Regeling vervallen per 10-12-2021

Beleidsregel Werkgeverscheque

Geldend van 01-01-2015 t/m 09-12-2021

Intitulé

Beleidsregel Werkgeverscheque

GEMEENTE UTRECHT: Beleidsregel Werkgeverscheque

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht,

Overwegende dat,

het in het kader van het aanbod van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling wenselijk is omwerkgevers te stimuleren personen met belemmeringen op de arbeidsmarkt in dienst te nemen of opeen proefplaatsing aan te stellen,

Gelet op:

  • -

    artikel 10 van de Participatiewet

  • -

    artikel 2 en 9 van de Verordening re-integratie, studietoeslag en tegenprestatie Participatiewet: Werken aan werk.

Stelt vast de volgende:

Beleidsregel Werkgeverscheque

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.Definities

  • 1. Werkgeverscheque: een eenmalige subsidie als tegemoetkoming in de aantoonbare extra kosten, die een werkgever moet maken om een persoon uit de doelgroep:

    • a.

      in dienst te nemen en te houden; of

    • b.

      aan te stellen in een proefplaatsing als bedoeld in artikel 9 van de Verordening re-integratie, studietoeslag en tegenprestatie Participatiewet: Werken aan werk en hem op basis daarvan werkzaamheden te laten verrichten.

  • 2. Onder extra kosten wordt verstaan: kosten die

    • a.

      direct en specifiek verband houden met het in dienst nemen of -houden van, dan wel het aanbieden van een proefplaats aan iemand uit de doelgroep; en

    • b.

      niet op een andere manier kunnen worden vergoed, zoals kosten voor training of begeleiding op de werkplek of aanpassing van een werkplek, voor zover die niet vergoed worden door het UWV of anderen.

  • 3. Doelgroep: de personen bedoeld in artikel 10 van de Participatiewet.

Artikel 2.Doel

Het doel van de werkgeverscheque is het stimuleren van werkgevers om arbeids- en proefplaatsen beschikbaar te stellen aan leden van de doelgroep en hen algemeen geaccepteerde arbeid te laten verrichten.

Hoofdstuk 2 De aanspraak op een werkgeverscheque

Artikel 3.Het recht op een werkgeverscheque

  • 1. Er bestaat slechts aanspraak op een werkgeverscheque als het dienstverband of de proefplaatsing tenminste 12 uur per week omvat.

  • 1. Voor subsidie op basis van een werkgeverscheque komen slechts de in artikel 1, eerste lid, bedoelde kosten in aanmerking, voor zover het college die noodzakelijk acht voor het in dienst nemen en houden, dan wel voor het aanstellen in een proefplaatsing, van een tot de doelgroep behorende persoon.

  • 1. De aanspraak op een werkgeverscheque ontstaat niet eerder dan de dag waarop het dienstverband of de proefplaatsing is aangevangen. De reeds op of vóór die dag gemaakte kosten komen niet voor subsidieverlening in aanmerking.

  • 2. Er is geen aanspraak op een werkgeverscheque als voor het dienstverband of de proefplaatsing reeds uit hoofde van een andere regeling aanspraak op subsidie, anders dan subsidie voor loonkosten, bestaat.

Artikel 4.Verplichtingen en voorwaarden

  • 1. De werkgever verstrekt, onverminderd het elders in deze beleidsregel bepaalde, desgevraagd alle inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanspraak op een werkgeverscheque binnen de termijn die het college daarvoor stelt.

  • 2. De werkgever is verplicht om wijzigingen in het dienstverband of de proefplaatsing, alsmede alle wijzigingen in de omstandigheden van de betrokken persoon die redelijkerwijs van belang zijn voorde beoordeling op de aanspraak op een werkgeverscheque, onverwijld en uit eigen beweging aan het college door te geven.

  • 3. De werkgever is verplicht alle wijzigingen in rechtspersoonlijkheid, organisatievorm of registratie in openbare registers, die zich voordoen gedurende de looptijd van de arbeidsovereenkomst of deproefplaatsing, onverwijld en uit eigen beweging aan het college door te geven.

  • 4. De werkgever is verplicht de persoon die bij hem in dienst is dan wel werkzaam in een proefplaatsing, en voor wie een subsidie wordt verstrekt als bedoeld in artikel 3, in de gelegenheid te stellen tot het verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid binnen de beperkingen en mogelijkheden van de betrokken persoon en hem daarbij de noodzakelijke begeleiding en ondersteuning te bieden. De werkgever verstrekt het college daarover desgevraagd de noodzakelijke inlichtingen.

  • 5. Het college kan controleren of alle inlichtingen juist zijn verstrekt. Daarbij zal het college overgaan tot gehele of gedeeltelijke intrekking indien onjuiste inlichtingen zijn verleend of indien wijzigingen in het dienstverband zijn verzwegen.

Hoofdstuk 3. Het aanvragen van de werkgeverscheque

Artikel 5.De aanvraag

Bij de aanvraag voor een werkgeverscheque verstrekt de werkgever de volgende gegevens:

  • a.

    een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

  • b.

    een kopie van het bankafschrift van de bankrekening ten name van de aanvrager;

  • c.

    een kopie van een arbeidsovereenkomst, dan wel een proefplaatsingsovereenkomst;

  • d.

    een opgave van de aantoonbare extra kosten als bedoeld in artikel 1.

Artikel 6.Indiening van de aanvraag

De werkgever dient de aanvraag van een werkgeverscheque uiterlijk 3 maanden na aanvang van de dag waarop de werkzaamheden zijn aangevangen.

Hoofdstuk 4 De verlening en vaststelling van de werkgeverscheque

Artikel 7.Hoogte van de subsidie

De hoogte van het bedrag van de werkgeverscheque is gelijk aan de daadwerkelijk gemaakte kosten, met een maximum van € 1.500,- bij een dienstverband of proefplaatsing voor een periode korter dan 6 maanden of van € 3.000,- bij een dienstverband van 6 maanden of langer.

Artikel 8.Verlening en vaststelling van de subsidie

  • 1. Het college stelt het bedrag van de werkgeverscheque vast bij de verlening.

  • 2. De werkgever is verplicht om, uit eigen beweging of op verzoek van het college, de voor de verleningen vaststelling noodzakelijke inlichtingen en bewijsstukken te verstrekken van de kosten waarvoor de werkgeverscheque is aangevraagd.

  • 3. Het college weigert de werkgeverscheque als bij de aanvraag geen of onvoldoende inlichtingen worden verstrekt of trekt de werkgeverscheque geheel of gedeeltelijk in als blijkt dat inlichtingen onjuist zijn verstrekt of verzwegen en dat aan de aanvrager kan worden verweten.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 9.Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de dag van publicatie in het Gemeenteblad en werkt terug tot 1 januari 2015.

Artikel 10.Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel Werkgeverscheque.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Utrecht in de vergadering van 24 november 2015,

De secretaris, De burgemeester,