Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 27 mei 2014,nr. 80FC9F7C,houdende bestuurlijk mandaat voor de afhandeling van bezwaarschriften op het terrein van de Natuurbeschermingswet 1998 (Besluit bestuurlijk mandaat Natuurbeschermingswet 1998).

Geldend van 07-06-2014 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 27 mei 2014,nr. 80FC9F7C,houdende bestuurlijk mandaat voor de afhandeling van bezwaarschriften op het terrein van de Natuurbeschermingswet 1998 (Besluit bestuurlijk mandaat Natuurbeschermingswet 1998).

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 27 mei 2014,nr. 80FC9F7C,houdende bestuurlijk mandaat voor de afhandeling van bezwaarschriften op het terrein van de Natuurbeschermingswet 1998 (Besluit bestuurlijk mandaat Natuurbeschermingswet 1998).

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Gelet op artikel 166 van de Provinciewet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat het gewenst is de gedeputeerde voor Ruimtelijke Ordening en Landelijk Gebied te machtigen voor de afhandeling van een bepaalde groep bezwaarschriften ter versnelling van de procedure;

Besluiten:

Artikel 1. Mandaat

  • 1 De gedeputeerde voor Ruimtelijke Ordening en Landelijk Gebied is gemachtigd om op een bezwaarschrift te besluiten en dit besluit te ondertekenen voor zover het gaat om een geval als bedoeld in het tweede lid.

  • 2 De machtiging geldt uitsluitend voor de afhandeling van bezwaarschriften die zijn gericht tegen besluiten van Gedeputeerde Staten, gedateerd en verzonden oktober, november en december 2013, inhoudende verlening van vergunning op grond van artikel 19d , eerste lid, en artikel 16 van de Natuurbeschermingswet 1998 alsmede daarmee samenhangende salderingsbesluiten.

  • 4 Bij afwezigheid van de gedeputeerde voor Ruimtelijke Ordening en Landelijk Gebied kan hij worden vervangen door een andere gedeputeerde.

  • 5 Het in dit besluit geregelde mandaat kan slechts worden toegepast als dit nodig is om overschrijding van de beslistermijn voor bezwaarschriften te voorkomen of te beperken.

Artikel 2. Beperking

De machtiging geldt alleen als bij het besluit op bezwaar, bedoeld in artikel 1, het advies van de Awbadviescommissie van PS en GS wordt gevolgd.

Artikel 3. Rapportage

De gedeputeerde voor Ruimtelijke Ordening en Landelijk Gebied of zijn vervanger doet in de eerstvolgende vergadering van Gedeputeerde Staten na gebruikmaking van deze machtiging, verslag van de genomen besluiten.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 5. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bestuurlijk mandaat Natuurbeschermingswet 1998.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 27 mei 2014.
Voorzitter
Secretaris

Toelichting

In het najaar van 2013 zijn circa 230 Natuurbeschermingswetvergunningen verleend aan veehouderijen die in de periode tussen 2004 en 2011 hebben uitgebreid en waarvoor zo’n vergunning nog niet was aangevraagd/verkregen. Tegen deze besluiten hebben betrokkenen in vrijwel alle zaken bezwaar gemaakt. De verleende vergunningen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën: a. vergunningen waarbij er geen sprake is van een toename van stikstof; b. vergunningen waarbij er wel sprake is van een toename van stikstof, maar waarbij deze toename niet zodanig is dat tevens een salderingsbesluit behoeft te worden genomen; c. vergunningen waarbij er sprake is van een toename van stikstof (boven de grens van 0,0051 mol), zodat tevens een salderingsbesluit is genomen.

Bij een salderingsbesluit is sprake van het onttrekken van saldo aan de salderingsbank (depositiebank). In de depositiebank zijn saldi opgenomen van bedrijven die met hun bedrijfsvoering zijn gestopt en deze saldi worden ten behoeve van de uitbreiding van veehouderijen weer uitgegeven.

Ontwikkelingen Bij uitspraak van 13 november 2013 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aangegeven dat de depositiebank van Utrecht geen stand kon houden op de manier zoals deze tot dan toe was ingericht. Inmiddels is een nieuw Protocol vastgesteld en is de depositiebank heringericht. Daarnaast heeft de Afdeling in genoemde uitspraak andere overwegingen gemaakt die ook gevolgen hebben voor de verleende vergunningen.

Vertraging in afhandeling Door voorgaande ontwikkelingen is de afhandeling van de bezwaarschriften behoorlijk vertraagd. Naar aanleiding daarvan zijn ingebrekestellingen ingekomen. Dit betekent dat als in die zaken niet binnen 2 weken na deze ingebrekestellingen de beslissingen op bezwaar zijn verstuurd, bezwaarmakers recht hebben op een dwangsom van 20 euro per dag per bezwaarschrift (voor de weken 1 en 2), 30 euro perdag per bezwaarschrift (voor de weken 3 en 4) en 40 euro per dag per bezwaarschrift (voor de weken 5 en 6), met een maximum van € 1260,- per bezwaarschrift. Het is derhalve van groot belang dat de bezwaarschriften snel worden afgehandeld.

Bestuurlijk mandaat Dit besluit waarbij de gedeputeerde wordt gemachtigd de zaken namens GS af te doen, strekt tot versnelling van de procedure.