Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening Afspraken tussen de gemeente en de wijkraden 2010

Geldend van 20-05-2010 t/m 31-12-2019

Verordening Afspraken tussen de gemeente en de wijkraden 2010 (raadsbesluit van 29 april 2010)

De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w.

BESLUIT

vast te stellen de volgende

VERORDENING Afspraken tussen de gemeente en de wijkraden 2010

Artikel 1 Inleiding

  • 1. Het gemeentebestuur wil het bestuur dichter bij de burger brengen en de burger meer invloed geven op het beleid van de gemeente.

  • 2. Participatie, inspraak, wijkraden, het wijkgericht werken van de gemeenteraad, het wijkgericht werken van de gemeentelijke organisatie, de wijkwethouders en de wijkbureaus zijn instrumenten om dat doel te bereiken.

  • 3. In deze verordening staan de kenmerken van de wijkraden en de afspraken met de wijkraden centraal.

Artikel 2 Rollen van de wijkraad

Wijkraden zijn een bijzonder instrument van burgerparticipatie naast bijvoorbeeld actiecomités, klankbordgroepen en burgerpanels. De relatie tussen wijkraad en gemeente, die is weergegeven in deze verordening en in het convenant tussen de gemeente en de wijkraden, is apart toegelicht in de Utrechtse Participatiestandaard (de werkmethode voor ambtenaren voor het betrekken van belanghebbenden bij beleid en projecten). Het Convenant 2010 is als bijlage aan de participatiestandaard toegevoegd

Voorop staat dat de functie van de wijkraad is:

a.adviseur van het college van burgemeester en wethouders, gevraagd en ongevraagd, over zaken die de wijk betreffen.

De gemeenteraad heeft daarnaast op 4 maart 2004, (geactualiseerd op …maart/ april 2010) de volgende rollen van de wijkraad vastgesteld:

  • b.

    het participeren in beleids- en planontwikkelingen, bij voorkeur in een vroeg stadium;

  • c.

    inbreng leveren voor het opstellen van prioriteiten voor de wijk, die vertaald wordt voor de programmabegroting en controleren van de voortgang van de wijkvoornemens in de programmabegroting;

  • d.

    adviseren over de criteria voor de besteding va het leefbaarheidsbudget;

  • e.

    het luis in de pels zijn van de gemeentelijke organisatie;

  • f.

    de weg wijzen aan en verbindingen leggen tussen (groepen) belanghebbenden in de wijk en de gemeente en andere professionele partijen (procesrol) De rol en (eind)verantwoordelijkheid voor het betrekken van belanghebbenden bij de gemeentelijke plannen voor de wijk ligt bij de gemeente.

Artikel 3 Kenmerken van de wijkraad

a.Elke wijk heeft één wijkraad:

• het aantal leden kan per wijkraad verschillen maar is gebonden aan een minimum van negen en een maximum van vijfentwintig leden;

• de leden zitten op persoonlijk titel in de wijkraad en niet op formele vertegenwoordigende titel van burgers of organisaties uit de wijk;

• de samenstelling doet zoveel mogelijk recht aan de bevolkingssamenstelling van de wijk en de geografische spreiding over de buurten. Dit is een na te streven doel, maar de personele representativiteit wordt niet als eis gesteld;

• het college van burgemeester en wethouders stelt als voorwaarden aan het adviesrecht, dat wijkraden zich op de hoogte stellen van wat er speelt in de wijk, hierop hun mening baseren en in de regel openbaar en vrij toegankelijk vergaderen. De nadruk ligt op de inhoudelijke representativiteit met een sleutelrol voor wijkraadplegingen en adviezen bij het betrekken van belanghebbenden uit de wijk;

• bij de wisseling van wijkraadleden Iet de wijkraad op de verschillende doelgroepen, de geografische spreiding, de potentiële bijdrage van nieuwe leden aan de inhoudelijke kwaliteit en aan het netwerk van de wijkraad en heeft oog voor zowel continuïteit als vernieuwing.

b.De wijkraad heeft adviesrecht over de wijk aan het college van burgemeester en wethouders:

• de wijkraad is een extern adviesorgaan over de wijk voor het college van burgemeester en wethouders en hij bepaalt zelf waarover hij adviseert;

• een advies van de wijkraad is de uitkomst van de inbreng van de leden, die zich voeden met geluiden uit de wijk;

• besloten vergaderen is toegestaan bij vertrouwelijke onderwerpen, bijvoorbeeld een kwestie over personen of noodzakelijk bij vertrouwelijke gemeentelijke informatie;

• de wijkraad kan naast het adviesrecht dat voorop staat, andere middelen aanwenden, die burgers en belangenorganisaties ter beschikking staan om invloed uit te oefenen op de activiteiten van de gemeente. Zo kan de wijkraad bijvoorbeeld een inspraakreactie geven of een lid van de gemeenteraad benaderen over een bepaalde kwestie. De beïnvloedingsmogelijkheden nemen over het algemeen toe naarmate de inbreng van de wijkraad in een vroeger stadium van beleids- en planontwikkeling plaatsvindt. Ook hierover beslist de wijkraad zelf. In vergelijking met buurtcomités en belangengroepen richten wijkraden zich meer op het algemene belang en op het proces van beleids- en planvorming en meestal op zaken voor middellange en langere termijn.

c.Voorwaarden voor het lidmaatschap van de wijkraad:

• leden van de wijkraad zijn minimaal zestien jaar oud, in de betreffende wijk woonachtig en/of werkzaam en in het bezit van de Nederlandse nationaliteit, of bij het ontbreken ervan, rechtmatig in Nederland op grond van een verstrekte verblijfsvergunning;

• om strijdige belangen te voorkomen, mogen Utrechtse wethouders, raadsleden en fractiemedewerkers geen lid zijn van de wijkraad;

• ambtenaren in dienst van de gemeente Utrecht kunnen alleen lid worden van een wijkraad na melding van deze nevenactiviteit aan zijn/haar diensthoofd en na een verklaring dat er geen sprake is van een belangenverstrengeling;

• degene die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam is in en voor de gemeente Utrecht kan lid worden van een wijkraad als de verantwoordelijke wijkwethouder heeft vastgesteld, dat er geen sprake is van belangenverstrengeling;

• bij wijzigingen in de samenstelling van de wijkraad neemt de wijkraad een kandidaat/ kandidaten aan en informeert de wijkwethouder over het nieuwe lid/de nieuwe leden. De wijkraad geeft hierbij aan of de kandidaten voldoen aan de voorwaarden voor lidmaatschap en wat zij bijdragen aan de samenstelling van de wijkraad als afspiegeling van de wijk en gezien de inhoudelijke representativiteit.

d.Reglement van orde:

• elke wijkraad stelt een reglement van orde (of huishoudelijk reglement) op;

• het convenant tussen wijkraden en gemeente én de door de raad vastgestelde kenmerken van de wijkraden vormen de basis hiervoor;

• in het reglement wordt ingegaan op zaken als conflicten binnen de wijkraad, aannemen en bijvoorbeeld het inwerken van nieuwe leden en de wijze van beslissen binnen de wijkraad.

  • e.

    Aansprakelijkheidsverzekering wijkraad. De leden van de wijkraad kunnen gebruik maken van de Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering die de Bundeling (de stedelijke koepel van bewonersorganisaties in Utrecht) heeft afgesloten. Dit is geen verplichting, maar wordt op verzoek van een wijkraad afgesloten.

  • f.

    Conflictregelingen:

• bij conflicten met de gemeente kan de wijkraad de gemeentelijke Ombudsman inschakelen: hiervoor zijn twee mogelijkheden beschikbaar:

o een wijkraad, die zich onbehoorlijk behandeld voelt door de gemeente, kan een klacht indienen bij de gemeentelijke Ombudsman, volgens dezelfde regeling, die ook voor burgers geldt;

o de gemeentelijke Ombudsman kan ook ingeschakeld worden als adviseur in conflicten over de uitvoering van het convenant tussen een wijkraad en de gemeente. Beide partijen (de gemeente én de wijkraad) dienen samen een verzoek in bij de gemeentelijke Ombudsman om te adviseren over het conflict. Bij dit verzoek moet worden gevoegd: de beschrijving van het conflict en eventuele voorstellen voor een oplossing van (een van) beide partijen. De wijkmanager stelt het verzoek aan de gemeentelijke Ombudsman op na overleg met de wijkraad en de betrokken dienst en stuurt vervolgens na informatie aan de vak- en wijkwethouder het -door de wijkraad en de directeur van de betrokken dienst ondertekende- verzoek toe aan de Ombudsman. De ombudsman stuurt het advies naar beide partijen en informeert de wijkmanager;

o gebruik van beide mogelijkheden tegelijkertijd is niet toegestaan.

• bij inhoudelijke conflicten of verschil van mening tussen gemeente en een wijkraad, kan een wijkraad, net zoals een burger, zich richten tot de gemeenteraad;

• de wijkraad valt als extern adviesorgaan niet onder de geheimhoudingsbepalingen uit de Gemeentewet. College en de gemeenteraad kunnen slechts in een beperkt aantal gevallen, genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur, geheimhouding opleggen. Informatie waarvoor dit van toepassing is wordt niet verstrekt aan de wijkraad, zolang de geheimhouding van kracht is;

• uitgangspunt voor het opstellen van informatie of een bestuursadvies is openbaarheid van bestuur. Soms is het gewenst de openbaarmaking voor een bepaalde tijd uit te stellen. Dit kan bijvoorbeeld politiek wenselijk zijn of omdat het gewoon fatsoenlijk is om eerst de direct belanghebbenden bij een besluit op de hoogte te stellen. De gemeente kan de wijkraad dan vragen informatie vertrouwelijk te houden;

• bij conflicten van de gemeente met de wijkraden over vertrouwelijkheid van gemeentelijke informatie geldt de volgende werkwijze:

o als een wijkraad in voorkomende situaties geen afspraken wil maken over het vertrouwelijk houden van informatie tot een bepaald moment waarvan de vertrouwelijkheid afhangt, zal deze wijkraad niet betrokken worden bij dit beleidsplan of project;

o als een wijkraad afspraken over vertrouwelijkheid niet nakomt of misbruik maakt van vertrouwelijke informatie kan het college van burgemeester en wethouders gemaakte afspraken met de betreffende wijkraad herzien en bij te maken afspraken voorkomen dat dit opnieuw gebeurt.

g.Faciliteiten: De gemeenteraad stelt jaarlijks het bedrag vast dat de wijkraden ontvangen voor organisatiekosten en de kosten voor wijkraadpleging.

Artikel 4

Met inwerkingtreding van deze verordening wordt ingetrokken de Verordening Afspraken tussen de gemeente en de wijkraden 2005 (Gemeenteblad van Utrecht 2005, nr. 81) en de eerste wijziging daarop (Gemeenteblad van Utrecht 2007, nr. 22).

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 29 april 2010.

De griffier, De voorzitter,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen

Publicatie is geschied op 12 mei 2010.

Deze verordening is in werking getreden op 20 mei 2010