Verordening op de Gemeentelijke Ombudscommissie

Geldend van 10-05-2007 t/m heden

Intitulé

Verordening op de Gemeentelijke Ombudscommissie

Gemeenteraad

Onderwerp: Volgnummer

Vaststelling Verordening op de Gemeentelijke Ombudscommissie Dienst/afdeling GMJZ

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2005;

gelet op het advies van de raadscommissie Bestuur en Organisatie van 10 oktober 2005;

gelet op hoofdstuk Ivc en artikel 19 Gemeentewet en titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de volgende Verordening op de Gemeentelijke Ombudscommissie.

Artikel 1

Instelling Ombudscommissie.

Er is een gemeentelijke Ombudscommissie.

Artikel 2

Samenstelling commissie.

  • 1.

    De Ombudscommissie bestaat uit drie leden, die op aanbeveling van burgemeester en wethouders worden benoemd door de raad. De leden worden benoemd voor een periode van zes jaar. De raad benoemt uit de leden de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie. De leden kunnen slechts éénmaal worden herbenoemd.

  • 2.

    Tot lid van de commissie zijn niet benoembaar:

    • a.

      personen die deel uitmaken van een bestuurs- of adviesorgaan van de gemeente Oss;

    • b.

      ambtenaren of andere personen door of vanwege het gemeentebestuur van Oss aangesteld of daaraan ondergeschikt;

    • c.

      personen die overigens een betrekking vervullen waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van het ambt of op de handhaving van de onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.

Artikel 3

Onafhankelijke positie.

De Ombudscommissie is voor wat betreft de taakuitoefening niet ondergeschikt aan enig gemeentelijk orgaan en ontvangt ter zake van de uitoefening van haar werkzaamheden geen instructies, noch in het algemeen, noch voor een enkel geval.

Artikel 4

Jaarverslag.

De Ombudscommissie brengt jaarlijks een rapportage van haar werkzaamheden en bevindingen uit aan de gemeenteraad, in de vorm van een jaarverslag. Dit verslag is openbaar en wordt algemeen verkrijgbaar gesteld.

Artikel 5

Taak.

  • 1.

    De Ombudscommissie onderzoekt, conform de bepalingen van hoofdstuk 9, titel9.2 Algemene wet bestuursrecht (Awb), schriftelijke klachten over gedragingen, in de uitoefening van de gemeentelijke taak of functie verricht, van bestuursorganen (burgemeester, college van burgemeester en wethouders, gemeenteraad), bestuurders en/of ambtenaren van de gemeente Oss alsmede andere personen werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan;

  • 2.

    De Ombudscommissie houdt toezicht op de behandeling en registratie van klachten die door of namens de bestuursorganen zijn behandeld conform de interne klachtenprocedure als bedoeld in de bepalingen van hoofdstuk 9, titel 9.1, afdeling 9.1.1 Awb;

  • 3.

    De Ombudscommissie kan gedurende een onderzoek de klager en de in lid 1 bedoelde organen of personen voorstellen doen teneinde onderling te komen tot een oplossing van de klacht;

  • 4.

    De Ombudscommissie vergewist zich ervan of de klager de in lid 1 bedoelde organen en personen waar de klacht betrekking op heeft, in kennis heeft gesteld van de klacht en de gelegenheid heeft gegeven daarop te reageren conform de interne klachtenprocedure;

  • 5.

    De Ombudscommissie spreekt het oordeel uit of de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, geheel of gedeeltelijk, wel of niet behoorlijk was. Indien het onderzoek naar het oordeel van de Ombudscommissie onvoldoende zekerheid verschaft over de feitelijke toedracht van de gedraging onthoudt de Ombudscommissie zich van een oordeel;

  • 6.

    De Ombudscommissie kan naar aanleiding van een klachtbehandeling of onderzoek aan een orgaan, voor zover bevoegd daaraan te voldoen, aanbevelingen geven om maatregelen te nemen. Het betreffende orgaan deelt aan de Ombudscommissie mede of en op welke wijze aan een aanbeveling gevolg wordt of is gegeven. Afwijking van een aanbeveling wordt door het orgaan gemotiveerd;

  • 7.

    De Ombudscommissie kan, behoudens voorzover artikel 9.22 Awb van toepassing is, ook eigener beweging een onderzoek instellen naar een gedraging van de in lid 1 bedoelde organen of personen als wordt vermoed dat deze gedraging niet behoorlijk is. De bepalingen inzake de behandeling van ingediende klachten zijn daarbij zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

Artikel 7.

Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de Gemeentelijke Ombudscommissie.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 3 november 2005.
Coll: