Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening Burgerparticipatie WMO Tiel

Geldend van 16-05-2009 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Verordening Burgerparticipatie WMO Tiel

De raad van de gemeente Tiel, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 februari 2009, gelet op artikel 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), besluit vast te stellen de volgende Verordening Burgerparticipatie Wmo Tiel.

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

1. Burgerparticipatie Wmo:

De gestructureerde wijze waarop de gemeente haar burgers zelforganisaties en/of vertegenwoordigende organisaties van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de Wmo;

2. Wmo Participatieraad:

De door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen en in deze gemeente actief zijnde burgers en vertegenwoordigers van zelforganisaties van belanghebbenden en/of belanghebbende vertegenwoordigende organisaties op het gebied van de Wmo.

Artikel 2 - Doelstellingen

De burgerparticipatie Wmo heeft de volgende doelstellingen

1. Het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wmo vanuit onafhankelijke positie betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid;

2. Het bijdragen aan de totstandkoming en verbetering van het Wmo-beleid.

Artikel 3 - Beleidsterreinen van de participatieraad Wmo

  • 1. Het gemeentelijke beleid met betrekking tot de Wmo bestaande uit; beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie. Bovendien de bijbehorende procedures en regelingen met betrekking tot de Wmo.

  • 2. Advisering met betrekking tot gemeentelijk personeels- en organisatiebeleid in het kader van de Wmo en over klachten, bezwaarschriften en andere zaken die betrekking hebben op individuele cliënten, behoren niet tot het werkterrein van de Wmo participatieraad.

Artikel 4 – Advisering

  • 1. 1.In het kader van de burgerparticipatie Wmo vragen burgemeester en wethouders de Wmo om advies.

  • 2. De Wmo participatieraad is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan Burgemeester en Wethouders.

  • 3. Burgemeester en Wethouders vragen de Wmo participatieraad in ieder geval om advies bij de onderwerpen als bedoeld in artikel 3, eerste lid

  • 4. Burgemeester en wethouders voorzien de participatieraad van informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wmo participatieraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om te kunnen reageren op plannen voor ontwikkelingen en wijzigingen.

  • 5. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 6. Van overleg en afspraken met de Wmo participatieraad doen burgemeester en wethouders binnen 6 weken schriftelijke rapportage aan de Wmo participatieraad. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven wat er met de door de Wmo participatieraad gegeven adviezen is of wordt gedaan.

  • 7. Als het college van burgemeester en wethouders, in een aan de Wmo participatieraad voorgesteld voorstel, afwijkt van het door de Wmo Participatieraad gegeven advies, dan wordt deze afwijking in het betreffende voorstel beargumenteerd en aan de gemeenteraad aangeboden. De Wmo Participatieraad wordt op tijd van deze argumentatie op de hoogte gebracht zodat inspraak bij de gemeenteraad of een commissie van de gemeenteraad nog mogelijk is

  • 8. De Wmo Participatieraad kan aan de gemeenteraad rechtstreeks advies uitbrengen.

Artikel 5 – Samenwerking en evaluatie

  • 1. De gemeente wijst een vaste ambtenaar aan als aanspreekpunt voor de WMO participatieraad. De ambtenaar is aanwezig bij de reguliere vergaderingen van de Wmo participatieraad.

  • 2. De samenwerking tussen de gemeente en de Wmo participatieraad wordt jaarlijks geëvalueerd.

  • 3. De verantwoordelijk wethouder voert minimaal 2 per jaar structureel overleg met de Wmo participatieraad, waarvoor beide partijen punten kunnen agenderen.

  • 4. De Wmo participatieraad bewerkstelligt dat de doelgroepen die zij vertegenwoordigen regelmatig worden geraadpleegd en bij hun werkzaamheden worden betrokken.

Artikel 6 - Samenstelling en benoeming

  • 1. De Wmo participatieraad bestaat uit maximaal 15 en minstens 5 leden.

  • 2. Van de leden van de Wmo participatieraad spreekt minimaal 2/3de namens een achterban. Maximaal 1/3de van de Wmo participatieraad neemt deel op persoonlijke titel.

  • 3. De Wmo participatieraad heeft een onafhankelijke voorzitter, die geen lid is van de Wmo participatieraad.

  • 4. De Wmo participatieraad heeft een onafhankelijke secretaris, die geen lid is van de Wmo participatieraad.

  • 5. De leden van de Wmo participatieraad, de secretaris en de voorzitter worden benoemd door het college.

  • 6. De Wmo participatieraad en de daarin vertegenwoordigde organisaties kunnen een voordracht doen voor door het college te benoemen leden van de Wmo participatieraad.

  • 7. Bij de samenstelling van de Wmo participatieraad wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van alle in de Wet maatschappelijke ondersteuning genoemde doelgroepen. Deze doelgroepen zijn:

    Kerken/moskeen

    Leden van cliëntenraden

    Cliënten Geestelijke Gezondheidszorg

    Chronisch zieken

    Mantelzorgers

    Minima

    Vrijwilligers

    Jeugd en jongeren

    Allochtonen

    Wijkbewoners

    Senioren

    Gehandicapten

Artikel - 7 Zittingsduur

  • 1. De leden, secretaris en voorzitter treden af volgens een rooster zoals vastgelegd in het 'huishoudelijk reglement'.

  • 2. Leden, secretaris en voorzitter kunnen voor herbenoeming worden voorgedragen.

Artikel - 8 Huishoudelijk reglement

1.De Wmo participatieraad stelt een huishoudelijk reglement vast. In dit 'huishoudelijk reglement' kunnen onder meer nadere regels worden opgenomen met betrekking tot stemprocedures, het aftreedschema, het aantal vergaderingen, de consultatie van de achterbannen/doelgroepen, de plaatsvervangende leden etc.

Artikel 9 - Faciliteiten

  • 1. Burgemeester en Wethouders stellen aan de Wmo participatieraad zodanige middelen ter beschikking dat de Wmo participatieraad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening haar taken uit te voeren.

  • 2. De middelen als bedoeld in artikel 9, eerste lid bedragen maximaal €10.000

  • 3. Zowel de leden van de WMO participatieraad als de onafhankelijke voorzitter en de onafhankelijke secretaris ontvangen een vaste vergoeding voor de gebruikelijke kosten voorvloeiend uit het lidmaatschap van de participatieraad. Deze vaste vergoeding bedraagt niet meer dan €250 per jaar.

  • 4. Naast de vaste vergoeding kan het bedrag wat overblijft na betaling van de vaste vergoeding ingezet worden voor overige kosten. Dit dient op declaratiebasis te gebeuren.

  • 5. Jaarlijks vóór 1 mei wordt door de Wmo Participatieraad een begroting ingediend bij het College voor het volgende kalenderjaar. Daarbij wordt een schriftelijke verantwoording ingediend over het voorgaande kalenderjaar.

Artikel 10 - Slotbepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot de Wmo beslisthet college in overleg met de Wmo participatieraad.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening burgerparticipatie Wmo Tiel.

  • 3. Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2008

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van
15 april 2009
de griffier, de voorzitter