Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel houdende regels omtrent markten Marktreglement Tiel 2010

Geldend van 24-11-2016 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Tiel 2010

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel;

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 4 van de Marktverordening gemeente Tiel 2010, de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt(en);

gehoord de Marktcommissie

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Tiel 2010

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Tiel 2010 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige van toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2. Inrichting van de markten

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt op maandag en zaterdag:

    • a.

      het aantal standplaatsen op: 92

    • b.

      de afmeting van de standplaats wordt vastgesteld op 4 meter breed - inclusief loopruimte achter de kraam of eigen materieel - en 3 meter diep, tenzij in de individuele vergunning anders is aangegeven;

    • c.

      de maximale afmeting van de standplaats bedraagt 12m frontbreedte;

    • d.

      de opstelling en indeling van de markt overeenkomstig de branche-indeling als bedoeld in artikel 3 en de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening met tekeningnummer 2010-013 gewijzigd op 15 november 2016.

    • e.

      de calamiteitenroute voor hulpverleningsvoertuigen wordt op de vastgestelde tekening aangegeven en dient altijd open gehouden te worden.

  • 2. De standplaatsen in de Kleibergsestraat mogen uitsluitend worden ingenomen met een marktkraam met een doorzichtig zeil of geen zeil aan de achterzijde, tenzij in de individuele vergunning anders is aangegeven.

Artikel 3. Branche-indeling

  • 1. De in bijlage 1 gewijzigd op 15 november 2016 aangegeven artikelen(groepen) mogen op de markten bedoeld in artikel 2 verhandeld worden met de aangegeven maximum aantal standplaatsen per branche.

  • 2. Voor het verkrijgen van voor de consument zo aantrekkelijk mogelijke markten kunnen voor elk van de in bijlage 1 gewijzigd op 15 november 2016 genoemde artikelen(groepen) niet meer standplaatsen worden toegewezen als aangegeven in de betrokken bijlage.

Artikel 4. De marktcommissie

Het college stelt een commissie van advies in, die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 5. Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • i.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

    • j.

      wanneer wordt toegestaan om een voertuig bij de standplaats te plaatsen en zo nodig bepalingen omtrent de plaatsing van dit voertuig.

  • 2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 6. Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 7. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

  • 1. Een opengevallen vaste standplaats op de markt kan opnieuw als vaste standplaats worden uitgegeven met inachtneming van de voor die markt en locatie geldende indelingen in afdelingen/branches.

  • 2. Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a)

      De vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;

    • b)

      degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst;

    • c)

      andere gegadigden rekening houdend met de vastgestelde branche-indeling;

  • 3. Wanneer er niet binnen twee maanden na het openvallen van de vaste standplaats de vergunning conform lid 2 kan worden toegewezen, kan de standplaats ook worden toegewezen aan een marktondernemer in een andere branche.

Artikel 8. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging, kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld of na de bedrijfsbeëindiging.

  • 4. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 9. Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de selectie van gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf tenminste een half uur voor de aanvang van de desbetreffende markt aanmelden bij de marktmeester.

  • 3. Bij de toewijzing van de dagplaatsen wijst de marktmeester de dagplaats in eerste instantie toe aan een ondernemer die artikelen verkoopt van een branche die niet op de markt vertegenwoordigd is en in tweede instantie aan een ondernemer die werkzaam is in dezelfde branche als de niet-aanwezige vergunninghouder en in de derde plaats door loting.

Artikel 10. Toewijzing standwerkersplaats

  • 1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 11. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich door ten hoogste één handelingsbekwaam natuurlijk persoon laten vervangen, mits hiervoor toestemming is verleend door het college. De vergunninghouder is er persoonlijk voor verantwoordelijk dat zijn vervanger alle verplichtingen die bij of krachtens de verordening zijn opgelegd nakomt.

  • 3. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 12. Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt tenminste eenmaal per twee weken en tenminste tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 13 en 14.

Artikel 13. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 14. Ontheffing en vervanging

  • 1. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 11.

  • 2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 15. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 16. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een half uur voor aanvangstijd van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 17. Het gebruik van de standplaats

  • 1. de vergunninghouder mag tijdens de markten geen goederen uitstallen, verkopen of afleveren op een andere plaats dan waarvoor hem vergunning is verleend.

  • 2. Het aanbrengen van borden, vlaggen, kraamverlengingen e.d. aan de luifels van de kramen, bakkramen/wagens is niet toegestaan in de aanrijdroutes van de hulpverleningvoertuigen. De paden in de aanrijdroutes dienen ten minste 4 meter breed te zijn en een vrije hoogte van 4,2 meter te hebben. De aanrijdroutes voor hulpverleningvoertuigen worden op de vastgestelde tekeningen aangegeven.

  • 3. In andere situaties is het mogelijk borden, vlaggen, kraamverlengingen e.d. aan de luifels van de kramen aan te brengen zolang het functioneren van de markt hierdoor niet word belemmerd. Dit ter beoordeling van de marktmeester.

  • 4. Tijdens de markturen mag de vergunninghouder niet de doorgang in de wandelpaden op en langs het marktterrein op enigerlei wijze hinderen of belemmeren.

  • 5. De vergunninghouder mag voor de marktkraam of verkoopwagen geen goederen of waren uitstallen. Voor gebruik van ander eigen materiaal geldt hetzelfde.

  • 6. Het is de vergunninghouder verboden meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen in de standplaatsvergunning.

  • 7. Het is de vergunninghouder verboden op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die waarvoor vergunning is verleend.

  • 8. Het is de vergunninghouder verboden op de markt afval aan te voeren, waaronder mede wordt verstaan: waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen.

  • 9. Het is de vergunninghouder verboden pennen of andere voorwerpen in het marktterrein te slaan. Voor het vastmaken van de zeilen en parasols dient de vergunninghouder gebruik te maken van de in het marktterrein aangebrachte stormankers.

Artikel 18. Eigen materiaal

  • 1. Het gebruik van verkoopwagens/markavans is toegestaan mits de betreffende verkoopwagen/markavan kan worden ingepast. De marktmeester beoordeelt of de verkoopwagen/markavan inpasbaar is.

  • 2. Een vergunninghouder van een vaste standplaats dient voor het gebruik van eigen materiaal, zoals o.a. verkoopwagens, parasols, kramen en tafels schriftelijk toestemming te vragen aan het college.

Hoofdstuk 4. Overige Bepalingen

Artikel 19. Voertuigen

    • 1.

      Gelet op de beschikbare ruimte en in het belang van de orde op de markt is het verboden met een (motor)voertuig te rijden en te parkeren op het marktterrein op maandag van 09.00 uur tot 18.00 uur en op zaterdag van 05.00 uur tot 18.00 uur.

  • 2. Het rij-en parkeerverbod geldt niet ten aanzien van de vergunninghouder voorzover het berijden van het marktterrein met een motorvoertuig betreft voor het aan en afvoeren van goederen of waren op de markt.

  • 3. Vergunninghouders dienen op zaterdag van 05.00 uur tot 08.55 uur in en uit te rijden, op maandag van 09.00 uur tot 11.55 uur en op zaterdag en maandag van 17.00 uur tot 18.00 uur volgens een door de marktmeester op te maken schema.

  • 4. Het college kan van het rij- en parkeerverbod ontheffing verlenen aan ambulante ondernemers die op de markt een standplaats innemen.

  • 5. Indien het aantal aanvragen voor een individuele ontheffing van het rij- en parkeerverbod het aantal beschikbare plaatsen voor het parkeren van een voertuig op het marktterrein overstijgt, wordt de ontheffing achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a.

      de vergunninghouder die een koelwagen nodig heeft voor zijn bedrijfsvoering.

    • b.

      de vergunninghouder die met een doktersverklaring aantoont dat het parkeren van een voertuig achter de kraam of eigen materieel om medische redenen noodzakelijk is. Het college kan de vergunninghouder verzoeken om een doktersverklaring van een andere arts dan de eigen huisarts.

    • c.

      de vergunninghouder die aantoont dat het parkeren van een voertuig achter de kraam of eigen materieel nodig is voor zijn bedrijfsvoering, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst en voorzover bij het innemen van de standplaats hiervoor ruimte beschikbaar is. Het advies van de marktmeester is bepalend voor de vraag of voldoende ruimte beschikbaar is.

  • 6. Aan een individuele ontheffing als bedoeld in lid 4 worden in ieder geval de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

    de ontheffing wordt alleen aan vaste vergunninghouders verleend

    - het parkeren van het voertuig op het marktterrein is nodig voor de bedrijfsvoering

    - de ontheffing is uitsluitend geldig voor de tijden van de weekmarkt

    - de ontheffing wordt voor maximaal 12 maanden verleend

    - het voertuig wordt achter de kraam of eigen materieel geplaatst

    - het voertuig veroorzaakt geen gevaar of hinder voor andere vergunninghouders

HOOFDSTUK 5. STRAFBEPALINGEN

Artikel 20. Schorsing

Het college hanteert ten aanzien van de mogelijkheid een vergunning voor een vaste standplaats te wijzigen, schorsen of in te trekken de volgende nadere regels:

  • 1.

    Ten aanzien van alle overtredingen geldt dat de marktmeester bij constatering maar één keer mondeling waarschuwt. Daarna volgt een schriftelijk handhavingstraject.

  • 2.

    Bij een tweede overtreding binnen 1 jaar of bij voortduring van de eerste overtreding na de eerste mondelinge waarschuwing volgt een schriftelijke waarschuwing (laatste waarschuwing).

  • 3.

    Bij een overtreding binnen 1 jaar na de schriftelijke waarschuwing volgt een vooraankondiging schorsing (1 marktdag) gevolgd door een definitief besluit.

  • 4.

    Bij overtreding binnen 1 jaar na het besluit tot schorsing volgt een vooraankondiging schorsing (4 marktdagen) gevolgd door een definitief besluit.

  • 5.

    Bij een overtreding binnen 1 jaar na het besluit tot schorsing volgt een vooraankondiging wijziging/intrekking vergunning gevolgd door een definitief besluit.

  • 6.

    Bij een overtreding binnen 1 jaar na het besluit tot wijziging vergunning volgt een vooraankondiging intrekking vergunning gevolgd door een definitief besluit.

  • 7.

    Indien zonder vergunning een standplaats wordt ingenomen volgt fysieke verwijdering.

In spoedeisende gevallen kan stap vier (of zelfs 1 t/m 4) worden overgeslagen. Indien voorzienbaar is dat de overtreding zich zal herhalen dan gaat het intrekkings/wijzigingsbesluit vergezeld van een (preventief) bestuursdwangbesluit. De marktmeester houdt aantekeningen bij van zijn/haar mondelinge waarschuwingen en noteert in elk geval de overtreding en datum en tijdstip van de waarschuwing en aan wie is gewaarschuwd.

Artikel 21. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college hanteert ten aanzien van de mogelijkheid een dagplaatshouder of standwerker uit te sluiten de volgende nadere regels:

  • 1.

    Ten aanzien van alle overtredingen geldt dat de marktmeester bij constatering maar één keer mondeling waarschuwt. Daarna volgt een schriftelijk handhavingstraject.

  • 2.

    Bij een tweede overtreding binnen 1 jaar of bij voortduring van de eerste overtreding na de eerste mondelinge waarschuwing volgt een schriftelijke waarschuwing (laatste waarschuwing).

  • 3.

    Bij een derde overtreding binnen 1 jaar na de schriftelijke waarschuwing volgt een vooraankondiging uitsluiting (1 marktdag) gevolgd door definitief besluit.

  • 4.

    Bij overtreding binnen 1 jaar na het besluit tot uitsluiting volgt een vooraankondiging uitsluiting (4 marktdagen) gevolgd door een definitief besluit.

  • 5.

    Bij een overtreding binnen 1 jaar na het besluit tot uitsluiting volgt een vooraankondiging permanente uitsluiting gevolgd door een definitief besluit.

  • 6.

    Indien zonder vergunning een standplaats wordt ingenomen volgt fysieke verwijdering.

In spoedeisende gevallen kunnen er nadere regels worden overgeslagen.

Indien voorzienbaar is dat de overtreding zich zal herhalen dan gaat het uitsluitingsbesluit vergezeld van een (preventief) bestuursdwangbesluit.

De marktmeester houdt aantekeningen bij van zijn/haar mondelinge waarschuwingen en noteert in elk geval de overtreding en datum en tijdstip van de waarschuwing.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 22. Intrekken oude regeling

Het Uitvoeringsbesluit Markt, besluit van 27 april 2009 nr. A11, wordt ingetrokken.

Artikel 23. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag nadat de marktverordening gemeente Tiel 2010 in werking is getreden.

Artikel 24. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement gemeente Tiel 2010.

Tiel, 20 oktober 2010

Ondertekening

Tiel, 20 oktober 2010
Burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel,
de secretaris de burgemeester

Bijlage 1

Opstellingsplan weekmarkt 2016