Regeling vervallen per 10-02-2017

Handhavingsstrategie Horeca Gemeente Utrecht - Partiële wijziging onderdeel coffeeshops (verkoop softdrugs) en paragraaf Wet Bibob

Geldend van 10-02-2017 t/m 09-02-2017

Intitulé

Handhavingsstrategie Horeca Gemeente Utrecht - Partiële wijziging onderdeel coffeeshops (verkoop softdrugs) en paragraaf Wet Bibob

Januari 2017

De burgemeester besluit de Handhavingsstrategie horeca (2011, nr. 55)- zoals op 30 augustus 2011 door het college van burgemeester en wethouders werd vastgesteld - ten aanzien van zijn bevoegdheden formeel als beleidsregel te hanteren. Hiermee formaliseert de burgemeester een al bestendige gedragslijn van de burgemeester om te handelen volgens deze strategie.

Daarnaast worden onderstaande wijzigingen doorgevoerd.

Paragraaf 15 “Handhavingsbeleid voor coffeeshops“ in bijlage 1 “overzicht sancties” wordt volledig vervangen door de volgende tekst:

Paragraaf 15 Handhavingsbeleid voor coffeeshops

Horeca- coffeeshops

Coffeeshops zijn horecagelegenheden waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt en de exploitant in het bezit is van een gedoogverklaring en een horeca-exploitatievergunning. Voor coffeeshops gelden in principe dezelfde handhavingsstappen zoals in deze Bijlage 1 vermeld. Zo wordt een coffeeshop die exploiteert zonder de benodigde vergunningen of in strijd met in de vergunning gestelde voorwaarden, op eenzelfde wijze gesanctioneerd als een 'gewoon' horecabedrijf.

Coffeeshops moeten beschikken over een exploitatievergunning op grond van de Horecaverordening en zijn in die zin bijzonder dat in hun vergunning wordt bepaald dat zij geen alcohol mogen verstrekken. In de regels van het Openbaar Ministerie (Aanwijzing Opiumwet 27 februari 2015, nr. 5391(link)) staat hierover: “In een coffeeshop mag geen alcohol verkocht worden. Dit uitgangspunt bevordert de handhaafbaarheid aangezien zo het te controleren segment van economische bedrijvigheid wordt versmald. Hiermee wordt tevens bevorderd dat een beperkter publiek wordt geconfronteerd met (soft)drugs. De gemeente beschikt over instrumenten om de droge horeca te reguleren”.

De verkoop van softdrugs wordt gereguleerd door een (afzonderlijke) gedoogverklaring; gedogen omdat de verkoop van dergelijke producten in strijd is met de Opiumwet. Meer hierover staat in de “Beleidsregels over het in behandeling nemen van aanvragen om medewerking aan het vestigen van een coffeeshop gemeente Utrecht 2017” .

De handhavingsstappen ten aanzien van de voor coffeeshops geldende AHOJGI criteria (gedoogverklaring) staan in Bijlage 1A.

Paragraaf Wet Bibob

Op 13 december 2016 is door het college van burgemeester en wethouders een geactualiseerde beleidsregel toepassing Wet Bibob 2016 gemeente Utrecht vastgesteld. Deze beleidsregel is per 20 december 2016 in werking getreden.

De verwijzing in deze paragraaf naar beleidsregel “gepubliceerd in gemeenteblad 2005, nr. 57” wordt derhalve hierbij vervangen door “(gepubliceerd op 19 december 2016, Nr. 178096, link)”.

Bijlage 1A – Overzicht sancties overtreding AHOJGI criteria

Hieronder staan de verschillende overtredingen, het daarbij behorende stappenplan van waarschuwingen en sancties ten aanzien van de voor coffeeshops geldende AHOJGI criteria. Zodra een overtreding wordt geconstateerd, wordt de eerste stap gezet. Als binnen de looptijd van de verjaringstermijn voor de tweede keer eenzelfde overtreding wordt geconstateerd, volgt stap 2. De verjaringstermijn loopt na constatering van een overtreding. Zo wordt telkens een zwaardere sanctie opgelegd, tot dat het naleefgedrag wordt bereikt. Hiermee wordt beoogd de overtreding te beëindigen en herhaling te voorkomen.

Mocht een sanctie zoals de last onder dwangsom niet effectief blijken, dan wordt onderzocht of de bestuurlijke boete kan worden toegepast.

Afkortingen:

DHW = Drank- en horecawet

HV = Horecaverordening Utrecht 2015

Gw = Gemeentewet

Coffeeshops en gedoogcriteria

Voor het voor handen hebben en verstrekken van softdrugs, uit lijst II van de Opiumwet, geldt een landelijk gedoogbeleid. Dit is vastgesteld door het College van Procureurs-Generaal en houdt in dat strafrechtelijke vervolging in beginsel achterwege blijft mits is voldaan aan de gedoogcriteria.

Deze AHOJGI-criteria houden in: geen Affichering, geen Harddrugs, geen Overlast, geen verkoop aan Jongeren, Geringe hoeveelheid en alleen toegang voor Ingezetenen.

Deze handhavingsstrategie staat los van de strafrechtelijke handhaving. De handel in verdovende middelen is strafbaar en in voorkomende gevallen kan dan ook strafvervolging door het Openbaar Ministerie worden ingesteld.

Strafrechtelijke sancties laten onverlet dat er bij overtreding van de AHOJGI criteria bestuurlijke stappen worden gezet:

Overtreding

Grondslag

Stap 1

Stap 2

Stap 3

A Affichering

Opiumwet; HV

Richtlijn PG’s

Waarschuwing

Sluiting 3 maanden of opleggen van een dwangsom

Sluiting 6 maanden

-Coffeeshops mogen geen enkele vorm van reclame maken, anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit

-Een terras mag niet; een terras is immers een uithangbord van de inrichting

-Adverteren is evenmin toegestaan

-In voorkomende gevallen kan opleggen van een (hoge) dwangsom een probater middel zijn dan tijdelijke sluiting.

Overtreding

Grondslag

Stap 1

Stap 2

Stap 3

H Harddrugs

Opiumwet; HV

Richtlijn PG’s

Intrekken vergunning en gedoogsituatie beëindigen.

Sluiting

voor onbepaalde tijd

-De aanwezigheid van of de handel in harddrugs is niet toegestaan.

-Een belangrijk uitgangspunt van het coffeeshopbeleid is de scheiding van de markten van soft- en harddrugs. Wanneer harddrugs worden aangetroffen in een coffeeshop is de openbare orde per definitie in het geding. Dit is ook het geval wanneer aannemelijk is dat in deze drugs wordt verhandeld in of vanuit de inrichting, ook indien dit gebeurt buiten medeweten van de exploitant of zijn personeel om..

Overtreding

Grondslag

Stap 1

Stap 2

Stap 3

O Overlast

Opiumwet; HV

Richtlijn PG’s

Zie onderdeel horeca

-Een coffeeshop mag geen overlast veroorzaken. Hierbij wordt gehandeld als bij reguliere horecabedrijven (Bijlage1).

Onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten. De exploitant dient er zorg voor te dragen dat in en nabij de inrichting geen overlast/verstoring van de openbare orde wordt veroorzaakt.

Overtreding

Grondslag

Stap 1

Stap 2

Stap 3

J Jongeren

Opiumwet; HV

Richtlijn PG’s

Sluiting 6 maanden

Sluiting 12 maanden

Intrekken vergunning en beëindigen gedoogsituatie. Sluiting

voor onbepaalde tijd

Coffeeshops mogen niet toegankelijk zijn voor en niet verkopen aan jeugdigen (leeftijdsgrens 18 jaar). De exploitant dient vast te stellen dat degene die hij toegang verleent en degene aan wie hij verkoopt, meerderjarig is. Het tonen van een geldig identiteitsbewijs is een instrument waarmee de exploitant dat kan vaststellen. Mocht de exploitant geen verwijt treffen kan van een sanctie worden afgezien.

Overtreding

Grondslag

Stap 1

Stap 2

Stap 3

G Geringe hoeveelheid

a. verkooptransactie > 5 gram

b. handelsvoorraad >500 tot 1000 gram

c. Handelsvoorraad > 1000 gram

Opiumwet; HV

Richtlijn PG’s

a.Waarschuwing

b.waarschuwing

c.sluiting 6 maanden

a.Sluiting 3 maanden

b.Sluiting 3 maanden

c.Sluiting 12 maanden

a.Sluiting 6 maanden

b.Sluiting 6 maanden

Onder "verkooptransactie" wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper; Hoe de coffeeshophouder dit registreert kan onderdeel zijn van diens ondernemingsplan.

Overtreding

Grondslag

Stap 1

Stap 2

Stap 3

I Ingezetenen

Opiumwet; HV

Richtlijn PG’s

Waarschuwing

Sluiting 1 maand

Sluiting 3 maanden

Alleen meerderjarige ingezetenen van Nederland kunnen toegang krijgen tot een coffeeshop op vertoon van een geldig identiteitsbewijs. Handhaving van het Ingezetenencriterium wordt ter hand genomen als objectief wordt vastgesteld dat het bezoek van niet-ingezetenen aan de Utrechtse coffeeshops leidt tot overlast. (bron: Beleidsregels over het in behandeling nemen van aanvragen om medewerking aan het vestigen van een coffeeshop gemeente Utrecht 2016 )

Afwijkingsbevoegdheid

-De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente en beschikt over bestuurlijke middelen om deze te beschermen. Overtredingen van de gedoogcriteria kunnen in meer of mindere mate leiden tot aantasting van de openbare orde of het woon- en leefmilieu in of rond de coffeeshop. In voorkomende gevallen kan hij dan ook afwijken van de handhavingsstrategie als de aard en ernst van de overtreding(en) daar aanleiding toe geven. Zo kan hij bij recidive of ernstige overtredingen één of meerdere van de stappen uit de handhavingsstrategie overslaan. Van een ernstige overtreding is onder andere sprake als er een combinatie van overtredingen wordt geconstateerd en bijvoorbeeld naast een overtreding ook wapens worden gevonden.

Toepassing eisen levensgedrag Horecaverordening Utrecht 2015 bij coffeeshops

In de Horecaverordening Utrecht 2015 zijn eisen uitgewerkt over het zedelijk gedrag van leidinggevenden van horeca-inrichtingen. Die gelden ook voor horeca-inrichtingen waar softdrugs worden verkocht.

In artikel 7 van de Horecaverordening Utrecht 2015 staat onder meer over de leidinggevende in een horecagelegenheid:

  • 1.

    Voor het verkrijgen van een exploitatievergunning moeten leidinggevenden aan de volgende eisen voldoen:

    • a.

      zij mogen niet onder curatele staan dan wel uit de ouderlijke macht of voogdijontzet zijn;

    • b.

      zij mogen niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn;

    • c.

      zij moeten de leeftijd van één en twintig jaar hebben bereikt

  • 2.

    De exploitant of leidinggevende is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of leidinggevende geweest van een horecabedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 2 is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat de betreffende persoon ter zake geen verwijt treft.

Strikte toepassing van deze bepaling bij de hierboven beschreven sancties bij coffeeshops betekent dat een stappenplan nauwelijks nodig is omdat al na 1 maand sluiting de bedrijfsleider(s) niet meer mag/mogen functioneren. Er is dan geen sprake meer van “onbesproken gedrag”. Dit leidt in wezen dan tot definitieve sluiting.

Wij hanteren deze eis daarom in deze handhavingsstrategie voor coffeeshops alleen als sprake is van intrekken van de exploitatievergunning en gedoogverklaring.

Verjaringstermijn

De verjaringstermijn voor alle overtredingen: één jaar.

Aldus vastgesteld, Utrecht, d.d. 30 januari 2017

De burgemeester,

J.H.C. van Zanen