Regeling vervallen per 08-04-2023

Verordening Speelautomatenhallen Uden

Geldend van 22-07-2013 t/m 07-04-2023

Intitulé

Verordening Speelautomatenhallen Uden

De Raad van de gemeente Uden;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 23 mei 2013;

gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t

vast te stellen de

Verordening speelautomatenhallen Uden

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet : de Wet op de kansspelen;

  • b.

    speelautomatenbesluit : Koninklijk besluit 23 mei 2000, staatsblad 223, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de Wet;

  • c.

    speelautomaat : een speelautomaat als bedoeld in artikel 30 van de wet;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan het speelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spelen en het proces dat, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;

  • e.

    speelautomatenhal : een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid onder c van de wet;

  • f.

    exploitant : de natuurlijke of rechtspersoon die een inrichting exploiteert;

  • g.

    beheerder : de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in de speelautomatenhal;

  • h.

    weg : bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Artikel 2. Vergunningsvereiste

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan voor maximaal twee speelautomatenhallen voor het vestigen of exploiteren vergunning verlenen.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3. Vergunningsaanvraag

De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspelen/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • c.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d.

    een verklaring omtrent het gedrag:

    • -

      van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de (eventueel bij te voegen) statuten vertegenwoordigt(en) en

    • -

      van de beheerder(s);

  • e.

    een door onze minister aan te wijzen bewijsstuk van een instelling op het gebied van de verslavingszorg, waaruit blijkt dat de bedrijfsleider(s) en de beheerder(s) beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving.

Artikel 4. Beslistermijn

De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan éénmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

Artikel 5. Vergunning

  • 1.

    De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de exploitant en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de vergunning worden de namen van de beheerders vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden, krachtens deze verordening, voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type te plaatsen behendigheids- en speelautomaten:

    • d.

      de exploitatie van de hal.

  • 4.

    De in het derde lid, onder a, bedoelde sluitingstijden kunnen afwijken van die welke ten aanzien van horeca-inrichtingen en daarmee gelijkgestelde inrichtingen in het algemeen krachtens de Algemene plaatselijke verordening Uden gelden.

Artikel 6. Weigering vergunning

  • 1.

    De vergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan c.q. leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

    • g.

      Aan de vereisten als opgenomen in artikel 3 niet kan worden voldaan.

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, onder c.

Artikel 7. Wijziging beheerder/vervallen vergunning

  • 1.

    Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, (één van de) in de vergunning vermelde beheerder(s) de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen.

  • 2.

    De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8. Intrekken van de vergunning

De burgemeester kan de vergunning intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, onder e;

  • c.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • d.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 9. Wijziging exploitant

  • 1.

    Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2.

    In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 10. Overgangsbepaling

  • 1.

    Een vergunning tot het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal welke is verleend voor de inwerkingtreding van deze verordening blijft tot de expiratiedatum van kracht, tenzij deze eerder komt te vervallen dan wel eerder wordt ingetrokken op grond van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding nog niet op deze aanvraag is beslist, wordt daarop onderhavige verordening toegepast.

Artikel 11. Strafbepaling

  • 1.

    Op overtreding van een of krachtens deze verordening gegeven voorschrift, of een voorschrift verbonden aan een vergunning of ontheffing op basis van deze verordening, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie, zoals bedoeld in het Wetboek van Strafvordering.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer het bepaalde in de Wet Economische delicten van toepassing is.

Artikel 12. Binnentredingsbepaling

De opsporing van de in artikel 16 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan de opsporingsambtenaren die door het College van burgemeester en wethouders met de zorg voor de opsporing van strafbare feiten op grond van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 13. Intrekking vroegere regeling

De verordening Speelautomatenhallen Uden, vastgesteld op 17 mei 2001, wordt ingetrokken.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 15.

Deze verordening kan worden aangehaald als “verordening Speelautomatenhallen Uden”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 juni 2013.
De Raad voornoemd
de secretaris de voorzitter