Nadere regels voor het hebben van terrassen 2013

Geldend van 01-03-2013 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voor het hebben van terrassen 2013

De burgemeester van de gemeente Steenwijkerland;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen met betrekking tot het hebben van een terras als bedoeld in artikel 2:10 en 2:28a van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Steenwijkerland 2009;

gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikelen 2:10 en 2:28a van de Algemene plaatselijke verordening Steenwijkerland 2009;

besluit:

vast te stellen de navolgende “Nadere regels voor het hebben van terrassen 2013” (hierna Nadere regels):

Nadere regels voor het hebben van terrassen 2013.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze Nadere regels wordt verstaan onder:

  • 1. Inrichting; elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.

  • 2. Terras; een buiten de besloten ruimte van een (horeca-)inrichting gelegen deel van die inrichting waar zit- en/of stagelegenheid kan worden geboden en waar tegen betaling dranken kunnen worden geschonken of spijzen kunnen worden verstrekt voor directe consumptie.

Artikel 2 Locatie terras

  • 1. Afhankelijk van de ligging van de inrichting en het bepaalde in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) of het bepaalde in de Milieuvergunning, mag een terras alleen direct grenzend aan de voor-, zij- en/of achtergevel van de eigen inrichting worden ingenomen.

  • 2. Wanneer een terras op eigen terrein is gelegen mag van het eerste lid van dit artikel, met uitzondering van het bepaalde in het Activiteitenbesluit, worden afgeweken.

  • 3. Op openbare pleinen mag alleen terras worden ingenomen door horeca-inrichtingen. Het terras moet direct voor de horeca-inrichting gesitueerd zijn. Het bepaalde in artikel 3 en 4 van de Nadere regels is ook van toepassing op deze terrassen. Voor overige inrichtingen, wanneer deze gelegen zijn aan openbare pleinen, geldt dat alleen terras mag worden ingenomen direct aan de gevel.

Artikel 3 Maximale omvang van het terras

  • 1. Een terras mag niet breder zijn dan de gevel van de inrichting, waartoe het terras behoort.

  • 2. Ten aanzien van de diepte van het terras geldt dat:

      • a.

        in straten die als voetgangersgebied zijn ingericht tot aan de in de straat aanwezige afwateringslijn (zwarte band) het terras mag worden geplaatst;

      • b.

        in straten die als voetgangersgebied zijn ingericht zonder dat er een afwateringslijn (zwarte band) is gemarkeerd, te allen tijde een vrije doorgangsruimte van 3,50 meter beschikbaar moet blijven;

      • c.

        in straten met een rijbaan en trottoirs, alleen een terras mag worden geplaatst, als op het trottoir een vrije doorgang van minimaal 1,50 meter voor voetgangers overblijft;

      • d.

        deze voor terrassen op openbare pleinen niet meer dan 5 meter mag bedragen.

  • 3. Dit artikel is niet van toepassing op terrassen gelegen op eigen terrein.

Artikel 4 Terrasseizoen en sluitingstijd

  • 1. Het terrasseizoen is het gehele jaar geopend.

  • 2. Voor een bij een horeca-inrichting behorend terras geldt de volgende sluitingstijden:

    • -

      op zondag en maandag tussen 0.00 en 09.00 uur;

    • -

      van dinsdag tot en met zaterdag tussen 01.00 en 09.00 uur.

  • 3. Voor een bij een logiesbedrijf behorend terras gelden de volgende sluitingstijden:

    • -

      op zondag en maandag tussen 0.00 en 06.00 uur;

    • -

      van dinsdag tot en met zaterdag tussen 01.00 en 06.00 uur.

  • 4. Wanneer muziekoptredens, evenementen en dergelijke in de openbare ruimte in de kern waarin het terras is gelegen worden georganiseerd, mag het terras bij wijze van uitzondering tot uiterlijk het einde van de muziekoptredens, evenementen en dergelijke in gebruik zijn.

  • 5. Voor terrassen, als nevenactiviteit gehouden bij winkels in de zin van de Winkeltijdenwet, gelden dezelfde sluitingstijden als voor de winkel.

  • 6. Voor terrassen op openbare grond geldt dat:

    • a.

      bij evenementen geen terras mag worden ingenomen indien er sprake is van een afgesloten evenementen terrein, tenzij na overleg met de organisatie van het betreffende evenement is overeengekomen dat beperkt of volledig terras mag worden ingenomen;

    • b.

      bij evenementen geen terras mag worden ingenomen indien er geen sprake is van een afgesloten evenemententerrein en de openbare ruimte waar zich normaliter het terras bevindt, nodig is voor activiteiten behorende bij het evenement.

    • c.

      tijdens de diverse zaterdagmarkten, alleen terras mag worden ingenomen, indien na overleg met de marktmeester blijkt dat dit gebruik met deze markten te combineren is.

Artikel 5 Schoonhouden terras en directe omgeving

  • 1. De exploitant van een inrichting waar een terras wordt ingenomen, moet het terras en de directe omgeving van het terras, gedurende de tijden dat van het terras gebruik wordt gemaakt, in een nette staat houden.

  • 2. Afval moet regelmatig, in ieder geval na sluiting van het terras aan het einde van iedere dag, worden verwijderd van het terras en de directe omgeving.

Artikel 6 Terrasmeubilair

  • 1. Terrasmeubilair is toegestaan mits:

    • a.

      het niet (nagel)vast aan de grond wordt bevestigd;

    • b.

      derden geen hinder van het meubilair ondervinden;

    • c.

      het meubilair geen belemmering vormt voor het schoonmaken en –houden van de openbare ruimte;

    • d.

      het geplaatst wordt binnen de grenzen van het betreffende terras en het de grenzen daarvan niet overschrijdt;

    • e.

      in beschermde stads- en dorpsgezichten het terrasmeubilair (inclusief windschermen en parasols) effen en gedekt van kleur is;

    • f.

      een omgevingsvergunning is verleend wanneer daarvoor vergunningplicht bestaat.

  • 2. Voor windschermen geldt daarnaast dat:

    • a.

      deze wel (nagel)vast aan de grond mogen worden bevestigd indien daarvoor een omgevingsvergunning is verleend;

    • b.

      deze ondanks (nagel)vaste bevestiging makkelijk verwijderbaar moeten zijn;

    • c.

      deze uitsluitend aan de zijkanten van een gevelterras mogen worden geplaatst, met inachtneming van de volgende bepalingen:

      • i.

        de totale lengte van de windschermen per zijkant mag niet meer bedragen dan de diepte van het terras met een maximum van 5 meter gemeten vanaf de gevel;

      • ii.

        de hoogte van een windscherm mag maximaal 1,50 meter zijn.

    • d.

      deze tot een hoogte van maximaal 1 meter, gerekend vanaf de grond, gemaakt mogen zijn van (on)doorzichtig materiaal; daarboven moet het windscherm uit transparant (onbreekbaar) materiaal bestaan.

  • 3. Voor parasols geldt daarnaast dat:

    • a.

      deze wel (nagel)vast aan de grond mogen worden bevestigd indien daarvoor een omgevingsvergunning is verleend;

    • b.

      deze ondanks (nagel)vaste bevestiging makkelijk verwijderbaar moeten zijn;

    • c.

      deze gemaakt zijn van tentdoek of vergelijkbaar materiaal;

    • d.

      de onderkant van de volant minimaal 2,10 meter boven de grond hangt;

    • e.

      de parasol niet groter is dan het terras.

Artikel 7 Opslag terrasmeubilair

  • 1. Het gehele terrasmeubilair moet vanuit een oogpunt van brandveiligheid inpandig worden opgeslagen. Wanneer inpandige opslag niet mogelijk is en de verkeersveiligheid zich hiertegen niet verzet, mag het terrasmeubilair binnen een afstand van maximaal 1 meter vanaf de gevel worden opeengestapeld, mits een en ander in verband met vandalisme deugdelijk met kettingen wordt bevestigd. Het opstapelen moet op zodanige wijze plaatsvinden dat na sluiting van het terras op geen enkele wijze gebruik kan worden gemaakt van het meubilair.

Artikel 8 Geluidsoverlast, overlast en hinder

De exploitant van een terras dient geluidshinder te voorkomen dan wel voor zover dat mogelijk is tot een aanvaardbaar niveau te beperken.

Artikel 9 Aansprakelijkheid exploitant

  • 1. De exploitant moet de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen, dat de gemeente en derden ten gevolge van het plaatsen en/of de aanwezigheid van het terras en terrasmeubilair schade lijden.

  • 2. Eventuele schade aan eigendommen van gemeente en/of derden moet op eerste aanzegging, binnen de daarbij te stellen termijn, door de exploitant worden vergoed.

Artikel 10 Toezicht en Handhaving

  • 1. Met het toezicht op naleving van deze Nadere regels zijn de daartoe aangewezen ambtenaren belast.

  • 2. Bij geconstateerde overtredingen van deze Nadere regels is het horecasanctiebeleid van toepassing.

Artikel 11 Citeertitel

Deze Nadere regels kunnen worden aangehaald als “Nadere regels voor het hebben van terrassen 2013”.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze Nadere regels treden in werking op 1 maart 2013. Tegelijkertijd vervalt “ Nadere regels voor het hebben van terrassen 2009”.

Steenwijk, 10 december 2012.

De burgemeester van Steenwijkerland,

M.A.J. van der Tas

Toelichting op de Nadere regels voor het hebben van terrassen – 2013.

Inleiding

In deze “Toelichting op de Nadere regels voor het hebben van terrassen – 2013” (hierna Nadere regels) wordt waar nodig per artikel een toelichting gegeven.

Algemene plaatselijke verordening

Artikel 2:10

Uit artikel 2:10 blijkt dat het verboden is voorwerpen op, aan of boven de weg of andere openbare plaats te plaatsen. Terrassen vallen hier ook onder. In artikel 2:10 lid 2 is opgenomen dat het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare orde of ter bescherming van de woon- en leefomgeving nadere regels kan stellen ten aanzien van terrassen.

Artikel 2:28a Apv

Artikel 2:28a lid 1 geeft aan dat het verboden is zonder vergunning van de burgemeester een terras in te nemen. In lid 2 is opgenomen dat de burgemeester in het belang van de bruikbaarheid en het aanzien van een openbare plaats, de openbare orde of de bescherming van de woon- en leefomgeving, nadere regels kan stellen ten aanzien van terrassen. In lid 3 is geregeld dat geen vergunning is vereist indien wordt voldaan aan de in de nadere regels opgenomen criteria voor terrassen.

Er wordt in artikel 2:28a geen onderscheid (meer) gemaakt tussen terrassen bij horeca-inrichtingen en ‘gewone’ winkels (de andere inrichtingen). Reden voor het vervallen van dit onderscheid is onder andere het ontstaan van mengvormen van winkel- en horecafunctie. Bijvoorbeeld een slager, bakker en viswinkel waarvan de exploitant de klant de gelegenheid wil bieden ter plaatse iets te eten en drinken. In de Nadere regels is qua locatie van het terras nog wel onderscheid gemaakt tussen horeca-inrichtingen en overige inrichtingen.

Een vergunning is niet nodig, wanneer wordt voldaan aan de criteria die zijn neergelegd in de Nadere regels. Dit leidt ertoe dat er bijna geen terrasvergunningen meer worden verleend. Als er af wordt geweken van de Nadere regels, is dat reden om handhavend op te treden. Wanneer de exploitant toch een terras wil innemen waarbij niet kan worden voldaan aan de criteria die gelden voor een vergunningsvrij terras, kan hij/zij daartoe een aanvraag indienen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1 wordt de definitie van terras en inrichting gegeven. Bij de terrasdefinitie is aansluiting gezocht bij de Apv.

Voor de definitie van inrichting is aansluiting gezocht bij de Wet milieubeheer. Hierdoor wordt mede aangegeven dat het hebben van een terras een bedrijfsmatige activiteit is.

Artikel 2 en 3

In artikel 2 wordt aangegeven hoe een terras mag worden gesitueerd ten opzichte van de inrichting. In artikel 3 wordt aangegeven wat de maximale omvang van het terras mag zijn.

De locatie van terrassen is voornamelijk van belang wanneer deze op of nabij de weg worden ingenomen. Er moet voorkomen worden dat er (verkeers-)hinder of onveilige situaties ontstaan omdat terrassen uitwaaieren of er te weinig ruimte overblijft voor passerend verkeer. Richtlijn is dat terrassen bij inrichtingen op of aan een weg, al dan niet met trottoir, aan de gevel geplaatst moeten worden.

Uitzondering vormen de openbare pleinen zoals bijvoorbeeld de Markt in Steenwijk en het Sasplein in Kuinre. Hier mag terras worden ingenomen door horeca-inrichtingen die aan die pleinen gevestigd zijn. Andere inrichtingen die aan deze pleinen zijn gevestigd mogen geen terras op het plein innemen maar alleen aan de gevel, zolang aan de Nadere regels wordt voldaan.

Wanneer terras op eigen terrein ingenomen wordt, is en blijft de exploitant verantwoordelijk voor de veiligheid. De exploitant kan door toezichthouders en politie worden aangesproken op eventuele onveilige situaties en zal deze op moeten heffen.

Het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) kan van toepassing zijn op terrassen (art. 2.17 e.v.). Ook kan het terras onderdeel uitmaken van een Milieuvergunning.

In aanvulling op de locatie van terrassen dient artikel 3 ertoe om onveilige situaties te voorkomen en doorgang voor passanten en hulpdiensten te garanderen.

Net zoals eerder het geval was, is het ook nu niet toegestaan terras in te nemen voor de gevel van een naastgelegen pand dat niet tot de inrichting behoort.

Artikel 4

In artikel 4 wordt aangegeven wanneer een terras geplaatst mag worden en wat de openingstijden hiervan mogen zijn.

Zou bij het bepalen van de sluitingstijden de methodiek van de Wet milieubeheer worden

gehanteerd, waarbij de nachtperiode ingaat om 23.00 uur, dan zou dit voor de terrassen

betekenen dat deze om 23.00 uur moeten sluiten. In alle gevallen betekent dit een vooralsnog ongewenste beperking van de openingstijden voor terrassen. De huidige openingstijden zijn tevens tot stand gekomen na het invoeren van het rookverbod.

Op dagen, ook doordeweekse dagen, dat er evenementen plaatsvinden, mogen terrassen, in die kern waar het evenement plaats vindt, geopend zijn tot het eind van het evenement. De beperking is dat voor terrassen geldt dat evenementen voorrang hebben op het gebruik van de openbare ruimte (gemeentegrond). Zo is geregeld dat bij evenementen geen terras mag worden ingenomen indien er sprake is van een afgesloten evenementen terrein, tenzij na overleg met de organisatie van het betreffende evenement is overeengekomen dat beperkt of volledig terras mag worden ingenomen. Dit overleg geldt alleen voor die terrassen die direct grenzen aan of gelegen zijn op de locatie waar het evenement wordt gehouden. Uiteraard geldt dat de omvang van het terras niet de in de Nadere regels gestelde maxima mag overschrijden. Er is sprake van een afgesloten evenemententerrein indien de toegang tot het terrein verkregen wordt door het passeren van een fysieke afsluiting zoal bijv. hekken een kassa of andere vormen van toezichtscontrole.

Indien er geen sprake is van een afgesloten evenemententerrein, dient de organisator rekening te houden met de in de openbare ruimte aanwezige reguliere terrassen. Indien uit de aanvraag voor een evenementenvergunning blijkt dat de openbare ruimte echt nodig is voor activiteiten behorende bij het evenement, dan gaat het evenement voor.

Voor de zaterdags- en weekmarkten geldt dat de markt voorrang heeft. Terrassen kunnen, voor zover mogelijk, ingenomen worden voor zover dat geen hinder oplevert voor de markt. Hierover voert de exploitant van de horeca-inrichting overleg met de marktmeester.

Artikel 5

Het is ook nu al zo dat de exploitant verantwoordelijk is voor een net terras en omgeving van het terras. De directe omgeving van een terras is weliswaar een subjectieve meeteenheid, maar de ondernemer mag in ieder geval in een ruime cirkel om het terras heen verantwoordelijk worden gehouden voor (zwerf-) vuil en ander afval. De ondernemer is verantwoordelijk voor het schoon houden van het terras en de omgeving.

Artikel 6

Naast tafels en stoelen kan een ondernemer kiezen uit vele andere soorten terrasmeubilair. Meest gangbaar zijn windschermen, parasols en bloembakken. De staat van het terrasmeubilair is een verantwoordelijkheid van de ondernemer. Daarbij wordt uitgegaan van het “wie niet een keurig terras onderhoudt, hoeft minder klanten te verwachten” principe. De omgevingsvergunningplicht is opgenomen omdat voor windschermen en ander terrasmeubilair kan gelden dat deze omgevingsvergunningplichtig zijn.

Op grond van de richtlijnen op het gebied van Welstand is opgenomen dat terrasmeubilair in beschermde stads- en dorpsgezichten effen en gedekt van kleur moet zijn. Effen wil zeggen zonder kleurschakering of patroon. Gedekt houdt in vrij donker en zeker niet fel.

Windschermen en parasols mogen alleen (nagel)vast aan de grond worden bevestigd indien daarvoor een omgevingsvergunning is verleend. Ondanks de (nagel)vaste bevestiging moet een windscherm of een parasol wel makkelijk verwijderbaar zijn. Dit i.v.m. evenementen of andere omstandigheden waarbij het meubilair moet worden verwijderd.

Artikel 7

Wanneer inpandige opslag niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat het bedrijf te weinig ruimte heeft, is opslag van het terrasmeubilair buiten toegestaan. Het meubilair moet dan opgestapeld worden en deugdelijk (met kettingen) verankerd zijn. Het opstapelen moet op zodanige wijze plaatsvinden dat na sluiting van het terras op geen enkele wijze gebruik kan worden gemaakt van het meubilair. Het mag in de praktijk dus niet zo zijn dat personen na sluitingstijd van het terras op welke manier dan ook gebruik kunnen maken van stoelen of ander meubilair.

Voor bedrijven met terras op eigen terrein mag het terrasmeubilair gedurende sluitingstijden van het terras niet bruikbaar zijn voor bezoekers.

Artikel 8

Het niet mogen veroorzaken van geluidsoverlast, overlast en hinder is gebaseerd op artikel 2:28 van de Apv. Met het intensievere gebruik van terrassen, onder meer vanwege het rookverbod, is het noodzakelijk een bepaling op te nemen tegen (geluids-)overlast en (geluids-)hinder. Daarmee ontstaat ook een link naar het Horecasanctiebeleid, waarin een aantal onderdelen gericht zijn op toezicht en handhaving waar het terrassen betreft.

Artikel 9

Het bepaalde in artikel 9 legt de verantwoordelijkheid voor het hebben van een terras bij de exploitant. De exploitant moet voorkomen dat er schade ontstaat. Wanneer toch schade ontstaat door het hebben van een terras, kan de exploitant aansprakelijk worden gesteld.

Artikel 10

Toezichthouders van de gemeente zijn aangewezen om toezicht uit te oefenen op Apv-bepalingen en de naleving van de Apv. Ook de politie kan toezicht houden.

Wanneer overtredingen van de Apv en deze Nadere regels worden geconstateerd, kan op grond van het Horecasanctiebeleid, handhavend worden opgetreden. Dit kan betekenen dat er geen terras meer ingenomen mag worden of dat alsnog een terrasvergunning moet worden aangevraagd. In deze terrasvergunning worden dan beperkende voorschriften opgenomen. Hierbij kan gedacht worden aan eerder sluiten van het terras en/of een kleinere afmeting.