Beleidsregel gecombineerde inloopvoorziening voor daklozen gemeente Utrecht

Geldend van 29-09-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel gecombineerde inloopvoorziening voor daklozen gemeente Utrecht

Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

  • -

    gelet op artikel 4:81 van de Awb en artikel 3 lid 2 van de ASV 2014;

  • -

    gelet op de Wmo, de Kader- en Uitvoeringsnota’s Meedoen naar Vermogen, de Wmo verordening en beleidsregels;

  • -

    en gelet op de beleidsvisie “Toekomst van de daklozenopvang”, Maatschappelijke Ontwikkeling 2017.

Besluit: vast te stellen de beleidsregel Gecombineerde inloopvoorziening voor daklozen gemeente Utrecht.

Beleidsregel gecombineerde inloopvoorziening voor daklozen gemeente Utrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a.Activering:

een vorm van zinvolle daginvulling. Op basis van vrijwillige inzet door middel van werkgeoriënteerde activiteiten wordt de zelfredzaamheid van deelnemers bevorderd, behouden of gecompenseerd. De betrokkene ervaart hierdoor minder sociaal isolement, een terugval wordt beperkt en de zelfredzaamheid wordt tot het maximaal haalbare ontwikkeld.

Er zijn verschillende instrumenten om dit vorm te geven:

  • -

    sociale prestatie: meedoen of meewerken met een lichte vorm van ondersteuning

  • -

    arbeidsmatige activering: werken met een zwaardere vorm van begeleiding

  • -

    Bijzondere vrijwilligers: zelfstandig werken met een lichte vorm van begeleiding

  • -

    De Opmaat voorziening: een toeleiding naar werken bij een werkgever (vrijwilligers)werk en/of opleiding in of buiten de gecombineerde voorziening.

    • b.

      ASV:

Algemene Subsidieverordening Gemeente Utrecht 2014.

c.Awb:

Algemene wet bestuursrecht.

d.Binnenstad

de wijk die bestaat uit de buurten Oude Binnenstad, Vaartsebuurt, Hooch Boulandt, Hoog Catharijne, het station Utrecht Centraal en de Jaarbeurs.

e.Daklozen:

mensen die geen vaste verblijfplaats hebben en daarom buiten slapen, gebruik maken van nachtopvang en/of op verschillende plekken logeren.

f.Gecombineerde inloopvoorziening:

een laagdrempelige voorziening voor daklozen die ruimte biedt aan de volgende functies: een open inloop, medische zorg, hulpverlening (Stadsteam Herstel), activering en noodslaapplaatsen.

g.Medische zorg:

medisch spreekuur met verpleegkundigen of arts geleverd door sociaal-medische zorg van de afdeling Volksgezondheid van gemeente Utrecht.

h.Niet-rechthebbend:

een dakloze zonder recht op dezelfde maatschappelijke faciliteiten en voorziening als wel-rechthebbenden. Bepalend daarvoor zijn de nationale wet- en regelgeving en voor vreemdelingen ook de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), met name artikel 10 en 11.

i.Noodslaapplaatsen:

beschikbare noodslaapplaatsen in de gecombineerde voorziening voor een aantal nachten, bedoeld voor personen die net hun woonplek hebben verloren, per direct onderdak zoeken en/of in afwachting zijn van een verblijf in een 24-uursopvang.

j.Open inloop:

laagdrempelige inloop binnen de gecombineerde voorziening die fungeert als vindplaats voor verschillende hulpverleningsinstanties en waar iedereen die dakloos is, ongeacht zijn of haar achtergrond, mag binnenlopen. De inloop is bedoeld voor kortdurend verblijf. In de inloop krijgen rechthebbende bezoekers integrale snelle hulp en activering gericht op herstel. Niet rechthebbende bezoekers worden in de inloop gekoppeld aan instanties die hen verder kunnen helpen.

k.Stadsteam Herstel:

een stedelijk samenwerkingsverband van verschillende partijen, gericht op hulpverlening en ondersteuning van daklozen in Utrecht door het regelen van praktische zaken, advies over wonen, zorg, schulden en inkomen en het toeleiden naar opvang, zorg en/of huisvesting.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

Deze beleidsregel baseert zich op de beleidsvisie voor opvang en ondersteuning aan daklozen, zoals verwoord in de ‘Toekomst van de daklozenopvang’ (2017). Het doel van deze beleidsregel is om bij te dragen aan de opvang en het herstel van daklozen in Utrecht. Meer specifiek worden, door het realiseren van een gecombineerde inloopvoorziening, de volgende doelstellingen beoogd:

  • -

    Het bieden van een duidelijke ingang voor daklozen en het startpunt van de keten van opvang richting herstel.

  • -

    Het snel bieden van tijdelijke opvang en integrale hulpverlening.

  • -

    Het bijdragen aan herstel van daklozen.

  • -

    Het vergroten van de door- en uitstroom uit de maatschappelijke opvang.

Artikel 3 Definitie aanvrager subsidie

De subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

De gemeente subsidieert activiteiten ten behoeve van het realiseren van de gecombineerde inloopvoorziening op één locatie in Utrecht. De voorziening is actief uiterlijk 1 december 2018.

De subsidiabele activiteiten vallen uiteen in:

a) Het bieden van een zorg- en activeringsaanbod;

b) Het vormgeven van integrale ketensamenwerking;

c) Het bieden van huisvesting;

d) Aanpassen van vastgoed indien nodig.

a) Het bieden van een zorg- en activeringsaanbod

Het organiseren van een open inloop voor (nieuwe) daklozen en niet-rechthebbenden

We willen dat mensen die net dakloos zijn geworden, mensen die ‘marginaal’ wonen of op verschillende adressen logeren in de inloop terecht kunnen voor koffie, soep en brood. Ze kunnen er douchen, hun kleding wassen en medische en praktische hulp krijgen. De inloop is daarmee een vindplaats voor de hulpverlening (zoals Stadsteam Herstel, Back Up en Barka). Daarmee willen we voorkomen dat betrokkenen maatschappelijk verder afglijden en/of terugvallen. De inloop is niet bedoeld voor langdurig verblijf/gebruik van de voorziening.

Alle bezoekers worden geregistreerd. De inloop is alle dagen van de week overdag minimaal 8 uur geopend en biedt capaciteit voor gemiddeld 60 bezoekers.

Medewerkers en vrijwilligers handelen vanuit de lijn van de visie: gericht op herstel en kort verblijf.

Het organiseren van noodslaapplaatsen

In de voorziening kunnen mensen zich melden die op zoek zijn naar een slaapplaats. Hier wordt door het Stadsteam Herstel bekeken waar een slaapplaats is voor de nacht. Dit kan in een van de 24­uursvoorzieningen zijn in de stad of de regio, maar ook binnen de gecombineerde voorziening zijn minimaal 15 noodslaapplaatsen aanwezig. Het is afhankelijk van de regiobinding, de achtergrond en problematiek van de persoon en de beschikbaarheid of en waar iemand een plek krijgt toegewezen.

De noodslaapplaatsen zijn sober ingericht en bedoeld om kort, een aantal nachten, te verblijven. Bezoekers stromen, indien aan de orde, zo snel mogelijk door naar een passende vervolgplek, zoals een verblijf in de 24-uursopvang, waar ze tot rust kunnen komen en verder werken aan hun herstel. Mensen die gebruik maken van de slaapplaatsen, kunnen overdag gebruik maken van de hulpverlening en activering op dezelfde locatie.

Medewerkers en vrijwilligers handelen vanuit de lijn van de visie: gericht op herstel en kort verblijf/gebruik van de voorziening.

Het bieden van activeringsaanbod, in samenwerking met anderen

Wie gebruik wil maken van de diensten van de inloopvoorziening, werkt mee aan zijn eigen herstel. Vanuit de visie ‘werk is de beste zorg’ wordt bij iedere deelnemer bij de screening bekeken welke activering passend is. De gecombineerde voorziening biedt, waar mogelijk in samenwerking met andere aanbieders, een activeringsaanbod op dagbasis. De activering bestaat uit:

  • -

    Een vorm van inzet op andere locatie(s). Dit zijn werkzaamheden uit het bestaande activeringsaanbod in Utrecht, waar deelnemers een kleine vergoeding voor kunnen krijgen. De aanbieder van de gecombineerde voorziening en aanbieders van activering zorgen samen voor vervoer vanaf de gecombineerde voorziening naar de plek waar de activiteiten plaatsvinden. De bedoeling is dat zoveel mogelijk bezoekers aan activering buiten de gecombineerde voorziening deelnemen.

  • -

    Werkzaamheden op de locatie zelf. Bezoekers voor wie activering op een andere locatie niet mogelijk is, nemen dagelijks deel aan activiteiten/werkzaamheden op de locatie zelf. Deelnemers krijgen hier geen vergoeding voor. Voor de begeleiding van deze activiteiten worden zoveel mogelijk ervaringsdeskundigen en vrijwilligers ingezet.

b) Het vormgeven van integrale ketensamenwerking

In de gecombineerde voorziening werken verschillende organisaties samen binnen de keten, zoals het Stadsteam Herstel, de medewerkers van de inloop en opvang, Volksgezondheid en aanbieders van activeringsaanbod. De aanvrager zorgt voor de coördinatie van deze ketensamenwerking.

Samenwerking met Stadsteam Herstel en Volksgezondheid

In de voorziening is hulpverlening aanwezig in de vorm van het Stadsteam Herstel voor dakloze volwassenen die regiobinding hebben en rechtmatig in Nederland verblijven. Niet-rechthebbenden worden doorgeleid naar andere organisaties. Medische zorg, in de vorm van een medisch spreekuur, is beschikbaar voor alle bezoekers, ongeacht hun achtergrond.

c) Het bieden van huisvesting

De aanvrager heeft ten behoeve van bovenstaande activiteiten een pand beschikbaar dat in ieder geval voldoet aan de volgende eisen:

• Locatie in de wijk Binnenstad van Utrecht;

• Heeft een maatschappelijke bestemming en is nu al voor een soortgelijke functie op het gebied van zorg en opvang (maatschappelijke opvang) in gebruik;

• Een omvang en inrichting van het pand dat passend is voor alle functies;

• Een neutrale/laagdrempelige uitstraling in verband met breedte doelgroep;

• Inpasbaar in de omgeving, met oog op andere functies zoals wonen, uitgaan en zorgvoorzieningen;

• Beschikt minimaal over:

o Inloopruimte

o Keuken

o Wasruimte

o Toiletten en douches

o Ruimte voor activeringsactiviteiten

o 15 slaapplaatsen

o 5 (spreek)kamers, eventueel te combineren met werkplekken

o Medische behandelkamer

o 15 werkplekken

o Vergaderruimte (voor ca. 25 personen)

o Buitenruimte

o Fietsenstalling

o Optioneel: inpandige rookruimte

d) Aanpassen van het vastgoed indien nodig

Indien nodig zorgt de aanvrager voor de bouwtechnische aanpassingen van het vastgoed en levert hier ook een begroting en een voorlopig ontwerp voor aan. In dat geval is op het vastgoedobject waarvoor subsidie wordt verleend nadrukkelijk het bepaalde in artikel 14 lid 3 van de ASV van toepassing. De subsidie wordt verleend met de verplichting dat het verbouwde gebouw, gedurende de looptijd van de subsidiebeschikking voor de verbouwing, beschikbaar blijft voor de activiteiten waarvoor het verbouwd is. Dit zijn de subsidiabele activiteiten genoemd onder a, b en c in dit artikel en alle direct daarmee samenhangende activiteiten.

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

De aanvraag voor de subsidiabele activiteiten genoemd in artikel 5 onder a, b en c dient voor de periode van 6 jaar te worden ingediend door één aanvrager, al dan niet in samenwerking met andere partijen. De subsidiabele activiteit genoemd in artikel 5 onder d dient voor de periode van 10 jaar te worden ingediend. In het voorstel en de begroting dient duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen de (subsidie)jaren. Daarnaast dient de geselecteerde aanbieder jaarlijks voor 1 oktober een bijgesteld plan en begroting in voor het opvolgende jaar. In het plan geeft de aanbieder aan hoe uitvoering gegeven wordt aan de doelstellingen genoemd in artikel 2.

Om voor een subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager in ieder geval te voldoen aan de volgende eisen:

1) Een (activiteiten)plan aan te leveren waarin het volgende is opgenomen:

o een beschrijving van de wijze waarop u vormgeeft aan de subsidiabele activiteiten, zoals beschreven in artikel 5. U laat daarin zien hoe u daarmee bijdraagt aan de doelstellingen zoals beschreven in artikel 2 en de beleidsvisie ‘Toekomst van de daklozenopvang’.

o een beschrijving van de wijze waarop u voldoet aan de gestelde criteria.

2) Een sluitende begroting waarin inzichtelijk is gemaakt wat de begrote kosten per activiteit zijn. De activiteiten die in de begroting zijn opgenomen zijn herkenbaar en herleidbaar gerelateerd aan de activiteiten in het activiteitenplan. Hierbij wordt activiteit a, zoals beschreven in artikel 5, opgesplitst in een open inloop, noodslaapplaatsen en activering.

3) De aanvrager garandeert een gecombineerde inloopvoorziening die uiterlijk 1 december 2018 operationeel is;

o Het pand bevindt zich in de wijk Binnenstad van Utrecht;

o Het pand heeft een maatschappelijke bestemming en is nu al voor een soortgelijke functie op het gebied van zorg en opvang (maatschappelijke opvang) in gebruik;

o Het pand voldoet minimaal aan de eisen zoals verwoord in artikel 5 of de aanvrager toont aan dat het pand hieraan gaat voldoen.

4) Een reële planning waarin u aangeeft welke stappen worden gezet in de periode vanaf gunning tot realisatie. Inclusief de consequenties die een eventuele verplaatsing van het huidige gebruik heeft in de keten van maatschappelijke opvang en de bijbehorende kosten.

5) Daarnaast moeten de volgende documenten worden meegezonden bij een eerste aanvraag: statuten, een uittrekstel van de Kamer van Koophandel, een jaarrekening van het voorgaand jaar, een opgave van gelieerde rechtspersonen, een kopie bankafschrift van de laatste maand.

6) In uw aanvraag dient u aan te geven welke inzet u gaat realiseren voor social return. De nadere detaillering hiervan kan samen met de gemeente later worden ingevuld na het besluit tot verlening. De richtlijn voor de inzet voor social return is 5% van het aangevraagde subsidiebedrag, maar u mag dit beperken tot 2% van uw totale inkomsten als dit lager is dan de genoemde 5% van de subsidie. Indien de gemeente u op jaarbasis minder dan € 100.000 subsidie heeft verleend of als uw totale inkomsten op jaarbasis lager zijn dan € 500.000, vervalt de verplichting om een deel van de subsidie in te zetten voor social return.

7) Indien sprake is van verbouwingskosten levert u bij de aanvraag een voorlopig ontwerp van de verbouwing met een bijbehorende begroting. Uit deze documenten moet duidelijk worden welke aanpassingen aan het gebouw u wilt doorvoeren en welke kosten daarmee zijn gemoeid.

In uw aanvraag gaat u verder in op de volgende punten:

  • -

    De kwalitatieve en kwantitatieve capaciteit van medewerkers die u denkt in te zetten en de verhouding professionals, ervaringsdeskundigen en vrijwilligers;

  • -

    De wijze waarop u uitvoering geeft aan de wettelijke en CAO vereisten op het gebied van overname van personeel en eventueel van vrijwilligers van een instelling, die thans geheel of gedeeltelijk de gevraagde voorziening aanbiedt;

  • -

    De activeringspartij(en) waarmee u een samenwerking aangaat;

  • -

    Het lerend ontwikkelen met andere organisaties en de gemeente binnen en buiten de locatie;

  • -

    Het betrekken van gebruikers, medewerkers en vrijwilligers bij de verdere uitwerking en ontwikkeling van de gecombineerde voorziening;

  • -

    De veiligheid van bezoekers, omwonenden en medewerkers en de invulling van het sfeerbeheer, zowel intern als extern;

  • -

    De communicatie over de locatie, het overleg met omwonenden en het beheer in de directe omgeving van de locatie.

Dit voorstel dient duidelijk en beknopt te zijn.

Artikel 7 Indieningstermijn subsidieaanvraag

De subsidieaanvraag moet uiterlijk 1 december 2017 worden aangevraagd. Alle aanvragen moeten worden ingediend bij het college van B&W via een digitaal aanvraagformulier op www.utrecht.nl/subsidie. Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen.

Artikel 8 Beoordelingscriteria subsidieaanvraag

Bij de inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvraag wordt door een beoordelingscommissie naar een aantal aspecten gekeken.

1) De aanvraag voldoet aan de eisen zoals genoemd in artikel 6.

2) De waardering van de beoordelingscommissie aan de hand van de mate waarin is voldaan aan de volgende criteria:

• Kwaliteit: de mate waarin de activiteiten en de organisatie daarvan bijdragen aan een effectieve ondersteuning van daklozen. De mate waarin gebruikers, medewerkers en vrijwilligers betrokken worden in de ontwikkeling van het aanbod en een actieve rol hebben in de realisatie. De mate waarin de eventuele verplaatsing van het huidige gebruik ongewenste gevolgen heeft in de keten van maatschappelijke opvang.

Hierbij geldt een weegfactor van 45%.

• De hoogte van de kosten over de gehele subsidieperiode en de mate waarin er een logisch verband bestaat tussen de subsidiabele activiteiten en de daarvoor benodigde middelen. Het betreft hierbij zowel de kosten voor de exploitatie als de eventuele kosten voor verbouwing en de verplaatsing van het huidige gebruik.

Hierbij geldt een weegfactor van 20%.

• Samenwerking en lerend ontwikkelen: de mate waarin het aanbod in het voorstel afgestemd wordt op andere voorzieningen voor de doelgroep en de afstemming met ketenpartners daarover binnen en buiten de locatie.

Hierbij geldt een weegfactor van 10%.

• Inpassing en omgevingssensitiviteit: de geschiktheid van de locatie, de mate waarin het voorstel aandacht heeft voor de leefbaarheid, veiligheid en het beheer in de directe omgeving van de locatie en de wijze waarop het overleg met de omgeving daartoe wordt ingericht.

Hierbij geldt een weegfactor van 25%.

Artikel 9 Besluitvorming

Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gehanteerd:

a) De aanvragen worden tegelijk met elkaar beoordeeld door een beoordelingscommissie.

b) Beoordeling van de criteria geschiedt op basis van een puntensysteem, waarbij de criteria in artikel 8, lid 2 door elk lid van de beoordelingscommissie afzonderlijk worden gescoord op een schaal van 0 tot en met 10 en worden vermenigvuldigd met het percentage dat aangegeven is bij elk criterium. De uitkomst van de leden wordt bij elkaar opgeteld.

c) Indien van toepassing wordt het voorlopig ontwerp en de begroting van de verbouwing getoetst door een bouwkundig expert.

d) Na het indienen van de subsidieaanvraag wordt u gevraagd een verdiepende presentatie te geven en krijgt u de gelegenheid om nadere vragen over uw subsidieaanvraag te beantwoorden.

e) De beoordelingscommissie vormt een oordeel op basis van de subsidieaanvraag, de verdiepende presentatie en de antwoorden op de gestelde nadere vragen.

f) De beoordelingscommissie brengt advies uit aan het college van burgemeester en wethouders.

g) Gegeven de maatschappelijke kwetsbaarheid van de functie, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en leefbaarheid, laat het college van burgemeester en wethouders een omgevingsscan uitvoeren voor alle ingediende subsidieaanvragen.

h) Op basis van het advies van de beoordelingscommissie en de omgevingsscan neemt het college van burgemeester en wethouders een voorgenomen besluit. Als de omgevingsscan naar het oordeel van burgemeester en wethouders vestiging van de inloop onwenselijk maakt, volgt dezelfde procedure met de subsidieaanvrager die op basis van het advies van de beoordelingscommissie als tweede scoorde en zo verder.

i) Vervolgens treedt het college over het voorgenomen besluit in overleg met relevante stakeholders over de omgevingsaspecten.

j) Het college van burgemeester en wethouders beslist uiterlijk 1 februari 2018 op de subsidieaanvraag. Subsidie wordt voor alle activiteiten aan één aanvrager verleend.

Artikel 10 Voorwaarden aan subsidieverlening

De subsidie kan verleend worden onder de volgende ontbindende voorwaarden:

-dat u, indien van toepassing, de beschikking krijgt over de benodigde vergunningen.

Artikel 11 Monitoring en evaluatie

De gemeente wil met de beleidsregel Gecombineerde inloopvoorziening voor daklozen bijdragen aan opvang en herstel van daklozen. Door tijdens de uitvoering hiervan steeds te blijven reflecteren en leren zullen inzichten ontstaan die helpen om nog meer effect te bereiken. Daartoe wil de gemeente in co-creatie met gebruikers en subsidieontvangers het leerproces vormgeven.

Het beleid in welk kader de subsidie wordt ingezet, wordt periodiek geëvalueerd. De evaluatie kan leiden tot aanpassing van de subsidieregeling en deze beleidsregel.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op de dag van publicatie van deze beleidsregel en wordt aangehaald als ‘Beleidsregel Gecombineerde inloopvoorziening voor daklozen gemeente Utrecht’.

Aldus is vastgesteld door burgemeesters en wethouders van de gemeente Utrecht op 26 september 2017.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. G.G.H.M. Haanen Mr. J.H.C. van Zanen