Regeling vervallen per 08-04-2017

Verordening op de uitgangspunten voor het financiële beleid, het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Rozendaal

Geldend van 08-02-2014 t/m 07-04-2017

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financiële beleid, het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Rozendaal

De raad van de gemeente Rozendaal;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 november 2013 , nr. JR1345;

Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

RAADSBESLUIT

BESLUIT

vast te stellen de navolgende:

Verordening op de uitgangspunten voor het financiële beleid, het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Rozendaal.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.administratie:

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van

het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de

gemeente Rozendaal en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

b.financiële administratie:

het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de

organisatie van de gemeente Rozendaal , teneinde te komen tot een goed inzicht in:

  • 1.

    de financieel-economische positie;

  • 2.

    het financiële beheer;

  • 3.

    de uitvoering van de begroting;

  • 4.

    het afwikkelen van vorderingen en schulden;

  • 5.

    alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

    • c.

      administratieve organisatie:

het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden

van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de

verantwoordelijke leiding.

d.financieel beheer:

het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Rozendaal.

e.rechtmatigheid

het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

f.doelmatigheid

het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen

h.doeltreffendheid

de mate waarin de gemeente erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

HOOFDSTUK 1 BEGROTING EN VERANTWOORDING

Kaderstellen

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1. De raad stelt tenminste bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de raadsperiode vast.

  • 2. De raad stelt per programma vast:

    • a.

      de beoogde maatschappelijke effecten;

    • b.

      de te leveren goederen en diensten;

    • c.

      de baten en lasten.

  • 3. Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten (outcome) en de te leveren goederen en diensten (output).

  • 4. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.

  • 5. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde

    goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, zodat de doelmatigheid en

    doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3. Producten

  • 1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma's.

  • 2. De onderverdeling van de programma's in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1.

    Het college biedt uiterlijk 1 mei van het begrotingsjaar een nota aan over de kaders voor het

    volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen

    betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en

    de jaarstukken als bedoeld in artikel 8.

  • 2.

    De raad stelt deze nota voor 15 juni vast.

Uitvoering

Artikel 5. Uitvoering begroting

  • 1.

    Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2.

    Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • a.

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productenraming;

    • b.

      de budgetten uit de productenraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie;

    • c.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma’s zoals geautoriseerd in de

    (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

  • 4.

    Afwijkend van lid 3 is het college bevoegd uitgaven te doen die de begroting overschrijden, met een maximum van € 10.000 per keer en een maximum van € 25.000 in totaal per jaar.

Beheersing en Interne controle

Artikel 6. Interne controle

  • 1.

    Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking waaronder de output, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Indien maatregelen tot herstel worden genomen worden die ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 7. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over elk kwartaal van het lopende boekjaar.

  • 2. De rapportage over het 1e kwartaal wordt behandeld in de raadsvergadering van mei;

    De rapportage over het 2e kwartaal wordt behandeld in de raadsvergadering van september;

    De rapportage over het 3e kwartaal wordt behandeld in de raadsvergadering van december;

    De rapportage over het 4e kwartaal wordt behandeld tegelijk met de behandeling van de

    jaarrekening.

  • 3. De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten (input), de geleverde

    goederen en diensten (output) en indien daar aanleiding voor is, de maatschappelijke effecten

    In de rapportages wordt in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen van:

    • a.

      inkomsten uit de algemene uitkering;

    • b.

      de rente-ontwikkeling op de kapitaalmarkt;

    • c.

      realisatie op begrote subsidieverwachtingen.

Artikel 8. Jaarstukken

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de programmaverantwoording.

  • 2.

    Het college legt verantwoording af over de programma's.

    In de verantwoording geeft het college aan:

    • a.

      wat is bereikt;

    • b.

      welke goederen en diensten zijn geleverd;

    • c.

      wat de kosten zijn;

    • d.

      wanneer in de begroting doelen zijn aangegeven: hoe de resultaten zich daartoe

      verhouden.

HOOFDSTUK 2 FINANCIËLE POSITIE

Kaderstellen

Artikel 9. Financiële positie

  • 1. Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 3. De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten.

Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 2. De materiele vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden lineair afgeschreven in:

    a: 40 jaar nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen;

    b: 30 jaar rioleringen;

    c: 25 jaar renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en bedrijfsgebouwen;

    d: 15 jaar technische installaties in bedrijfsgebouwen;

    e: 10 jaar veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties; kantoormeubilair;

    schoolmeubilair; aanleg tijdelijke terreinwerken; nieuwbouw tijdelijke woonruimten;

    f: 5 jaar bedrijfsgebouwen; groot onderhoud woonruimten en bedrijfsgebouwen;

    zware transportmiddelen; aanhangwagens; schuiten; personenauto's; lichte

    motorvoertuigen; automatiseringsapparatuur;

    g: niet gronden en terreinen.

    Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 1.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd

    gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

  • 3. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit

    begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg

    en onderhoud van: wegen; waterwegen; straten; fietspaden; voetpaden;

    bruggen, viaducten; verkeerslichtinstallaties; openbare verlichting; straatmeubilair;

    reconstructie openbare ruimte; parken en overig openbaar groen.

  • 4. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder

    aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht.

    Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadsbesluit

    wordt het actief lineair afgeschreven in een door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 11. Waardering debiteuren en overige vorderingen

Voor openstaande vorderingen betreffende onroerende zaakbelasting gebruikers, onroerende zaakbelasting eigenaren, rioolrechten en reinigingsrechten wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

Artikel 12. Reserves en voorzieningen

Het college biedt jaarlijks gelijktijdig met de in artikel 4 genoemde nota de (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan ter behandeling en vaststelling door de raad. De nota behandelt: de vorming en vrijval van reserves; de vorming en vrijval voorzieningen; de toerekening en verwerking van rente over de algemene reserves en bestemmingsreserves.

Artikel 13. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Rozendaal wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten meegenomen, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verrichte dienstverlening.

  • 2. Bij de kostentoerekening bedoelde indirecte kosten worden meegenomen de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten en reinigingsrechten de compensabele BTW.

  • 3. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald op basis van een actueel rentepercentage en bij begroting vastgesteld.

Artikel 14.

Financiering

Het college hanteert bij het aantrekken of uitzetten van gelden de voorschriften zoals vastgelegd in het treasurystatuut, dat door de raad is vastgesteld op 10 april 2001 (geactualiseerd raad 14 mei 2013).

Artikel 15. Registratie bezittingen en activa

  • 1.

    Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van bezittingen.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat minimaal één keer per kwartaal de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, te weten de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden.

  • 3.

    Bij afwijkingen neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten en het (eventuele) plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden in de eerstvolgende raadsvergadering.

HOOFDSTUK 3 PARAGRAFEN

Artikel 16. Lokale heffingen

  • 1. Het college biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan Ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt ingegaan op het beleid ten aanzien van de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen, de druk van de belastingen over de diverse bevolkingsgroepen en belanghebbenden, de kostendekkendheid van de heffingen, de druk van de lokale belastingen en heffingen, het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid. Verder bevat de nota een overzicht van de verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata waarin tarieven, heffingen en prijzen zijn vastgelegd. Het college draagt er zorg voor dat er een actueel overzicht is van de tarieven, heffingen, prijzen en kosten per verstrekte dienst.

  • 2. Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen door de raad verstrekt het college aan de raad per verordening waarin deze tarieven, heffingen en prijzen worden vastgelegd, de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.

  • 3. Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing en de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk.

Artikel 17. Weerstandsvermogen

1 Het college geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de weerstandscapaciteit aan. Tevens wordt in deze paragraaf ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandvermogen of anderszins.

2Het college geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college brengt de risico’s in beeld. Het college geeft tevens aan in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

Artikel 18. Onderhoud kapitaalgoederen

1Het college draagt zorg voor het opstellen van onderhoudsplannen voor alle kapitaal-goederen en openbaar groen en de actualisering daarvan en biedt deze aan ter vaststelling aan de raad aan.

2 Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, straatmeubilair, riolering en gebouwen.

Artikel 19. Financiering

Artikel 19. Financiering

  • 1. Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die zij hanteert voor het dagelijkse beheer van koersrisico en valutarisico, kredietrisico en relatiebeheer, intern liquiditeitsrisico en geldstromenbeheer, administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie. Het college biedt het treasurystatuut en het wijzigen ervan aan ter behandeling en vaststelling aan de raad.

  • 2. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering verslag van: de kasgeldlimiet; de renterisico norm; de omvang en samenstelling van het vreemd vermogen; de omvang en samenstelling van de uitzettingen; de huidige liquiditeitspositie; de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar; de rentevisie; de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 20. Bedrijfsvoering

Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken over de uitkomsten en vervolgstappen van het uitgevoerde onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet.

Artikel 21. Verbonden partijen

In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op bestaande en nieuwe participaties, het beëindigen van bestaande participaties, het wijzigen van bestaande participaties en het voordoen van problemen bij bestaande participaties en de eventuele risico’s die daarbij gelopen worden.

Artikel 22. Grondbeleid

De gemeente Rozendaal exploiteert geen gronden. In de paragraaf Grondbeleid van de begroting zal wanneer dat incidenteel het geval zal zijn, aandacht besteed worden aan een te ontwikkelen of in ontwikkeling genomen project en de uitgifte van gronden met de financiële ontwikkelingen ervan.

Artikel 23. Verstrekking subsidies

Het college draagt zorg voor een nota verstrekking gemeentelijke subsidies. De nota wordt vastgesteld door de raad. De nota bevat het kader voor de verstrekking van gemeentelijke subsidies.

HOOFDSTUK IV FINANCIELE ORGANISATIE EN ADMINISTRATIE

Artikel 24. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie

    alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het

    gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 25. Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en

    verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het Rijk, de Provincie en de Europese Unie alsmede aan

    andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 26. Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de organisatieonderdelen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    het maken van afspraken met de organisatieonderdelen over de te leveren prestaties en de daarvoor beschikbare middelen;

Artikel 27. Inkoop

Het college draagt de zorg voor en legt vast de interne regels voor de inkoop van goederen en diensten en het aanbesteden van werken, alsmede de algemene inkoopvoorwaarden van de gemeente en de voorwaarden voor aanbesteding van werken van de gemeente.

HOOFDSTUK V.SLOTBEPALINGEN

Artikel 28. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Op deze datum vervalt de “Verordening op de uitgangspunten voor het financiële beleid,

    het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente

    Rozendaal”, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 27 april 2004.

Artikel 29. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Financiële verordening gemeente Rozendaal".

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de gemeenteraad van Rozendaal d.d. 17 december 2013

de griffier, de voorzitter,

K.M.Schaap drs. J.H. Klein Molekamp