Regeling vervallen per 17-11-2011

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGRECHTEN 2011

Geldend van 10-12-2010 t/m 16-11-2011

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGRECHTEN 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen te Olst-Wijhe;

b eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

– het doen begraven en begraven houden van lijken;

– het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal drie asbussen met of zonder urnen;

– het verstrooien of doen verstrooien van as van maximaal drie overledenen;

c algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

d kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven van een lijk van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar;

e eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

– het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urn;

– het doen verstrooien van as van maximaal 2 overledenen;

f urnennis; een nis, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het recht is verkregen

tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urn;

g asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

h urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

i urnament: gedenkteken bestemd voor het bijzetten van één asbus met of zonder urn.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De voor 1 januari 2003 aangegane overeenkomsten ten aanzien van de onderhoudsrechten, bedoeld in artikel 5.1 en 5.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in artikel 5 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in artikel 5.1 en 5.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in artikel 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 De rechten moeten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving;

  • 2 Indien de hoogte van de rechten als bedoeld in het eerste lid tot betalingsproblemen leidt, kan op verzoek van belastingplichtige een betalingsregeling worden getroffen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening lijkbezorgingrechten 2010”, vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Olst-Wijhe van 2 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011;

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2011”.