Regeling vervallen per 01-04-2017

Afvalstoffenverordening voor de gemeente Purmerend

Geldend van 01-01-2012 t/m 10-07-2014

Intitulé

Afvalstoffenverordening voor de gemeente Purmerend

De raad van de gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 maart 2008 nr. 08-34;

gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de Afvalstoffenverordening voor de gemeente Purmerend

Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    wet: 

    Wet milieubeheer;

  • b.

    inzamelen:

    de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • c.

    ter inzameling aanbieden:

    de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzameldienst of andere inzamelaar, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzameldienst of andere inzamelaar geplaatste inzamelmiddelen of –voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • d.

    inzamelmiddel:

    een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd bewaarmiddel ten behoeve van één huishouden;

  • e.

    inzamelvoorziening:

    een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • f.

    clusterplaats:

    locatie waar huishoudelijke afvalstoffen in een inzamelmiddel naar toe worden gebracht;

  • g.

    inzameldienst:

    de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • h.

    andere inzamelaars:

    de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • i.

    inzamelvergunning:

    de vergunning zoals bedoeld in artikel 11;

  • j.

    gebruiker van een perceel:

    degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de wet een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • k.

    straatafval:

    huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, niet zijnde chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • l.

    wegen:

    alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

  • m.

    motorrijtuigen:

    alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders;

  • n.

    binnenstad:

    het gebied tussen De Where, de grachtengordel, het Noordhollandsch kanaal en de Beemsterringvaart;

  • o.

    buitengebied:

    lijst van adressen, vastgesteld door het college, die gezamenlijk het buitengebied vormen;

  • p.

    laagbouw:

    woningen met een tuin, alsmede een woonboot, -ark, een stacaravan, een woonwagen en een al dan niet demontabel vakantiehuisje indien gebruikt door een particuliere huishouding;

  • q.

    gestapelde bouw:

    woningen, niet zijnde laagbouw;

  • r.

    milieustraat:

    de milieustraat op lokaal niveau, gevestigd aan de Van IJsendijkstraat 186 te Purmerend.

  • s.

    college:

    college van burgemeester en wethouders van Purmerend.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2. Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 3 Indiening aanvraag

Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 2. De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.

Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het milieu;

  • c.

    indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een jaar na de datum waarop de vergunning of ontheffing is verleend dan wel indien van de vergunning of ontheffing gedurende langer dan een jaar geen gebruik is gemaakt;

  • e.

    indien de houder dit verzoekt.

Paragraaf 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op een aanwijzing op verzoek als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 8 Afzonderlijke inzameling

  • 1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      grof tuinafval;

    • b.

      tuinafval in zakken;

    • c.

      klein chemisch afval en klein gevaarlijk afval;

    • d.

      verpakkingsglas;

    • e.

      vlak glas;

    • f.

      oud papier en karton;

    • g.

      textiel;

    • h.

      tapijt, bankstellen en matrassen;

    • i.

      afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA);

    • j.

      (tuin)grond;

    • k.

      bouw- en sloopafval;

    • l.

      puin;

    • m.

      gips;

    • n.

      dakbedekkingen;

    • o.

      harde plastics, met uitzondering van kunststof verpakkingen;

    • p.

      autobanden;

    • q.

      hout (A-, B-,en C-hout);

    • r.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • s.

      metalen;

    • t.

      grof huishoudelijk afval;

    • u.

      huishoudelijk restafval;

    • v.

      kunststof verpakkingen;

    • w.

      papieren en kartonnen verpakkingen.

  • 2. Door de inzameldienst kan groente-, fruit- en tuinafval afzonderlijk worden ingezameld.

  • 3. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste en tweede lid.

Artikel 9 Inzamelen

  • 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      de milieustraat op lokaal niveau.

  • 2. Het college kan aanwijzen via welk inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling wordt aangeboden.

Artikel 10 Frequentie van inzamelen

  • 1. Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste eenmaal per twee weken ingezameld nabij elk perceel dat beschikt over een voor deze categorie huishoudelijke afvalstof door de gemeente beschikbaar gesteld inzamelmiddel.

  • 2. Huishoudelijk restafval wordt tenminste eenmaal per week ingezameld nabij elk perceel dat beschikt over een voor deze categorie huishoudelijke afvalstof door de gemeente beschikbaar gesteld inzamelmiddel.

  • 3. Papier en karton wordt tenminste eenmaal per twee weken ingezameld nabij elk perceel dat beschikt over een voor deze categorie huishoudelijke afvalstof door de gemeente beschikbaar gesteld inzamelmiddel.

  • 4. Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente nabij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1. Het is verboden zonder inzamelvergunning van het college huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet voor:

    • a.

      de inzameldienst of andere inzamelaars;

    • b.

      personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij  algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor  categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid.

Paragraaf 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars, de houders van een inzamelvergunning en aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

  • 1. Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de andere inzamelaars.

  • 2. Het college kan besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de houders van een inzamelvergunning.

Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1. Het is verboden om de in artikel 8 onderscheiden categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid mag groente-, fruit- en tuinafval ongescheiden met het huishoudelijk restafval worden aangeboden, indien door de gemeente geen inzamelmiddel voor het groente- fruit- en tuinafval is verstrekt.

  • 3. Het college kan de inzameldienst en andere inzamelaars aanwijzen aan wie de in het eerste lid aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel op een clusterplaats

  • 1. Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan, via dat inzamelmiddel, op een clusterplaats.

  • 2. Het is voor de gebruiker van een perceel verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een clusterplaats ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4. Het college kan regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.

  • 5. Indien van gemeentewege een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan het college regels stellen omtrent de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 6. Indien het inzamelmiddel niet van gemeentewege is verstrekt, kan het college eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.

  • 7. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere plaatsen en wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 8. Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden met dit inzamelmiddel.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

  • 1. Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 3. Het college kan regels stellen ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moeten worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens het derde lid is bepaald.

  • 5. Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelvoorziening is aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

  • 1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 2. Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

  • 3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het tweede lid is bepaald.

  • 4. Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de milieustraat

  • 1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via de milieustraat aan te bieden dan de categorieën waarvoor de milieustraat krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 2. Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij de milieustraat.

  • 3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via de milieustraat aan te bieden dan krachtens het tweede lid is bepaald.

  • 4. Het verbod in artikel 15, zevende lid en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de milieustraat overeenkomstig dit artikel.

Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het college kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aangeboden moeten worden.

  • 3. Het college kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Het college stelt per gedeelte van het grondgebied de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald, kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Paragraaf 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 22 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voorzover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de vigerende Verordening Reinigingsheffingen.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen anders ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Paragraaf 5 ZWERFAFVAL

Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voorzover de Wet bodembescherming of het Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 26 Achterlaten van straatafval

  • 1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden, containers of soortgelijke voorwerpen.

  • 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden, containers of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen, zich al dan niet  bevindend in inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen, die ter inzameling gereed staan, te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2. Het is verboden:

    • a.

      tegen afvalstoffen die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen of deze omver te werpen;

    • b.

      inzamelmiddelen die ter inzameling op een clusterplaats gereed staan omver te werpen.

Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in en nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig door de houder of beheerder wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in het openbare gebied dat binnen 30 meter is gelegen van de inrichting, achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze binnen 30 meter van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid  van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Paragraaf 6 OPSLAG AFVALSTOFFEN EN AUTOWRAKKEN

Artikel 31 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek zichtbare plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of aan houders van een inzamelvergunning.

Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

Paragraaf 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 33 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3, Wet op de economische delicten:

Artikel 11: inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

artikel 12: verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

artikel 13: verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen

artikel 14: afzonderlijk ter inzameling aanbieden

artikel 15: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel op een clusterplaats

artikel 16: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

artikel 17: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

artikel 18: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de milieustraat

artikel 19: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

artikel 20: dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

artikel 23: ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

artikel 24: het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

artikel 25: voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

artikel 26: achterlaten van straatafval

artikel 27: voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

artikel 28: afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

artikel 29: wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

artikel 30: zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

artikel 31: verbod opslag van afvalstoffen

artikel 32: afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 34 Toezichthouders

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de coördinator en de medewerkers Handhaving.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Artikel 35 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking.

  • 2. Op de in het eerste lid genoemde datum word ingetrokken de Afvalstoffenverordening Purmerend 2004.

Artikel 36 Overgangsbepaling

  • 1. Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, blijven - indien en voorzover het gebod of het verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voorzover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 4. Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 35, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid.

  • 5. In afwijking van het eerste lid, blijft een vergunning of ontheffing van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag ten minste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.

  • 6. Gebod- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verordening en niet voorkomend in de verordening als bedoeld in artikel 35, tweede lid zijn niet van toepassing:

    • a.

      gedurende twaalf weken na het in werking treden van deze verordening;

    • b.

      ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

  • 7. De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 35, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voorzover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 37 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening Purmerend 2008.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 2008

de griffier, J.F. Kamminga

de voorzitter, L. Verbeek

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Definities uit de Wet milieubeheer (Wm):

In artikel 1 zijn alleen de omschrijvingen opgenoemd die specifiek zijn voor deze verordening. Relevante begrippen die reeds in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer zijn omschreven, worden, voorzover bij de omschrijving in de wet wordt aangesloten, niet in dit artikel herhaald. Daarbij gaat het om de volgende begrippen:

Afvalstoffen:

alle stoffen, preparaten of andere producten die behoren tot de categorieën die zijn genoemd in bijlage 1 bij richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

Huishoudelijke afvalstoffen:

afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, behoudens voorzover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen. Het begrip huishoudelijke afvalstoffen omvat ook grof huishoudelijk afval. Onder grof huishoudelijk afval worden verstaan "alle huishoudelijke afvalstoffen die te groot en te zwaar zijn om op de zelfde wijze als de andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te worden aangeboden".

Gevaarlijke afvalstoffen:

bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen afvalstoffen, met inachtneming van ter zake voor Nederland verbindende verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.

Afvalstoffenverordening:

de verordening bedoeld in artikel 10.23 Wm.

Inzamelen:

Het begrip "inzamelen" is gedefinieerd om uitdrukkelijk vast te leggen dat er sprake is van een brede omschrijving. Hiervoor is gekozen om recht te doen aan het feit dat een gemeentelijke inzamelstuctuur steeds meer bestaat uit zowel haal- als brengvoorzieningen op verschillende niveaus. Om te kunnen beoordelen of het verlenen van een inzamelvergunning in strijd is met de gemeentelijke inzamelstructuur, moet dan ook naar het geheel van haal- en brengvoorzieningen worden gekeken. Ook voor het innemen van huishoudelijke afvalstoffen in een winkel, instelling, of brengvoorziening voor textielafval, is een inzamelvergunning nodig (tenzij sprake is van een aanwijzing op grond van artikel 7, tweede lid).

Voordat er sprake kan zijn van inzamelen, dienen afvalstoffen ter inzameling te worden aangeboden. Voor de omschrijving van het begrip 'ter inzameling aanbieden' geldt dezelfde brede invulling met betrekking tot haal- en brengvoorzieningen, nu van de kant van degene die zich van afval wenst te ontdoen.

Zwerfafval en straatafval:

De Wet milieubeheer voorziet niet in een definitie van het begrip zwerfafval. Dit heeft te maken met het feit dat het begrip in de praktijk weinig problemen oplevert. In het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) is wel een definitie opgenomen: "Zwerfafval is afval dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op zulke plaatsen terecht is gekomen. Dit afval bestaat voornamelijk uit verpakkingsmateriaal van consumpties, sigarettenpeuken, kauwgomresten en allerhande verbruiksgoederen als kranten, folders en tissues".

Het verschil tussen straatafval en zwerfafval is dat straatafval, dat niet in een prullenmand wordt achtergelaten, maar in de openbare ruimte terecht komt, zwerfafval wordt. (zie ook artikel 26 van de verordening)

Artikel 2 t/m 6 bevatten algemene regels rond de vergunningverlening.

Paragraaf 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN.

Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

De gemeente is op grond van artikel 10.24, eerste lid onder a Wm verplicht bij of krachtens de verordening een inzameldienst aan te wijzen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Op grond hiervan kan de inzameldienst bij uitvoeringsbesluit van het college worden aangewezen in plaats van bij verordening.

De aanwijzing op grond van het tweede lid kan ook worden gebruikt om detaillisten die bijvoorbeeld batterijen van particulieren inzamelen, op hun verzoek aan te merken als inzamelpunt. Zij hoeven dan niet te beschikken over een vergunning als bedoeld in artikel 11. In het kader van de aanwijzing als inzamelpunt kunnen nadere afspraken worden gemaakt met inzamelende personen of instantie over bijvoorbeeld de wijze van inzameling, opslag en de afgifte aan de gemeente, monitoring etc.

Indien detaillisten en/of reparatiebedrijven in een amvb zijn aangewezen als inzamelende instantie is de gemeente niet bevoegd daarover nadere regels te stellen. Dit betekent dat die detaillisten en/of reparatiebedrijven geen vergunning of aanwijzing van de gemeente nodig hebben om huishoudelijke apparaten in te nemen.

Mogelijke inzamelaars

Onderscheid kan worden gemaakt tussen de volgende inzamelaars:

-De inzameldienst, die op grond van het eerste lid wordt aangewezen door het college,

belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

-Andere inzamelaars, die op grond van het tweede lid worden aangewezen door het

college, belast met de afzonderlijke inzameling van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

-Houders van een inzamelvergunning op grond van artikel 11 van deze verordening, belast

met de afzonderlijke inzameling van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Afzonderlijke inzameling

Artikel 10.21, tweede lid, Wm verplicht gemeenten in ieder geval tot afzonderlijke inzameling van groente-, tuin- en fruitafval (GFT-afval). Desondanks is afwijking van deze verplichting mogelijk in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen, bijvoorbeeld omreden van de GFT-kwalitieit, kostenniveau of de milieuhygiëne.

Op grond van artikel 10.26, eerste lid, onder c, Wm kan bij verordening worden bepaald dat in een deel van het grondgebied geen huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld. Dit artikel is (in het verleden) gebruikt voor de binnenstad, alsmede voor de gestapelde bouw.

Bij raadsbesluit van 28 juni 2007 is besloten om de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval eens per twee weken op vrijwillige basis afzonderlijk te doen plaatsvinden. Hiermee is de VROM-inspectie akkoord gegaan. Dit betekent dat niet bij elk perceel afzonderlijke inzameling van groente-, fruit- en tuinafval zal plaatsvinden.

Gemeenten kunnen daarnaast op basis van het Landelijk afvalbeheersplan en de Provinciale milieuverordening Noord-Holland worden verplicht om bepaalde categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk in te zamelen.

Op grond van het derde lid kan een omschrijving worden gegeven van de verschillende categorieën huishoudelijke afvalstoffen. Deze omschrijving kan van belang zijn bij vaststelling van de vervuiling van de fracties vanwege verkeerd aanbiedgedrag.

Artikel 9 Inzamelen

In artikel 9 worden de niveaus van inzameling aangegeven. Hiermee wordt recht gedaan aan de vervaging van het onderscheid tussen huis-aan-huis inzameling en inzameling via brengvoorzieningen op verschillende niveaus.

Bij het uitvoeringsbesluit dat op basis van het tweede lid wordt vastgesteld, wordt een bijlage gevoegd waarop - t.a.v. de gestapelde bouw - zichtbaar is van welke inzamelmiddelen/ inzamelvoorzieningen specifieke gestapelde bouw-complexen gebruik dienen te maken.

Artikel 10 Frequentie van inzamelen

Op grond van dit artikel wordt de frequentie van inzameling van huishoudelijke afvalstoffen geregeld. De dagen en tijden waarop huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden aangeboden, worden geregeld op basis van artikel 20.

Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

Gemeenten zijn belast met de zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Zij hebben daarmee ook het recht om te bepalen dat het verboden is aan andere dan de door het college aangewezen inzameldienst en instanties om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij zij daartoe beschikken over een vergunning van het college. Op basis van artikel 4 kunnen aan de vergunning voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de bescherming van het milieu.

In dit kader is de brede omschrijving die in artikel 1 is gegeven van het begrip inzamelen van belang. Ook het innemen van huishoudelijke afvalstoffen in de winkel (bijvoorbeeld batterijen, tl-lampen, huishoudelijke apparaten) valt hieronder. Wanneer de gemeente deze serviceverlening op prijs stelt en hiervoor geen vergunning wil vereisen, kunnen de betreffende winkels op grond van artikel 7, tweede lid, door het college worden aangewezen als inzamelende persoon of instantie.

Het derde lid is nodig, omdat het inzamelverbod behoudens vergunning niet mag gelden voor personen of instanties die bij amvb in het kader van producentenverantwoordelijkheid een inzamelplicht hebben gekregen. Gemeenten kunnen in deze gevallen geen vergunningplicht hanteren.

Paragraaf 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Burgers mogen hun afvalstoffen alleen aanbieden aan de krachtens het eerste lid van artikel 7 aangewezen inzameldienst, andere inzamelaars die zijn aangewezen krachtens het tweede lid van artikel 7, houders van een inzamelvergunning en personen of instanties met een inzamelplicht krachtens amvb in het kader van producentenverantwoordelijkheid.

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Dit artikel bepaalt dat alleen diegenen die binnen de gemeente afvalstoffenheffing betalen, huishoudelijke afvalstoffen mogen aanbieden aan de inzameldienst . Achtergrond van dit artikel is de toename in het illegaal aanbieden van afvalstoffen door inwoners van andere gemeenten (afvaltoerisme) of door bedrijven van binnen en buiten de eigen gemeente, die op deze manier de kosten van de verwijdering van hun afvalstoffen willen ontlopen.

De keuze voor de formulering 'anderen dan de gebruikers van..' is gekoppeld aan de Verordening reinigingsheffingen. Overigens is het natuurlijk niet de bedoeling om te verbieden dat degene die de heffing betaalt zijn afvalstoffen door iemand anders laat aanbieden namens hem.

Het tweede lid is toegevoegd omdat het wenselijk kan zijn om ook te reguleren wat mag worden aangeboden aan een houder van een inzamelvergunning. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn in verband met afspraken in het kader van producentenverantwoordelijkheid, waarbij de afnamegarantie 'ten minste om niet' voor onder andere oud papaier en karton alleen geldt voor papier en karton ingezameld bij huishoudens (dus niet bij bedrijven).

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel op een clusterplaats

De inzamelmiddelen kunnen al dan niet van gemeentewege zijn verstrekt. Het eerste lid betreft het verbod om categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via een aangewezen of van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel. Het tweede lid betreft een verbod om categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders aan te beiden dan via het daartoe aangewezen inzamelmiddel.

Het artikel biedt de basis tot het stellen van diverse regels die relevant zijn voor de bedoelde inzamelmiddelen. (Zie hiervoor de betreffende uitvoeringsbesluiten)

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

Artikel 16 betreft inzamelvoorzieningen nabij de percelen voor huishoudelijk restafval en papier. In de uitvoeringsbesluiten zijn hiervoor regels opgesteld.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

Bij inzamelvoorzieningen op wijkniveau kan in de eerste plaats worden gedacht aan glasbakken, textielbakken en dergelijke. Dit zijn permanent aanwezige voorzieningen. De voorzieningen op wijkniveau kunnen ook mobiel of niet permanent aanwezig zijn. Het gebruik van de wijkvoorzieningen is niet beperkt tot de gebruikers van een bepaalde groep percelen.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de milieustraat

De term milieustraat is omschreven in artikel 1. Hier kunnen meerdere afvalcomponenten worden gebracht.

Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

De mogelijkheid om huishoudelijke afvalstoffen te kunnen aanbieden zonder inzamelmiddel of -voorziening is vooral van belang voor grof huisvuil of grof tuinafval. Op basis van het tweede en derde lid kunnen uitvoeringsbesluiten worden opgesteld die regels stellen met betrekking tot de wijze van aanbieding.

Artikel 20 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Bij het vaststellen van de dagen en tijden kan in het besluit van het college een onderscheid worden gemaakt naar de verschillende niveaus van inzameling en de daarbij gehanteerde clusterplaatsen en inzamelvoorzieningen.

Bepaald kan ook worden dat inzameling op afroep plaatsvindt. Afvalstoffen kunnen dan worden aangeboden op de dag die, na de melding van de burger dat hij bepaalde afvalstoffen ter inzameling wil aanbieden, wordt aangewezen.

Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Dit artikel biedt de grondslag voor een door het college vast te stellen calamiteitenregeling. Een dergelijke (eventueel tijdelijke) regeling zou bijvoorbeeld nodig kunnen zijn in geval van stakingen en wegopbrekingen.

Paragraaf 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

De inzameldienst kan naast huishoudelijke afvalstoffen ook bedrijfsafvalstoffen (of een bepaalde categorie van bedrijfsafvalstoffen) inzamelen. Gedacht kan worden aan afval uit kantoren/winkels/dienstensector of bouw- en sloopafval (voor zover dit niet wordt gerekend tot het huishoudelijke afval).

De gemeente heeft op dit punt geen zorgplicht en kan niet bepalen wie er binnen de gemeente al dan niet mogen inzamelen zoals dat bij huishoudelijke afvalstoffen het geval is.

Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Alleen die bedrijven die betalen voor de gemeentelijke inzamelvoorzieningen mogen, voor zover artikel 22 daartoe de mogelijkheid biedt, hun bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst. Het college kan, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijze waarop de afvalstoffen ter inzameling dienen te worden aangeboden.

Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

De Wet milieubeheer geeft de gemeenten uitdrukkelijk de bevoegdheid om regels te stellen over de inzameling van bedrijfsafvalstoffen in het belang van de bescherming van het milieu. Dit artikel is de uitwerking daarvan. Het college kan in het belang van de bescherming van het milieu regels stellen omtrent bijvoorbeeld de dagen, tijden, wijze en plaatsen waarop bedrijfsafvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

De gemeente mag geen vergunningstelsel hanteren voor de inzameling van bedrijfsafvalstoffen.

Paragraaf 5 ZWERFAFVAL

Artikel 25 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Dit artikel is niet gebaseerd op de Gemeentewet, maar op artikel 10.25, onder a, Wm.

Met opzet worden in het eerste lid ook de termen "stof" en "voorwerp" gebruikt en niet alleen de term "afvalstof", omdat niet altijd duidelijk is of de desbetreffende stoffen of voorwerpen afvalstoffen zijn.

Artikel 26 Achterlaten van straatafval

Het verschil tussen straatafval en zwerfafval is dat straatafval, dat niet in een prullenmand wordt achtergelaten, maar in de openbare ruimte terecht komt, zwerfafval wordt.

Bij het begrip straatafval gaat het in feite om afval "dat onderweg ontstaat"; buiten een perceel, dat niet als zwerfafval op straat of in het plantsoen terecht dient te komen en waarvan de burger (in dit geval ook toeristen) de mogelijkheid wordt geboden om zich ter plekke te kunnen ontdoen (voor zover van zeer beperkte omvang en gewicht). Klein chemisch afval is nadrukkelijk uitgesloten van de omschrijving in artikel 1. Dit afval dient in alle gevallen via de daartoe opgezette inzamelstructuur te worden verwijderd.

Artikel 27 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Dit artikel was voorheen gebaseerd op de autonome verordenende bevoegdheid van de gemeente. Nu wordt in artikel 10.25, onder a, Wm de basis gelegd voor het opnemen van een dergelijk artikel in de afvalstoffenverordening.

Artikel 28 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Dit artikel is nu in de afvalstoffenverordening opgenomen gelet op artikel 10.25, onder a, Wm.

Opgemerkt wordt dat een inrichting, zoals bedoeld in dit artikel, vergunningspichtig kan zijn op grond van de Wet milieubeheer dan wel meldingsplichtig op grond van het Besluit Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. De verplichting zoals opgenomen onder c van deze bepaling kan in deze gevallen als voorschrift aan een dergelijke vergunning worden verbonden dan wel rechtstreeks voortvloeien uit het Besluit Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer.

Artikel 29 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Dit artikel is in de afvalstoffenverordening opgenomen gelet op artikel 10.25, onder a, Wm.

Niet alleen reclamebiljetten worden aan het publiek uitgereikt. Ook ander promotiemateriaal wordt vaak uitgereikt. Gedacht kan worden aan monsters of miniverpakkingen, waarin ter promotie van een product een kleine hoeveelheid wordt aangeboden. Op grond van dit artikel kan degene die dergelijk promotiemateriaal uitreikt, worden verplicht het promotiemateriaal, de verpakking of de inhoud daarvan op te ruimen of te laten opruimen.

Artikel 30 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Ook dit artikel niet meer is gebaseerd op de Gemeentewet, maar op artikel 10.25, onder a en b, Wm.

Het eerste lid beoogt het ontstaan van zwerfafval bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen,stoffen of voorwerpen te voorkomen.

De opname van het tweede lid heeft vooral betekenis in verband met het op kosten van de overtreder laten reinigen van de weg.

Paragraaf 6 OPSLAG AFVALSTOFFEN EN AUTOWRAKKEN

Artikel 31 Verbod van opslag van afvalstoffen

In artikel 10.25 onder c, Wm is de basis gelegd om bij de afvalstoffenverordening in ieder geval regels te kunnen stellen omtrent het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen. Artikel 10.25 onder c Wm geldt voor de opslag van alle afvalstoffen.

Net als bij de bepalingen over zwerfafval,die zijn gebaseerd op artikel 10.25, onder a en b, Wm is ook hier sprake van facultatief medebewind.

Artikel 32 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het begrip autowrak wordt in artikel 1, onder b, Besluit beheer autowrakken(BBA) als volgt gedefinieerd: "voertuig dat een afvalstof is in de zin van artikel 1.1 lid 1 van de Wm". Door deze definitie wordt een autowrak altijd aangemerkt als afvalstof en valt hiermee dus onder de werking van deze bepaling.