Beleidsregels regionale werkgeversinstrumenten Jeugdwerkloosheid arbeidsmarkt regio Utrecht 2016

Geldend van 06-02-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Beleidsregels regionale werkgeversinstrumenten Jeugdwerkloosheid arbeidsmarkt regio Utrecht 2016

Beleidsregels regionale werkgeversinstrumenten Jeugdwerkloosheid arbeidsmarkt regio Utrecht 2016 gemeente Utrecht

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht, Overwegende dat,

het in het kader van het terugdringen van de jeugdwerkloosheid wenselijk is om werkgevers te stimuleren jongeren in dienst te nemen, een leerwerkplek te bieden of op een proefplaatsing aan te stellen,

in het regionale Actieplan Jeugdwerkloosheid Utrecht-Midden 2015-2016 het voornemen is opgenomen om de werkgeversinstrumenten, zoals genoemd in het Actieplan Jeugdwerkloosheid 2013-2014 te verlengen en ESF financiering hiervoor in te zetten zoals vastgelegd in het Actieplan Jeugdwerkloosheid 2015-2016.

deze werkgeversinstrumenten regionaal ingezet kunnen worden; Gelet op,

  • -

    artikel 10 van de Participatiewet;

  • -

    artikel 2 en 13 van de Verordening re-integratie, studietoeslag en tegenprestatie Participatiewet 2015: Werken aan werk;

  • -

    alsmede de Algemene subsidieverordening 2014 van de gemeente Utrecht;

Stelt vast de volgende

Beleidsregels regionale werkgeversinstrumenten jeugdwerkloosheid

Artikel 1. Definities

1.Startersbonus: een eenmalige subsidie als tegemoetkoming in de extra kosten, niet zijnde

loonkosten, die een werkgever uit de arbeidsmarktregio moet maken om een jongere in dienst

te nemen en te houden voor minstens zes maanden, met een dienstverband van minimaal 24 uur

per week.

2.Leermeestervoucher: is een eenmalige subsidie voor werkgevers uit de arbeidsmarktregio die

jongeren voor minimaal 12 maanden een beroepsbegeleidende leerweg (BBL)-contract aanbieden. De

voucher is een tegemoetkoming in de kosten voor de inzet van een leermeester om de jongere in de

praktijk te begeleiden.

3.Sport sponsorbonus: is een eenmalige ondersteuningssubsidie voor geselecteerde

sportverenigingen die actief participeren aan het project Sport Netwerk(t).

Deze sportverenigingen krijgen een Sport sponsorbonus voor elke werkgever uit de

businessclub van deze sportvereniging die gedurende minimaal 3 maanden een stageplek, baan

of leerwerkplek aanbiedt aan een jongere.

  • 4.

    Doelgroep van de in deze beleidsregels beschreven werkgeversinstrumenten: jongeren tot 27 jaar.

  • 5.

    Arbeidsmarktregio: de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden, bestaande uit de gemeenten Bunnik,

De Bilt, Houten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Stichtse Vecht, Utrecht,

Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist.

Artikel 2. Doel en werkingssfeer

1.Het doel van de Startersbonus is het stimuleren van werkgevers in de arbeidsmarktregio om

arbeidsplaatsen beschikbaar te stellen aan jongeren.

2.Het doel van de Leermeestervoucher is het stimuleren van werkgevers in de arbeidsmarktregio

om leerwerkplekken in het kader van een BBL-opleiding beschikbaar te stellen aan jongeren.

3.Het doel van de Sport sponsorbonus is het stimuleren van werkgevers uit de business clubs van

de deelnemende sportverenigingen in het project Sport Netwerk(t) om stages, leerwerkplekken en

banen voor jongeren te creëren.

Artikel 3. Aanspraak op subsidie

  • 1.

    Er bestaat slechts aanspraak op één van de in deze beleidsregels beschreven instrumenten als:

    • -

      Startersbonus: het dienstverband minimaal 24 uur per week heeft omvat voor een duur van

ten minste 6 maanden.

  • -

    Leermeestervoucher: het BBL-dienstverband ten minste 6 maanden heeft geduurd.

  • -

    Sport sponsorbonus: de stage, de leerwerkplek of het dienstverband ten minste 3 maanden

heeft geduurd.

De Sport sponsorbonus is alleen beschikbaar voor sportverenigingen uit de arbeidsmarktregio die zich hebben aangesloten bij het project Sport netwerk(t).

2.Alleen dienstverbanden, leerwerkplekken en stageplaatsen die zijn gestart in de periode 1

januari 2015 tot en met 31 december 2015 komen in aanmerking voor de Startersbonus en de Leermeestervoucher. Alleen dienstverbanden, leerwerkplekken en stageplaatsen die zijn gestart in de periode 1 januari 2015 tot en met 30 juni 2016 komen in aanmerking voor de Sport sponsorbonus.

3.Er is geen aanspraak op een Startersbonus of een Leermeestervoucher als de betreffende

werkgever voor het dienstverband reeds op grond van een andere gemeentelijke regeling

(inclusief de overige in deze beleidsregels genoemde instrumenten) aanspraak heeft op

subsidie, of als de werkgever voor dezelfde jongere al eerder een Startersbonus of

Leermeestervoucher heeft ontvangen.

  • 4.

    Er is geen aanspraak op een Sport sponsorbonus als de sportvereniging voor de betreffende jongere reeds een Sport sponsorbonus heeft ontvangen.

  • 5.

    Er is geen aanspraak op de werkgeversinstrumenten als door verlening de maximum subsidie per aanvrager zou worden overschreden. Een aanvrager kan voor maximaal 10 jongeren een startersbonus of leermeestervoucher toegekend krijgen. Een aanvrager kan voor maximaal 20 jongeren een Sport sponsorbonus toegekend krijgen.

  • 6.

    Er is geen aanspraak op de beschreven instrumenten als door verlening het subsidieplafond

behorend bij deze beleidsregel zou worden overschreden. Het subsidieplafond wordt door het

college vastgesteld bij afzonderlijk besluit.

Artikel 4. Het aanvragen van een subsidie

1.De Leermeestervoucher en de Startersbonus kunnen worden aangevraagd door de werkgever. Bij

de aanvraag verstrekt de werkgever de volgende gegevens:

  • a.

    een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

  • b.

    een kopie van het bankafschrift of bankpas van de bankrekening ten name van de aanvrager;

  • c.

    een kopie van het loonstrookje van de zesde maand (of een latere maand) van het dienstverband.

    • 2.

      De Sport sponsorbonus wordt aangevraagd door de sportvereniging. Bij de aanvraag verstrekt

de sportvereniging de volgende gegevens:

  • a.

    een kopie van het bankafschrift of bankpas van de bankrekening ten name van de aanvrager;

  • b.

    een kopie van het loonstrookje van de derde maand (of een latere maand) van het dienstverband of arbeidsovereenkomst.

Artikel 5. Indiening van de aanvraag

1.De werkgever dient de aanvraag van een Startersbonus of Leermeestervoucher in op of na de

dag dat de jongere zes maanden in dienst is, maar uiterlijk 1 juli 2016.

2.De sportvereniging dient de aanvraag van de Sport sponsorbonus in op of na de dag dat de

jongere drie maanden in dienst is c.q. stage loopt. De uiterste datum waarop een aanvraag kan

worden ingediend is 1 december 2016.

3.Met het indienen van een aanvraag van een Startersbonus, Leermeestervoucher of Sport sponsorbonus, verklaart de aanvrager dat de jongere toestemming heeft gegeven voor het verstrekken van de kopie van het loonstrookje.

Artikel 6. Bepaling over verplichte bijlagen bij aanvraag

1.Bij een aanvraag voor één van de in deze beleidsregels genoemde werkgeversinstrumenten

hoeven bij een aanvraag de volgende bijlagen niet te worden overlegd:

  • -

    een activiteitenplan,

  • -

    een begroting,

  • -

    de statuten,

  • -

    de financiële verantwoording c.q. jaarrekening over het voorafgaande jaar

  • -

    een opgave van de rechtspersonen die aan de subsidieontvanger zijn gelieerd en een opgave

van de aard van de betrekkingen die deze rechtspersonen met de subsidieontvanger hebben en

-een Eigen Verklaring Governance Code.

Artikel 7. Hoogte van de subsidies

  • 1.

    De maximale hoogte van het bedrag van de Startersbonus is € 1.000,00 per dienstverband.

  • 2.

    De maximale hoogte van het bedrag van de Leermeestervoucher is € 1.500,00 per BBL-

dienstverband.

3.De maximale hoogte van het bedrag van de Sport sponsorbonus is € 500,00 per stage- of arbeidsovereenkomst.

Artikel 8. Verlening en vaststelling van de subsidie

1.Het college stelt het bedrag van de subsidies bij de verlening direct vast. Verdere

verantwoording is niet nodig, omdat alle benodigde stukken al bij de aanvraag dienen te worden

aangeleverd.

2.Conform artikel 21 lid 8 van de Algemene subsidieverordening 2014 (ASV) besluit het college

dat artikel 21 lid 1 tot en met 6 van de ASV niet van toepassing zijn.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de dag van publicatie in het Gemeenteblad en

werken terug tot en met 1 januari 2016. De Beleidsregels regionale werkgeversinstrumenten 2015 komen per 1 januari 2016 te vervallen.

Artikel 10. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels regionale werkgeversinstrumenten

Jeugdwerkloosheid arbeidsmarkt regio Utrecht 2016.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 2 februari 2016

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink mr J.H.C. van Zanen