Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de financiële bijdrage aan fracties 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de financiële bijdrage aan fracties 2006

(raadsbesluit van 1 juni 2006)

De raad van de gemeente Utrecht, gelet op het voorstel van het Presidium d.d. 19 mei 2006

Besluit

vast te stellen de volgende

VERORDENING op de financiële bijdrage aan fracties 2006.

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    fractie: elke groepering in de gemeenteraad die ten tijde van het begin van een nieuwe zittingsperiode van de raad is geregistreerd overeenkomstig artikel G3 van de Kieswet of die is gevormd naar aanleiding van een mededeling van een lid van de raad;

  • b.

    stichting: een door een fractie ter assistentie van de fractie aangewezen stichting, welke statutair uitsluitend met de uitvoering van de fractieondersteuning zoals bedoeld in deze verordening is belast;

  • c.

    financiële bijdrage: de subsidie waarop een stichting fractieondersteuning jaarlijks aanspraak kan maken ingevolge deze verordening;

  • d.

    fractieondersteuning: ondersteuning ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden van de fractie in de gemeenteraad;

  • e.

    egalisatiereserve: een in de verantwoording van de stichting fractieondersteuning op te nemen cumulatieve reserve die maximaal 40% mag bedragen van het totaal door de stichting ontvangen financiële bijdrage over één zittingsperiode;

  • f.

    verantwoording: een specificatie van de binnen het kader van deze verordening ten behoeve van de werkzaamheden door de fracties gemaakte kosten over het voorafgaande jaar

Artikel 2

Aan elke fractie als bedoeld in artikel 5 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Raad van de gemeente Utrecht (Gemeenteblad van Utrecht 2002, nr. 2), wordt van gemeentewege een financiële bijdrage verleend in de kosten welke de fractie maakt voor bijstand bij haar werkzaamheden.

Artikel 3

De financiële bijdrage dient ter bestrijding van de personele, materiële en andere kosten welke verband houden met de werkzaamheden van de fractie en wordt uitgekeerd aan een door de fractie ter assistentie van de fractie opgerichte stichting.

Artikel 4

  • 1. De financiële bijdrage bestaat uit een vaste en een variabele component.

  • 2. De vaste component bedraagt EUR 34.371,00 per fractie per jaar.

  • 3. De variabele component bedraagt EUR 3.848,00 voor elk lid van de fractie per jaar.

  • 4. Deze bedragen volgen de ontwikkelingen van de ambtenarensalarissen in de sector rijk.

Artikel 5

  • 1. De in artikel 1 bedoelde financiële bijdrage wordt maandelijks in gelijke delen uitgekeerd op één giro- of bankrekening. Deze rekening wordt niet gebruikt voor andere doeleinden.

  • 2. De raad kan, indien daartoe in hun oordeel aanleiding bestaat, afwijken van het bepaalde in het eerste lid.

  • 3. Indien de gemeente bij wijze van voorschot uitgaven doet voor een fractie worden deze periodiek verrekend met de financiële bijdrage.

Artikel 6

  • 1. Indien het zeteltal van een fractie tengevolge van verkiezingen verandert, wordt de variabele component van de bijdrage aangepast met ingang van de eerste dag na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2. Bij splitsing van een fractie tijdens een zittingsperiode heeft de nieuw gevormde fractie met ingang van de maand, volgend op de maand waarin de splitsing heeft plaatsgevonden uitsluitend aanspraak op de in artikel 4, derde lid genoemde variabele component. Deze aanspraak wordt in mindering gebracht op de financiële bijdrage van de fractie in oude samenstelling. De nieuwe fractie kan geen aanspraak maken op de door de fractie in oude samenstelling opgebouwde egalisatiereserve.

  • 3. Bij splitsing van een fractie tijdens een zittingsperiode valt de vaste component toe aan de raadsfractie die naar het oordeel van de gemeenteraad als rechtsopvolger van de oorspronkelijke fractie wordt beschouwd.

  • 4. Indien een fractie als gevolg van verkiezingen ophoud te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage met ingang van de datum dat de raad in de nieuwe samenstelling aantreedt.

  • 5. Indien een fractie tijdens een zittingsperiode ophoudt te bestaan, vervalt de aanspraak op de financiële bijdrage met ingang van de maand volgend op de maand waarin de fractie hiervan kennisgeving heeft gedaan.

Artikel 7

  • 1. De egalisatiereserve van de rechtspersoon mag na een zittingsperiode niet grote zijn dan 40% van de financiële bijdrage die de stichting in de periode toekwam. Het bedrag dat het maximum overschrijdt wordt op eerste verzoek van de gemeenteraad teruggestort in de gemeentekas.

  • 2. De vorming van andere reserves dan de egalisatiereserve ten laste van de financiële bijdrage is niet toegestaan.

  • 3. De vorming van voorzieningen ten laste van de financiële bijdrage is toegestaan mits deze voorzieningen voldoen aan artikel 44, eerste en derde lid van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

  • 4. Het is de stichting niet toegestaan een tijdelijk of permanent liquiditeitsoverschot op een andere rekening te storten dan een uitsluitend voor dit doel geopende en beheerde spaarrekening.

  • 5. De aard van de in het vorige lid bedoelde spaarrekeningen is zodanig dat de nominale omvang van de stortingen intact blijft en dat te allen tijde het gehele tegoed voor de stichting onmiddellijk en zonder betaling van boetes opeisbaar is.

  • 6. De stichting aangewezen door een in artikel 6, vierde en vijfde lid bedoelde fractie is verplicht de opgebouwde egalisatiereserve te restitueren aan de gemeente.

  • 7. Indien een fractie na verkiezingen niet terugkeert in de nieuwe gemeenteraad kan de eventuele egalisatiereserve nog uitsluitend worden aangewend ten behoeve van de afwikkeling van lopende verplichtingen van de oude fractie. Het restant van de egalisatiereserve dient gerestitueerd te worden aan de gemeente. De voormalige fractie kan binnen vier weken na de verkiezingsdatum schriftelijk en gemotiveerd aan het presidium van de gemeenteraad een voorstel doen voor de uiterlijke datum van afrekening. In andere gevallen dient de afrekening binnen drie maanden na de verkiezingsdatum plaats te vinden.

Artikel 8

1.De financiële bijdrage mag niet worden gebruikt ter bekostiging van:

  • a.

    bijdragen aan politieke partijen dan wel met politieke partijen verbonden instellingen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten en/of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde declaratie;

  • b.

    uitgaven welke bestreden dienen te worden uit de vergoedingen die de leden ingevolge de Gemeentewet toekomen;

  • c.

    giften, leningen en voorschotten;

  • d.

    uitgaven ten behoeve van raadsleden of bedrijven waarover raadsleden middellijk of onmiddellijk zeggenschap hebben;

  • e.

    kosten voor kantoorruimte buiten het stadhuis en

  • f.

    buitenlandse reizen van de fractie, tenzij de kosten expliciet achteraf worden verantwoord aan het Presidium.

    • 2.

      Jaarlijks leggen de fracties vóór 1 mei een verantwoording voor aan het Presidium, conform het formulier onder bijlage A. Het Presidium legt deze verantwoording ter controle voor aan de Accountantsdienst. De Accountantsdienst is te allen tijde bevoegd inzage te verlangen van de aan de verantwoording ten grondslag liggende documenten. De Accountantsdienst rapporteert aan de gemeenteraad, waarna deze een besluit neemt.

    • 3.

      Indien in strijd wordt gehandeld met het gestelde in het eerste lid of wanneer niet wordt voldaan aan andere bepalingen van deze verordening heeft de raad de bevoegdheid de in het geding zijnde uitgaven terug te vorderen dan wel te verrekenen met de financiële bijdrage voor het volgend jaar.

Artikel 9

In gevallen waarin deze verordening niet of niet genoegzaam voorziet beslist de gemeenteraad

Artikel 10

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

  • 3.

    Met de inwerkingtreding van deze verordening, vervalt de Verordening tegemoetkoming fractiekosten 2003 (Gemeenteblad van Utrecht 2003, nr. 31).

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 1 juni 2006.

De griffier, De voorzitter,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf

Publicatie is geschied op 14 juni 2006.

Deze verordening is in werking getreden op 1 januari 2006.

BIJLAGE BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2006, NR. 24

Verantwoording ingevolge artikel 8, tweede lid van de Verordening tegemoetkoming fractiekosten van het bestuur van de stichting: …………………….. over het kalenderjaar ….

Inkomsten

Fractiekostenvergoeding, vast EUR

variabel EUR

totaal EUR

Overige inkomsten (ontvangen rente) EUR

Totaal inkomsten EUR

Aantal fractieleden: …..

Vergoeding per fractielid: EUR

Uitgaven

Salariskosten EUR

Overige uitgaven EUR

Totaal uitgaven EUR

Specificatie overige uitgaven:

  • …….

    EUR

  • …….

    EUR

  • …….

    EUR

Totaal EUR

Saldo reserve 1 januari 200. EUR

Totaal inkomsten EUR

Totaal uitgaven EUR

Mutatie reserve per saldo EUR

Saldo reserve 31 december 200. EUR

Saldo reserve 31 december 200. EUR

Fractiekostenvergoeding 200.: EUR 50% = EUR

Verschil EUR

Indien het saldo van de reserve per 31 december hoger is dan 50% van de fractiekosten-vergoeding dient het verschil te worden gerestitueerd.

Saldo bank rekening-courant per 31 december 200. EUR

Idem spaarrekening 1 (o.i.d.) EUR

Idem 2 EUR

Totaal banksaldo 31 december 200. EUR

Bij de juiste toepassing van het kasstelsel en het gebruik van één bankrekening voor de ontvangst en besteding van de fractiekostenvergoeding moeten de saldi reserve 31 december en de banksaldi per 31 december aan elkaar gelijk zijn.