Regeling vervallen per 09-05-2018

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe

Geldend van 18-07-2015 t/m 08-05-2018

Intitulé

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe

Burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe

Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Gelet op de artikelen 2.19, eerste lid, 2.23, eerste lid, 2.24 en 2.28, eerste lid, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen,

besluiten:

de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Gemeente Olst-Wijhe vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Toepassing

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gestelde regelgeving.

Artikel 2 Sanctioneren

Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de mogelijkheid tot het opleggen van een herstelsanctie.

Artikel 3 Kwaliteitseisen

  • 1. De kwaliteitseisen, waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle aanverwante regelgeving. Ze worden tevens expliciet in het door de toezichthouder opgestelde rapport genoemd.

  • 2. In deze Beleidsregels Handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe wordt uitgegaan van deze kwaliteitseisen.

  • 3. In het afwegingsoverzicht dat als bijlage aan deze beleidsregels is toegevoegd worden voor de prioritering per domein de kwaliteitseisen geclusterd weergegeven.

Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Artikel 4 Herstelsancties

  • 1. Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of een peuterspeelzaal niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle daaruit voortvloeiende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend traject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(-en) en voorkoming van herhaling van de overtreding(-en)

  • 2. Bij het uitvoeren van het herstellend traject hanteert het college de volgende stappen:

    • a.

      stap 1: aanwijzing

    • b.

      stap 2: last onder dwangsom/last onder bestuursdwang,

    • c.

      stap 3: exploitatieverbod

    • d.

      stap 4: verwijdering uit het landelijk register kinderopvang of het register peuterspeelzalen

  • 3. Indien de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten om een bepaalde stap of bepaalde stappen van het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.

  • 4. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen.

  • 5. Bij het opleggen van een aanwijzing gelden de volgende hersteltermijnen:

    • a.

      prioriteit hoog: maximaal 3 maanden

    • b.

      prioriteit gemiddeld: maximaal 10 maanden

    • c.

      prioriteit laag: maximaal 10 maanden

Artikel 5

Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voor wat betreft de te registreren voorzieningen (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal) zal de registratie worden verwijderd uit het register kinderopvang danwel peuterspeelzaalwerk.

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe”.

  • 2. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

Bijlage:

Afspraken hersteltermijnen en prioritering handhaving kinderopvang,

regio IJsselland, versie maart 2015

Prioriteit

Hersteltermijn regio IJsselland

Hoog

3 maand

Gemiddeld

10 maanden

Laag

10 maanden

 

De hersteltermijn gaat in vanaf datum constatering overtreding (de inspectiedatum)

 

 

Inspectie-items Kinderdagverblijf

 

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang

Prioriteit

Kinderopvang in de zin van de wet

 

De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.

Nvt

Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.

Nvt

De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen.

Nvt

Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving

 

Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.

Nvt

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.

Nvt

 

Pedagogisch klimaat

Prioriteit

Pedagogisch beleid

 

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

Hoog

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven.

Hoog

Pedagogische praktijk

 

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

Hoog

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

Hoog

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Hoog

De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd.

Hoog

Voorschoolse educatie

 

Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Hoog

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

Hoog

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

Hoog

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

Hoog

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

Hoog

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

Hoog

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

Hoog

 

Personeel en groepen

Prioriteit

Verklaring omtrent het gedrag

 

De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden.

Hoog

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.

Hoog

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

Hoog

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.

Hoog

Passende beroepskwalificatie

 

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

Hoog

Opvang in groepen

 

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

Hoog

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

Hoog

Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode.

Hoog

Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.

Hoog

Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week.

Hoog

Beroepskracht-kindratio

 

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

Hoog

De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

Hoog

Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is.

Hoog

De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.

Hoog

De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.

Hoog

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

Hoog

Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.

Hoog

Gebruik van de voorgeschreven voertaal

 

De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

OF

Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

Hoog

 

Veiligheid en gezondheid

Prioriteit

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

 

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.

Hoog

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

Hoog

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

Hoog

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

Hoog

De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.

Hoog

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

Hoog

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.

Hoog

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

Hoog

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

Hoog

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

Hoog

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

Hoog

Meldcode kindermishandeling

 

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

Hoog

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

Hoog

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

Hoog

Vierogenprincipe

 

De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

Hoog

 

Accommodatie en inrichting

Prioriteit

Binnenruimte

 

Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.

Hoog

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte.

Hoog

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Hoog

Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.

Hoog

De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen.

Hoog

Buitenspeelruimte

 

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.

Hoog

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.

Hoog

De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.

Hoog

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Hoog

 

Ouderrecht

Prioriteit

Informatie

 

De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.

Hoog (ivm vierogenprincipe)

De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen.

Laag

De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

Laag

Oudercommissie

 

De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.

Laag

Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.

Laag

De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.

Laag

De houder heeft een oudercommissie ingesteld.

Laag

De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid.

Laag

De leden worden gekozen uit en door de ouders.

Laag

De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.

Laag

De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Hoog (ivm vierogenprincipe)

De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.

Gemiddeld

Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.

Gemiddeld

Klachten

 

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen.

Laag

De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.

Laag

De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.

Laag

De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.

Laag

De houder leeft geheimhoudingsplicht na.

Laag

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.

Laag

De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

Laag

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.

Laag

De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.

Laag

De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie.

Laag

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.

Laag

De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

Laag

 

 

 

 

 Inspectie-items Buitenschoolse opvang

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang

Prioriteit

Kinderopvang in de zin van de wet

 

De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.

Nvt

Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.

nvt

De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan.

nvt

Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving

 

Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.

nvt

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.

nvt

 

Pedagogisch klimaat

Prioriteit

Pedagogisch beleid

 

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

Hoog

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten.

Hoog

Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.

Hoog

Pedagogische praktijk

 

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

Hoog

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

Hoog

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Hoog

 

Personeel en groepen

Prioriteit

Verklaring omtrent het gedrag

 

De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

Hoog

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.

Hoog

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

Hoog

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.

Hoog

Passende beroepskwalificatie

 

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

Hoog

Opvang in groepen

 

Ieder kind behoort bij een basisgroep.

Hoog

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

OF

De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.

Hoog

Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder hiertoe/daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode.

Hoog

Beroepskracht-kindratio

 

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

OF

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.

Hoog

De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

Hoog

Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is.

Hoog

Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.

Hoog

De afwijking op vrije dagen of tijdens schoolvakanties betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.

Hoog

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

Hoog

Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.

Hoog

Gebruik van de voorgeschreven voertaal

 

De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

OF

Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

Hoog

 

 

Veiligheid en gezondheid

Prioriteit

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

 

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.

Hoog

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

Hoog

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

Hoog

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

Hoog

De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.

Hoog

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

Hoog

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.

Hoog

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

Hoog

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

Hoog

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

Hoog

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

Hoog

Meldcode kindermishandeling

 

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

Hoog

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

Hoog

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

Hoog

 

Accommodatie en inrichting

Prioriteit

Binnenruimte

 

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar.

Hoog

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Hoog

Buitenspeelruimte

 

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.

Hoog

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.

Hoog

De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.

Hoog

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Hoog

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum.

Hoog

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar.

Hoog

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.

Hoog

 

Ouderrecht

Prioriteit

Informatie

 

De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.

Laag

De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

Laag

Oudercommissie

 

De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.

Laag

Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.

Laag

De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.

Laag

De houder heeft een oudercommissie ingesteld.

Laag

De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid.

Laag

De leden worden gekozen uit en door de ouders.

Laag

De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.

Laag

De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Gemiddeld

De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.

Gemiddeld

Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.

Gemiddeld

Klachten

 

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen.

Laag

De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.

Laag

De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.

Laag

De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.

Laag

De houder leeft geheimhoudingsplicht na.

Laag

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.

Laag

De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

Laag

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.

Laag

De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht

Laag

De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie.

Laag

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.

Laag

De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

Laag

 

 

Inspectie-items Peuterspeelzaal

Peuterspeelzaal in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen PSZ

Prioriteit

Peuterspeelzaal in de zin van de wet

 

Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.

Nvt

Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.

Nvt

Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving

 

Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.

Nvt

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.

Nvt

 

Pedagogisch klimaat

Prioriteit

Pedagogisch beleid

 

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

Hoog

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen de peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

Hoog

Pedagogische praktijk

 

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

Hoog

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

Hoog

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Hoog

Voorschoolse educatie

 

Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Hoog

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

Hoog

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

Hoog

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

Hoog

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

Hoog

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

Hoog

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

Hoog

 

Personeel en groepen

Prioriteit

Verklaring omtrent het gedrag

 

De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden.

Hoog

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd.

Hoog

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

Hoog

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.

Hoog

Passende beroepskwalificatie

 

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening is opgenomen.

Hoog

Vrijwilligersbeleid

 

De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan.

Gemiddeld

In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen.

Gemiddeld

In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt.

Gemiddeld

In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid.

Gemiddeld

De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn.

Hoog

Opvang in groepen

 

De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.

Hoog

De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.

Hoog

Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.

Hoog

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

 

Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.

Hoog

De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.

Hoog

Gebruik van de voorgeschreven voertaal

 

De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

OF

Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

Hoog

 

 

 

Veiligheid en gezondheid

Prioriteit

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

 

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.

Hoog

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.

Hoog

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

Hoog

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

Hoog

De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.

Hoog

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

Hoog

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.

Hoog

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.

Hoog

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

Hoog

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

Hoog

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

Hoog

Meldcode kindermishandeling

 

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

Hoog

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

Hoog

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

Hoog

 

Accommodatie en inrichting

Prioriteit

Binnenruimte

 

Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.

Hoog

De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.

Hoog

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

Hoog

Buitenspeelruimte

 

Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.

Hoog

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.

Hoog

De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.

Hoog

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.

Hoog

 

Ouderrecht

Prioriteit

Informatie

 

De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.

Laag

De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn.

Laag

De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

Laag

Oudercommissie

 

De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.

Laag

Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.

Laag

De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.

Laag

De houder biedt aan de ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.

Laag

De houder en personen werkzaam bij de peuterspeelzaal, zijn geen lid.

Laag

De leden worden gekozen uit en door de ouders.

Laag

De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.

Laag

De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 2.17 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Gemiddeld

De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.

Gemiddeld

Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.

Gemiddeld

Klachten

 

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen.

Laag

De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.

Laag

De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.

Laag

De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.

Laag

De houder leeft geheimhoudingsplicht na.

Laag

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.

Laag

De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

Laag

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.

Laag

De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.

Laag

De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie.

Laag

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.

Laag

De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

Laag

 

 

Inspectie-items Gastouderbureau

Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang

Prioriteit

Gastouderbureau en naleving wet- en regelgeving

 

Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.

Nvt

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.

Nvt

Gastouderbureau in de zin van de wet

 

Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt.

Nvt

 

Pedagogisch beleid

Prioriteit

Pedagogisch beleidsplan

 

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

Hoog

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen.

Hoog

Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die gesteld worden aan de adressen waar opvang plaatsvindt.

Hoog

Pedagogische praktijk

 

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren.

Hoog

 

Personeel

Prioriteit

Verklaring omtrent het gedrag

 

De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

Hoog

Een verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder van het gastouderbureau overgelegd.

Hoog

De verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

Hoog

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.

Hoog

Personeelsformatie per gastouder

 

De houder draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling.

Hoog

 

Veiligheid en gezondheid

Prioriteit

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

 

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden.

Hoog

De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, beschrijft op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven veiligheidsrisico's.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie veiligheid inzichtelijk is voor de vraagouders.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie veiligheid.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden.

Hoog

De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, bijschrijft op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in een plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven gezondheidsrisico's.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie gezondheid inzichtelijk is voor de vraagouders.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie gezondheid.

Hoog

Meldcode kindermishandeling

 

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

Hoog

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij het personeel.

Hoog

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders.

Hoog

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

Hoog

 

Ouderrecht

Prioriteit

Informatie

 

De houder laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat.

Gemiddeld

De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid.

Gemiddeld

De houder draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en de gastouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover.

Hoog

De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats.

Gemiddeld

Oudercommissie

 

De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.

Laag

Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.

Laag

Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.

Laag

De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.

Laag

De houder heeft een oudercommissie ingesteld.

Laag

De houder en personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn geen lid.

Laag

De leden worden gekozen uit en door de vraagouders.

Laag

De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.

Laag

De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Gemiddeld

De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.

Gemiddeld

Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.

Gemiddeld

Klachten

 

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van vraagouders die voldoet aan de beschreven eisen.

Laag

De houder brengt de klachtenregeling voor vraagouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.

Laag

Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor vraagouders werkt met een reglement.

Laag

De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.

Laag

De houder leeft geheimhoudingsplicht na.

Laag

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van vraagouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.

Laag

De houder zendt het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

Laag

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.

Laag

De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.

Laag

De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie.

Laag

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.

Laag

De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.

Laag

 

Kwaliteit gastouderbureau

Prioriteit

Kwaliteitscriteria

 

De houder draagt er zorg voor dat per adres waar opvang plaatsvindt beoordeeld wordt hoeveel kinderen en van welke leeftijd verantwoord opgevangen kunnen worden.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders tijdens de opvang de voorgeschreven voertaal spreken

Hoog

De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder.

Hoog

De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder.

Hoog

De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt.

Hoog

De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken.

Hoog

De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast.

Hoog

Administratie gastouderbureau

 

De administratie van het gastouderbureau bevat een schriftelijke overeenkomst per vraagouder.

Hoog

De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en andere personen zoals huisgenoten van 18 jaar en ouder die op hetzelfde adres hun hoofdverblijf hebben, vrijwilligers en stagiar(e)s.

Hoog

In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk.

Gemiddeld

In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk.

Gemiddeld

De administratie van het gastouderbureau bevat een door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie.

Hoog

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie.

Laag

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle bij dat gastouderbureau werkzame beroepskrachten.

Laag

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle door het gastouderbureau bemiddelde kinderen.

Laag

De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle bij dat gastouderbureau aangesloten gastouders.

Laag

Inspectie-items Gastouders

Gastouderopvang in de zin van de Wet kinderopvang

Prioriteit

Gastouder en handhaving

 

Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de gastouder.

Nvt

De gastouder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in de opvangsituatie te voorkomen.

Nvt

Gastouderopvang in de zin van de wet

 

De opvang vindt plaats door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau.

Nvt

De opvang vindt plaats in een gezinssituatie door een gastouder welke niet de ouder van de op te vangen kinderen is noch de partner van de vraagouder.

Hoog

De opvang vindt plaats op het woonadres van de gastouder of van één van de vraagouders.

Hoog

Gastouder in de zin van de wet

 

De gastouder is 18 jaar of ouder.

Hoog

De gastouder is niet inwonend bij de vraagouder.

Hoog

De gastouder heeft ten behoeve van de opvang van kinderen geen personeel in dienst.

Hoog

De gastouder heeft geen kinderen die onder (voorlopig) toezicht zijn gesteld en is niet ontheven uit of ontzet van het ouderlijk gezag.

Hoog

 

Pedagogisch klimaat

Prioriteit

Pedagogische praktijk

 

De gastouder heeft kennis van en handelt overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan van het gastouderbureau waarbij hij is aangesloten.

Hoog

De gastouder waarborgt de emotionele veiligheid.

Hoog

De gastouder biedt de opvangkinderen de mogelijkheid om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

Hoog

De gastouder biedt de opvangkinderen de mogelijkheid om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

Hoog

De gastouder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Hoog

 

Deskundigheid gastouder

Prioriteit

Verklaring omtrent het gedrag

 

De verklaring omtrent het gedrag is vóór het indienen van de aanvraag tot registratie aan de houder van het gastouderbureau overgelegd.

Hoog

Een verklaring omtrent het gedrag is op moment van de indiening van de aanvraag tot registratie niet ouder dan twee maanden.

Hoog

Bij opvang in de woning van de gastouder zijn alle huisgenoten vanaf 18 jaar, alsmede de daar werkzame vrijwilligers en stagiar(e)s in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.

Hoog

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.

Hoog

Deskundigheid gastouder

 

De gastouder beschikt over een getuigschrift conform de ministeriële regeling.

OF

De gastouder beschikt over een EVC-bewijsstuk afgegeven vóór 1 januari 2012 waaruit blijkt dat de gastouder voldoet aan alle competenties van de bij ministeriële regeling aangewezen MBO-2 opleiding(en).

Hoog

De gastouder beschikt over een geregistreerd certificaat eerste hulp aan kinderen bij ongevallen conform de ministeriële regeling.

Hoog

Gebruik van de voorgeschreven voertaal

 

De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.

OF

Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

Hoog

 

Accommodatie en inrichting

Prioriteit

De woning

 

De woning waar gastouderopvang plaats vindt is te allen tijde rookvrij.

Hoog

De woning waar gastouderopvang plaats vindt, beschikt over voldoende binnenspeelruimte voor kinderen, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Hoog

De woning waar gastouderopvang plaats vindt, beschikt over voldoende buitenspeelmogelijkheden voor kinderen, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Hoog

De slaapruimte

 

Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.

Hoog

De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen.

Hoog

Groepssamenstelling

 

Bij een gastouder worden maximaal 6 kinderen gelijktijdig opgevangen, waarvan maximaal 5 kinderen tot 4 jaar, waarvan maximaal 4 kinderen tot 2 jaar, waarvan maximaal 2 kinderen tot 1 jaar. Eigen kinderen tot 10 jaar worden meegerekend.

Hoog

Achterwacht

 

De gastouder is goed telefonisch bereikbaar.

Hoog

De gastouder zorgt ervoor dat bij aanwezigheid van meer dan 3 kinderen tijdens de opvang een achterwacht beschikbaar is, die bij calamiteiten binnen 15 minuten bij het opvangadres aanwezig is. Daartoe is de achterwacht altijd telefonisch bereikbaar.

Hoog

 

Veiligheid en gezondheid

Prioriteit

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

 

De gastouder heeft op het opvangadres een door de bemiddelingsmedewerker en de gastouder ondertekende risico-inventarisatie veiligheid, die actueel is en maximaal een jaar oud, die is toegespitst op dat specifieke adres.

Hoog

De gastouder draagt er zorg voor dat de veiligheidsmaatregelen uit het plan van aanpak binnen de gestelde termijn zijn respectievelijk worden genomen.

Hoog

De gastouder draagt er zorg voor dat de lijst van ongevallen die hebben plaatsgevonden actueel is en voldoet aan de gestelde eisen.

Hoog

De gastouder heeft op het opvangadres een door de bemiddelingsmedewerker en de gastouder ondertekende risico-inventarisatie gezondheid, die actueel is en maximaal een jaar oud, die is toegespitst op dat specifieke adres.

Hoog

De gastouder draagt er zorg voor dat de gezondheidsmaatregelen uit het plan van aanpak binnen de gestelde termijn zijn respectievelijk worden genomen.

Hoog

Meldcode kindermishandeling

 

De gastouder heeft kennis van de door de houder van het gastouderbureau vastgestelde meldcode.

Hoog

De gastouder handelt naar de door de houder van het gastouderbureau vastgestelde meldcode.

Hoog

De gastouder heeft kennis van en handelt naar de wettelijke meldplicht.

Hoog

 

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Toepassing

Artikel 2 Sanctioneren

Artikel 3 Kwaliteitseisen

Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Artikel 4 Herstelsancties

Artikel 5

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

Bijlage: