Regeling vervallen per 25-09-2019

verordening op de commissie herbenoeming burgemeester

Geldend van 17-02-2017 t/m 24-09-2019 met terugwerkende kracht vanaf 16-02-2017

Intitulé

verordening op de commissie herbenoeming burgemeester

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;

nr. 7

Gelezen het voorstel van het presidium d.d. 24 januari 2017;

gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet,

de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

gelet op de circulaire Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming

burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties van 15 juli 2012;

b e s l u i t :

vast te stellen de verordening op de commissie herbenoeming burgemeester.

Artikel 1 Taak

De commissie heeft tot taak de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.

Artikel 2 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de fractievoorzitters van alle fracties van de gemeenteraad.

  • 2. De fractievoorzitter van de grootste fractie in de raad treedt op als voorzitter van de commissie.

  • 3. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

  • 4. De raadsgriffier is secretaris van de commissie. Er wordt geen plaatsvervangend griffier aangewezen.

Artikel 3 Adviseurs

  • 1. De commissie kan derden raadplegen. De commissie overlegt hierover voorafgaand aan het gesprek met de burgemeester.

Artikel 4 Geheimhouding

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2. De voorzitter van de commissie wijst bij de benoemingsprocedure in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet.

  • 3. De commissie legt in elke vergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering of het gesprek. De voorzitter van de commissie ziet erop toe dat hieraan wordt voldaan.

  • 4. De commissie en de gemeenteraad kunnen de geheimhouding waartoe de Gemeentewet, respectievelijk zullen de geheimhouding waartoe het derde lid van deze verordening verplicht, niet opheffen.

  • 5. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 6. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de secretaris en, indien van toepassing, de adviseur(s).

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste de helft van de leden dit noodzakelijk acht.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vier dagen tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, indien een adviseur aan de commissie voor de vergadering is uitgenodigd, de adviseur en, indien het gesprek met hem plaatsvindt, de burgemeester.

  • 3. De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4. De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 6 Bevindingen van de commissie

  • 1.

    De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de burgemeester. De profielschets vormt daarvoor het toetsingskader.

  • 2.

    Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en commissaris van de Koning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van het gesprek wordt een verslag opgemaaktdat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 3.

    Indien terzake van het functioneren van de burgemeester in het in het vorige lid bedoelde overleg afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze in het verslag aan de gemeenteraad vermeld.

  • 4.

    De commissie zendt het verslag ook aan de burgemeester.

  • 5.

    Het verslag wordt voorzien van een concept-aanbeveling.

Artikel 7 Verslag

1. De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

  • a.

    een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht,

  • b.

    een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie;

  • c.

    aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie.

En heeft in ieder geval de volgende bijlagen:

  • d.

    het verslag van het gesprek met de burgemeester over het conceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling.

Artikel 8 Aanbeveling

  • 1. De raad bespreekt het verslag van de commissie. Indien de raad dat nodig oordeelt, overlegt de raad vooraf ter zake met de commissaris.

  • 2. Voordat de raad een aanbeveling betreffende de herbenoeming van de burgemeester opstelt, overlegt de raad met de commissaris over het functioneren van de burgemeester. Dit overleg kan schriftelijk plaatsvinden.

  • 3. Het overleg met de commissaris vindt plaats met gesloten deuren. Van de beraadslagingen wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 4. De raad zendt een aanbeveling ten minste vier maanden voor de eerste dag van de maand waarin de herbenoeming dient in te gaan, aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, door tussenkomst van de commissaris. De raad verstrekt bij zijn aanbeveling het verslag van de commissie, het verslag van de beraadslagingen van de raadsvergadering waarin de aanbeveling is vastgesteld, evenals overige voor de beoordeling van de aanbeveling relevante informatie. De raad verstrekt de burgemeester afschriften van voornoemde stukken.

  • 5. Er geldt geheimhoudingsplicht ten aanzien van de stukken die door de commissie aan de raad worden gezonden, de beraadslagingen daarover in de raad en van de stukken die door de raad aan de minister worden gezonden. De besluitvorming in de raad is geheim. De aanbeveling van de raad is openbaar.

  • 6. Na ontvangst van de aanbeveling zendt de commissaris deze zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen één maand door naar de minister vergezeld van zijn advies daarover. Tevens rapporteert de commissaris over zijn bevindingen met betrekking tot de inhoud en het verloop van de procedure. Daarbij gaat hij in op zijn overleg met de raad en op het gesprek dat hij met de burgemeester heeft gehad, indien de aanbeveling daartoe aanleiding geeft.

Artikel 9 Voorzitter

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt naar buiten op als contactpersoon.

  • 2. Alle stukken, die bestemd zijn voor de commissie, worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan de griffier en daar bewaard.

  • 3. Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de griffier ondertekend en door de griffier verzonden.

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 11 Ontbinding van de commissie

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister van BZK door een Koninklijk besluit is gevolgd.

Artikel 12 Archivering

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 14 februari 2017.
                                    w.g., griffier                 w.g., voorzitter.