Beleidsregels exploitatievergunning pensions gemeente Schouwen-Duiveland 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels exploitatievergunning pensions gemeente Schouwen-Duiveland 2010

De burgemeester van Schouwen-Duiveland;

 

gelet op artikel 2:28, artikel 1:4 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2008 en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat het wenselijk is het maximale aantal slaapplaatsen voor pensions in een exploitatievergunning op te nemen;

 

dat parkeeroverlast rondom pensions kan worden voorkomen door de parkeernorm te toetsen bij de behandeling van een aanvraag om een exploitatievergunning;

 

dat het wenselijk is standaard vergunningvoorschriften op te stellen betreffende een exploitatievergunning voor pensions;

 

besluit :

 

vast te stellen de “Beleidsregels exploitatievergunning pensions gemeente Schouwen-Duiveland 2010”.

Artikel 1 Aantal slaapplaatsen pension

Het is niet wenselijk het werkelijke aantal slaapplaatsen voor pensions in het bestemmingsplan op te nemen. Door het opnemen van het werkelijke aantal slaapplaatsen in het bestemmingsplan neemt de ruimte voor flexibiliteit af. Bovendien is het opnemen van het werkelijke aantal slaapplaatsen in het bestemmingsplan ook vanuit het oogpunt van deregulering niet wenselijk. Het vrijlaten van het aantal slaapplaatsen heeft tot gevolg dat voor een uitbreiding van (bestaande) pensions in de toekomst geen planologische procedure in het kader van de Wet ruimtelijke ordening nodig is.

 

Het werkelijke aantal slaapplaatsen van pensions kan ook in de exploitatievergunning opgenomen worden. Ook in de exploitatievergunning zullen we echter niet het werkelijke aantal slaapplaatsen opnemen, maar volstaan met het noemen van het maximale aantal van 25 slaapplaatsen in de bijbehorende voorschriften. Belangrijk is dat de vergunning wordt verleend voor het aantal in het aanvraagformulier aangegeven slaapplaatsen. Het opnemen van het werkelijke aantal slaapplaatsen in de vergunning zelf zal bij geringe uitbreiding van een pension namelijk voor veel administratieve lasten zorgen. Een uitbreiding met bijvoorbeeld twee bedden heeft dan tot gevolg dat er een nieuwe exploitatievergunning moet worden verstrekt, terwijl de overlast niet of nauwelijks toeneemt. Aangezien de exploitatievergunning kan worden bestempeld als een ‘overlastvergunning’ is dit niet wenselijk. In de voorschriften (zie artikel 3) wordt aan een exploitant duidelijk gemaakt, op welk moment een nieuwe aanvraag om exploitatievergunning nodig is.

 

In de exploitatievergunning zullen we slechts het maximale aantal slaapplaatsen opnemen.

Artikel 2 Toetsing parkeernorm bij aanvraag exploitatievergunning pensions

De onderliggende vraag die aan dit punt ten grondslag ligt, luidt: Hoe kan parkeeroverlast rondom bestaande en ‘nieuwe’ pensions, die deels ook in de kernen zijn gevestigd, worden voorkomen? Indien het werkelijke aantal slaapplaatsen niet wordt opgenomen in het bestemmingsplan, kan ook het aantal verplichte parkeerplaatsen bij een pension daarin niet worden opgenomen. Een enkele algemene regel omtrent parkeerplaatsen onafhankelijk van het aantal slaapplaatsen is niet mogelijk, omdat in een bestemmingsplan alleen duidelijke, vaststaande normen opgenomen mogen worden. Het voorgaande heeft tot gevolg dat eventuele parkeeroverlast alleen kan worden getoetst in het kader van de exploitatievergunning, meer in het bijzonder op grond van het criterium ontoelaatbare nadelige invloed op de woon- en leefsituatie in de omgeving van het pension en de verkeersveiligheid.

 

Eind 2007 heeft er een nulmeting plaatsgevonden met betrekking tot bestaande en ‘nieuwe’ pensions. Na de nulmeting kunnen zich drie situaties voordoen. Ten eerste de situatie dat een pension nog geen exploitatievergunning heeft. De exploitant dient deze alsnog aan te vragen. Ten tweede de situatie dat de exploitant, in vergelijking met de geldende exploitatievergunning, meer slaapplaatsen heeft gecreëerd. Er dient dan een nieuwe exploitatievergunning aangevraagd te worden. In de aanvraag om een (nieuwe) exploitatievergunning dient de ondernemer wel aan te geven voor hoeveel slaapplaatsen hij een vergunning aanvraagt, al wordt dit aantal dus niet in de uiteindelijke vergunning vermeld. Tot slot kan de exploitatievergunning toereikend zijn. Op basis van het voorgaande kunnen zich bij toetsing van de vergunningaanvraag van bestaande en ‘nieuwe’ pensions de volgende situaties voordoen:

1. Een bestaand of ‘nieuw’ pension heeft geen exploitatievergunning: voor elke twee slaapplaatsen in het pension dient op eigen grond of binnen een straal van 500 meter van het pension voldoende, daartoe bij de wet aangewezen, parkeergelegenheid te zijn. Onder voldoende parkeergelegenheid wordt verstaan een verhouding van twee slaapplaatsen/één parkeerplaats.

2. Een bestaand of ‘nieuw’ pension heeft wel een exploitatievergunning, maar het werkelijke aantal slaapplaatsen komt niet overeen met het aantal in (de aanvraag van) de geldende exploitatievergunning: voor elke twee nog niet vergunde slaapplaatsen in het pension dient op eigen grond of binnen een straal van 500 meter van het pension voldoende, daartoe bij de wet aangewezen, parkeergelegenheid te zijn. Onder voldoende parkeergelegenheid wordt verstaan een verhouding van twee slaapplaatsen/één parkeerplaats. 

Voor nieuw te vestigen pensions (die volgens de Ontwikkelingsvisie horeca gemeente Schouwen-Duiveland overigens niet kunnen worden gevestigd in woonwijken) geldt dezelfde regeling als voor bestaande en ‘nieuwe’ pensions die nog geen exploitatievergunning hebben: voor elke twee slaapplaatsen in het pension dient op eigen grond of binnen een straal van 500 meter van het pension voldoende, daartoe bij de wet aangewezen, parkeergelegenheid te zijn. Onder voldoende parkeergelegenheid wordt verstaan een verhouding van twee slaapplaatsen/één parkeerplaats.

 

De verhouding van twee slaapplaatsen/één parkeerplaats is een landelijke norm. De afstand van 500 meter is redelijk. Deze afstand garandeert dat het pension snel bereikbaar is, terwijl tegelijkertijd parkeeroverlast kan worden voorkomen. Bij de wet aangewezen parkeerplaatsen zijn plaatsen met een verkeersbestemming, die zijn ingericht om voertuigen te stallen. Onder bij de wet aangewezen parkeerplaatsen vallen ook betaalde parkeerplaatsen. Verkeerstechnisch is het namelijk niet van belang of er betaald moet worden voor een parkeerplaats. Betaald parkeren is louter gebaseerd op fiscale gronden.

 

Bestaande en ‘nieuwe’ pensions die nog geen exploitatievergunning hebben, zullen in het uiterste geval één of meerdere slaapplaatsen in moeten leveren in verband met parkeeroverlast, terwijl ze soms al jaren geopend zijn. Het feit dat in al die jaren nooit een exploitatievergunning is aangevraagd, maakt het in principe mogelijk niet het werkelijke aantal slaapplaatsen te vergunnen. Een pension moet dan bijvoorbeeld terug van 18 naar 14 slaapplaatsen. Aangezien een pension reeds voor 1 augustus 2002 gevestigd dient te zijn om bestemmingsplanmatig gelegaliseerd te kunnen worden èn die pensionhouders dus al jaren zonder exploitatievergunning het pension exploiteren, zullen we waar mogelijk redelijk omgaan met de parkeernorm.

 

Pensions die reeds een exploitatievergunning hebben, maar een nieuwe exploitatievergunning moeten aanvragen, kunnen het aantal slaapplaatsen, zoals aangegeven in de geldende vergunning(aanvraag), behouden. Een uitbreiding zal ook hier worden getoetst aan de parkeernorm.

 

Bij de toetsing van het criterium woon- en leefomgeving, meer in het bijzonder de parkeernorm, kan zo nodig advies worden ingewonnen bij de politie. Dit advies is leidend, maar niet bindend.

Artikel 3 Voorschriften exploitatievergunning pensions

Om uniformiteit te garanderen is het van belang om op grond van artikel 1:4 van de Algemene plaatselijke verordening een aantal standaard voorschriften op te nemen in de exploitatievergunning. De voorschriften maken duidelijk aan welke regels de exploitant zich dient te houden en wanneer een nieuwe vergunning aangevraagd moet worden. Aangezien de exploitatievergunning een overlastvergunning is, hebben de voorschriften vrijwel allemaal tot doel overlast te voorkomen. Zoals uit de toelichting op de voorschriften blijkt, wordt een aantal voorschriften reeds aan de exploitatievergunning van pensions verbonden. In beginsel worden alle hieronder gegeven voorschriften aan de exploitatievergunning verbonden, maar in een bijzonder geval kan worden besloten meer of minder voorschriften aan de exploitatievergunning te verbinden. De voorschriften luiden als volgt:

a. Het horecabedrijf heeft het karakter van een pension.

b. U dient 24 uur per dag telefonisch bereikbaar te zijn voor de gasten in het pension en bovendien in een straal van 10 kilometer van het pension woonachtig te zijn.

c. In een pension mag aan maximaal 25 personen accommodatie worden geboden:

d. De vergunning geldt:

- zolang het horecabedrijf het karakter van pension behoudt.

- zolang de oppervlakte van het pension niet verandert.

- zolang het aantal slaapplaatsen met niet meer dan 6 toeneemt ten opzichte van het aantal genoemd in de huidige aanvraag.

e. De vergunning, of een kopie ervan, is in het pension aanwezig en wordt desgevraagd ter inzage gegeven aan de politie dan wel aan andere daartoe bevoegde toezichthouder.

f. Het is verboden binnen het pension te handelen of toe te laten dat gehandeld wordt in drugs als bedoeld in lijst 1 en 2 van de Opiumwet.

g. Bij elke uitbreiding van het aantal slaapplaatsen, ongeacht of dit er meer of minder zijn dan 6, moet in het kader van het Gebruiksbesluit een gebruiksmelding worden ingediend.

h. Indien u een terras heeft, dient dit vanaf 24:00 uur gesloten te zijn voor gasten.

i. Het is toegestaan uw terras jaarrond te exploiteren.

j. U dient zich te houden aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim).

Ad a) Een pension is een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten. Als wordt geconstateerd dat ook aan passanten maaltijden en/of dranken worden verstrekt, is het karakter van pension niet meer aanwezig.

 

Ad b) Er kan in beginsel worden volstaan met telefonische bereikbaarheid indien de pensionhouder binnen een straal van 10 kilometer van het pension woonachtig is. Met dit voorschrift willen we vooral voorkomen dat bijvoorbeeld een pensionhouder in Renesse zijn pension exploiteert, terwijl hij woonachtig is in Oosterland. Het is vaak wenselijk dat een pensionhouder in verband met overlast of calamiteiten in de directe nabijheid van zijn pension woonachtig is. In een specifiek geval, bijvoorbeeld vanwege het grote aantal slaapplaatsen of voortdurende overlast, kan alsnog worden besloten 24 uur per dag toezicht bij het pension als voorschrift aan de vergunning te verbinden.

 

Ad c) Het maximum aantal slaapplaatsen is genoemd in de Ontwikkelingsvisie horeca. Een aanvraag voor 15 slaapplaatsen betekent overigens niet dat er een exploitatievergunning wordt verstrekt voor 25 slaapplaatsen. De exploitatievergunning wordt dan verleend voor 15 slaapplaatsen. Op grond van voorschrift d. dient een vergunninghouder die 15 slaapplaatsen heeft aangevraagd bij het bereiken van 21 slaapplaatsen een nieuwe vergunning aan te vragen. Indien een exploitant meer dan 25 slaapplaatsen aanbiedt, is er sprake van een hotel. Vestiging van een hotel is slechts mogelijk indien een sterrenclassificatie wordt aangevraagd.

 

Ad d) Dit voorschrift bestaat uit drie delen. Er is bewust gekozen voor het criterium dat pas een nieuwe vergunningaanvraag gedaan hoeft te worden, indien er 6 of meer slaapplaatsen zijn bijgekomen ten opzichte van de vorige vergunningaanvraag. Uitbreiden met 6 slaapplaatsen betekent dat er volgens de norm drie parkeerplaatsen extra nodig zijn en dat heeft wellicht gevolgen voor de verkeerstoestroom, meer in het bijzonder de parkeeroverlast. Dit voorschrift wordt dus verbonden aan exploitatievergunningen die worden verstrekt na inwerkingtreding van deze beleidsregels. De vergunning wordt verleend voor het aantal in het aanvraagformulier aangegeven slaapplaatsen.

 

Ad e) Een (kopie) van een exploitatievergunning dient altijd binnen het pension aanwezig te zijn. Zo kan de politie of een toezichthoudend ambtenaar, ingeval van een vermoedelijke overtreding, de situatie ter plaatse beoordelen.

 

Ad f) Dit voorschrift strekt ertoe te voorkomen dat drugs binnen een pension worden toegelaten of verhandeld.

 

Ad g) In het kader van het Gebruiksbesluit dient elke extra slaapplaats gemeld te worden bij het bevoegd gezag door middel van een melding.

 

Ad h) Artikel 2:29, vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening geeft aan dat een terras na 24:00 uur niet meer geopend mag zijn voor bezoekers, tenzij de horecagelegenheid is gelegen in de kern van Renesse. Overigens is de burgemeester bevoegd ook een andere sluitingstijd voor het afzonderlijke terras in de terrasvergunning op te nemen. De aanvraag om een terrasvergunning wordt in de aanvraag om een exploitatievergunning meegenomen.

 

Ad i) Jaarrond openstelling van een terras is toegestaan. Indien een exploitant gebruikt maakt van een terrasoverkapping dient hij bovendien een bouwvergunning aan te vragen.

 

Ad j) In het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) is een aantal regels opgenomen dat in principe voor elk horecabedrijf geldt. Daarbij valt te denken aan voorschriften met betrekking tot geluid, afval, afvalwater, opslag van gas, geluidhinder, stankhinder, energiegebruik en brandpreventie. Het Activiteitenbesluit biedt het college de mogelijkheid nadere eisen te stellen, bijvoorbeeld met betrekking tot geluidsbegrenzing.

Artikel 4 Slotbepaling

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2010 en kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels exploitatievergunning gemeente Schouwen-Duiveland 2010”. Bij inwerkingtreding van deze beleidsregels worden de Beleidsregels exploitatievergunning pensions 2008, vastgesteld op 11 maart 2008, ingetrokken. Vergunningen die zijn verleend onder de werking van de Beleidsregels exploitatievergunning pensions 2008 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels, worden aangemerkt als vergunningen krachtens deze beleidsregels.

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 8 december 2009.

Ondertekening

De burgemeester van Schouwen-Duiveland,
 
 
G.C.G.M. Rabelink
burgemeester
 
 
Deze beleidsregels zijn bekendgemaakt op 17 december 2009.