Regeling vervallen per 15-12-2020

Verordening gemeentelijke ombudsman 2006

Geldend van 23-02-2006 t/m 14-12-2020

Verordening gemeentelijke ombudsman 2006 (raadsbesluit van 9 februari 2006)

De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 24 januari 2006

Besluit

vast te stellen de volgende

VERORDENING gemeentelijke ombudsman 2006.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bestuursorgaan: de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders of de gemeenteraad, al naar gelang tot wiens competentie de aangelegenheid behoort.

  • -

    de Ombudsman: degene die is benoemd in de functie van gemeentelijke ombudsman voor Utrecht zoals bedoeld in artikel 81q van de Gemeentewet.

Artikel 2 Onafhankelijkheid

  • 1. Er is een gemeentelijk ombudsman, hierna te noemen: de Ombudsman.

  • 2. De Ombudsman is niet ondergeschikt aan enig bestuursorgaan.

Artikel 3 Kantoor van de Ombudsman

  • 1. Er is een kantoor van de Ombudsman.

  • 2. De Ombudsman regelt de tijden waarop het kantoor voor het publiek is geopend);

Artikel 4 Kennisgeving noodzaak van onverwijlde maatregel

Indien de Ombudsman van oordeel is dat, in verband met een gedraging waarover een verzoekschrift is ingediend en waarvan de verzoeker onevenredig nadeel ondervindt of dreigt te ondervinden, onverwijld een maatregel dient te worden genomen, bericht hij dit onmiddellijk aan het bestuursorgaan.

Artikel 5 Afdoening rapport door het bestuursorgaan

  • 1. Uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van het rapport van de Ombudsman bericht het bestuursorgaan aan de verzoeker en aan de Ombudsman, op welke wijze zij het rapport van de Ombudsman afdoet en op welke wijze aan een daarin eventueel bevatte aanbeveling gevolg zal worden gegeven.

  • 2. Indien het bestuursorgaan overweegt de aanbeveling niet op te volgen, deelt het dat overeenkomstig artikel 9:36, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht met reden omkleed aan de Ombudsman mede, en zendt zij tevens een afschrift van deze mededeling aan de commissie Bestuur en Veiligheid.

Artikel 6 Jaarverslag

Het jaarverslag van de Ombudsman bevat ten minste een kort zakelijk en inhoudelijk overzicht van de bij de Ombudsman ingediende verzoeken. De volgende onderdelen worden vermeld:

  • -

    kwantitatieve opgave van de verzoeken;

  • -

    de niet (verder) in behandeling genomen verzoeken;

  • -

    de verzoeken die als oordeel ‘niet onbehoorlijk’ hebben gekregen;

  • -

    de verzoeken die als oordeel ‘onbehoorlijk’ hebben gekregen, uitgesplitst naar verzoeken met en zonder aanbeveling;

  • -

    stand van zaken van lopende onderzoeken;

  • -

    onderzoeken die de Ombudsman uit eigen beweging heeft ingesteld.

Daarnaast bevat het jaarverslag alles wat de Ombudsman voor verslaglegging nodig acht.

Het verslag wordt door de Ombudsman en het bestuursorgaan algemeen verkrijgbaar gesteld.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke ombudsman 2006.

Artikel 8 Vervallen verordening

Op de dag van in werking treding van deze verordening komt te vervallen de Verordening op de gemeentelijke Ombudsman Utrecht (Gemeenteblad van Utrecht 2005, nr. 50).

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 9 februari 2006.

De griffier, De voorzitter,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf

Publicatie is geschied op 22 februari 2006.

Deze verordening is in werking getreden op 23 februari 2006.