Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet gemeente Rozendaal

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Rozendaal;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 oktober 2014, nr. MJ14-38;

Gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d van de Participatiewet;

BESLUIT

vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet gemeente Rozendaal

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet : Participatiewet;

    • b.

      college : het college van burgemeester en wethouders van de

      gemeente Rozendaal;

    • c.

      bijstandsnorm : de toepasselijke bijstandsnorm, als bedoeld in artikel 5,

      onderdeel c, van de wet;

    • d.

      beslagvrije voet : beslagvrije voet, als bedoeld in de artikelen 475c tot en met

      475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

    • e.

      recidiveboete : bestuurlijke boete, als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van

      de wet;

    • f.

      gelden : geldbedrag waarover belanghebbende beschikt of

      redelijkerwijs kan beschikken.

Artikel 2 Verrekenen bij voldoende gelden

  • 1. Indien belanghebbende redelijkerwijs over gelden kan beschikken ter hoogte van ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm, verrekent het college de recidiveboete gedurende drie maanden met de algemene bijstand zonder inachtneming van de beslagvrije voet.

  • 2. Indien belanghebbende redelijkerwijs niet kan beschikken over gelden ter hoogte van ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm, maar hij redelijkerwijs wel kan beschikken over gelden ter hoogte van tweemaal de toepasselijke bijstandsnorm, verrekent het college de recidiveboete gedurende twee maanden met de algemene bijstand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. Het is aan belanghebbende om aan te tonen dat hij redelijkerwijs niet over voldoende gelden kan beschikken.

  • 3. Aansluitend op verrekening als bedoeld in het tweede lid, verrekent het college de recidive-boete in de daarop volgende maand op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 4. Tot het inkomen, bedoeld in het derde lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de wet.

  • 5. De verrekening, als bedoeld in het eerste en tweede lid, geschiedt vanaf het moment van de

    dagtekening waarop de recidiveboete is opgelegd.

Artikel 3 Verrekenen bij geen of onvoldoende gelden

  • 1. Indien belanghebbende redelijkerwijs niet kan beschikken over gelden ter hoogte van ten minste tweemaal de toepasselijke bijstandsnorm, verrekent het college de recidiveboete gedurende een maand met de algemene bijstand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. Het is aan belanghebbende om aan te tonen dat hij redelijkerwijs niet over gelden ter hoogte van ten minste tweemaal de toepasselijke bijstandsnorm kan beschikken.

  • 2. Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekent het college de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3. Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de wet.

  • 4. De verrekening, als bedoeld in het eerste lid, geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de recidiveboete is opgelegd.

Artikel 4 Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet

In afwijking van de artikelen 2 en 3 kan het college de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien sprake is van dringende redenen. Daarvan wordt de belanghebbende schriftelijk mededeling gedaan.

Artikel 5 Eerder opgelegde bestuurlijke boetes

De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, als bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de wet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive, vastgesteld d.d. 25 juni 2013.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet gemeente Rozendaal.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Rozendaal in zijn openbare vergadering van 28 oktober 2014

De griffier, De voorzitter,

K.M.Schaap Drs.J.H.Klein Molekamp