Regeling vervallen per 23-06-2020

Nadere regel participatiesubsidie

Geldend van 10-02-2015 t/m 22-06-2020

Intitulé

Nadere regel participatiesubsidie

Conform titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2 van de Algemene Subsidieverordening (ASV) Roerdalen 2013. Deze nadere regel is vastgesteld in de collegevergadering van 23 december 2014.

1. beleidsinhoud

De nadere regel is gebaseerd op de door de raad vastgestelde strategische visies ‘Toekomstvisie 2025, de Kadernota 2015, het Beleidskader nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning 2015 regio Midden-Limburg Oost , het beleidskader Voorzieningenbeleid en het Sturingskader subsidies.

In Roerdalen staat de mens centraal, voelt zich veilig in zijn omgeving en draagt bij aan de kracht van zijn dorp. Inwoners, hun netwerken, verenigingen, ondernemers en professionals geven ‘uit zichzelf en met elkaar’ invulling aan hun leefomgeving en aan mogelijkheden om elkaar te ontmoeten, zich te ontplooien en te ontspannen. Burger- en verenigingsinitiatieven ontwikkelen mee met de veranderende vraag in buurten en dorpen en staan open voor inwoners die aan de kant staan.

2. afbakening

1. Algemeen

Participatiesubsidie ondersteunt:

1. Burgerinitiatieven

Inwoners worden gestimuleerd om vanuit zichzelf (‘eigen’ aanpak) initiatieven te ontplooien op wijk- of dorpsniveau (kleinschalig, krachtige dorpen) en samen te werken met burgers, ondernemers of andere organisaties- (coöperatief, sociale netwerken), om meer inwoners meer te laten meedoen in hun buurt of dorp of kwetsbare inwoners te ondersteunen in hun eigen kracht.

2. Verenigingsinitiatieven

Verenigingen en niet-professionele stichtingen kunnen eveneens in aanmerking komen voor participatiesubsidie, als zij activiteiten ontwikkelen en uitvoeren, waaraan niet-verenigingsleden of niet reguliere deelnemers regelmatig en actief kunnen deelnemen.

2. Toegankelijkheid activiteiten

a. De aanvrager mag geen drempels opwerpen voor inwoners om als lid of deelnemer toe te treden tot de organisatie of de activiteit, in de zin van beperkende financiële, levensbeschouwelijke, politieke of andere drempels;

b. Activiteiten zijn toegankelijk voor publiek of vinden plaats in de publieke ruimte.

3. Subsidiabele activiteiten

a. Activiteiten komen voor subsidiëring in aanmerking indien zij:

- bijdragen aan de sociale samenhang in een buurt of kern in zijn algemeenheid en de onder 2. omschreven resultaten in het bijzonder;

- binnen buurten of kernen in de gemeente Roerdalen;

- primair gericht zijn op inwoners die niet of weinig participeren;

- toegankelijk zijn voor publiek of plaatsvinden in de publieke ruimte.

b. Activiteiten komen niet voor subsidiëring in aanmerking indien het:

- reguliere (kern)activiteiten van organisaties betreft, waarvoor een basissubsidie of waarderingssubsidie wordt toegekend;

- activiteiten betreft waarvoor een subsidie in de vorm van een combivoucher of anderszins wordt toegekend.

4. Subsidiebudget

Het subsidiebudget wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld in de Programmabegroting. Afhankelijk van de belangstelling wordt het budget verdeeld over de aanvragen, waarbij wordt gestreefd naar een evenredige verdeling per kern.

5. Inwerkingtreding, citeertitel en intrekking

a. Deze nadere regel is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 23 december 2014 en treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

b. Deze nadere regel kan worden aangehaald als ‘nadere regel participatiesubsidie’.

c. Met de inwerkingtreding van de nadere regel participatiesubsidie eindigt de ‘nadere regel Eenmalige welzijnsactiviteiten’.

3. subsidiecriteria

1. Activiteitenplan

De subsidieaanvraag bevat een activiteiten- of projectplan met daarin de volgende onderdelen:

a. een opgave van de verantwoordelijke organisatoren;

b. een beschrijving van de beoogde doelen en resultaten;

c. een beschrijving van de uit te voeren activiteiten;

d. een opgave van de data en duur waarin de activiteiten plaatsvinden;

e. een opgave van de locatie waar de activiteiten worden uitgevoerd;

f. een opgave van organisaties en instanties waarmee wordt samengewerkt;

g. een begroting van uitvoeringskosten en -baten, waaruit blijkt dat het initiatief een deel van de kosten zelf dekt.

2. Richtinggevende resulaten

De activiteiten leiden tot:

a. toename van het aantal ontmoetings-, ontplooiings-, en ontspanningsactiviteiten in buurten en dorpskernen;

b. toename van het aantal deelnemers aan de onder a. genoemde activiteiten;

c. toename van activiteiten gericht op de vraag van inwoners met beperkingen;

d. toename van het aantal door verenigingen of niet-professionele stichtingen georganiseerde activiteiten in verzorgingshuizen, woonzorgomgevingen, buurt-, wijk- of dorpscentra of multifunctionele accommodaties.

4. soort subsidie

Participatiesubsidies zijn eenmalige subsidies.

5. subsidiemethode

1. Aanvraag

De subsidieaanvraag wordt uiterlijk 6 weken vóór aanvang van de uitvoering van het activiteiten- of projectplan ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

2. Aanvrager

Een subsidieaanvraag kan worden ingediend door:

a. rechtspersonen die als vrijwilligersorganisatie een statutaire zetel in de gemeente Roerdalen hebben, ingeschreven zijn in de handelsregisters van de Kamer van Koophandel en in Roerdalen structureel actief zijn;

b. burgerinitiatieven in buurten of dorpen van de gemeente Roerdalen.

3. Subsidiegrondslag/bedrag

Met inachtneming van het beschikbare budget (subsidieplafond) zoals jaarlijks door de gemeenteraad in de Programmabegroting vastgesteld, gelden voor deze subsidie de volgende richtbedragen:

a. een subsidie  van minimaal € 250,- en maximaal € 5.000,- voor rechtspersonen.

b. minimaal € 250,- en maximaal € 2.500,- voor burgerinitiatieven (niet-rechtspersonen).

4. Verplichtingen subsidieontvanger

Subsidieaanvragen en verantwoording van de ontvangen subsidie worden steekproefsgewijs nader onderzocht. Subsidieaanvragers verlenen hieraan actief hun medewerking.

6. toelichting

1. Beleidsinhoud

Het subsidiestelsel draagt bij aan de realisering van de beleidsdoelen. Het ondersteunt enerzijds het verenigingsleven en daarnaast burgerkracht (sociale cohesie, 0de lijn) in de dorpen. Het maatschappelijk rendement en de bijdrage aan krachtige dorpen staan bij subsidieverlening centraal.

Het stelsel kent de volgende pakketten:

° een verenigingspakket met daarin de basissubsidie en waarderingssubsidie,

° een maatschappelijk pakket met daarin participatiesubsidie voor burgerinitiatieven en verenigingsinitiatieven en

° een educatief pakket, waarin de nadere regel combivouchers nader wordt uitgewerkt in nadere regels kunst & cultuur (waaronder muziek) en sport & spel. Het educatief pakket is gebaseerd op de regeling Brede Impuls Combinatiefuncties.

2. Afbakening

In de afbakening is vermeld wat de bedoeling is van de participatiesubsidie, wie aanspraak mag maken op deze subsidie, welke activiteiten subsidiabel zijn, de opbouw van het budget en de inwerkingtreding van deze regeling. Vanwege het innovatieve karakter van deze beleidsregel vindt ruime interpretatie plaats in de geest van de participatiegedachte.

3. Subsidiecriteria

De criteria geven de voorwaarden aan waaraan de subsidieaanvrager moet voldoen.

4. Soort subsidie

De participatiesubsidie is eenmalig. De aanvrager kan geen rechten doen gelden op een voortzetting van de subsidie. Wel kan de aanvrager een nieuwe aanvraag indienen voor een nieuwe activiteit of (een reeks) nieuwe activiteiten.

5. Subsidiemethode

De subsidiemethode bevat een beschrijving van de wijze waarop een subsidiebedrag tot stand komt. De hoogte van de subsidie is onder andere afhankelijk van de aard en omvang van het initiatief, het gevraagde bedrag, een toetsing op nadere regels, de redelijkheid van de ingediende kosten en het aantal aanvragers.

De aanvraagtermijn van 6 weken vóór aanvang van de activiteit is kort. Het indienen van een aanvraag is geen garantie voor toekenning van subsidie. Het is van belang om de aanvraag ruim voor de start van de uitvoering af te stemmen met de behandelende afdeling.

We maken bewust een onderscheid in de maximale hoogte tussen rechtspersonen en natuurlijke personen, omdat bij natuurlijke personen de risico’s op een onjuiste besteding wat groter zijn dan bij rechtspersonen. Op die manier stimuleren we ook de oprichting van een rechtspersoon, waardoor er minder risico’s zijn voor zowel de gemeente als de organisator.

Tot slot verwijzen wij naar de algemene subsidieverordening Roerdalen 2013, die regelt hoe en wanneer een aanvraag moet worden ingediend, welke verplichtingen voor de subsidieontvanger en -verstrekker gelden en hoe en wanneer een subsidie wordt vastgesteld en toegekend. De verordening treft u aan op de website www.roerdalen.nl in de bibliotheek onder het tabblad bestuur en organisatie.