Beleidsregel Incidentele evenementen bij culturele instellingen

Geldend van 02-12-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel Incidentele evenementen bij culturele instellingen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

gelet op

  • -

    artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

  • -

    artikel 2.7 en artikel 4, lid 11 van bijlage II Besluit omgevingsrecht

BESLUIT

vast te stellen de volgende:

BELEIDSREGEL Incidentele evenementen bij culturele instellingen

GEMEENTE UTRECHT: BELEIDSREGEL Incidentele evenementen bij culturele instellingen

Aanleiding en doel

Regelmatig worden in culturele instellingen feesten en partijen georganiseerd die niet passen binnen de culturele bestemming die qua bestemming op het pand rust. Het gaat dan om dancefeesten (vaak zaalverhuur met kaartverkoop) en besloten feesten en partijen.

De gemeente wordt gevraagd op te treden tegen dit illegale gebruik. Niet zelden gebeurt dit op het moment dat de kaartverkoop al in volle gang is. De onrust bij de organisatoren is dan ook steevast groot als van gemeentewege een verbod wordt opgelegd voor het houden van het feest.

In de culturele instellingen is in het algemeen alleen additionele horeca. Bij additionele horeca gaat het om horeca-activiteiten die ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie die is toegestaan Deze additionele activiteiten worden juridisch-planologisch gezien niet onder de afzonderlijke functie ‘horeca’ begrepen maar gerekend tot de bestemming van de hoofdfunctie van de instelling (sociaal-culturele/culturele/maatschappelijke/sport/recreatieve doeleinden). Hiermee worden onder meer bedoeld de kantines bij buurthuizen, scholen en sportfaciliteiten, of horecavoorzieningen bij musea en dergelijke. Dancefeesten en dergelijke zijn daarom al snel strijdig met de culturele bestemming van de locatie. Dit soort activiteiten vallen formeel onder de horecacategorieën A1:discotheken en A2:zaalverhuur/partycentra, zijnde horeca met een relatief zwaar overlastprofiel. De indeling en kwalificatie komen uit het Ontwikkelingskader horeca Utrecht 2012.

Wettelijke grondslag en beleidsruimte

Vanaf 1 november 2014 geeft het Besluit omgevingsrecht (Bor) in artikel 4 de mogelijkheid om door een reguliere Wabo-procedure (korte termijn, maximaal 8 tot 14 weken), met gebruikmaking van een afwijkingsbesluit (artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 van de Wabo), gebruik geheel of tijdelijk te wijzigen. Voordien kon met deze procedure slechts een omgevingsvergunning worden verleend voor maximaal 3 afwijkingen/evenementen per jaar.

Om aan het genoemd dilemma tegemoet te komen wordt culturele instellingen de mogelijkheid geboden een omgevingsvergunning aan te vragen voor maximaal 6 – van de bestemming afwijkende - activiteiten/evenementen per jaar die vallen onder de horecacategorieën A1 en A2.

Indien na een bepaalde tijd reden bestaat om ter plaatse een definitieve bestemming Horeca A1 en A2 te geven zal dit zoveel mogelijk via een aanpassing van het Ontwikkelingskader Horeca Utrecht of bij actualisering van het bestemmingsplan moeten plaatsvinden.

De regeling

-De vergunning wordt verleend voor een (1) jaar. Indien 3 jaren goed zijn verlopen kan een vergunning worden verleend voor 2 jaren.

Hierdoor blijft ruimte om een volgend verzoek te weigeren als blijkt dat sprake was van onaanvaardbare overlast voor omwonenden of een onaanvaardbaar hoge inzet van handhavingscapaciteit of politiecapaciteit. Het is ook een stok achter de deur voor de betreffende stichting/organisatie/ondernemer om de zaken goed te regelen.

-Maximaal 6 dagen per jaar worden gegund voor - incidentele- activiteiten/evenementen.

Dit aantal is een middenweg tussen enerzijds de wens van culturele instellingen om door terugloop van subsidiegelden meer horeca-achtige activiteiten te houden om hun exploitatie gezond te houden en anderzijds de gevestigde horeca die uitbreiding van horecamogelijkheden in de culturele instellingen ziet als concurrentievervalsing.

  • -

    Brandveilig gebruik moet verzekerd zijn, het aantal toe te laten personen moet passen binnen de gebruiksmelding.

  • -

    Het geluidsniveau wordt aangepast aan de mogelijkheden van het gebouw (geluidsrapport) en indien gebruik wordt gemaakt van een geluidsontheffing aan de normen en aantallen die daarvoor gelden

  • -

    Bij meer dan 1000 te verwachten bezoekers moeten de verkeersstromen en bezoekersstromen vooraf in beeld worden gebracht door een vervoers- en parkeerplan. Uitgangspunt is om parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein op te lossen.

  • -

    Aanvrager zorgt zelf voor informatie naar de directe omgeving over het evenement.

  • -

    Aanwijzingen van hulpdiensten en gemeentelijke toezichthouders dienen te worden opgevolgd.

  • -

    De vergunning kan niet worden gebruikt voor evenementen op Koningsdag en Oud en Nieuw.

Bepalingen uit andere geldende regelingen

  • -

    Instellingen die gebruik maken van een para-commerciële vergunning hebben voor elke afwijkende activiteit een ontheffing nodig van de Burgemeester (artikel 21 Horecaverordening 2015).

  • -

    Voor binnenevenementen met meer dan 2000 personen is een aparte evenementenvergunning vereist (APV).

  • -

    indien alcohol wordt geschonken op plaatsen waar dat op grond van de geldende horecavergunning(en) niet is toegestaan, moet men over een tapontheffing beschikken (Drank en Horecawet).

Slotbepalingen

Inherente afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van acht dagen na bekendmaken.

Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel incidentele evenementen bij culturele instellingen.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 10 november 2015.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.R. Schurink J.H.C. van Zanen

Bekendmaking is geschied op 24 november 2015