Regeling vervallen per 22-05-2019

Eerste wijziging Beheerregeling gemeentelijke basisregistratie personen Rotterdam 2014

Geldend van 18-09-2014 t/m 21-05-2019 met terugwerkende kracht vanaf 06-01-2014

Intitulé

Eerste wijziging Beheerregeling gemeentelijke basisregistratie personen Rotterdam 2014

Gemeenteblad 2014

Eerste wijziging Beheerregeling gemeentelijke basisregistratie personen Rotterdam 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de Concerndirecteur Dienstverlening van 20 mei 2014; registratienummer 1340781;

gelet op artikel 2 van de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Rotterdam 2014, de artikelen 1.10 en 1.11 van de Wet basisregistratie personen en artikel 6 van het Besluit basisregistratie personen;

overwegende, dat in verband met de inwerkingtreding van het Besluit basisregistratie personen de door het college van burgemeester en wethouders op 17 december 2013 vastgestelde Beheerregeling gemeentelijke basisregistratie personen Rotterdam 2014 dient te worden gewijzigd;

besluit vast te stellen:

Eerste wijziging van de Beheerregeling gemeentelijke basisregistratie personen Rotterdam 2014

Artikel I

De Beheerregeling gemeentelijke basisregistratie personen Rotterdam 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de aanhef wordt “en de artikelen 1.10 en 1.11 van de Wet basisregistratie personen” vervangen door: , de artikelen 1.10 en 1.11 van de Wet basisregistratie personen en artikel 6 van het Besluit basisregistratie personen.

BArtikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Wet basisregistratie personen;

  • b.

    besluit: Besluit basisregistratie personen;

  • c.

    verordening: Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Rotterdam 2014;

  • d.

    regeling: Regeling gegevensverstrekking basisregistratie personen Rotterdam 2014;

  • e.

    BRP: Basisregistratie personen;

  • f.

    verantwoordelijke: het college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    basisregistratie: basisregistratie personen, als bedoeld in artikel 1.2 van de wet;

  • h.

    gemeentelijke basisregistratie personen: de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens en aangehaakte gegevens over de bevolking van de gemeente Rotterdam;

  • i.

    ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst in de basisregistratie is opgenomen;

  • j.

    ingezetene: ingeschrevene, die zijn adres heeft in een gemeente in Nederland, op wiens persoonslijst niet het gegeven van zijn overlijden of van vertrek vanuit Nederland als actueel gegeven Is opgenomen;

  • k.

    gemeentelijke voorziening: gemeentelijk toepassingssysteem waarmee uitvoering wordt gegeven aan de Wet basisregistratie personen;

  • l.

    centrale voorziening: landelijk toepassingssysteem waarmee door de Minister uitvoering wordt gegeven aan de Wet basisregistratie personen;

  • m.

    bijhoudingsgemeente: gemeente waarvan het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 1.4 van de wet verantwoordelijk is voor de bijhouding van de persoonslijst;

  • n.

    inschrijfvoorziening: voorziening als bedoeld in artikel 2.64 van de wet;

  • o.

    PZR: vakeenheid Publiekszaken van het cluster Dienstverlening;

  • p.

    autorisatiebesluit: besluit als bedoeld in artikel 3.2 of artikel 3.3 van de wet;

  • q.

    zelfevaluatie: periodiek onderzoek door de verantwoordelijke naar de inrichting, werking en beveiliging van de gemeentelijke voorziening alsmede naar de juistheid van de gegevensverwerking;

  • r.

    beheerder: functionaris die namens de verantwoordelijke is belast met de dagelijkse zorg voor de gemeentelijke basisregistratie personen en het beheer van het autorisatiebesluit voor overheidsorganen die een orgaan zijn van de gemeente;

  • s.

    informatiebeheer: geheel van activiteiten gericht op beleidsvoorbereiding inzake de basisregistratie personen, ontwikkeling van kwaliteitsprocedures, beveiligingsprocedures, verstrekking- en privacyprocedures, alsmede de coördinatie bij de uitvoering van deze procedures;

  • t.

    beveiligingsbeheer: geheel van activiteiten gericht op het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het Informatiebeveiligingsplan;

  • u.

    gegevensbeheer: geheel van activiteiten gericht op de inhoudelijke kwaliteitszorg betreffende het gegevens verzamelen, de gegevensverwerking en de informatievoorziening;

  • v.

    systeembeheer: geheel van activiteiten gericht op het onderhouden van de technische aspecten van het toepassingsysteem;

  • w.

    applicatiebeheer: geheel van activiteiten gericht op het ondersteunen van het GBA-toepassingssysteem en de waarborging van continuïteit aan de gebruikerszijde van de informatievoorziening;

  • x.

    privacybeheer: geheel van activiteiten gericht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens in de basisregistratie personen en de informatievoorziening daaruit;

  • y.

    gegevensverwerking: ontlenen van gegevens aan documenten en deze op een voorgeschreven wijze door middel van het daartoe bestemde toepassingssysteem opnemen in een gegevensbestand;

  • z.

    systematische verkrijging: spontane verstrekking van mutaties op gegevens, hetzij elektronisch hetzij op papier.

C

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

De beveiligingsbeheerder is bevoegd om aanwijzingen te geven met betrekking tot de beveiligingsvoorschriften voortvloeiende uit de wet en de Wet bescherming persoonsgegevens aan medewerkers van:

  • a.

    Publiekszaken;

  • b.

    stadswinkels;

  • c.

    overheidsorganen die een orgaan zijn van de gemeente;

  • d.

    derden als bedoeld in artikel 12, onder b.

D

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

De privacybeheerder is er verantwoordelijk voor:

  • a.

    dat de privacyvoorschriften voortvloeiende uit de wet, de Wet bescherming persoonsgegevens, de verordening en de regeling worden nageleefd;

  • b.

    dat slechts toegang wordt verschaft tot gegevens uit de basisregistratie aan derden door het overheidsorgaan dat een orgaan is van de gemeente zoals genoemd in respectievelijk bijlage 1.1a, 1.1c en 1 onder 3 van de regeling;

  • c.

    dat de Wet bescherming persoonsgegevens wordt nageleefd door de afnemer genoemd onder b;

  • d.

    dat alle bij Publiekszaken ingediende aanvragen, gebaseerd op de Wet bescherming persoonsgegevens, worden behandeld.

E

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

  • 1.

    De privacybeheerder is bevoegd tot het geven van aanwijzingen aan alle gebruikers van de gemeentelijke voorziening op grond van artikel 12, onder a, b en c.

  • 2.

    De privacybeheerder geeft gevraagd en ongevraagd advies over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen en de gemeentelijke basisregistratie personen, waarbij de waarborging voor bescherming van de persoonlijke levenssfeer in het geding is aan de:

    • a.

      verantwoordelijke;

    • b.

      concerndirecteur Dienstverlening;

    • c.

      gemeentelijke privacyadviseur;

    • d.

      medewerkers van Publiekszaken;

    • e.

      medewerkers van stadswinkels.

F

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

De privacybeheerder ziet toe op de:

  • a.

    afhandeling van verzoeken overeenkomstig artikel 2.59 van de wet;

  • b.

    jaarlijkse bekendmaking als bedoeld in artikel 3.21, vijfde lid van de wet;

  • c.

    behandeling van alle verzoekschriften op grond van de artikelen 2.55, 3.22, 3.23 en 3.13 van de wet;

  • d.

    behandeling van aanvragen van overheidsorganen die een orgaan zijn van de gemeente tot systematische gegevensverstrekking en toegang tot de basisregistratie personen, de gemeentelijke basisregistratie personen en de systematische gegevensverstrekking op grond van de regeling.

G

Artikel 21 komt te luiden:

Artikel 21

  • 1.

    De gegevensverwerker is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de verwerking van de gegevens op de wijze, bedoeld in de wet, het Logisch Ontwerp en de handleiding uitvoeringsprocedures, voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;

  • b.

    het verzamelen en het laten archiveren van de brondocumenten, die voor de onder a bedoelde verwerking worden gebruikt;

  • c.

    de behandeling van verzoeken als bedoeld in de artikelen 2.56, 2.57 en 2.58 van de wet;

  • d.

    de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten wordt toegekend op grond van artikel 2.8 van de wet;

  • e.

    het toezicht dat geen gegevens worden verstrekt uit documenten waaraan bij of krachtens de wet geen ontleningsstatus is gegeven;

  • f.

    de verzending van bezwaarschriften als bedoeld in artikel 2.60 van de wet, naar de Algemene Bezwaarschriftencommissie van de gemeente Rotterdam;

  • g.

    de behandeling van het BRP netwerkverkeer, met uitzondering van de periodieke gegevensverstrekking;

  • h.

    de behandeling van het foutverslag dat voortvloeit uit inkomende netwerkberichten;

  • i.

    de dagelijkse controle van in de gemeentelijke voorziening aangebrachte actualiseringen;

  • j.

    de toezending van de complete persoonslijst aan de geregistreerde, ingeval van:

1° een eerste inschrijving in de basisregistratie;

2° een vervolginschrijving uit het buitenland;

  • k.

    de toezending van de hoofdlijnen op grond van artikel 2.54, lid 3 van de wet.

  • 2.

    De gegevensverwerker beslist op aangiften of verzoekschriften op grond van de wet, voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien.

  • 3.

    De gegevensverwerker beslist binnen vijf werkdagen op het in behandeling nemen van een melding van een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1:1 van de Algemene wet bestuursrecht, dat gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de basisregistratie personen opgenomen (authentiek) gegeven en stelt het bestuursorgaan in kennis van deze beslissing.

Artikel II

De bijlage behorende bij artikel 3 van deze regeling komt te luiden:

Bijlage behorende bij artikel 3 van deze regeling.

Verantwoordelijk voor:

Functie:

Vervanging in deze door:

1.De inhoud, integriteit en toegankelijkheid van de gegevens in de gemeentelijke basisregistratie personen.

concerndirecteur Dienstverlening

(Informatiebeheerder)

Directeur Publiekszaken

2.De controle en evaluatie van de maatregelen op het gebied van informatiebeveiliging.

ClusterController Dienstverlening

(Beveiligingsbeheerder)

BusinessController

Cluster Dienstverlening

3.De bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen over wie gegevens in de gemeentelijke basisregistratie personen zijn opgenomen.

Clustersecretaris

Dienstverlening

(Privacybeheerder)

Manager Expertise Burgerzaken

4.Een juiste bijhouding van de gemeentelijke basisregistratie personen.

Manager Expertise Burgerzaken

(Gegevensbeheerder)

Teamchef Expertise Burgerzaken

5.Een tijdige en juiste verwerking van mutaties in de gemeentelijke basisregistratie personen en de distributie en opslag van de brondocumenten.

Manager Dienstverlening Stadswinkels

(Gegevensverwerkers)

Manager Klantcontactcentrum

6.Het technisch ondersteunen bij het gebruik van de gemeentelijke voorziening.

Teamleider Applicatiebeheer van de Rotterdamse Service Organisatie

Senior Technisch Applicatiebeheerder van de Rotterdamse Service Organisatie

7.Het technisch onderhoud van de gemeentelijke voorziening.

Teamleider Technisch Beheer van de Rotterdamse Service Organisatie

Senior beheerder van de Rotterdamse Service Organisatie

Artikel III

A

Onder Toelichting komt de Inleiding te luiden:

Inleiding

De nieuwe Wet basisregistratie personen (Wet BRP) is op 6 januari 2014 in werking getreden.

Hiermee is de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens komen te vervallen. Met de inwerkingtreding van de Wet BRP is de Beheerregeling gemeentelijke basisregistratie personen Rotterdam 2012 van rechtswege vervallen. Gelet op de gewijzigde regelgeving is de beheerregeling aangepast.

De basisregistratie bestaat uit centrale en decentrale voorzieningen. De bijhouding van de gegevens geschiedt door de gemeenten en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Dit betekent voor de bijhouding door gemeenten dat vanuit de gemeentelijke voorziening gegevens worden doorgegeven aan de centrale voorzieningen. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de gemeentelijke voorziening. De minister van BZK is daarnaast verantwoordelijk voor het goed functioneren van de centrale voorzieningen en voor het stelsel van berichtuitwisseling.

Alle betrokkenen dienen er voor te zorgen dat hun voorzieningen functioneren in overeenstemming met de regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur zijn gesteld. Het college is op grond van de Wet BRP verplicht om periodiek onderzoek te verrichten naar de inrichting, werking en beveiliging van de gemeentelijke voorziening, alsmede naar de juistheid van de gegevensverwerking in de basisregistratie, voor zover de verantwoordelijkheid daarvoor bij hen berust.

Het college van burgemeester en wethouders treft ten aanzien van de gemeentelijke voorziening passende technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van de in de basisregistratie opgenomen gegevens tegen verlies of aantasting van deze gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking van deze gegevens. Deze maatregelen omvatten ten minste:

  • -

    maatregelen gericht op personen die werkzaam zijn voor de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisregistratie;

  • -

    maatregelen gericht op de toegang tot gebouwen en ruimten waar in de basisregistratie opgenomen gegevens aanwezig zijn;

  • -

    maatregelen gericht op een deugdelijke werking en beveiliging van de apparatuur en programmatuur;

  • -

    maatregelen voor het geval de geheimhouding of integriteit van in de basisregistratie opgenomen gegevens is geschaad;

  • -

    maatregelen bij calamiteiten.

Deze maatregelen worden in de beheerregeling beschreven, vastgelegd en voor een ieder ter inzage gelegd. Deze maatregelen zijn:

  • -

    de taakverdeling en de verantwoordelijkheidsverdeling binnen de gemeente;

  • -

    de procedures inzake de bijhouding van en controle van BRP-gegevens;

  • -

    de procedures inzake verstrekking van gegevens;

  • -

    de procedures inzake verwerking van terugmeldingen;

  • -

    het technisch beheer (procedure voor back-up, herstel en uitwijk).

De beheerregeling is afgestemd op de beheeraspecten (technisch, procedureel en organisatorisch) rond de BRP. De maatregelen op het procedurele en organisatorische vlak zijn in deze beheerregeling nader uitgewerkt.

In de beheerregeling zijn de werkzaamheden van de medewerkers die direct met de BRP werken geformaliseerd. Taken en verantwoordelijkheden zijn afgebakend. Hieronder vallen onder andere een adequate gegevensverwerking, de beschikbaarheid van het systeem en het waarborgen van de rechten van de geregistreerde. De kwaliteit en continuïteit van de BRP wordt gewaarborgd door de invulling van de beheerfuncties en het maken van duidelijk vastgelegde afspraken over het beheer.

Elke functie draagt zorg voor de continuïteit van gegevensverwerking, alsmede voor de betrouwbaarheid en de actualiteit van de opgeslagen persoonsgegevens. Tevens moet zorg gedragen worden voor een doelmatige informatievoorziening, waarbij rekening gehouden wordt met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De beheerregeling BRP voorziet in de invulling van de volgende beheertaken:

  • ·

    informatiebeheer;

  • ·

    beveiligingsbeheer;

  • ·

    privacybeheer;

  • ·

    gegevensbeheer;

  • ·

    gegevensverwerking;

  • ·

    applicatiebeheer;

  • ·

    systeembeheer.

Hierna volgt een korte beschrijving van de diverse beheertaken. De beheerfuncties moeten binnen de organisatiestructuur van PZR ingevoerd worden. Vanwege de structuur van de organisatie valt aan vermenging van een aantal functies niet te ontkomen.

B

De toelichting bij artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Het betreft hier het functioneel inhoudelijk beheer en het verstrekkingenbeheer van de basisregistratie personen, zoals die is gedefinieerd in artikel 1. De bronhouder beheert inhoud en kwaliteit van de gegevens in de basisregistratie en stelt tevens leveringsvoorwaarden (i.c. privacyvoorwaarden) aan de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie.

De gegevensverstrekking binnen de gemeentelijke organisatie over niet-inwoners uit basisregistraties van andere gemeenten, dient gebaseerd te zijn op het autorisatiebesluit van de minister van BZK. Het beheer en de uitvoering van dat autorisatiebesluit maken deel uit van het functioneel inhoudelijk en verstrekkingenbeheer van de basisregistratie personen.

De hier beschreven beheerrol is belegd bij concerndirecteur Dienstverlening. Van belang is hierbij op te merken dat voor de verstrekking van gegevens aan de overheidsorganen die een orgaan zijn van de gemeente, gebruik gemaakt wordt van het gegevensmagazijn waarvan het beheer niet bij de bronhouder is belegd, maar bij de CIO office, afdeling Informatiemanagement van de Bestuursdienst. Het betreft hier een gegevensmagazijn, waar de BRP deel van uitmaakt. Hoewel in hiërarchische zin niet verantwoordelijk voor deze oplossing, blijft de concerndirecteur Dienstverlening wel functioneel inhoudelijk verantwoordelijk. De functionaris bij de CIO office die belast is met de verstrekking van gegevens uit de BRP ontvangt functioneel inhoudelijke sturing.

C

De toelichting bij paragraaf 3 komt te luiden:

Paragraaf 3 Het beveiligingsbeheer

De beveiligingsbeheerder is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het Informatiebeveiligingsplan BRP. De beveiligingsbeheerder rapporteert periodiek (minimaal eens per jaar) aan het college van burgemeester en wethouders en de portefeuillehouder, zo nodig zonder tussenkomst van de directeur Publiekszaken.

Onder beveiligingsbeheerder wordt verstaan: een medewerker die kennis en ervaring heeft op het gebied van informatiebeveiliging en op dit terrein een adviserende en coördinerende rol kan vervullen.

De beveiligingsbeheerder is verantwoordelijk voor:

  • ·

    voorbereiding implementatie van het beveiligingsbeleid en –plan;

  • ·

    rapportage (per jaar) over de implementatie aan de portefeuillehouder en het college van burgemeester en wethouders;

  • ·

    rapportage van beveiligingsincidenten;

  • ·

    het beheer en toezicht op de naleving van de beveiligingsprocedures;

  • ·

    het minstens eenmaal per jaar verzorgen van het geven van voorlichting en instructie aan medewerkers door middel van toetsing van de opgestelde beveiligingsprocedures in de praktijk;

  • ·

    het introduceren en bekendmaken van nieuwe medewerkers met de beveiligingsprocedures.

De beveiligingsbeheerder verstrekt daarnaast gevraagd en ongevraagd adviezen om te komen tot het gewenste beveiligingsniveau. De beveiligingsbeheerder is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het Informatiebeveiligingsplan BRP. De beveiligingsbeheerder rapporteert hierover periodiek (minimaal eens per jaar) aan de directie en de burgemeester. In het Informatiebeveiligingsplan BRP zijn onder andere de volgende onderdelen opgenomen:

  • ·

    relevante gemeentelijke regelgeving;

  • ·

    een risico- en maatregelenanalyse;

  • ·

    het informatiebeveiligingsbeleid;

  • ·

    een activiteitenplan voor te nemen maatregelen en uit te voeren controles en onderzoeken op het gebied van informatiebeveiliging;

  • ·

    alle beheerprocedures voor de BRP die aansluiten bij de zelfevaluatie.

Artikel 9 regelt de verantwoordelijkheid van de beveiligingsbeheerder ten aanzien van de beperkte toegang tot de BRP die wordt verleend aan derden.

Artikel 10 lid a regelt het toezicht op zowel de implementatie als naleving van de interne en de wettelijk bepaalde beveiligingsvoorschriften.

Artikel 10 lid b geeft de beveiligingsbeheerder de bevoegdheid te adviseren aan de beheerder van de BRP over beveiligingsvoorschriften uit de Wet BRP, het Informatiebeveiligingsplan en de Wet bescherming persoonsgegevens.

D

De toelichting bij paragraaf 4 komt te luiden:

Paragraaf 4 Het privacybeheer

De BRP is een registratie van personen waarop onder ‘normale’ omstandigheden de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing zou zijn. De Wet BRP kent echter een eigen stelsel van privacybescherming. Het college van burgemeester en wethouders heeft als verantwoordelijke van de BRP te zorgen voor een zorgvuldige gegevensverstrekking.

Veel van de dagelijkse verstrekkingen zijn gebaseerd op bepalingen als genoemd in de Wet BRP. Verstrekkingen aan bij gemeentelijke verordening aangewezen derden en overheidsorganen die een orgaan zijn van de gemeente zijn geregeld in de Regeling gegevensverstrekking basisregistratie personen Rotterdam 2014 en de beheerregeling basisregistratie personen Rotterdam 2014.

De clustersecretaris van het cluster Dienstverlening is privacybeheerder. De privacybeheerder is verantwoordelijk voor het geheel van activiteiten gericht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de ingeschrevenen bij het verzamelen en het verwerken van gegevens en de informatievoorziening.

Ten behoeve van het toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften is er een regeling gegevensverstrekking basisregistratie personen en een beheerregeling basisregistratie personen. Op basis hiervan zijn de systematische verstrekkingen aan overheidsorganen die een orgaan zijn van de gemeente, de toegang van die bestuursorganen tot de BRP en de verbanden tussen de BRP en andere gegevensverzamelingen en

-verstrekkingen aan bij gemeentelijke verordening aangewezen derden geregeld.

Artikel 12 legt de verantwoordelijkheid voor het verschaffen van beperkte toegang aan derden op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens door een overheidsorgaan dat een orgaan is van een gemeente expliciet bij de privacybeheerder. De toegang strekt zich slechts uit tot die gegevens die de derden nodig hebben om het beoogde doel te bereiken. Voor nadere uitwerking van het doel wordt verwezen naar de regeling gegevensverstrekking basisregistratie personen Rotterdam 2014.

De privacybeheerder wordt als gevolg van de wijziging tevens verantwoordelijk geacht voor het toezicht op de implementatie en naleving van de Wet bescherming persoonsgegevens door hetzelfde overheidsorgaan dat een orgaan is van de gemeente. Dit is nodig om de privacybeheerder in staat te stellen de zorgvuldige omgang met de persoonsgegevens uit de BRP in de relatie met het overheidsorgaan dat een orgaan is van de gemeente en derden te kunnen beheersen.

Er wordt door de privacybeheerder tevens toezicht gehouden op de behandeling van de rechten die belanghebbenden op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens hebben. Artikel 13 bepaalt de bevoegdheid tot het geven van aanwijzingen en advies.

Artikel 14 geeft de privacybeheerder de taak toezicht te hebben op de afhandeling van verzoeken om verstrekkingsbeperking van gegevens alsmede de afhandeling van verzoeken van de burger om inzage in de geregistreerde gegevens, de verstrekte gegevens (protocollering) en de gegevensverwerking.

De privacybeheerder is inhoudelijk verantwoordelijk voor de jaarlijkse publicatie in dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen over het recht op verstrekkingsbeperking voor ingeschrevenen. Artikel 15 regelt de betrokkenheid van de privacybeheerder inzake beslissingen waarbij bescherming van de persoonlijke levenssfeer van belanghebbenden een rol speelt.

E

De toelichting bij paragraaf 6 komt te luiden:

Paragraaf 6 De gegevensverwerking

Gegevensverwerking is geen beheertaak, maar een uitvoerende functie. Voor een goed beheer van de BRP is deze functie echter onontbeerlijk. De gegevensverwerkers zijn de medewerkers die de dagelijkse uitvoeringsprocedures toepassen. Verwerkers zijn de medewerkers die op grond van artikel 3 zijn aangewezen als verwerker van gegevens.

De gegevens die door de gegevensverwerkers worden verwerkt zijn ontleend aan betreffende aangifteformulieren en brondocumenten. Deze gegevens worden op voorgeschreven wijze door middel van de daartoe bestemde gemeentelijke voorziening opgenomen in het gegevensbestand. Voor een goed beheer van de BRP is het noodzakelijk dat de brondocumenten goed worden gearchiveerd.

Artikel 21 verwijst in lid a naar de Wet BRP, het Logisch Ontwerp (LO) en de Handleiding Uitvoeringsprocedures (HUP). Het artikel geeft de gegevensverwerkers onder andere de opdracht tot juiste, volledige, nauwkeurige en actuele verwerkingen. Tevens wordt de opdracht gegeven tot het toetsen, verzamelen en archiveren van brondocumenten en het doen van kennisgevingen.

F

De toelichting bij paragraaf 7 komt te luiden:

Paragraaf 7 Het applicatiebeheer

De applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor het geheel van activiteiten gericht op het ondersteunen van de gemeentelijke voorziening en de waarborging van continuïteit aan de gebruikerszijde van de informatievoorziening. De leverancier van de BRP-applicatie heeft de regelgeving op het BRP-gebied verwerkt in de programmatuur. Na plaatsing van nieuwe versies zorgt de applicatiebeheerder ervoor dat de gebruikers op de hoogte worden gebracht van de wijzigingen die consequenties hebben voor de uitvoering van procedures.

Bij Publiekszaken worden bepaalde taken van applicatiebeheer in samenspraak met de Rotterdamse Service Organisatie uitgevoerd.

Artikel 22 geeft een opsomming van verplichtingen die direct voortvloeien uit wet- en regelgeving, welke worden opgedragen aan de applicatiebeheerder.

Artikel 23 geeft de applicatiebeheerder de bevoegdheid aanwijzingen te geven.

Artikel 24 regelt de bevoegdheid van de applicatiebeheerder om autorisaties toe te kennen aan zowel de gegevensverwerkers als de overheidsorganen die een orgaan zijn van de gemeente en de derden die op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens beperkte toegang hebben tot de basisregistratie personen.

Artikel 25 regelt de adviserende rol (aan de informatiebeheerder of systeembeheerder) in geval van uitwijk en installatie van nieuwe of gewijzigde toepassingen van de gemeentelijke voorziening.

Artikel IVDit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met

6 januari 2014.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 september 2014.

De secretaris, De burgemeester,

Ph. F. M. Raets A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 17 september 2014 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)