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders

  • b.

    bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan dat dient te beschikken op een bezwaarschrift;

  • c.

    verwerend orgaan: het gemeentelijk orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • d.

    commissie: adviescommissies als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet

    bestuursrecht;

  • e.

    indiener: degene die tegen een besluit van een gemeentelijk orgaan een bezwaarschrift

    heeft ingediend bij een bestuursorgaan;

  • f.

    ambtenaar de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 van de CAR en de werknemer in de zin van artikel 2:5 van de CAR;

  • g.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2: Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie, genaamd Bezwarenadviescommissie personele aangelegenheden, ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen de door of namens dat bestuursorgaan als werkgever ten aanzien van haar ambtenaren genomen besluiten.

  • 2. Er is een commissie, genaamd Bezwarenadviescommissie algemene aangelegenheden, ter voorbereiding van de beslissing op de overige bezwaarschriften ingediend bij een bestuursorgaan.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 en 2 worden bezwaarschriften inzake gemeentelijke belastingen of de Wet waardering onroerende zaken behandeld door één of meer door het college aan te wijzen ambtenaren.

Artikel 3: Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college wijst voor de commissie een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4. Het college kan extra leden benoemen die via een roulatiesysteem worden ingezet.

  • 5. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

Artikel 4: Secretariaat

Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door een of meer door het college aan te wijzen ambtenaren.

Artikel 5: Zittingsduur Bezwarenadviescommissie algemene aangelegenheden

  • 1. Voor de leden van de commissie wordt door het college een rooster van aftreden vastgesteld.

  • 2. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd.

  • 3. Leden kunnen maximaal twee maal worden herbenoemd, met dien verstande dat de zittingsduur van de leden maximaal acht jaar is.

  • 4. De aftredende leden blijven in hun functie totdat in de opvolging is voorzien.

  • 5. De nieuwe leden treden in de plaats van de aftredende leden.

  • 6. Het college beslist in situaties waarin de verordening niet voorziet.

Artikel 6: Zittingsduur Personele Bezwarenadviescommissie

  • 1. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd.

  • 3. Het college ontslaat de voorzitter of een lid van commissie:

    • a.

      op zijn verzoek;

    • b.

      wanneer hij uit hoofde van ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • c.

      bij de aanvaarding van een ambt of betrekking welke bij deze verordening onverenigbaar is verklaard met het voorzitterschap of het lidmaatschap van een commissie;

    • d.

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      wanneer hij ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • f.

      wanneer hij naar het oordeel van de raad door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan het in hem c.q. een commissie te stellen vertrouwen. Hiervan is in ieder geval sprake indien gehandeld wordt in strijd met deze verordening of de op grond daarvan vastgestelde nadere regelen.

Artikel 7: Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de bevoegde commissie gesteld.

Artikel 8: Verstrekking van stukken aan een commissie

Het bestuursorgaan is verplicht aan de commissie alle stukken te overleggen die betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het bezwaarschrift.

Artikel 9: Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie, of namens hem de secretaris, is in verband met de voorbereiding van de behandeling van een bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter van de commissie, of namens hem de secretaris, kan uit eigen beweging of op verlangen van de kamer bij deskundigen, al of niet ambtenaren van de gemeente zijnde, advies of inlichtingen inwinnen en dezen indien hij dit nodig oordeelt voorts uitnodigen ter zitting te verschijnen.

  • 3. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10: Procedurele vereisten

De hierna genoemde bevoegdheden zoals vermeld in de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie, die hiertoe de secretaris kan machtigen.

  • ·

    artikel 2:1, tweede lid;

  • ·

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • ·

    artikel 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • ·

    artikel 7:2, voor zover het betreft het uitnodigen voor de hoorzitting;

  • ·

    artikel 7:4, tweede lid;

  • ·

    artikel 7:6, tweede en vierde lid.

Artikel 11: Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie, of namens hem de secretaris, bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerende orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of bij gemachtigde te doen horen.

  • 2. De commissie kan voorts ambtenaren der gemeente en andere deskundigen ter zitting horen.

  • 3. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 4. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12: Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter van de commissie, of namens hem de secretaris nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter, of namens hem de secretaris, op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste en tweede lid.

Artikel 13: Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 14: Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15: Openbaarheid van zitting

  • 1. De zittingen van de Bezwarenadviescommissie algemene aangelegenheden zijn in beginsel openbaar. De zittingen van de Personele Bezwarenadviescommissie zijn niet openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een der aanwezige leden dit nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

Artikel 16: Verslaglegging

  • 1. Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de wet bestaat uit een digitale geluidsopname die op verzoek aan de belanghebbende(n) ter beschikking wordt gesteld.

  • 2. De secretaris maakt op basis van de geluidsopname een schriftelijke samenvatting van het besprokene wanneer een gerechtelijke instantie daarom verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

Artikel 17: Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verlangen van de andere leden van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan en de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18: Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de commissievoorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

Artikel 19: Het advies

  • 1. Indien een hoorzitting heeft plaatsgevonden vermeldt het advies de namen van de aanwezigen en de hoedanigheid waarin zij de hoorzitting hebben bijgewoond.

  • 2. Indien een hoorzitting achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden of indien belanghebbende(n) niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord wordt dit met opgave van redenen in het advies vermeld.

  • 3. Indien ter zitting nog nadere stukken zijn overgelegd wordt dit in het advies vermeld. Voor zover de voorzitter dat nodig oordeelt, worden deze stukken als bijlage bij het advies gevoegd.

  • 4. Het advies is gemotiveerd, omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift en wordt door de commissievoorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 5. Indien op grond van artikel 7:3 van de wet is afgezien van het horen van belanghebbende(n) wordt dat gemotiveerd vermeld in het advies van de commissie.

Artikel 20: Uitbrengen van het advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het in artikel 16 bedoelde audio verslag en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie of adviezen, aan het bestuursorgaan uitgebracht. Gelijktijdig wordt het advies aan belanghebbenden toegezonden.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verzoekt hij dat bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging wordt mededeling gedaan aan de belanghebbenden en aan het verwerend orgaan.

Artikel 21: Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks verslag uit. Dit verslag bevat een overzicht van aantal en aard van de in het verslagjaar behandelde bezwaarschriften. Tevens doet de commissie daar waar nodig (beleids)relevante constateringen dan wel aanbevelingen. Het verslag wordt ter informatie aangeboden aan de gemeenteraad.

Artikel 22: Vergoeding

De leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de commissie een nader door het college te bepalen vergoeding.

Artikel 23: Nadere regels

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ter uitvoering van deze verordening.

Artikel 24: Inwerkingtreding en intrekking oude regeling

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking. Op die datum wordt ingetrokken de Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Olst-Wijhe, vastgesteld op 29 maart 2010.

Artikel 25: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Olst-Wijhe.