Regeling vervallen per 16-07-2020

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 24 mei 2016, nr. 81848367, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels provincie Utrecht)

Geldend van 30-05-2019 t/m 23-12-2019

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 24 mei 2016, nr. 81848367, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels provincie Utrecht)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 24 mei 2016, nr. 81848367, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels provincie Utrecht)

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Gelet op de artikelen 4, 6, 28, 31 en 33 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Overwegende dat Provinciale Staten op 18 april 2016 de cultuur- en erfgoednota provincie Utrecht 2016–2019 ‘Alles is NU’ hebben vastgesteld;

Overwegende dat nadere regels nodig zijn om subsidies voor restauratie van rijksmonumenten in de provincie Utrecht mogelijk te maken;

Overwegende dat Provinciale Staten in de cultuur- en erfgoednota ingaan op het belang van duurzaamheid en de bevordering van de leefbaarheid van kleine kernen en hiervoor door middel van subsidies aandacht vragen;

Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen:

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze uitvoeringsverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

  • b.

    AGVV: de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (EU), nr. 651/2014 (PB L187, van 26 juni 2014, blz. 1.);

  • c.

    Cultuur- en erfgoednota: cultuur- en erfgoednota provincie Utrecht 2016–2019 ‘Alles is NU’ (besluit van Provinciale Staten van 18 april 2016);

  • d.

    Cultuurhistorisch waarde: de waarde van een monument gezien het architectuurhistorisch belang, het cultuurhistorisch belang, het stedenbouwkundig belang (waaronder ook de ensemble- en landschap waarde), de gaafheid, herkenbaarheid en zeldzaamheid, de aantoonbare noodzaak voor behoud van het rijksmonument en het aantoonbaar belang voor de provincie Utrecht;

  • e.

    Duurzaamheidsmaatregelen: maatregelen die gericht zijn op energiebesparing en duurzame opwekking van energie, waarbij de monumentale waarde van het rijksmonument gehandhaafd blijft;

  • f.

    Erfgoedcategorieën: de categorie-indeling van de rijksmonumenten is gebaseerd op de huidige indeling naar CBS-categorieën uit het Monumentenregister van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed;

  • g.

    Rijksmonument: rijksbeschermd monument, niet zijnde een rijksmonument waarvoor in het kader van een provinciaal gebiedsprogramma restauratiebudget beschikbaar is, of niet zijnde een rijksmonument dat in het monumentenregister [van het rijk] staat ingeschreven als woonhuis en voor bewoning wordt gebruikt;

  • h.

    Restauratie: werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor herstel;

  • i.

    Sim: Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 september 2012, nr. WJZ/387165 (10152), houdende regels voor de verstrekking van subsidie voor de instandhouding van rijksmonumenten (Subsidieregeling instandhouding monumenten);

  • j.

    Subsidiabele kosten: Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013, in de bijlage als bedoeld in artikel 4 van de subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim), van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet: Kosten van aanpassingen die het monument schaden;

  • k.

    Urgente restauratieopgave: het Rijksmonument heeft in de Utrechtse erfgoedmonitor een score van matig of slecht. Daarbij moet er een noodzaak zijn dat er snel gestart wordt met de restauratie (binnen 6 maanden);

  • l.

    De Utrechtse Erfgoedmonitor: de erfgoedmonitor is een actueel overzicht dat de onderhouds- en restauratiebehoefte in kaart brengt van de rijksmonumenten die geen woonhuis zijn. Deze provinciale inventarisatie is vanwege privacygevoeligheid een niet openbaar systeem.

Artikel 2 Subsidiecriteria

  • 1 Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten als bedoeld in de artikelen 31 en 33 van de Asv die gericht zijn op het restaureren van een rijksmonument in de provincie Utrecht.

  • 2 Subsidie als bedoeld in dit artikel kan slechts worden verstrekt als is voldaan aan alle volgende criteria zijnde:

    • a.

      matige of slechte onderhoudstoestand op basis van de Utrechtse Erfgoedmonitor. Indien door honorering van de aanvragen het subsidieplafond zou worden overschreden zal er voorrang gegeven worden aan projecten met een slechte onderhoudstoestand;

    • b.

      urgente restauratiebehoefte;

    • c.

      hoge cultuurhistorische waarde;

    • d.

      aantoonbare zekerheid van gebruik of herbestemming;

    • e.

      publieke toegankelijkheid, inhoudende openstelling minimaal 10 maal per jaar voor een zo groot mogelijk publiek; en

    • f.

      cofinanciering van minimaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 3 Historische buitenplaatsen die voldoen aan de voorwaarden onder het tweede lid krijgen voorrang;

  • 4 Indien door honorering van de aanvragen het subsidieplafond zou worden overschreden, zal ook naar het maatschappelijk belang van de restauratie gekeken worden.Hierbij gelden als aanvullende criteria dat:

    • a.

      eerst de aanvragen met het hoogste percentage cofinanciering voor subsidie in aanmerking komen;

    • b.

      daarna de aanvragen met aandacht voor duurzaamheidsmaatregelen;

    • c.

      daarna de aanvragen die een herbestemmingsopgave betreffen;

    • d.

      vervolgens aanvragen die aansluiten bij de provinciale gebiedsaanpak, tenzij er al restauratiebudget voor beschikbaar is, en

    • e.

      tot slot de aanvragen die bijdragen aan een evenwichtige verdeling over de erfgoedcategorieën en over de provincie Utrecht (regionale spreiding, afhankelijk van de mate waarin dit gebeurt).

Artikel 3 Subsidieontvangers/Doelgroepen

Subsidie kan worden verstrekt aan de eigenaar van een rijksmonument of diens gemachtigde.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Voor 2019 geldt dat aanvragen kunnen worden ingediend uiterlijk 1 oktober.

  • 2. Aanvragen worden ingediend met behulp van het aanvraagformulier erfgoedparels.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op artikel 10 van de Asv wordt subsidie geweigerd:

    • a.

      Indien voor de instandhouding van het rijksmonument een subsidie in het kader van de Sim is verstrekt, komen in de beschikking de subsidiabele kosten die in de Sim-beschikking tot subsidie hebben geleid, niet in aanmerking voor subsidie op basis van deze regeling;

    • b.

      als de aanvraag betrekking heeft op een rijksmonument dat in het monumentenregister staat ingeschreven als woonhuis, en dat voor bewoning wordt gebruikt;

    • c.

      als er geen noodzakelijke restauratieopgave ligt, zoals vermeld in de erfgoedmonitor;

    • d.

      als de activiteit is gestart voordat de aanvraag om subsidie is ontvangen;

    • e.

      als de activiteit financieel niet haalbaar is;

    • f.

      voor zover de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet sober en doelmatig zijn;

    • g.

      voor zover de subsidie naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet noodzakelijk is voor de restauratie van het rijksmonument;

    • h.

      Voor zover ten aanzien van de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een besluit van de Europese Commissie, waarbij een maatregel als onrechtmatige steun is aangemerkt die onverenigbaar is met de interne markt;

    • i.

      Indien de aanvrager een ‘onderneming in moeilijkheden’ betreft, zoals bedoeld in artikel 2, aanhef en onder 18 AGVV.

    • j.

      Subsidie wordt geweigerd als er geen geldige omgevingsvergunning is afgegeven door het bevoegd gezag, tenzij een bewijs kan worden overlegd dat een omgevingsvergunning niet nodig is voor de in aanmerking te nemen activiteit.

  • 2. Subsidie kan worden geweigerd:

    • a.

      als de aanvraag betrekking heeft op een rijksmonument in de categorie militair erfgoed, tenzij naar het oordeel van Gedeputeerde Staten sprake is van een aanmerkelijk provinciaal belang;

    • b.

      als de subsidiabele projectkosten minder dan € 100.000,– zijn;

    • c.

      voor zover een schadeverzekering voorziet in de kosten waarvoor subsidie zou worden verstrekt;

    • d.

      als de aanvraag na de gestelde indieningsdatum bij de provincie is ontvangen;

    • e.

      als de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend niet starten binnen 6 maanden na de subsidieverlening.

Artikel 6 Adviescommissie

Aanvragen om subsidie kunnen voor advies voorgelegd worden aan een adviescommissie.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 bedraagt in 2019 € 2.950.000,-.

  • 2. Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 wordt vanaf 2020 jaarlijks door Gedeputeerde Staten vastgesteld.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt minimaal € 50.000,- en maximaal € 500.000,- tenzij er in de concrete situatie gegronde reden is hiervan af te wijken gelet op het belang van het monument en de hoogte van de geboden cofinanciering.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 3. Gedeputeerde Staten kunnen op grond van inhoudelijke overwegingen besluiten een lagere subsidie toe te kennen dan het aangevraagde bedrag.

  • 4. Ingeval de subsidie conform het eerste lid meer bedraagt dan € 2.000.000,- zal de subsidie niet hoger zijn dan het verschil tussen de subsidiabele kosten en de exploitatie winst van de investering zoals bedoeld in artikel 2, sub 39 AGVV. De exploitatiewinst wordt in mindering gebracht op de in aanmerking komende kosten, met dien verstande dat de aanvrager over de betrokken periode een redelijke winst zoals bedoeld in artikel 2, aanhef en onder 142 AGVV mag behouden.

Artikel 9 Staatssteun

Subsidie wordt verstrekt met inachtneming van artikel 53 van de AGVV of anderzins in overeenstemming met de staatssteunregels.

Artikel 10 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger:

    • a.

      voert de restauratie uit overeenkomstig de kwaliteitseisen die zijn neergelegd in artikel 21 van de Subsidieregeling instandhouding monumenten 2013;

    • b.

      start de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend binnen 6 maanden na de subsidieverlening en rondt af binnen 2 jaar na aanvang van de restauratie;

    • c.

      verzekert het rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan gedurende de restauratie CascoAll-Risks;

    • d.

      laat toe dat de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt, op verzoek van de provincie worden gecontroleerd of ze conform deze verordening zijn uitgevoerd;

    • e.

      realiseert op de restauratieplaats ten minste één leerlingplaats in de restauratie bouw, tuin- of parkaanleg;

    • f.

      garandeert het gebruik van het rijksmonument voor minstens 5 jaar.

  • 2. De subsidieontvanger bewaart en onderhoudt het beschermd monument of het zelfstandig onderdeel in de staat waarin het door de gesubsidieerde werkzaamheden is gebracht voor ten minste 10 jaar.

Paragraaf 2 Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels provincie Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 24 mei 2016.

Voorzitter
Secretaris

Provinciaal blad 3192 van 2016

Toelichting

De subsidieverordening is bestemd voor de restauratie van Utrechtse rijksmonumenten. Eigenaren van woonhuizen en monumenten waarvoor in het kader van een provinciaal gebiedsprogramma restauratiebudget beschikbaar is, kunnen geen gebruik maken van deze subsidieverordening. Binnen de regeling ligt het accent op historische buitenplaatsen.

Artikel 2, tweede lid, onder b: er zal gecontroleerd worden of er sprake is van een urgente restauratieopgave. Artikel 2, tweede lid onder f: de mate van cofinanciering door de eigenaar zelf en door andere fondsen en subsidiegevers (minimaal 50%). De cofinanciering betreft een zo hoog mogelijk percentage van de subsidiabele kosten. Artikel 2, vierde lid benoemt aanvullende criteria waaraan wordt getoetst als: – er meer aanvragen zijn ingekomen dan vanwege het subsidieplafond zijn toe te kennen; en – selectie van een aantal aanvragen niet mogelijk is omdat zij allemaal aan de criteria van het eerste en tweede lid voldoen. In die situatie geldt aanvullend dat eerst de mate van cofinanciering, daarna de mate van duurzaamheid, daarna aanvragen die een herbestemmingsopgave betreffen, vervolgens de aansluiting bij de provinciale gebiedsaanpak en tot slot de mate van spreiding over categorieën en regio’s. Indien aanvragen aansluiten bij een provinciale gebiedsaanpak en hiervoor al restauratiebudget voor beschikbaar is, kan er geen aanspraak worden gemaakt op een restauratiesubsidie uit de uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels.

Artikel 4, tweede lid: Het aanvraagformulier zal worden verstrekt nadat er afstemming heeft plaatsgevonden met een medewerker van team CER van de provincie Utrecht.

Artikel 5, eerste lid onder k: Indien de omgevingsvergunning nog niet is afgegeven door het bevoegd gezag, kan de subsidiebeschikking onder opschortende voorwaarden verstrekt worden.

Artikel 10 eerste lid onder a: Conform de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten 2013 (SIM 2013) artikel 21 moeten de werkzaamheden uitgevoerd worden volgens in de beroepsgroep geldende normen. Dit zijn in elk geval de normen die zijn vastgesteld door het College van Deskundigen Restauratiekwaliteit van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg. Het kan ook gaan om nog niet door het College van Deskundigen maar wel al door de beroepsgroep zelf vastgestelde normen.

Artikel 10 tweede lid: Op grond van artikel 4:38 van de Awb en artikel 26 van de Asv kan aan de subsidieontvanger verplichtingen opgelegd worden die dienen tot verwezenlijking van het doel waarvoor de subsidie wordt verstrekt. De verplichting die in dit tweede lid is vastgelegd, is zo’n verplichting. Daarbij is aangesloten bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten van het Rijk (de Sim). In deze regeling (artikel 19) is voor rijkssubsidies een vergelijkbare verplichting opgenomen, inhoudende: ‘De minister kan de subsidieontvanger verplichten na afloop van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, het beschermd monument of het zelfstandig onderdeel te bewaren en te onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, is gebracht’.