Regeling vervallen per 09-12-2010

Verordening op het raadgevend correctief en het raadplegend referendum

Geldend van 01-03-2004 t/m 08-12-2010

Intitulé

Verordening op het raadgevend correctief en het raadplegend referendum

Verordening op het raadgevend correctief en het raadplegend referendum

Hoofdstuk 1 Bepalingen met betrekking tot het raadgevend correctief referendum

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Tijdelijke referendumwet;

  • b.

    de raad: de raad van de gemeente Sluis;

  • c.

    een referendum: een raadgevend correctief referendum als bedoeld in de wet over de in artikel 8 van de wet genoemde besluiten van de raad;

  • d.

    referendabele besluiten: de wet bepaalt welke besluiten referendabel zijn.

Artikel 1.2 Uitzonderingen

Een referendum kan niet worden gehouden over:

a.een besluit van de raad inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend betrekking heeft op:

1 de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

2 de gemeentelijke belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

  • b.

    een besluit van de raad, als bedoeld in artikel 155, eerste lid, van de Gemeentewet;

  • c.

    een besluit van de raad, als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, 51, eerste en derde lid, 61, eerste en derde lid, 73, eerste en derde lid en 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 1.3 Budget

De raad stelt na de vaststelling dat een referendum zal worden gehouden als bedoeld in artikel 105 van de wet, budget ter beschikking voor de voorlichting en de organisatie van een referendum.

HOOFDSTUK 2 Bepalingen met betrekking tot het raadplegend referendumHoofdstuk

Artikel 2.1 Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Tijdelijke referendumwet;

  • b.

    de raad: de raad van de gemeente Sluis;

  • c.

    het college: het college van de gemeente Sluis;

  • d.

    een kiesgerechtigde: degene die op de dag van de stemming over het referendum de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en op de drieenveertigste dag voor die datum ingezetene is van de gemeente Sluis en kiesgerechtigd is overeenkomstig artikel B3 van de Kieswet;

  • e.

    een concept-raadsbesluit: een aan de raad ter besluitvorming voorgelegd voorstel;

  • f.

    een referendum: een raadplegend referendum: een referendum waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een concept-raadsbesluit.

Artikel 2.2 Toepassingsgebied

  • a.

    Een referendum wordt gehouden onder de kiesgerechtigden van het hele grondgebied van de gemeente Sluis;

  • b.

    een referendum kan worden gehouden tegelijk met een in de gemeente te houden verkiezing.

Artikel 2.3 Beslissing van de raad

  • a.

    De raad beslist of een referendum wordt gehouden;

  • b.

    Indien de raad beslist dat een referendum wordt gehouden, bepaalt hij tevens het onderwerp en de vraagstelling waarover het oordeel van de kiezers wordt gevraagd, alsmede de datum waarop het referendum wordt gehouden.

Artikel 2.4 Uitzonderingen

Een referendum kan niet worden gehouden over:

  • a.

    besluiten van de raad als beroepsorgaan en besluiten tot het voeren van rechtsgedingen;

  • b.

    besluiten over individuele kwesties, zoals ontslagen;

  • c.

    besluiten over rechtspositionele regelingen;

  • d.

    de vaststelling van de begroting en de jaarrekening van de gemeente;

  • e.

    de vaststelling van gemeentelijke tarieven en belastingen;

  • f.

    onderwerpen waarbij naar het oordeel van de raad het belang van het referendum niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving;

  • g.

    onderwerpen die naar het oordeel van de raad hun grondslag vinden in een eerder genomen besluit waarover een referendum is gehouden;

  • h.

    onderwerpen ten aanzien waarvan naar het oordeel van de raad andere dringende redenen bestaan om geen referendum te houden.

Artikel 2.5 Openbare bekendmaking en voorlichting

  • a.

    Het college draagt zorg voor bekendmaking op de gebruikelijke wijze van de besluiten van de raad in het kader van dit hoofdstuk;

  • b.

    ter uitvoering van een besluit tot het houden van een referendum, alsmede het onderwerp, de vraagstelling en de datum van het referendum, draagt het college zorg voor voldoende en evenwichtige voorlichting aan de burgers.

Artikel 2.6 Organisatie

Artikel 2.6 Organisatie

  • a.

    Het college is belast met de voorbereiding en de uitvoering van het referendum;

  • b.

    de organisatie geschiedt zo veel mogelijk op overeenkomstige wijze als ten aanzien van de verkiezing van de raad gebruikelijk is;

  • c.

    het college is bevoegd nadere regels te stellen die nodig zijn voor een goed verloop van het referendum;

  • d.

    de kiesgerechtigden worden in de gelegenheid gesteld met voor of tegen op de vraagstelling te antwoorden.

Artikel 2.7 Geldigheid en uitslag

  • a.

    Het referendum wordt als geldig beschouwd indien tenminste 30% van de kiesgerechtigden hun stem heeft uitgebracht;

  • b.

    de uitslag van het referendum wordt bepaald door de meerderheid (gewone meerderheid = 50% + 1) van de uitgebrachte stemmen.

Artikel 2.8 Raadsbesluit na raadplegend referendum

In de eerstvolgende vergadering van de raad na een geldig referendum neemt de raad een besluit over de vraag of en de wijze waarop de uitslag van het referendum wordt verwerkt in het gemeentelijk beleid.

Artikel 2.9 Strafbepaling

De strafbepalingen zijn overeenkomstig het bepaalde hierover in de Tijdelijke referendumwet.

Artikel 2.10 Onvoorziene gevallen

In gevallen op het gebied van de uitvoering, waarin in dit hoofdstuk niet wordt voorzien, beslist het college.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2004.

Artikel 3.2 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Algemene referendumverordening gemeente Sluis 2004.