Regeling vervallen per 01-01-2024

Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2023

Intitulé

Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2017

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, en Uden ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Overwegende dat 

de voormalige AWBZ taken die vanaf 2015 zijn gedecentraliseerd via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) hebben geleid tot regionale samenwerking tussen bovengenoemde gemeenten en de gemeenten Sint-Oedenrode en Veghel in de Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2015;

deze regeling voor twee jaar was afgesproken en op 31 december 2016 eindigt;

de gemeente Sint-Oedenrode, die alleen deelnam voor de onderdelen maatschappelijke opvang-OGGZ-verslavingszorg en beschermd wonen, heeft aangegeven de deelname te beëindigen;

na het invoeringsjaar 2015 en bestendiging in 2016 door de andere deelnemende gemeenten, behalve de gemeente Veghel, in maart 2016 het voornemen is uitgesproken de vrijwillige samenwerking op dit terrein te willen continueren;

het doel van deze samenwerking is de Wmo-taken efficiënter en effectiever in te richten;

het niet efficiënt is om ondersteuning die minder vaak voorkomt en specialistisch is lokaal te organiseren;

het om vorenstaande en navolgende redenen zo is dat een deel van de Wmo een grotere schaal vergt dan de gemeentelijke schaal;

gemeenten er (financieel) belang bij hebben om ook te kunnen beschikken over Wmo-voorzieningen die te weinig nodig zijn om ze als gemeente zelf in stand te houden;

samenwerking het mogelijk maakt voorzieningen met een kleine omvang beschikbaar te houden in de regio;

gemeenten er belang bij hebben om de aansturing van de instellingen gezamenlijk te doen, zodat deze te maken hebben met één beleid en één pakket aan voorwaarden, wat de kosten vermindert

en waardoor er meer geld beschikbaar is voor de ondersteuning;

de colleges de intentie hebben hun gemeenteraden voor te stellen hiertoe hun verordening Wmo

zoveel als mogelijk gelijkluidend vast te stellen en hun beleid op het gebied van de Wmo zoveel als

mogelijk gelijkluidend te ontwikkelen en/of op elkaar af te stemmen;

gemeenten in adequaat toezicht op naleving van de gestelde kwaliteitseisen in de Wmo voorzien door gezamenlijke organisatie van het Wmo toezicht;

door gezamenlijke inkoop de gemeenten daadkrachtig en slagvaardig invulling geven aan de uitvoering van de Wmo;

de gemeenschappelijke regeling "Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2017" erin voorziet dat de centrumgemeente ten behoeve van de gemeenten bovenlokale taken uitvoert ten behoeve van de ondersteuningstaak van gemeenten voor haar inwoners;

Gelet op 

Artikel 2.6.1 Wmo 2015, afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht, en de artikelen

1 en 8, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

B E S L U I T E N:

vast te stellen de navolgende gemeenschappelijke regeling voor de inkoop van ondersteuning in het kader van de Wmo

Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepaling

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    de regeling: de centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2017;

  • b.

    de centrumgemeente: gemeente aan wie wordt gemandateerd als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr): de gemeente Oss;

  • c.

    de gastgemeenten: de gemeenten die mandateren als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Wgr: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Mill en Sint Hubert, Sint Anthonis en Uden;

  • d.

    regio: de regio Brabant Noordoost-oost, bestaande uit drie subregio’s en 10 gemeenten;

  • e.

    subregio Maasland: de gemeenten Bernheze, Landerd en Oss;

  • f.

    subregio Land van Cuijk: de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert, en Sint Anthonis;

  • g.

    subregio Uden : de gemeenten Boekel en Uden;

  • h.

    gemeenten: de centrumgemeente en de gastgemeenten;

  • i.

    de colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de aan deze regeling deelnemende gemeenten;

  • j.

    portefeuillehoudersoverleg Wmo: bestuurlijk overleg van de wethouders Wmo van de gemeenten in de regio Brabant Noordoost-oost;

  • k.

    ondersteuning: voorzieningen in het kader van de Wmo ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, maatschappelijke opvang-OGGZ-verslavingszorg en beschermd wonen;

  • l.

    inkoop van producten: inkoop van leveringen, zaken of diensten;

  • m.

    calamiteit: calamiteit als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wmo 2015;

  • n.

    fysieke overlegtafel Wmo: op objectieve criteria door de gemeenten geselecteerde Wmo-aanbieders die deel uitmaken van het netwerk sociaal domein en die fysiek overleg plegen met de gemeenten;

  • o.

    regionaal beleidsplan Wmo: Regionaal beleidsplan Brabant Noordoost-oost “Transformatie AWBZ naar Wmo” deel 1 en deel 2;

  • p.

    Basisovereenkomst Wmo Regio Brabant Noordoost-oost: Basisovereenkomst d.d. 30-10-2013, waarbij onder meer afspraken zijn gemaakt over communicatie, overleg en besluitvorming tussen gemeenten en Wmo-aanbieders;

  • q.

    opheffingsplan: financiële afspraken tussen de deelnemende gemeenten die regelen hoe de kosten worden verdeeld als de samenwerking voor 01-01-2020 wordt opgeheven;

  • r.

    liquidatieplan: financiële afspraken tussen de deelnemende gemeenten die regelen hoe de kosten worden verdeeld als de samenwerking tussen alle deelnemende gemeenten of een beperkt aantal deelnemende gemeenten wordt beëindigd per 01-01-2020.

Hoofdstuk 2 Centrumconstructie: belangen, taken en bevoegdheden

Artikel 2 Belangen

De regeling is aangegaan met als doel het behartigen van de belangen van de gemeenten op het gebied van de doelmatige inkoop van ondersteuning in het kader van de Wmo volgens het systeem van bestuurlijk aanbesteden.

Artikel 3 Centrumgemeente

De gemeente Oss is aangewezen als centrumgemeente.

Artikel 4 Taken

De centrumgemeente wordt belast met:

  • -

    aanbesteding van ondersteuning in het kader van de Wmo, zoals omschreven in het regionaal beleidsplan Wmo, grotendeels volgens de methodiek van het bestuurlijk aanbesteden, eveneens omschreven in het regionaal beleidsplan Wmo en alle activiteiten die daarvoor noodzakelijk zijn, waaronder in ieder geval de organisatie/het uitvoeren van de overlegtafel Wmo, het opstellen van conceptcontracten en het bepalen van tarieven/budgetten per instelling (binnen het financiële kader van de regio);

  • -

    bovengenoemde aanbesteding van ondersteuning in het kader van de Wmo omvat voor 2017, 2018 en 2019 de volgende onderdelen: individuele ondersteuning, specialistische dagbesteding, kortdurend verblijf, maatschappelijke opvang-OGGZ-verslavingszorg en beschermd wonen;

  • -

    in voorkomende gevallen het aangaan van een subsidierelatie;

  • -

    het afsluiten, beheren, uitvoeren van de contracten die voortvloeien uit de aanbesteding en alle activiteiten die daarvoor noodzakelijk zijn, waaronder registratie, controle, monitoring, rapportage, contractmanagement en relatiebeheer;

  • -

    het zorgdragen voor een goede aansluiting met het lokale veld;

  • -

    het organiseren van het wettelijk toezicht Wmo.

Artikel 5 Opdracht

  • 1.

    De gastgemeenten verlenen opdracht aan de centrumgemeente tot het aangaan van overeenkomsten met Wmo-aanbieders ondersteuning.

  • 2.

    De gastgemeenten verlenen tevens opdracht aan de centrumgemeente tot het evalueren en het uitvoeren van contractdocumentbeheer en contractmanagement.

  • 3.

    De centrumgemeente verplicht zich tot het zo doelmatig mogelijk inkopen van de producten binnen de gemaakte afspraken.

  • 4.

    De centrumgemeente overlegt met het portefeuillehoudersoverleg Wmo over het programma van eisen, het contractbeheer, de inkoopstrategie en de gunningscriteria, die bij de aanbesteding gehanteerd worden.

  • 5.

    De centrumgemeente rapporteert per kwartaal of zoveel vaker als nodig op basis van afwijkend gebruik aan alle gemeenten over de stand van zaken.

  • 6.

    De centrumgemeente draagt zorg voor de archiefbescheiden conform de archiefregeling van de centrumgemeente.

Artikel 6 Bevoegdheden

  • 1.

    De colleges geven de centrumgemeente mandaat, volmacht en machtiging om binnen het in deze regeling vastgestelde kader, de in artikel 4 en 5 genoemde taken en opdracht uit te voeren, uiteraard begrensd door wetgeving, jurisprudentie en vooraf vastgestelde financiële kaders.

  • 2.

    Het college van de centrumgemeente kan de bevoegdheden in het eerste lid ondermandateren aan de medewerkers van de centrumgemeente.

Artikel 7 Kader

Met het oog op een goede uitvoering van de taken en opdracht zorgt de centrumgemeente voor 1 april voor een jaarplan Inkoop met uitgangspunten en doelstellingen voor het komende jaar. Dit jaarplan is gebaseerd op het regionaal beleidsplan Wmo en wordt aan alle colleges ter accordering voorgelegd. Als de meerderheid – op basis van de inwoneraantallen van minimaal vier gemeenten – instemt, dan is dat het kader waarbinnen de centrumgemeente mandaat heeft in de onderhandelingen. Wordt de meerderheid niet gehaald, dan vindt verder overleg plaats over de inhoud van het jaarplan Inkoop. De jaarlijkse cyclus is in bijlage b opgenomen.

Artikel 8 Overlegstructuur

De gemeenten voorzien in een overlegstructuur door middel van het portefeuillehoudersoverleg Wmo zoals beschreven in bijlage a, om te borgen dat de taken en opdracht zoals beschreven in de

artikelen 4 en 5 goed worden uitgevoerd.

Hoofdstuk 3 Financiële bepaling

Artikel 9 Kosten van de uitvoeringsorganisatie en de organisatie van het toezicht Wmo

De centrumgemeente zal de kosten van de uitvoeringsorganisatie en de organisatie van het toezicht Wmo, na advies van het portefeuillehoudersoverleg Wmo, jaarlijks door de colleges van de

gemeenten laten vaststellen via het Inkoopplan.

Hoofdstuk 4 Informatie en verantwoording

Artikel 10 Bestuurlijk overleg

  • 1.

    De portefeuillehouder Wmo van de centrumgemeente overlegt ten minste driemaal per jaar met de portefeuillehouders Wmo van de gastgemeenten in het portefeuillehoudersoverleg Wmo.

  • 2.

    De portefeuillehouders Wmo van de gemeenten komen voorts bijeen wanneer 1/3 van hen dit onder opgaaf van redenen noodzakelijk acht.

  • 3.

    Het extra bestuurlijk overleg bedoeld in het tweede lid wordt uiterlijk binnen twee weken na het verzoek van 1/3 van de portefeuillehouders belegd door de centrumgemeente.

  • 4.

    In het bestuurlijk overleg bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval gesproken over de inkoop van de producten aan de hand van voortgangsrapportages, het verloop van de samenwerking, het jaarplan Inkoop en het jaarverslag.

Artikel 11 Ambtelijk overleg/fysieke overlegtafel

  • 1.

    Er is ambtelijk overleg voorafgaand aan de fysieke overlegtafel Wmo.

  • 2.

    In het ambtelijk overleg is iedere subregio vertegenwoordigd.

  • 3.

    De portefeuillehouders Wmo van iedere subregio wijzen elk één ambtelijke vertegenwoordiger en een plaatsvervanger aan om deel te nemen aan de overlegtafel.

  • 4.

    De ambtelijke vertegenwoordiger van de subregio is verantwoordelijk voor inbreng namens de subregio en terugkoppeling naar de subregio.

Artikel 12 Informatievoorziening gastgemeenten – centrumgemeente

De gastgemeenten leveren op aanvraag van de centrumgemeente alle informatie aan die de centrumgemeente voor de uitoefening van haar taken en opdracht als bedoeld in deze regeling nodig heeft.

Artikel 13 Informatievoorziening centrumgemeente – gastgemeenten

  • 1.

    Tussentijdse bestuurlijke terugkoppeling over de uitvoering van deze centrumregeling vindt plaats via het portefeuillehoudersoverleg Wmo.

  • 2.

    De voortgangsrapportages over het verloop van het inkoopproces worden ter kennisname voorgelegd aan de colleges van de gemeenten.

  • 3.

    De centrumgemeente rapporteert zowel inhoudelijk als financieel binnen vier maanden na afloop van het jaar in een jaarverslag over de behaalde resultaten in relatie tot het jaarplan Inkoop.

  • 4.

    Het college van de centrumgemeente geeft de colleges van de gastgemeenten schriftelijk de door een of meer leden van de colleges van de gastgemeenten gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken daarvan in strijd is met de wet of het openbaar belang.

Artikel 14 Communicatie

De centrumgemeente is het aanspreekpunt voor de aanbieders van de Wmo-ondersteuning met betrekking tot alle contractuele afspraken en vraagstukken over de uitgevoerde inkoop en aanbesteding. Afspraken over individuele cliënten worden gemaakt door de betreffende gemeente.

Hoofdstuk 5 Wijziging, toetreding, uittreding, tussentijdse opheffing, en beëindiging van rechtswege

Artikel 15 Wijziging

  • 1.

    De colleges van de gemeenten kunnen aan de centrumgemeente voorstellen doen tot wijziging van de regeling.

  • 2.

    Na een positief advies van het portefeuillehoudersoverleg Wmo over het wijzigingsvoorstel doet de centrumgemeente een daartoe strekkend voorstel toekomen aan de gemeenten.

  • 3.

    Een wijziging is tot stand gekomen, wanneer alle colleges daartoe hebben besloten na daartoe verkregen toestemming van hun raden.

  • 4.

    De wijziging van de regeling treedt in werking op de dag volgend op die waarop de wijziging door de colleges van de gemeenten is bekendgemaakt, tenzij bij de gewijzigde regeling anders is bepaald.

  • 5.

    Op de wijziging van deze regeling is artikel 25 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Toetreding

  • 1.

    Andere gemeenten kunnen tot deze regeling toetreden na instemming van de colleges van alle deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De colleges van de deelnemende gemeenten besluiten over de voorgestelde toetreding na daartoe verkregen toestemming van hun raden.

  • 3.

    De deelnemende gemeenten regelen in overleg de rechten en verplichtingen die voor de toe te treden gemeente uit de regeling voortvloeien.

  • 4.

    Indien een gemeente tot de regeling wenst toe te treden, draagt deze gemeente de financiële gevolgen van deze toetreding.

  • 5.

    Op de toetreding tot deze regeling is artikel 25 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Uittreding

  • 1.

    Een gastgemeente kan uit de regeling treden door daartoe strekkend besluit van het college van die gemeente na daartoe verkregen toestemming van de betreffende raad.

  • 2.

    Een gastgemeente kan uitsluitend per 1 januari van een kalenderjaar uittreden.

  • 3.

    Het voornemen tot uittreding wordt door de gastgemeente minimaal één jaar van tevoren per aangetekende brief kenbaar gemaakt aan de centrumgemeente.

  • 4.

    Als een gastgemeente uittreedt, zal die gemeente tot 01-01-2020 de jaarlijkse uitvoeringskosten aan de centrumgemeente blijven voldoen. Daarnaast zal die gastgemeente ook via de afgesproken verdeelsleutel van de opheffings- of liquidatiebijdrage bijdragen in de werkelijke kosten. Deze kosten worden vastgesteld in een opheffings- of liquidatieplan.

  • 5.

    De uitgetreden gastgemeente is verantwoordelijk voor het regelen van de overgang van de eigen inwoners van de regionaal ingekochte voorzieningen naar elders in te kopen voorzieningen.

  • 6.

    Op de uittreding uit deze regeling is artikel 25 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Tussentijdse opheffing en beëindiging

  • 1.

    De regeling wordt tussentijds opgeheven wanneer de colleges van alle gemeenten daartoe besluiten na daartoe verkregen toestemming van hun raden.

  • 2.

    Indien de regeling tussentijds wordt opgeheven, of indien de samenwerking tussen alle of een beperkt aantal deelnemende gemeenten wordt beëindigd per 01-01-2020, regelt de centrumgemeente de financiële gevolgen daarvan respectievelijk in een opheffings-, en liquidatieplan.

  • 3.

    De centrumgemeente registreert de werkelijke kosten die zij per jaar maakt voor het te herplaatsen personeel en declareert deze bij de gastgemeenten. De verdeelsleutel van de opheffings- of liquidatiebijdrage is gelijk aan het percentage van het macrobudget Wmo per december 2015.

  • 4.

    Het is in ieders belang de opheffings- of liquidatiekosten zo laag mogelijk te houden en erwordt afgesproken dat iedere deelnemende gemeente een bijdrage levert aan het te herplaatsen personeel.

  • 5.

    De bijdrage aan de opheffings- of liquidatiekosten voor alle deelnemende gemeenten komt te vervallen als al het personeel is herplaatst.

  • 6.

    Op de tussentijdse opheffing of de beëindiging van deze regeling per 01-01-2020 is artikel 25 van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 19 Calamiteiten en geschillen

  • 1.

    De gemeenten hebben een Protocol Calamiteiten waarin de rollen van de centrumgemeente en gastgemeenten bij gelegenheid van calamiteiten zijn vastgelegd op zodanige wijze dat de gemeenten hun verantwoordelijkheid kunnen waarmaken.

  • 2.

    In geval van een geschil over de inhoud, strekking of uitvoering van deze regeling wordt eerst en vooral getracht dit op ambtelijk niveau tot een oplossing te brengen. Mocht dat niet slagen, dan wordt de kwestie aan het portefeuillehoudersoverleg Wmo voorgelegd. Als dat niet leidt tot een oplossing, wordt het geschil voorgelegd aan de bevoegde rechter.

Artikel 20 Aansprakelijkheid centrumgemeente

De aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming bij de uitvoering van de in deze regeling opgenomen taken, wordt beperkt tot het bedrag dat de centrumgemeente voor haar werkzaamheden heeft ontvangen, tenzij haar grove schuld of opzet kan worden verweten.

Artikel 21 Aansprakelijkheid gemeenten

Elke gemeente is individueel aansprakelijk voor alle schade veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming van de betreffende gemeente.

Artikel 22 Evaluatie

  • 1.

    Deze regeling en de uitvoering daarvan wordt in het eerste kwartaal van 2018 geëvalueerd.

  • 2.

    Het portefeuillehouders overleg Wmo kan verzoeken om een tussentijdse evaluatie.

  • 3.

    De evaluatie vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het portefeuillehoudersoverleg Wmo.

  • 4.

    De evaluatie resulteert in een evaluatieverslag dat wordt aangeboden aan de colleges van de gemeenten.

  • 5.

    De colleges van de gemeenten brengen het evaluatieverslag zoals bedoeld in het eerste lid en hun zienswijzen daarbij onder de aandacht van hun gemeenteraden.

Artikel 23 Inwerkingtreding en duur van de regeling

  • 1.

    De regeling treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    De regeling wordt aangegaan voor de duur van drie jaren.

  • 3.

    De uitvoeringskosten van de centrumgemeente en de kosten van het toezicht worden in 2017, 2018 en 2019 ten laste van de deelnemende gemeenten gebracht.

  • 4.

    De gemeenten beslissen uiterlijk maart 2019 of de gezamenlijke inkoop in 2020 en volgende jaren wordt voortgezet en voor welk deel van de Wmo dat gebeurt.

Artikel 24 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treedt de centrumgemeente en de betreffende gastgemeente(n) in overleg. Dit wordt gemeld en/of geagendeerd tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van het portefeuillehoudersoverleg Wmo.

Artikel 25 Bekendmaking en toezending

  • 1.

    De colleges van de gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor de bekendmaking van deze regeling en nemen deze regeling terstond op in het door hen bij te houden register als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2.

    Het college van de centrumgemeente draagt er zorg voor dat de regeling aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant wordt toegezonden.

Artikel 26 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2017.

Aldus vastgesteld door

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernheze d.d.

Namens de gemeente Bernheze

… , wethouder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel d.d.

Namens de gemeente Boekel

…., wethouder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer d.d.

Namens de gemeente Boxmeer

…, wethouder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cuijk d.d.

Namens de gemeente Cuijk

…., wethouder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grave d.d.

Namens de gemeente Grave

…., wethouder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en Sint Hubert d.d.

Namens de gemeente Mill en Sint Hubert

…, wethouder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd d.d.

Namens de gemeente Landerd

…, wethouder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss d.d.

Namens de gemeente Oss

…, wethouder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint Anthonis d.d.

Namens de gemeente Sint Anthonis

…, wethouder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden d.d.

Namens de gemeente Uden

…, wethouder

Bijlage A bij regeling centrumgemeente: continuering van de overlegstructuur

De centrumgemeente voert overleg met de gastgemeenten over de voortgang en te nemen besluiten. We sluiten daarbij aan bij bestaande overleggen.

Bestuurlijk overleg

We kennen het regionaal POHO Transitie AWBZ Brabant Noordoost-oost waar de portefeuillehouders Wmo van de 10 gemeenten bijeenkomen voor (tot nu toe) beleidsmatige afstemming. Dit portefeuillehoudersoverleg blijft ook het bestuurlijk platform voor de centrumgemeente. Zo is gemakkelijk een verbinding te leggen tussen de werkzaamheden van de centrumgemeente en Wmo beleid in de regio.

Het portefeuillehoudersoverleg Wmo komt minimaal 3 keer per jaar bij elkaar, of vaker als gemeenten dat nodig vinden.

Het portefeuillehoudersoverleg Wmo bespreekt het jaarplan Inkoop en jaarverslag (zie bijlage 2 over de jaarlijkse cyclus) alvorens dit door de centrumgemeente aan alle deelnemende gemeente ter vaststelling wordt toegezonden.

Taken van het portefeuillehoudersoverleg Wmo zijn:

  • -

    bespreken regionaal beleid (is ook al huidige taak)

  • -

    advies over taken centrumgemeente, input leveren

  • -

    adviseren over voorstellen die naar de colleges gaan m.b.t. regionale taken Wmo

  • -

    bespreken en evalueren centrumgemeenteconstructie; adviseren over voorstellen voor aanpassing (ter besluitvorming aan colleges/raden)

Ambtelijk overleg ter voorbereiding van het portefeuillehoudersoverleg Wmo

Het portefeuillehoudersoverleg Wmo wordt door de centrumgemeente voorbereid met alle gemeenten. Dat gebeurt in een regionaal ambtelijk overleg (RAO) waarin alle deelnemende gemeenten zijn vertegenwoordigd. De agenda van het overleg wordt voorbereid door het transformatieteam. Dit team bestaat uit een ambtelijke vertegenwoordiging uit de 3 subregio’s. De leden van het transformatieteam vertegenwoordigen ook de ambtenaren van de deelnemende gemeenten in het portefeuillehoudersoverleg Wmo. Dit ambtelijk overleg komt eveneens minimaal drie keer per jaar bij elkaar, maar zo nodig vaker. In dit ambtelijk overleg vindt ook bespreking plaats van de periodieke rapportage door de centrumgemeente over de monitoring van de uitvoering van de contracten.

Ambtelijke betrokkenheid bij de overlegtafel

In het bestuurlijk aanbesteden waarvoor is gekozen is er maandelijks overleg met een vertegenwoordiging van de aanbieders (de overlegtafel). In dit overleg zijn de gemeenten vertegenwoordigd middels een ambtelijke vertegenwoordiger per subregio. Deze ambtelijke vertegenwoordigers zijn eveneens betrokken bij de voorbereiding van de overlegtafels. In deze voorbereiding wordt de agenda voor het overleg bepaald en spreken gemeenten af welke koers ze kiezen m.b.t. de verschillende agendapunten.

Samenvattend:

Er ontstaan twee cycli in het intergemeentelijk overleg:

  • -

    een bestuurlijke cyclus (met ambtelijke voorbereiding) met minimaal drie bijeenkomsten per jaar, waarin de jaardoelen worden bepaald en verantwoording plaatsvindt;

  • -

    een ambtelijke cyclus rond de overlegtafel waarin gewerkt wordt aan realisatie van de vastgestelde doelen.

In bijlage B. is geschetst hoe de jaarlijkse cyclus inhoudelijk opgebouwd wordt / kan worden.

Bijlage B bij regeling centrumgemeente: de jaarlijkse cyclus

Dit voorstel is erop gericht dat gemeenten (colleges en raden) invloed kunnen hebben op de regionale besluitvorming en tegelijkertijd aanbieders tijdig weten waar ze voor het komende kalenderjaar aan toe zijn. Hiervoor is aangesloten bij de planning van de bestaande gemeenschappelijke regelingen, waarbij gemeenten na de zomer beslissen over de opdracht en het budget van het komende jaar. Wel van belang is om te onderkennen dat gemeenten in dit voorstel vooruitlopend op de eigen begroting al voor de zomer de verdeling van dit budget vaststellen (welk deel gaat naar de regionale inkoop, welk deel wordt bestemd voor lokale uitgaven voor bijvoorbeeld de basisteams en op termijn inkoop van de flexibele schil).

Kader

Het kader waarbinnen de centrumgemeente werkt wordt bepaald in het regionale beleid. Voor 2017 ligt dat beleid vast in het regionale beleidsplan. Door de beleidsvorming c.q. de besluitvorming over een kader voor de inkoop niet in de centrumregeling op te nemen of anderszins te formaliseren, blijft er optimale (lokale) ruimte voor lokaal beleid én voor de keuzes t.a.v. de grens tussen lokaal en regionaal beleid.

Andere gemeenschappelijke regelingen

Er is regionaal een afspraak gemaakt over de jaarlijkse besluitvorming m.b.t. gemeenschappelijke regelingen. Daarbij wordt in maart een kadernota voorgelegd en in april een jaarplan Inkoop + begroting. Deze regeling wijkt af in die zin dat het kader (de kadernota) niet binnen de gemeenschappelijke regeling wordt opgesteld maar tot stand komt via het portefeuillehoudersoverleg Wmo en lokale besluitvorming. In dit proces is dus een stap minder te zetten en gaan we uit van jaarplan Inkoop en jaarverslag als officiële documenten aan de hand waarvan de gemeenten besluiten nemen over de regeling.

Jaarplan Inkoop en jaarverslag

Uitgangspunt is dat de centrumgemeente in overleg met de regio een jaarplan Inkoop opstelt, waarover vervolgens de afzonderlijke colleges en waar nodig gemeenteraden kunnen beslissen. Het jaarplan Inkoop is een uitwerking van het regionaal bepaalde beleid en als zodanig feitelijk een deel van het uitvoeringsprogramma in de regio, namelijk de uitvoering van de inkoop.

Het jaarplan Inkoop bevat in ieder geval:

  • -

    de uitgangspunten voor de inkoop van ondersteuning, gebaseerd op het functioneel ontwerp

  • -

    de te bereiken resultaten

  • -

    een begroting (budgetten voor aanbieders + uitvoeringskosten van de centrumgemeente)

  • -

    een verdeling van de kosten over de deelnemende gemeenten, gebaseerd op de afspraken.

Na afloop van het kalenderjaar doet de centrumgemeente verslag van de bereikte resultaten in het jaarverslag.

Het jaarverslag bevat in ieder geval:

  • -

    de cijfers t.a.v. het gebruik van Wmo ondersteuning conform de af te spreken monitor, waaronder ook de cijfers m.b.t. het gebruik per gemeente

  • -

    gegevens m.b.t. cliënttevredenheid

  • -

    de financiële verantwoording, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de kosten van inkoop (budgetten van aanbieders) en de uitvoeringskosten van de centrumgemeente zelf

  • -

    een voorstel voor afrekening per gemeente

N.B. Naast de jaarlijkse verantwoording is ook tussentijdse informatie nodig over voortgang en resultaten. Met aanbieders wordt afgesproken dat een aantal kerncijfers beschikbaar komen ( aantal cliënten, aard van de verleende hulp enz.). We maken afspraken over bespreking van deze informatie in het ambtelijk overleg.

Jaarlijkse cyclus

In onderstaande tabel is een voorstel opgenomen voor de jaarlijkse cyclus, waarbij onderscheid is gemaakt tussen regionale en lokale activiteiten. In de regionale kolom vindt u acties van de centrumgemeente en het portefeuillehoudersoverleg Wmo. Ambtelijk overleg is niet opgenomen, maar maakt uiteraard wel deel uit van de cyclus. Ambtenaren uit de regio zijn in deze cyclus met name betrokken bij het opstellen van stukken en het voorbereiden van de portefeuillehoudersoverleggen. Daarnaast hebben aanbieders de mogelijkheid om inbreng te leveren via de (maandelijkse) overlegtafel.

Noot: deze planning is nog niet getoetst bij instellingen. Wanneer zij meer tijd nodig hebben om de jaargegevens over te leggen moet de planning worden aangepast.

Regio

lokaal

Maart

Opstellen jaarverslag en jaarplan Inkoop door centrumgemeente (verder: CG)

Opstellen jaarplan iom de regio

Regiogemeenten leveren input voor jaarplan Inkoop

April

Bespreking jaarverslag en jaarplan Inkoop in portefeuillehoudersoverleg Wmo, waarna eventueel aanpassing

April

College CG stelt jaarplan Inkoop vast en legt het voor aan colleges in de regio

Juni

Lokale colleges besluiten over het jaarplan Inkoop

Optie 1: en leggen het voor aan de gemeenteraad

Optie 2: verwerken doelen + consequenties in hun kadernota/voorjaarsnota, inclusief voorstel m.b.t. financiering regionaal deel

Bij instemming meerderheid gemeenten (voorstel: op basis van inwoneraantal) is jaarplan Inkoop vastgesteld en voert CG het uit

Nota-toelichting

Bij Artikel 4. Taken: omschrijvingen ondersteuningsvormen/onderdelen aanbesteding

1.Individuele ondersteuning

Onder individuele ondersteuning wordt verstaan: alle professionele activiteiten gericht op het helpen van individuele cliënten en hun directe omgeving bij het vergroten/behouden van zelfredzaamheid en/of participatie. De ondersteuning is een maatwerkvoorziening. Indien inzet van de omgeving (bijvoorbeeld de mantelzorger, school, vereniging) ook effectief en/of efficiënt is, of de eigen kracht meer bevordert, maakt dit onderdeel uit van het totale plan van aanpak.

2.Gespecialiseerde dagbesteding

Onder gespecialiseerde dagbesteding wordt verstaan: alle professionele activiteiten die in groepsverband worden geleverd en die gericht zijn op het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt en/of zijn directe omgeving, en waar probleem-specifieke deskundigheid noodzakelijk is.

Ook in de 0e en 1e lijn wordt (in de vorm van een algemene voorziening) dagbesteding met ditzelfde doel georganiseerd. Inzet van die activiteiten gaat voor op gespecialiseerde dagbesteding. Inzet van gespecialiseerde dagbesteding is gericht op de toeleiding naar activiteiten in de 0e en 1e lijn, tenzij in de verleningsbeschikking is aangegeven dat langdurig gespecialiseerde dagbesteding noodzakelijk is.

3.Kortdurend verblijf

Onder kortdurend verblijf wordt verstaan: een verblijf van maximaal drie etmalen voor burgers die probleem-specifieke begeleiding nodig hebben. Het doel is om de taak van mantelzorgers te verlichten, de vaardigheden van de cliënt en zijn directe omgeving te vergroten en het mogelijk te maken om langer in de eigen thuissituatie te blijven wonen.

4.Beschermd Wonen

Onder beschermd Wonen wordt verstaan: het wonen in een instelling met bijbehorend toezicht en begeleiding. Deze begeleiding is gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing en maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de burger of anderen. Beschermd Wonen is bestemd voor mensen met blijvende of langdurige psychische aandoening, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

5.Maatschappelijke opvang-OGGZ-verslavingszorg

Maatschappelijke opvang is het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door één of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

Openbare geestelijke gezondheidszorg is het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg.

Verslavingsbeleid is maatschappelijke ondersteuning en/of zorg gericht op verslaafden, alle individuele geneeskundige verslavingszorg daaronder niet begrepen, en preventie van verslavingsproblemen, met inbegrip van activiteiten in het kader van de bestrijding van overlast door verslaving.

Verdeelsleutel is het budget zoals in de december circulaire 2015 is vastgesteld.

Inwoneraantal per gemeente per 1-1-2016

Gemeente

Inwonersaantal per 01-01-2016 (bron: CBS)

Oss

90.015

Bernheze

29.888

Boekel

10.253

Boxmeer

28.145

Cuijk

24.780

Grave

12.639

Landerd

15.314

Mill en St. Hubert

10.800

St. Anthonis

11.591

Uden

41.248

Totaal

274.673