Regeling vervallen per 01-01-2019

Richtlijn vergoeding kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie 2012

Geldend van 21-02-2013 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Richtlijn vergoeding kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie 2012

Richtlijn vergoeding kosten kinderopvang opgrond van een sociaal medische indicatie 2012

(collegebesluit van29november 2011)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

gelet op artikel 2, 3, 4 en 5 van de Verordening Wet Kinderopvang;

BESLUIT

vast te stellen de volgende

RICHTLIJN vergoeding kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang

  • c.

    richtlijn: de Richtlijn kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie;

  • d.

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

  • e.

    kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt;

  • f.

    ouder: een persoon, woonachtig in Utrecht, als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder i van de wet;

  • g.

    peildatum: de datum waarop de ouder een aanvraag indient op grond van deze richtlijn;

  • h.

    sociaal medische indicatie: een schriftelijke verklaring van de jeugdarts waaruit blijkt dat kinderopvang om sociaal medische redenen noodzakelijk is;

  • i.

    GG&GD: een gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet collectieve preventie volksgezondheid;

  • j.

    ouderbijdrage: de bijdrage die de ouder dient te voldoen in de kosten. Deze bijdrage wordt berekend conform artikel 12 van de Richtlijnen Bijzondere Bijstand Utrecht 2004.

Artikel 2 Doelgroep

De ouder die op of na de peildatum gebruik maakt van kinderopvang op grond van sociaal medische redenen en op grond van de wet geen recht heeft op een tegemoetkoming in de kosten maar wel een sociaal medische indicatie heeft waaruit de noodzaak voor kinderopvang blijkt afgegeven door de jeugdarts van de GG&GD.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1. De bijdrage in kosten van kinderopvang op grond van de richtlijn wordt aangevraagd op een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld formulier.

  • 2. De aanvraag bevat in elk geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres en sofinummer van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing naam, adres en sofinummer van de partner en indien hij/zij op een ander adres woont ook het adres van de partner;

    • c.

      naam, sofinummer en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      bank- of gironummer.

  • 3. Een aanvraag gaat vergezeld van in elk geval de volgende schriftelijke bewijsstukken:

    • a.

      sociaal medische indicatie van de jeugdarts van de GG&GD en

    • b.

      contract met de kinderopvang waar de opvang plaatsvindt waarin in elk geval is opgenomen:

      • -

        de datum waarop de opvang aanvangt;

      • -

        het aantal uren per week waarin de opvang plaatsvindt;

      • -

        de kostprijs per uur en

      • -

        naam en adres van de kinderopvang waar de opvang plaatsvindt.

  • 4. De aanvraag wordt door de ouder en indien van toepassing door de partner ondertekend.

Artikel 4 Hoogte van de bijdrage

  • 1. De hoogte van de bijdrage van de gemeente in de kosten van kinderopvang bedraagt maximaal het bedrag van de werkelijke kosten van de kinderopvang per uur, doch nooit meer dan het wettelijke vastgestelde maximaal te vergoeden uurtarief voor kinderopvang.

  • 2. De vastgestelde ouderbijdrage wordt op de bijdrage van de gemeente in mindering gebracht.

Artikel 5 Duur van de bijdrage

  • 1. De bijdrage van de gemeente wordt verleend over een periode die volgens de sociaal medische indicatie van de jeugdarts noodzakelijk geacht wordt, docht maximaal voor de duur van één jaar.

  • 2. Het college kan de bijdrage na een jaar steeds verlengen, en kan de bijdrage over een afwijkende periode vaststellen

  • 3. Het college stelt in elk geval de bijdrage over een afwijkende periode vast als:

    • a.

      de periode waarover de indicatiestelling is verleend daartoe aanleiding geeft;

    • b.

      de vorm van de kinderopvang verandert;

    • c.

      er wijzigingen zijn in inkomen, woonsituatie of gezinssituatie van de aanvrager.

  • 4. De bijdrage eindigt in elk geval met ingang van de datum waarop:

    • a.

      de periode van kinderopvang voor een periode van langer dan drie aaneengesloten maanden onderbroken wordt;

    • b.

      de ouder niet meer in Utrecht woont;

    • c.

      de ouder aanspraak kan maken op de tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van de wet.

Artikel 6 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van de bijdrage in de kosten van kinderopvang door de gemeente op grond van een sociaal medische indicatie bevat in elk geval:

  • a.

    naam, adres en sofinummer van de ouder en indien van toepassing naam, adres en sofinummer van de partner;

  • b.

    naam, sofinummer en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de verlening van de bijdrage betrekking heeft;

  • c.

    het aantal uren kinderopvang per week die op grond van de sociaal medische indicatie noodzakelijk is;

  • d.

    de hoogte van de bijdrage die door de gemeente wordt vergoed;

  • e.

    de wijze waarop de bijdrage wordt uitbetaald;

  • f.

    de periode waarover de bijdrage zal worden verleend;

  • g.

    de verplichtingen van de ouder waaronder in elk geval de verplichtingen genoemd in artikel 9 van de richtlijn.

Artikel 7 Weigeringgronden

Het college weigert de bijdrage in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie als:

  • a.

    de ouder niet behoort tot de doelgroep in artikel 2 van deze richtlijn;

  • b.

    het budget niet (meer) toereikend is;

  • c.

    de ouder niet de inlichtingen verstrekt of medewerking verleent als bedoeld in artikel 8 van deze richtlijn;

  • d.

    de ouder een beroep kan doen op de tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van de wet.

Artikel 8 Inlichtingenplicht

  • 1. De ouder doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem/haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed zijn op de hoogte van de bijdrage door de gemeente.

  • 2. De ouder is verplicht aan het college desgevraagd medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de richtlijn en de bijdrage van de gemeente.

Artikel 9 Terugvordering

Het college kan de bijdrage terugvorderen van de ouder indien:

  • 1.

    de hoogte van de bijdrage is vastgesteld op grond van onjuiste en/of onvolledig verstrekte inlichtingen door de ouder;

  • 2.

    de ouder redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat de bijdrage geheel of gedeeltelijk ten onrechte is uitbetaald;

  • 3.

    de ouder de bijdrage niet heeft uitgegeven aan het doel waarvoor het bestemd is.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan bovenstaande buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager van een vergoeding van de kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11 Mandaat

Aan de directeur van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en het hoofd van de afdeling Sociale Zaken & Werkgelegenheid wordt mandaat verleend met de bevoegdheid om ondermandaat te geven om besluiten te nemen ter uitvoering van deze richtlijn.

Artikel 12 Inwerkingtreding

De richtlijn treedt in werking op 1 januari 2012 en treedt daarbij in de plaats van de richtlijn bijdrage gemeente op grond van een sociaal medische indicatie 2008, die met ingang van dezelfde datum wordt ingetrokken.

Artikel 13 Overgangsrecht

De ouder die op 31 december 2011 een bijdrage ontving in de kosten van kinderopvang op grond van de richtlijn bijdrage gemeente op grond van een sociaal medische indicatie 2008, of die op of voor 31 december 2011 een aanvraag heeft ingediend op grond van die richtlijn, ontvangt gedurende het jaar 2012 een bijdrage in de kosten volgens de bepalingen van die richtlijn tot uiterlijk 1 januari 2013, of tot het moment waarop de bijdrage stop volgens artikel 8 van die richtlijn of wijzigt volgens artikel 5 van die richtlijn.

Artikel 14 Citeertitel

De richtlijn kan worden aangehaald als: Richtlijn vergoeding kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie 2012.

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 29 november 2011.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op20 februari 2013.

Deze richtlijn treedt in werking op 21 februari 2013, en werkt terug tot 1 januari 2012.