Beleidsregels inkeerregeling

Geldend van 07-02-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Burgemeester en wethouders van Rozendaal,

gelet op artikel 18 lid 11 van de Participatiewet,

gelet op artikel 10 van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Rozendaal,

overwegende:

nadere criteria vast te stellen onder welke voorwaarden een verlaging van een eerder opgelegde maatregel kan worden herzien,

besluiten:

Vast te stellen navolgende:

Beleidsregels inkeerregeling

Artikel 1 Begripsbepaling

Onder inkeerregeling wordt verstaan de bepaling van artikel 18 lid 11 van de Participatiewet. Het betreft hier het op verzoek van de belanghebbende ten aanzien van wie de maatregel is opgelegd, herzien van de verlaging zodra uit de houding en gedragingen van de belanghebbende ondubbelzinnig is gebleken dat hij de verplichtingen, bedoeld in artikel 18, lid 4 van de Participatiewet, nakomt.

Artikel 2 Herzien verlaging

Indien de belanghebbende binnen vier weken nadat hem de beschikking waarin het besluit tot het verlagen van de uitkering, als bedoeld in het vierde, vijfde, zesde, zevende of achtste lid van artikel 18 van de Participatiewet en met toepassing van de Afstemmingsverordening, is medegedeeld uit houding en gedragingen ondubbelzinnig laat blijken die genoemde verplichtingen na te komen, wordt de toegepaste verlaging herzien tot de helft van de toegepaste verlaging.

Artikel 3 Uitzondering van herziening

In afwijking van artikel 2 wordt niet tot herziening van die verlaging overgegaan indien:

  • a.

    de toegepaste verlaging betrekking heeft op het niet nakomen van de verplichting tot het aanvaarden of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, als bedoeld in artikel 18, vierde lid onder a van de Participatiewet;

  • b.

    de toegepaste verlaging betrekking heeft op het niet nakomen van de verplichting tot het verkrijgen en behouden van kennis en vaardigheden, noodzakelijk voor het aanvaarden of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, als bedoeld in artikel 18, vierde lid onder f van de Participatiewet;

  • c.

    de toegepaste verlaging betrekking heeft op het niet nakomen van de verplichting tot het aanvaarden of het behouden van algemene geaccepteerde arbeid niet belemmeren door kleding, gebrek aan persoonlijke verzorging of gedrag, als bedoeld in artikel 18 lid 4 onder g van de Participatiewet.

Artikel 4 Toepassingsbereik herziening

De herziening van de toegepaste verlaging is van overeenkomstige toepassing op de toegepaste verlagingen voor langere duur die in het geval van recidive zijn toegepast.

Artikel 5 Voorwaarden

Tot de herziening van de verlaging als bedoeld in artikel 2 en artikel 4 van deze beleidsregels wordt enkel door het college besloten indien dat verzoek door belanghebbende is gedaan binnen één maand nadat de beschikking waarin het besluit tot het toepassen van die verlaging aan belanghebbende is medegedeeld en belanghebbende binnen die maand aantoont door middel van bewijsstukken waaruit ondubbelzinnig blijkt uit houding en gedragingen dat die verplichtingen, op grond waarvan tot verlaging is besloten, nagekomen zijn.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels inkeerregeling.

Rozendaal d.d. 27 januari 2015

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris De burgemeester

W.G. Pieterse- Pook Drs. J.H. Klein Molekamp