Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften

Geldend van 01-03-1994 t/m heden

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften

Verordening inzake de behandeling van

bezwaar- en beroepschriften.

(raadsbesluit van 10 februari 1994)

De Raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van B&W d.d. 4 februari 1994

Besluit

de Gemeenteraad, het college van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester van Utrecht, ieder voor zoveel het zijn/haar bevoegdheid betreft, gezien het raadsvoorstel Jaargang 1994, nr. 60, gelet op de bepalingen van de Algemene Wet Bestuursrecht en de Gemeentewet

B E S L U I T E N:

vast te stellen van de volgende

VERORDENING inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften.

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beroepsorgaan: gemeentelijk bestuursorgaan dat dient te beslissen op een beroepschrift.

  • b.

    verweerder: vertegenwoordiger van het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

  • c.

    hoorcommissie: commissie, bestaande uit raadsleden, belast met het horen van belanghebbenden over ingekomen bezwaarschriften, gericht tegen besluiten van de Raad.

  • d.

    beroepschriftencommissie: vaste commissie van advies voor de beroepschriften die op grond van specifieke wetgeving bij een bestuursorgaan moeten worden ingediend.

  • e.

    extern lid: lid van de commissie als bedoeld onder d., dat geen deel uitmaakt van het beroepsorgaan en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het beroepsorgaan.

  • f.

    wet: wet van 4 juni 1992, houdende algemene regels bestuursrecht (Algemene Wet bestuursrecht)

HOOFDSTUK II Bijzondere bepalingen, inzake de behandeling van bezwaarschriften, met uitzondering van bezwaarschriften op het gebied van personeel en belastingen.

Paragraaf 1 Het horen van belanghebbenden over ingekomen bezwaarschriften, gericht tegen besluiten van de Raad.

Artikel 2 De commissie

Er is een commissie belast met het horen van belanghebbenden over ingekomen bezwaarschriften, gericht tegen besluiten van de Raad.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit vijf raadsleden en vijf plaatsvervangende leden, door de Raad uit zijn midden te benoemen.

  • 2.

    De leden en de plaatsvervangende leden maken geen deel uit van het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 3.

    De Raad wijst uit de leden van de commissie een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 4 De secretaris

  • 1.

    De commissie wordt bijgestaan door een secretaris.

  • 2.

    De secretaris van de commissie is het hoofd van de afdeling Juridische Zaken van de gemeentesecretarie c.q. een door hem aangewezen ambtenaar.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de Gemeenteraad.

  • 2.

    De leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Het horen door de commissie.

  • 1.

    Het horen geschiedt in het openbaar, tenzij de voorzitter op verzoek van een belanghebbende of om gewichtige redenen ambtshalve anders beslist.

  • 2.

    Een kopie van het verslag van de hoorzitting wordt op verzoek aan belanghebbenden verstrekt.

Artikel 7 Vooronderzoek

  • 1.

    Ten behoeve van de commissie is de secretaris, in verband met de voorbereiding van de behandeling van een bezwaarschrift, bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    Op verzoek van de voorzitter dient verweerder ter zitting te verschijnen.

Artikel 8 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de voorzitter en twee leden, dan wel hun plaatsvervangers aanwezig zijn.

Paragraaf 2 Het horen van belanghebbenden over ingekomen bezwaarschriften, gericht tegen besluiten van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester.

Artikel 9 Ambtelijk horen

  • 1.

    Het horen van belanghebbenden geschiedt door het hoofd van de afdeling Juridische Zaken van de gemeentesecretarie c.q. door hem aan te wijzen ambtenaren van de gemeentesecretarie.

  • 2.

    Het horen geschiedt in het openbaar, tenzij de voorzitter op verzoek van een belanghebbende of om gewichtige redenen ambtshalve anders beslist.

  • 3.

    Een kopie van het verslag van de hoorzitting wordt op verzoek aan belanghebbenden verstrekt.

  • 4.

    Het betrokken bestuursorgaan dan wel één of meerdere leden van dit orgaan, is/zijn bevoegd gevraagd of ongevraagd aan een hoorzitting deel te nemen.

Artikel 10 Vooronderzoek

  • 1.

    In verband met de voorbereiding van de behandeling van een bezwaarschrift is/zijn het hoofd van de afdeling Juridische Zaken c.q. door hem aan te wijzen ambtenaren bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    Op verzoek van het hoofd van de afdeling Juridische Zaken c.q. door hem aan te wijzen ambtenaren dient verweerder ter zitting te verschijnen.

HOOFDSTUK III Bijzondere bepalingen, inzake de behandeling van beroepschriften met uitzondering van beroepschriften op het gebied van personeel en belastingen.

Artikel 11 Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een vaste commissie van advies ter voorbereiding van de beslissingen op ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 onder 2 van de wet.

  • 2.

    De commissie is bevoegd ten aanzien van de beroepschriften die zijn ingediend op grond van specifieke wetgeving, waarbij expliciet het recht van beroep op een bestuursorgaan is toegekend.

Artikel 12 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit drie leden - waaronder één extern lid - die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de Gemeenteraad op voorstel van Burgemeester en Wethouders.

  • 2.

    De Gemeenteraad benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3.

    De Raad wijst uit de leden van de commissie een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 13 De secretaris

  • 1.

    De commissie wordt bijgestaan door een secretaris.

  • 2.

    De secretaris van de commissie is het hoofd van de afdeling Juridische Zaken van de gemeentesecretarie c.q. een door hem aangewezen ambtenaar.

Artikel 14 Zittingsduur

  • 1.

    De leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de Gemeenteraad.

  • 2.

    De leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 3 Bijzondere bepalingen over administratief beroep.

Artikel 15 Het horen door de commissie

  • 1.

    Het horen geschiedt door de adviescommissie als bedoeld in artikel 1, onder d. van deze verordening.

  • 2.

    Het horen geschiedt in het openbaar, tenzij de voorzitter op verzoek van een belanghebbende of om gewichtige redenen ambtshalve anders beslist.

  • 3.

    Een kopie van het verslag en het uitgebrachte advies wordt, behoudens het gestelde in artikel 7:26 onder 2 van de wet, eerst op verzoek aan belanghebbenden verstrekt.

Artikel 16 Vooronderzoek

  • 1.

    Ten behoeve van de commissie is de secretaris, in verband met de voorbereiding van de behandeling van een beroepschrift, bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    Op verzoek van de voorzitter dient verweerder ter zitting te verschijnen.

Artikel 17 Quorum

  • 1.

    Voor het houden van een zitting is vereist, dat in ieder geval de voorzitter en één lid, dan wel hun plaatsvervangers aanwezig zijn.

  • 2.

    Eén van beiden moet tevens het externe lid zijn.

Artikel 18 Uitbrengen advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het beroepschrift.

  • 3.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

  • 4.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag van de zitting en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het beroepsorgaan.

HOOFDSTUK IV Slotbepalingen

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden.

Artikel 20 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad, gehouden op 10 februari 1994.
De Secretaris, De Burgemeester,
drs. A. Vermeulen. mr. I.W. Opstelten.
Aldus besloten in de vergadering van Burgemeester en Wethouders, gehouden op 15 februari 1994.
De Secretaris, De Burgemeester,
drs. A. Vermeulen. mr. LW. Opstelten.
Utrecht, 15 februari 1994.
De Burgemeester,
mr. I.W. Opstelten.

Afkondiging is geschied op 23 februari 1994. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1994.