Regeling vervallen per 25-09-2023

Verordening op de vertrouwenscommissie

Geldend van 30-03-2015 t/m 24-09-2023

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie

De raad van de gemeente Roosendaal;

gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995.

gelet op de circulaire van 15 juli 2012 Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

besluit :

vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt, die voortgangsgesprekken met de burgemeester houdt en die de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voorbereidt.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de commissie: de vertrouwenscommissie;

  • b.

    de commissaris: de Commissaris van de Koning in de provincie Noord-Brabant;

  • c.

    de secretaris: de secretaris van de commissie.

Artikel 2 Taak

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden;

  • b.

    een voortgangsgesprek te houden met de burgemeester.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een vertegenwoordiger van iedere fractie in de raad.

  • 2. Het lidmaatschap is persoonlijk. Vervanging van leden is toegestaan in geval van ziekte en/of zwaarwegende persoonlijke omstandigheden.

  • 3. De plaatsvervangend voorzitter van de raad is voorzitter van de commissie.

  • 4. De voorzitter van de op één na grootste fractie in de raad is plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

  • 5. De eerste loco-burgemeester van de gemeente wordt, indien gewenst, als adviseur aan de commissie toegevoegd.

  • 6. De gemeentesecretaris wordt, indien gewenst, als ondersteunerr aan de commissie toegevoegd.

  • 7. De griffier fungeert als ondersteuner/secretaris van de commissie.

  • 8. De plaatsvervangend griffier fungeert als ondersteuner/notulist van de commissie.

  • 9. De adviseur en ondersteuner zijn geen lid en hebben geen stemrecht in de commissie.

Artikel 4 Werkwijze commissie

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste vier leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 3. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie.

  • 4. Van het behandelde ter vergadering wordt door de secretaris een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de commissie vastgesteld.

  • 5. De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering. De geheimhouding geldt eveneens voor de andere raadsleden, de adviseur en de ondersteuner.

  • 6. De voorzitter ziet er op toe dat aan het bepaalde in het vijfde lid wordt voldaan.

  • 7. Aan de raadsleden, die geen zitting hebben in de commissie, en aan anderen wordt geen inzage of informatie verstrekt omtrent de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken of het behandelde ter vergadering, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

  • 8. Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding, als waarvan sprake is in het vijfde lid opheffen.

  • 9. De geheimhouding blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert alleen indien tenminste een meerderheid van de leden aanwezig is.

  • 2. De opvattingen als bedoeld in artikel 9, lid 5 worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 3. Het gevoelen van de minderheid wordt, desgewenst, in de schriftelijke rapportage als bedoeld in artikel 9, lid 5 aan de raad en de commissaris opgenomen.

  • 4. Het oordeel en de conceptaanbeveling als bedoeld in artikel 12, worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

Artikel 6 Contactpersoon

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken, bestemd voor de commissie, worden aan het privé- adres van de secretaris gericht en aldaar bewaard.

  • 3. Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter ondertekend.

Artikel 7 Archivering

  • 1. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als ‘’geheim’’ worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld is artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

  • 4. De secretaris draagt bij voortgangsgesprekken zorg voor een afdoende geheime archivering van de stukken, waaronder het afschrift van het vastgestelde verslag. Na het aftreden van de burgemeester worden alle betreffende stukken door de secretaris van de commissie vernietigd.

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van het ter zake bij of krachtens wettelijk voorschrift bepaalde.

Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure

Artikel 9 Taken en bevoegdheden

  • 1. De commissie verschaft zich door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over kandidaten.

  • 2. De commissie voert gesprekken met de door de commissaris geselecteerde kandidaten en eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die door de commissie worden uitgenodigd.

  • 3. De commissie kan ook een niet-geselecteerde kandidaat, die zich rechtstreeks tot de commissie wendt, ontvangen.

  • 4. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad.

  • 5. De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten. Zij brengt schriftelijk verslag uit aan de raad en aan de commissaris. Zij doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten, in voorkeursvolgorde, die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De secretaris nodigt in overleg met de commissie degenen uit die kandidaat zijn voor het ambt van burgemeester van Roosendaal.

  • 2. Plaats, datum en tijdstip van dit gesprek worden zodanig gekozen dat de namen van de kandidaten niet bekend worden bij de kandidaten onderling of bij derden.

  • 3. Over de kandidaten worden geen inlichtingen - schriftelijk of mondeling - ingewonnen dan door tussenkomst van de commissaris. Overleg met derden - met uitzondering van de commissaris - is uitgesloten.

Hoofdstuk 3 Bijzondere bepalingen voortgangsgesprekken

Artikel 11 Taken en bevoegdheden

  • 1. De commissie (of een afvaardiging van tenminste 2 leden en de plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad ) houdt minimaal één keer per jaar een voortgangsgesprek met de burgemeester.

  • 2. Indien de leden van de commissie dan wel de burgemeester de wens daartoe kenbaar maken, houdt een commissie tussentijds een voortgangsgesprek met de burgemeester.

  • 3. In het eerste jaar na benoeming van een nieuwe burgemeester vindt tevens een 100-dagengesprek plaats.

  • 4. In de voorbereiding op het voortgangsgesprek kan worden gesproken met wethouders, de politiechef en de regionaal brandweercommandant. Dit gesprek wordt door de hele commissie voorbereid. Van deze gesprekken worden verslagen gemaakt en deze worden beschikbaar gesteld aan de commissie.

  • 5. Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de burgemeester als het functioneren van de gemeente(raad) zijn onderwerp van gesprek. De commissie toetst het functioneren van de burgemeester in elk geval aan de profielschets, de wettelijke taken van de burgemeester alsmede de andere aan de burgemeester toebedeelde taken. Tevens wordt getoetst aan het verslag van en de afspraken uit het vorige voortgangsgesprek.

  • 6. In het laatste voortgangsgesprek voor de start van de herbenoemingprocedure geeft de commissie de burgemeester desgewenst een indicatie of herbenoeming op dat moment naar verwachting al dan niet op obstakels zal stuiten.

  • 7. Van het voortgangsgesprek wordt een verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt. Het verslag wordt voor raadsleden onder geheimhouding ter inzage gelegd bij de secretaris van de commissie en een afschrift van het verslag wordt tevens toegezonden aan de commissaris

Hoofdstuk 4 Bijzondere bepalingen herbenoeming burgemeester

Artikel 12 Taak en bevoegdheden

  • 1. De commissie heeft tot taak om een aanbeveling door de raad inzake de herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden.

  • 2. De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de burgemeester op basis van de door de commissie met de burgemeester gevoerde, voortgangsgesprekken.

  • 3. Over de conceptaanbeveling die door de commissie wordt opgesteld, wordt, voordat hierover overleg wordt gevoerd met de commissaris en voordat deze wordt verzonden aan de raad, overleg gevoerd met de burgemeester.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 13 Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening op de Vertrouwenscommissie’’

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    Deze verordening zal aan de commissaris van de Koning ter kennis worden

    gebracht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 februari 2015,
de griffier,                       de voorzitter,