Regeling vervallen per 08-12-2023

Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie

Geldend van 01-04-2016 t/m 07-12-2023

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Tiel;

gelezen de verslagen van het presidium van 19 januari 2016 en 16 februari 2016 en het amendement d.d. 12 november 2014 inzake de herinrichting van de rekenkamerfunctie;

gelet op het bepaalde in artikel 81oa van de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    in te trekken de d.d. 25 juni 2008 vastgestelde Verordening rekenkamer gemeenteTiel 2008

  • 2.

    vast te stellen de “Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie”.

Artikel 1 Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Tiel;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    secretariaat: een medewerker van de griffie verleent ambtelijke ondersteuning.

Artikel 2 Rekenkamercommissie.

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie bestaat uit drie leden.

  • 3. De commissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijke beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of gedeeltelijk door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 3 Benoeming voorzitter en leden.

  • 1. De raad benoemt de voorzitter en de leden. Om voor benoeming in aanmerking te kunnen komen, vervullen zij geen functies overeenkomstig artikel 81f van de wet.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie worden voor een periode van vier jaar aangewezen.

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met eventuele onderzoeker(s) en met het secretariaat. De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 4 Eed/gelofte

Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit.

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie overeenkomstig artikel 81 f wet;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft gekregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen;

    • f.

      indien hij handelt in strijd met artikel 81h van de wet.

  • 3. De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie.

  • 1. De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen en voorbereiden van de vergaderingen van de commissie. Deze vergoedingen worden in een afzonderlijk besluit door de raad vastgesteld.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris.

  • 1. Een medewerker van de griffie treedt op als ambtelijk secretaris van de commissie.

  • 2. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde.

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening.

  • 1. De commissie legt de raad jaarlijks ter kennisneming een onderzoeksplan en een jaarverslag voor.

  • 2. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 4. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij dit motiveren.

Artikel 10 Werkwijze.

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren van de gemeente Tiel mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente Tiel zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. De commissie kan aan toehoorders bij openbare vergaderingen de gelegenheid geven het woord te voeren over een onderwerp of voorstel dat aan de orde is.

  • 8. De commissie kan de uitvoering van een onderzoek opdragen aan één of meerdere onderzoekers. Daarbij houdt de commissie rekening met de omvang van het beschikbare budget.

  • 9. Voor de uitvoering van een onderzoek kan de commissie tevens, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 10. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar vast te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. De commissie bepaalt wie als betrokkenen worden aangemerkt. In ieder geval worden degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest als betrokkenen aangemerkt.

  • 11. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget.

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen van de leden;

    • b.

      de onderzoeksmedewerker(s);

    • c.

      externe deskundigen;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De commissie legt in een jaarverslag aan de raad verantwoording af over de besteding van het budget.

Artikel 12 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2016.

Artikel 13 Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als

“Verordening rekenkamercommissie gemeente Tiel 2016”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 maart.2016,
de griffier, de voorzitter,

Artikelsgewijze toelichting.

Artikel 1.

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2.

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81oa van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met externen.

De commissie kan slechts bij instellingen onderzoeken verrichten voor zover zij hier vrijwillig aan meewerken, dan wel bepalingen in gemeenschappelijke regelingen hierin voorzien of als subsidievoorwaarden hiervoor zijn opgenomen.

Artikel 3.

Uit een oogpunt van continuïteit is er voor gekozen de leden voor een periode van vier jaar te benoemen.

Artikel 4.

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet.

Artikel 5.

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Artikel 6.

In dit artikel wordt vastgesteld dat de leden een vergoeding krijgen. De vergoeding wordt in een afzonderlijk besluit geregeld.

Artikel 7.

De commissie wordt bijgestaan door een secretaris. De secretaris is voor de commissie de ingang naar de gemeentelijke organisatie.

Artikel 8.

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de commissie. In het reglement van orde worden o.a. zaken als een rooster van aftreden, verhouding secretaris – voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten, enzovoort, geregeld.

Artikel 9.

De commissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De commissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid, van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de commissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10.

Om te waarborgen dat de commissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren.

De rapporten van de rekenkamer zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden er uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke portefeuillehouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de commissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de commissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Eventueel kunnen zaken die in dit artikel zijn opgenomen ook in het reglement van orde worden geregeld.

Artikel 11.

De commissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Artikel 12 en 13.

Deze artikelen behoeven geen toelichting.