Regeling vervallen per 08-10-2020

Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit 2012

Geldend van 12-04-2012 t/m 07-10-2020

Intitulé

Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit 2012

Onderwerp: Volgnummer 2012-2

herziening Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Oss 2012 Dienst/afdeling PBWM

De raad van de gemeente Oss;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 januari 2012

Gelet op het advies van de Commissie Wonen Openbare ruimte en Milieu van 7 maart 2012

Besluit:

Vast te stellen de

Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders

  • b.

    Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK): de door het college ingestelde commissie van onafhankelijke deskundigen die het college op verzoek of uit eigen beweging adviseert op het gebied van ruimtelijke kwaliteit van grote (ter indicatie groter dan een woonhuis) en beeldbepalende projecten en ontwikkelingen. De CRK fungeert als welstandscommissie als bedoeld in artikel 8, lid 6 van de Woningwet 1991 en de bouwverordening van de gemeente Oss en als monumentencommissie als bedoeld in artikel 15, lid 1 en lid 2 van de Monumentenwet 1988 en in de monumentenverordening van de gemeente Oss.

  • c.

    CRK Welstandskamer: Commissie die het college adviseert over de welstandsaspecten van bouwplannen.

  • d.

    CRK Monumentenkamer: Commissie die het college adviseert over zaken als bedoeld in artikel 15, lid 1 en 2 van de Monumentenwet 1988, aanwijzingen van gemeentelijke monumenten en andere aangelegenheden die de monumentenzorg en beleidszaken aangaan.

  • e.

    CRK Kunstkamer: Commissie die het college adviseert over aspecten van kunst in de openbare ruimte.

  • f.

    Handboek CRK: Bij dit document behorend door het college vastgesteld Handboek (14 juli 2009) waarin de werkwijze van de CRK en de Kamers wordt beschreven.

  • g.

    Selectiecommissie:Commissie die leden voor de CRK en de Kamers ter benoeming aan het college voordraagt. Leden van de selectiecommissie worden door het college benoemd en zijn: de stadsontwerper (tevens voorzitter van de selectiecommissie), de ambtelijk secretaris CRK en het hoofd van de afdeling Vergunningverlening. De selectiecommissie is op voordracht van de selectiecommissie zelf uit te breiden met ambtelijk deskundigen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie en kunst. In afwijking van het vorengestelde kan het college ertoe besluiten de taken van de selectiecommissie over te dragen aan een externe organisatie. Deze externe organisatie is dan verantwoordelijk voor de selectie en de voordracht van de leden van de CRK en de Kamers aan het college.

  • h.

    Verordening:Verordening van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Oss 2012.

Hoofdstuk 2 samenstelling, bevoegdheden en benoeming

Artikel 2:1 Samenstelling en bevoegdheden CRK

  • 1. De CRK bestaat uit tenminste 6 leden en maximaal 8 leden. Het college wijst een van hen als voorzitter aan. De commissie is ten minste deskundig op het gebied van architectuur, landschapsarchitectuur, stedenbouw, cultuurhistorie/monumentenzorg, inrichting openbare ruimte, Osse historie en kunst in de openbare ruimte. Het is mogelijk dat één lid meerdere disciplines vertegenwoordigt. Ook kan een burgerlid tot de CRK behoren. Ten slotte is het mogelijk dat één van de disciplines op afroep in de CRK vertegenwoordigd is.

  • 2. De commissie heeft als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over onder andere de toepassing van de Woningwet 1991, Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de gemeentelijke bouwverordening, de gemeentelijke monumentenverordening, het gemeentelijk monumentenbeleid en over het gemeentelijke cultuur en kunstbeleid.

    • a.

      De CRK brengt op basis van de Woningwet 1991, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de gemeentelijke bouwverordening en de gemeentelijke welstandsnota het welstandsadvies uit.

    • b.

      De CRK brengt op basis van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de gemeentelijke monumentenverordening het monumentenadvies uit.

    • c.

      De CRK brengt op basis van de gemeentelijke beleidsnota Kunst in openbare ruimte en Kunst en Cultuur 2009 een advies uit over kunst in de openbare ruimte.

  • 3. De CRK adviseert over:

    • a.

      ruimtelijke kwaliteitsaspecten van in voorbereiding zijnde structuurplannen, bestemmingsplannen, stedenbouwkundige plannen, landschapsplannen, beeldkwaliteitplannen en andere relevante beleidsstukken.

    • b.

      stedenbouwkundige, landschappelijke en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.

    • c.

      initiatieven en plannen betreffende kunst in de openbare ruimte.

  • 4. De CRK kan slechts welstand- , monumenten- of kunstadviezen uitbrengen indien de genoemde deskundigheid in artikel 2:2, lid 1, artikel 2:3, lid 1 en artikel 2:4, lid 1 in de vergadering aanwezig is.

  • 5. De CRK besluit bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 6. In afwijking van het gestelde in lid 2, sub a kan het college ertoe besluiten de adviseringop te dragen aan de CRK Welstandskamer.

  • 7. In afwijking van het gestelde in lid 2, sub b kan het college ertoe besluiten de adviseringop te dragen aan de CRK Monumentenkamer.

  • 8. In afwijking van het gestelde in lid 2, sub c kan het college ertoe besluiten de adviseringop te dragen aan de CRK Kunstkamer.

Artikel 2:2 Samenstelling en bevoegdheden CRK Welstandskamer

  • 1. De CRK Welstandskamer bestaat uit twee onafhankelijke leden die gezamenlijk deskundig zijn op het gebied van architectuur.

  • 2. Het college wijst een van hen als voorzitter aan. De voorzitter of het andere lid van de CRK Welstandskamer vertegenwoordigt de discipline architectuur in de CRK.

  • 3. De CRK Welstandskamer kan slechts adviezen uitbrengen indien beide leden aanwezig zijn.

  • 4. In geval van staken van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend of legt de CRK Welstandskamer het verzoek om advies aan de CRK voor.

Artikel 2:3 Samenstelling en bevoegdheden CRK Monumentenkamer

  • 1. De CRK Monumentenkamer bestaat uit drie en maximaal vier onafhankelijke leden die gezamenlijk deskundig zijn op het gebied van restauratietechniek, architectuur- en bouwhistorie, stedenbouw en archeologie. Het is mogelijk dat één persoon meerdere disciplines vertegenwoordigt.

  • 2. Het college wijst een van hen als voorzitter aan. De voorzitter of een ander lid van de CRK Monumentenkamer vertegenwoordigt de discipline cultuurhistorie/monumentenzorg in de CRK.

  • 3. De CRK Monumentenkamer kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste twee leden aanwezig zijn en vertegenwoordiging van de onder lid 1 genoemde deskundigheid in de vergadering aanwezig is .

  • 4. In geval van staken van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend of legt de CRK Monumentenkamer het verzoek om advies aan de CRK voor.

Artikel 2:4 Samenstelling en bevoegdheden CRK Kunstkamer

  • 1. De CRK Kunstkamer bestaat uit maximaal drie leden die gezamenlijk deskundig zijn op het gebied van kunst in de openbare ruimte.

  • 2. Het college wijst een van hen als voorzitter aan. De voorzitter of een ander lid van de CRK Kunstkamer vertegenwoordigt de discipline kunst in de openbare ruimte in de CRK.

  • 3. De CRK Kunstkamer kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste twee leden aanwezig zijn en vertegenwoordiging van de onder lid 1 genoemde deskundigheid in de vergadering aanwezig is.

  • 4. In geval van staken van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend of legt de CRK Kunstkamer het verzoek om advies aan de CRK voor.

Artikel 2:5 Taken voorzitters

  • 1. De voorzitter leidt de vergadering.

  • 2. De voorzitter heeft goed gevoel voor politiek-bestuurlijke verhoudingen.

  • 3. De voorzitter heeft affiniteit met ruimtelijke kwaliteit en is bekend met de verschillende disciplines.

  • 4. De voorzitter bevordert integrale en eenduidige formulering van de adviezen.

  • 5. De voorzitter is verantwoordelijk voor dekwaliteit van de advisering.

  • 6. De voorzitter CRK treedt bij het overleg met de gemeente (bestuurders en ambtenaren) en met media namens de CRK en de kamers naar buiten.

  • 7. De voorzitters zijn onafhankelijk van lokale politiek, het gemeentelijk bestuur, deambtelijke organisatie en van partijen die rechtstreeks belang hebben bij de te besprekenplannen.

  • 8. De voorzitters ontplooien geen activiteiten die invloed kunnen hebben op het onafhankelijk functioneren.

  • 9. De voorzitters aanvaarden géén opdrachten van de gemeente of derden inzake plannen die (mogelijkerwijs) geagendeerd kunnen worden voor advisering in de CRK en/of kamers.

Artikel 2:6 Taken deskundigen

  • 1. De deskundige draagt vanuit zijn of haar vakkundigheid bij aan de advisering van de CRK en kamers.

  • 2. De deskundige is onafhankelijk van lokale politiek, het gemeentelijk bestuur, deambtelijke organisatie en van partijen die rechtstreeks belang hebben bij de te besprekenplannen.

  • 3. De deskundige ontplooit geen activiteiten die invloed kunnen hebben op het onafhankelijk functioneren als lid. Indien een lid wél betrokken is bij een in de CRK te behandelen project, dan trekt hij zich in de vergadering terug als het betreffende plan in de CRK wordt behandeld.

Artikel 2:7 Taken burgerlid

  • 1. Burgerleden moeten inwoner zijn van de gemeente Oss en zijn alleen betrokken bij de beoordeling van plannen uit deze gemeente.

  • 2. Burgerleden hebben geen vertegenwoordigende functie, maar spreken op persoonlijke titel als lid van de CRK. Zij geven vanuit hun ervaring en beleving een onafhankelijke visie op de adviesaanvragen en proberen ‘de kijk van de burger’ in een advies omtrent ruimtelijke kwaliteit te vertalen.

  • 3. Daarnaast kunnen burgerleden een rol hebben bij het bevorderen van een heldere en begrijpelijke communicatie tussen de CRK en een aanvrager.

  • 4. Op het moment dat een burgerlid op de een of andere wijze een persoonlijke of zakelijke binding heeft met een bepaald bouwplan trekt hij/zij zich voor de betreffende commissievergadering terug.

Artikel 2:8 Benoeming, schorsing en ontslag

De leden van de commissie en kamers worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college. Benoemingen vinden plaats op voordracht van de selectiecommissie.

Artikel 2:9 Zittingsduur

  • 1. Een voorzitter of ander lid van de CRK en de kamers kan voor een termijn van ten hoogste drie jaar worden benoemd.

  • 2. In afwijking van het gestelde in het vorige lid kunnen de leden éénmaal worden herbenoemd voor een periode van drie jaar.

  • 3. De leden van de commissie blijven bij het verstrijken van de benoemingstermijn hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4. Voor de voorzitter van de CRK en de kamers wordt een vervanger benoemd die bij afwezigheid invalt. Voor de rest van de leden kan een oud-commissielid invallen of een vervanger gezocht worden die beschikt over vergelijkbare deskundigheid als het lid dat hij of zij vervangt. Artikel 2:8 is overeenkomstig van toepassing.

Artikel 2:10 Vergoeding

De beloning van de leden van de CRK en de Kamers wordt door het college vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Werkwijze en wijze van adviseren

Artikel 3:1 Werkwijze

De commissie en kamers regelen zelf hun wijze van werken, zulks met inachtneming van de bepalingen van deze verordening en van het Handboek CRK.

Artikel 3:2 Agendering CRK

De stadsontwerper van de gemeente Oss is bevoegd om onderwerpen in de CRK te agenderen.

Artikel 3:3 Vergaderfrequentie

De frequentie van de vergaderingen van de CRK en de kamers wordt jaarlijks door de voorzitters vastgesteld en gepubliceerd.

Artikel 3:4 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting

  • 1. De vergaderingen van de CRK en de kamers zijn openbaar.

  • 2. De agenda voor de openbare vergadering van de CRK en de kamers worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website, in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 3. Indien het college – al dan niet op verzoek van de aanvrager en/of ontwerper van een (bouw)plan – een verzoek doet tot niet-openbare behandeling, dan dient het college daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen als bedoeld in artikel 12 b, lid 2 Woningwet.

  • 4. Indien de aanvrager van een omgevingsvergunning voor een (bouw)plan dan wel op grond van artikel 11 van de Monumentenwet bij het indienen van die aanvraag een verzoek doet tot het geven van een toelichting, wordt deze door of namens de CRK en door de kamers in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het (bouw)plan. De aanvrager van de omgevingsvergunning wordt uitgenodigd voor de vergadering van de commissie en/of kamers, waarin de aanvraag wordt behandeld.

  • 5. Eigenaren en belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht.

Artikel 3:5 Vorm en termijn van advisering

  • 1. Voor de vorm en termijn van het welstands- en monumentenadvies wordt verwezen naar respectievelijk de bouw- en monumentenverordening waarbij de vastgestelde criteria en beleidsregels op het gebied van welstand en monumentenzorg in acht worden genomen.

  • 2. Bij de beoordeling als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, handelen de CRK en de kamers tevens in overeenstemming met het bepaalde in de vastgestelde beleidsregels op het gebied van de ruimtelijke kwaliteit, als bedoeld in de zin van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Indien de CRK en/of kamers van oordeel zijn dat bijzondere omstandigheden nopen tot afwijking van het gestelde in het tweede lid van dit artikel dan geeft zij bij het uitbrengen van het advies aan het college, schriftelijk gemotiveerd aan op grond waarvan een afwijking van de beleidsregel gerechtvaardigd is.

  • 4. Door of namens het college kan in het verzoek om advies de CRK en de kamers een kortere of langere termijn worden gegeven voor het uitbrengen van hetadvies dan de termijn genoemd in het eerste lid.

Artikel 3:6 Jaarlijkse verantwoording

  • 1. Jaarlijks worden de werkzaamheden van de CRK en kamers inhoudelijke en procesmatige geëvalueerd. Hiervan wordt verslag gedaan aan het college en de gemeenteraad.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde verslag is een verplichting op grond van de Woningwet en bevat een uiteenzetting van de wijze waarop toepassing is gegeven aan de criteria van redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 8, lid 6, juncto artikel 12 b derde lid van de Woningwet, alsmede de toepassing van de criteria en beleidsregels als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht op grond waarvan zij de aanvragen om vergunning op grond van artikel 11 van de Monumentenwet hebben beoordeeld, alsmede de toepassing van advisering als bedoeld in het gemeentelijke Kunstbeleid.

  • 3. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde verslag geeft tevens inzicht in de manier waarop de CRK en kamers per kalenderjaar het college hebben geadviseerd.

  • 4. Aanvullend kunnen de CRK en de kamers in het eerste lid van dit artikel bedoelde verslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota, monumentenbeleid en kunstbeleid in het bijzonder.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALING

Artikel 4:1 Overige

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college.

Artikel 4:2 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Oss 2012”.

Artikel 4:3 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking;

  • 2

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de ‘Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Oss 2010’, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 15 oktober 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 maart 2012.
De gemeenteraad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
Drs. P.H.A van den Akker Drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans