Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening tegenprestatie Participatiewet Olst-Wijhe

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening tegenprestatie Participatiewet Olst-Wijhe

De raad van de gemeente Olst-Wijhe;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2014, nr. 2014/84;

Gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening tegenprestatie Participatiewet Olst-Wijhe.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

  • -

    korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

  • -

    mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

Hoofdstuk 2 Beleid

Artikel 2. Verslag over beleid

  • 1. Het college zendt jaarlijks (in het jaarverslag Werk en Inkomen) aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid van het beleid.

  • 2. Het verslag, zoals bedoeld in het eerste lid, bevat het oordeel van de cliëntenraad.

Hoofdstuk 3 De tegenprestatie naar vermogen

Artikel 3. Inhoud van een tegenprestatie

  • 1.

    Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden:

    a) naar zijn aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;

    b) niet zijn bedoeld als re-integratie instrument;

    c) worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht; en

    d) niet leiden tot verdringing.

  • 2.

    Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening beleidsregels vast waarin wordt vastgelegd welke aanvullende werkzaamheden het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

Artikel 4. Het opdragen van een tegenprestatie

  • 1.

    Het college kan een belanghebbende met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een tegenprestatie opdragen.

  • 2.

    Het college kan een belanghebbende met een korte afstand tot de arbeidsmarkt uitsluitend een tegenprestatie opdragen indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen.

  • 3.

    Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

    a) de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door een belanghebbende;

    b) de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een belanghebbende moeten in aanmerking worden genomen;

    c) de persoonlijke wensen en kwaliteiten van een belanghebbende moeten in overweging worden genomen;

    d) als een belanghebbende al maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk verricht, moet daarmee rekening worden gehouden.

Artikel 5. Duur en omvang van een tegenprestatie

  • 1. De tegenprestatie wordt opgedragen voor de maximale duur van drie maanden.

  • 2. De tegenprestatie wordt opgedragen voor maximaal acht uren per week.

  • 3. De tegenprestatie kan binnen een periode van 12 maanden slechts vier keer worden opgedragen.

Artikel 6. Mantelzorg

Het college draagt geen tegenprestatie op indien een belanghebbende mantelzorg verricht voor zover het verrichten van mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is.

Artikel 7. Geen werkzaamheden voorhanden

  • 1. Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

  • 2. Indien het college geen tegenprestatie opdraagt omdat geen werkzaamheden voorhanden zijn, beoordeelt het college binnen zes maanden of op dat moment wel werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tegenprestatie Participatiewet Olst-Wijhe.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 15 december 2014.
De raad voornoemd.
De griffier,
B.A. (Bart) Duursema
De voorzitter,
A.G.J. (Ton) Strien