Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 11 oktober 2016, nr. 819BA561, tot vaststelling van de subsidieplafonds, aanvraagperioden en tarieven voor het begrotingsjaar 2017 ten behoeve van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 (SVNL2016), de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht (SVNL) en de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap provincie Utrecht (SKNL) (Openstellingsbesluit SVNL, SVNL2016 en SKNL provincie Utrecht 2017)

Geldend van 15-10-2016 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 11 oktober 2016, nr. 819BA561, tot vaststelling van de subsidieplafonds, aanvraagperioden en tarieven voor het begrotingsjaar 2017 ten behoeve van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 (SVNL2016), de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht (SVNL) en de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap provincie Utrecht (SKNL) (Openstellingsbesluit SVNL, SVNL2016 en SKNL provincie Utrecht 2017)

Hoofdstuk 1 Natuur- en landschapsbeheer binnen een natuurterrein

Paragraaf 1 Continuering natuur- en landschapsbeheer

Artikel 1 Doelgroep en activiteiten

Aan aanvragers als bedoeld in artikel 2.1 van de SVNL2016 kan subsidie worden verstrekt voor de continuering van natuur- en landschapsbeheertypen binnen een natuurterrein, waarvoor

  • a.

    door of namens Gedeputeerde Staten subsidie is verstrekt op basis van de Provinciale Subsidieregeling natuurbeheer of de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht en waarbij deze subsidie eindigt op uiterlijk 31 december 2016;

  • b.

    door of namens de provincie een subsidie of vergoeding is verstrekt voor inrichting, verwerving of functieverandering.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Uitsluitend de volgende activiteiten komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1 in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de natuurbeheertypen met de aanduiding N02.01 tot en met N17.06 van het Natuurbeheerplan;

  • b.

    kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de landschapsbeheertypen met de aanduiding L01.01 tot en met L01.16 en L02.01 van het Natuurbeheerplan;

  • c.

    kosten voor de inzet van gescheperde schaapskuddes op een natuurterrein;

  • d.

    kosten voor monitoring, indien de subsidieaanvrager over een certificaat beschikt;

  • e.

    kosten voor het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein;

  • f.

    kosten die verband houden met het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.

Artikel 3 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 bedraagt € 3.000.000,–.

Paragraaf 2 Nieuw areaal

Artikel 4 Doelgroep en activiteiten

Aan aanvragers als bedoeld in artikel 2.1 van de SVNL2016 kan subsidie worden verstrekt voor nieuw areaal voor natuur- en landschapstypen binnen een natuurterrein.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Uitsluitend de volgende activiteiten komen voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de natuurbeheertypen met de aanduiding N02.01 tot en met N17.06 van het Natuurbeheerplan;

  • b.

    kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de landschapsbeheertypen met de aanduiding L01.01 tot en met L01.16 en L02.01 van het Natuurbeheerplan;

  • c.

    kosten voor de inzet van gescheperde schaapskuddes op een natuurterrein;

  • d.

    kosten voor monitoring, indien de subsidieaanvrager over een certificaat beschikt;

  • e.

    kosten voor het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein;

  • f.

    kosten die verband houden met het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.

Artikel 6 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 5 bedraagt € 200.000,–.

Paragraaf 3 Aanvraagperiode en loket voor indiening

Artikel 7 Aanvraagperiode

Aanvragen voor subsidies kunnen in de periode van 15 november 2016 tot en met 31 december 2016 worden ingediend bij de provincie Utrecht, afdeling subsidies, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht.

Hoofdstuk 2 Tussentijdse uitbreiding

Artikel 8 Doelgroep en activiteiten

Aan gecertificeerde beheerders als bedoeld in artikel 3.1.3, lid 4 en artikel 5.1.2.1 lid 4 van de SVNL kan subsidie als bedoeld in artikel 7.5 worden verstrekt voor uitbreiding van de subsidieverlening voor subsidies als bedoeld in:

  • a.

    artikel 3.1.1, eerste lid (natuurbeheer) ten behoeve van de natuurbeheertypen met de aanduiding N02.01 tot en met N17.06;

  • b.

    artikel 3.1.1, tweede lid (recreatiepakket);

  • c.

    artikel 3.1.8, tweede lid onderdeel a (toeslag vaarland);

  • d.

    artikel 3.1.8, tweede lid onderdeel b (toeslag schaapskuddes);

  • e.

    artikel 5.1.1.1, eerste lid, onderdeel a (landschapsbeheer binnen natuurterreinen) ten behoeve van de landschapsbeheertypen L01.01 tot en met L01.16 en L02.01;

  • f.

    artikel 3.2.1 (monitoring van de kwaliteit van een op een natuurterrein aanwezig natuurbeheertype);

Ten behoeve van:

  • i.

    het beheer op de terreinen waarvoor door of namens de provincie op basis van de Provinciale Subsidieregeling natuurbeheer of de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer provincie Utrecht een subsidie is verstrekt voor beheer en waarbij deze subsidie afloopt in de periode tussen 30 december 2016 en 30 december 2017; of

  • ii.

    waarvan het beheer berust bij Staatsbosbeheer; of

  • iii.

    het beheer op de terreinen waarvoor door of namens de provincie een subsidie/vergoeding is verstrekt voor inrichting, verwerving en/of functieverandering.

Het subsidieplafond bedraagt € 500.000,–.

Hoofdstuk 3 Collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer (SVNL)

Artikel 9 Doelgroep en activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het uitdienen van de in 2017 nog van kracht zijnde subsidiebeschikkingen op grond van de Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer provincie Utrecht (SVNL) voor (collectief) agrarisch natuur- en landschapsbeheer voor subsidies als bedoeld in:

  • a.

    artikel 4.1.1.1. ten behoeve van de agrarische beheertypen met de aanduiding A01.01.01, A01.01.02, A01.01.01 onderdeel a tot en met d, A01.01.04, A01.01.05, A01.01.06, A02.01.01, A02.01.02 en A02.01.03, T01, T02, T03, T04, T08, T09.ut, T10.ut, welke pakketten op grond van artikel 2.1, vierde lid zijn aangewezen voor collectief agrarisch natuurbeheer, (agrarisch natuurbeheer in het kader van collectief agrarisch natuurbeheer);

  • b.

    artikel 4.1.2.4, eerste lid (toeslag collectief agrarisch natuurbeheer);

  • c.

    artikel 5.1.1.1, eerste lid, onderdeel b, ten behoeve van de beheerpakketten landschap met de aanduiding L01.01 tot en met L01.09 en L01.13, welke pakketten op grond van artikel 2.1, vierde lid zijn aangewezen voor collectief landschapsbeheer (collectief landschapsbeheer buiten natuurterreinen).

Het subsidieplafond bedraagt € 200.000,–. Voor aanvragen zoals bedoeld in artikel 7.5 van de SVNL is geen budget beschikbaar.

Hoofdstuk 4 Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap

Paragraaf 1 Investeringssubsidie

Artikel 10 Subsidiabele kosten

Voor subsidie als bedoeld in artikel 8 SKNL komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor realisatie van natuurbeheertypen op grond die functieverandering heeft ondergaan, voor zover het de realisatie van de natuurbeheertypen N02.01 tot en met N17.06 betreft;

  • b.

    kosten voor realisatie van landschapselementen op grond die functieverandering heeft ondergaan;

  • c.

    kosten voor omzetting naar een ander natuurbeheertype;

  • d.

    kosten voor realisatie van een beheerpakket landschap buiten een natuurterrein;

  • e.

    kosten voor verhoging van de natuurkwaliteit van een habitattype.

Artikel 11 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 3.000.000, voor subsidies als bedoeld in:

    • a.

      artikel 8 SKNL, eerste lid, onderdeel a (t.b.v. realisatie natuurbeheertypen op grond die functieverandering heeft ondergaan);

    • b.

      artikel 8 SKNL, eerste lid, onderdeel b (realisatie landschapselementen op grond die functieverandering heeft ondergaan;

    • c.

      artikel 8 SKNL, vierde lid (investeringssubsidie voor programma van eenmalige investeringen), voor zover het realisatie van de natuurbeheertypen N02.01 tot en met N17.06 betreft en voor zover de percelen op de ambitiekaart van het Natuurbeheerplan begrensd zijn met beheertype N00.01.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt € 200.000, voor subsidies als bedoeld in:

    • a.

      artikel 8 SKNL, eerste lid, onderdeel e (omzetting naar een ander natuurbeheertype), voor zover het een verhoging van een natuurbeheertype is conform hoofdstuk 6 van het Natuurbeheerplan;

    • b.

      artikel 8 SKNL, vierde lid (investeringssubsidie voor programma van eenmalige investeringen), voor zover het een verhoging van een natuurbeheertype is conform hoofdstuk 6 van het Natuurbeheerplan.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 100.000, voor subsidies als bedoeld in artikel 8 SKNL, derde lid, onderdeel b (realisatie van een beheerpakket landschap buiten een natuurterrein), voor zover het realisatie van de natuurbeheertypen L01.01 Poel en kleine historisch water, L01.02 Houtwal en houtsingel, L01.03 Elzensingel, L01.04 Bossingel en bosje, L01.07 Laan, L01.08 Knotboom, L01.11 Hakhoutbosje, L01.14 Rietzoom en klein rietperceel of L01.15 Natuurvriendelijke oever betreft.

  • 4. Het subsidieplafond bedraagt € 3.000.000, voor subsidies als bedoeld in artikel 8 SKNL, eerste lid, onderdeel f (verhoging natuurkwaliteit van een habitattype), voor zover de investering gericht is op de uitvoering van de PAS-herstelmaatregelen zoals vastgelegd in de PAS-gebiedsanalyse van het betreffende Natura 2000 gebied.

Artikel 12 Maximum subsidiepercentages

  • a.

    Subsidies zoals bedoeld in artikel 11 lid a tot en met c bedragen maximaal 95% van de subsidiabele kosten;

  • b.

    Subsidies zoals bedoeld in artikel 11 lid d bedragen maximaal 100% van de subsidiabele kosten.

Paragraaf 2 Subsidie functieverandering

Artikel 13 Subsidiabele activiteiten

Subsidie als bedoeld in artikel 15 SKNL kan worden verstrekt voor de percelen, die in het Natuurbeheerplan begrensd zijn op de ambitiekaart met beheertype N00.01.

Artikel 14 Subsidiabele kosten

Voor subsidie als bedoeld in artikel 13 komt uitsluitend in aanmerking de waardedaling ten gevolge van:

  • a.

    de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein;

  • b.

    de omzetting van landbouwgrond ten behoeve van de daaropvolgende aanleg van een landschapselement of realisatie van een beheerpakket landschap;

  • c.

    voor zover het de realisatie van de landschapselementen L01.01 tot en met L01.16 betreft.

Artikel 15 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 13 bedraagt € 5.000.000,–.

Paragraaf 3 Aanvraagperiode en loket voor indiening

Artikel 16 Aanvraagperiode

Aanvragen voor subsidies kunnen in de periode vanaf 1 januari 2017 tot 31 oktober 2017 ingediend worden bij de provincie Utrecht, afdeling subsidies, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht.

Hoofdstuk 5 Tarieven

Artikel 17 tarieven begrotingsjaar 2017

  • 1. De jaarvergoeding voor de landschapsbeheertypen binnen een natuurterrein als bedoeld in bijlage 1 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit besluit.

  • 2. De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen als bedoeld in bijlage 2 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit besluit.

  • 3. De jaarvergoeding voor de toeslagen als bedoeld in artikel 2.4 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit besluit.

  • 4. Het percentage voor dit begrotingsjaar als bedoeld in artikel 44, vierde lid Subsidieregeling natuurbeheer 2000, zoals die luidde tot 1 oktober 2004, waarmee de subsidie functieverandering voor de subsidies die zijn verleend op grond van aanvragen voor de begrotingsjaren 2000 tot en met 2006 wordt verhoogd, bedraagt 0,98%.

  • 5. De opslag voor prijsstijging zoals bedoeld in artikel 1.1 sub v van de SVNL2016, waarmee de tarieven in bijlage 1 worden verhoogd, bedraagt 4,35%.

Hoofdstuk 6 Voorbehouden

Artikel 18 Subsidiabele natuurterreinen

De subsidies als opgenomen in dit besluit worden uitsluitend verstrekt voor zover het perceel/terrein als subsidiabel is aangemerkt in het Natuurbeheerplan 2017.

Artikel 19 Voorbehoud goedkeuring Europese Commissie en Minister van Economische Zaken

  • 1. De subsidies als opgenomen in dit besluit worden uitsluitend verleend voor die onderdelen die ook door de Europese Commissie en de Minister van Economische zaken zijn of worden goedgekeurd.

  • 2. Subsidieaanvragen betreffende N17.05 Wilgengriend en N17.06 Vochtig en hellinghakhout worden behandeld als aanvragen voor het type N17.01 Hakhout en middenbos zoals beschreven in bijlage 2 van de SVNL2016. Nadat goedkeuring van de Europese Commissie is verkregen voor de typen N17.05 en N17.06 zullen de nieuwe tarieven voor die beheertypen worden verwerkt in de betreffende beschikkingen via een herbeschikking.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 21 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit SVNL, SVNL2016 en SKNL provincie Utrecht 2017.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht

secretaris

voorzitter

Bijlage 1 behorende bij artikel 17 van het Openstellingsbesluit Natuurbeheer 2017

Tarieven 2017

Natuur

ha

7301

N01.01

Zee en wad

€ 0,36

7302

N01.02

Duin- en kwelderlandschap

€ 54,76

7303

N01.03

Rivier- en moeraslandschap

€ 93,14

7304

N01.04

Zand- en kalklandschap

€ 70,19

7311

N02.01

Rivier

€ 3,64

7321

N03.01

Beek en bron

€ 73,93

7331

N04.01

Kranswierwater

€ 42,56

7332

N04.02

Zoete plas

€ 42,86

7333

N04.03

Brak water

€ 53,51

7334

N04.04

Afgesloten zeearm

€ 0,36

7341

N05.01

Moeras

€ 715,71

7342

N05.02

Gemaaid rietland

€ 475,04

7351

N06.01

Veenmosrietland en moerasheide

€ 1.648,83

7352

N06.02

Trilveen

€ 1.938,14

7353

N06.03

Hoogveen

€ 145,16

7354

N06.04

Vochtige heide

€ 220,31

7355

N06.05

Zwakgebufferd ven

€ 54,38

7356

N06.06

Zuur ven of hoogveenven

€ 70,05

7361

N07.01

Droge heide

€ 146,31

7362

N07.02

Zandverstuiving

€ 91,29

7381

N08.01

Strand en embryonaal duin

€ 7,85

7382

N08.02

Open duin

€ 210,97

7383

N08.03

Vochtige duinvallei

€ 951,63

7384

N08.04

Duinheide

€ 168,54

7391

N09.01

Schor of kwelder

€ 103,64

7401

N10.01

Nat schraalland

€ 1.631,45

7402

N10.02

Vochtig schraalland

€ 947,16

7411

N11.01

Droog schraalland

€ 553,49

7421

N12.01

Bloemdijk

€ 1.468,17

7422

N12.02

Kruiden- en faunarijk grasland

€ 173,08

7423

N12.03

Glanshaverhooiland

€ 362,09

7424

N12.04

Zilt- en overstromingsgrasland

€ 440,49

7425

N12.05

Kruiden- en faunarijke akker

€ 701,79

7426

N12.06

Ruigteveld

€ 82,49

7431

N13.01

Vochtig weidevogelgrasland

€ 511,41

7432

N13.02

Wintergastenweide

€ 19,06

7441

N14.01

Rivier- en beekbegeleidend bos

€ 31,56

7442

N14.02

Hoog- en laagveenbos

€ 16,14

7443

N14.03

Haagbeuken- en essenbos

€ 47,84

7451

N15.01

Duinbos

€ 53,93

7452

N15.02

Dennen-, eiken en beukenbos

€ 84,74

N16.01

Droog bos met productie

€ 0,00

N16.02

Vochtig bos met productie

€ 9,69

7481

N17.01

Vochtig hakhout en middenbos (vervallen miv 1-1-2017)

€ 2.563,49

7482

N17.02

Droog hakhout

€ 394,72

7483

N17.03

Park- en stinzenbos

€ 243,47

7484

N17.04

Eendenkooi

€ 2.164,76

N17.05

Wilgengriend (nieuw miv 1-1-2017)

€ 2.563,49

N17.06

Vochtig en hellinghakhout (nieuw miv 1-1-2017)

€ 2.563,49

7590

Recreatietoeslag

€ 33,34

7841

toeslag gescheperde kuddes hoog

€ 452,08

8499

toeslag gescheperde kuddes laag

€ 277,80

8494

toeslag vaarland

€ 466,14

Landschap

eenheid

L01.01.00

Poel en klein historisch water – gemiddeld

stuks

€ 128,73

L01.02.00

Houtwal en houtsingel – gemiddeld

ha

€ 2.997,32

L01.03.00

Elzensingel bedekking – gemiddeld

100 m

€ 95,00

L01.04.00

Bossingel en bosje

ha

€ 1.518,56

L01.05.00

Knip- of scheerheg jaarlijkse cyclus – gemiddeld

100 m

€ 210,45

L01.06.00

Struweelhaag cyclus – gemiddeld

100 m

€ 264,74

L01.07.00

Laan – gemiddeld note

100 m

€ 259,23

L01.08.00

Knotboom – gemiddeld

stuks

€ 11,12

L01.09.00

Hoogstamboomgaard

ha

€ 1.684,50

L03.01

Fortterrein

ha

€ 688,09

L02.02

Historisch bouwwerk en erf

ha

€ 33,75

L02.03

Historische tuin

ha

€ 4.238,72

L02.01

Aardwerk en Groeve

ha

€ 809,33

Monitoring

ha

N01.02

Duin- en kwelderlandschap

€ 15,64

N01.03

Rivier- en moeraslandschap

€ 9,48

N01.04

Zand- en kalklandschap

€ 8,52

N05.01

Moeras

€ 19,40

N05.02

Gemaaid rietland

€ 11,79

N06.01

Veenmosrietland en moerasheide

€ 24,64

N06.02

Trilveen

€ 21,14

N06.03

Hoogveen

€ 28,57

N06.04

Vochtige heide

€ 14,71

N06.05

Zwakgebufferd ven

€ 91,59

N06.06

Zuur ven of hoogveenven

€ 91,50

N07.01

Droge heide

€ 13,54

N07.02

Zandverstuiving

€ 13,54

N08.01

Strand en embryonaal duin

€ 7,45

N08.02

Open duin

€ 19,60

N08.03

Vochtige duinvallei

€ 25,08

N08.04

Duinheide

€ 13,54

N09.01

Schor of kwelder

€ 17,48

N10.01

Nat schraalland

€ 28,48

N10.02

Vochtig hooiland

€ 20,67

N11.01

Droog schraalland

€ 16,93

N12.01

Bloemdijk

€ 15,08

N12.02

Kruiden- en faunarijk grasland

€ 2,89

N12.03

Glanshaverhooiland

€ 15,67

N12.04

Zilt- en overstromingsgrasland

€ 17,48

N12.05

Kruiden- en faunarijke akker

€ 8,50

N12.06

Ruigteveld

€ 4,80

N13.01

Vochtig weidevogelgrasland

€ 7,66

N14.01

Rivier- en beekbegeleidend bos

€ 18,08

N14.02

Hoog- en laagveenbos

€ 9,68

N14.03

Haagbeuken- en essenbos

€ 16,32

N15.01

Duinbos

€ 7,07

N15.02

Dennen-, eiken- en beukenbos

€ 7,07

N16.01

Droog bos met productie

€ 4,74

N16.02

Vochtig bos met productie

€ 4,74

N17.01

Vochtig hakhout en middenbos (vervallen per 1-1-2017)

€ 13,36

N17.02

Droog hakhout

€ 2,87

N17.03

Park- en stinzenbos

€ 2,87

N17.05

Wilgengriend (nieuw miv 1-1-2017)

€ 13,36

N17.06

Vochtig en hellinghakhout (nieuw miv 1-1-2017)

€ 13,36

TOELICHTING

Hoofdstuk 1

Dit hoofdstuk regelt de openstelling van subsidie voor het beheer van natuurterreinen.

Paragraaf 1.

Subsidie kan aangevraagd worden voor terreinen waarvoor in het verleden al door of namens de provincie subsidie verleend is voor natuurbeheer of voor de inrichting van terreinen tot natuurterrein en voor zover deze terreinen voldoen aan de genoemde voorwaarden. Het aflopende beheer heeft dit jaar betrekking op circa 7000 ha natuurgebied, waarvoor een aflopende zesjarige beschikking moet worden verlengd. Het betreft beschikkingen van onder andere Natuurmonumenten, Utrechts Landschap en diverse particuliere grondeigenaren die in 2011 zijn gestart en nu na zes jaar aflopen.

Paragraaf 2.

Subsidie kan aangevraagd worden voor terreinen waarvoor in het verleden nog geen subsidie door of namens de provincie subsidie verleend is voor natuurbeheer of voor de inrichting van terreinen tot natuurterrein en voor zover deze terreinen voldoen aan de genoemde voorwaarden.

Paragraaf 3.

Paragraaf 3 regelt de periode waarbinnen subsidie aangevraagd kan worden en de plaats waar het verzoek tot subsidie ingediend kan worden.

Hoofdstuk 2.

Hoofdstuk 2 maakt het mogelijk om voor diegenen die een lumpsum beschikking hebben binnen de SVNL een uitbreidingsaanvraag te doen waarbij terreinen toegevoegd kunnen worden aan de lopende beschikking onder dezelfde voorwaarden als de lopende beschikking. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij Staatsbosbeheer, waarvoor het subsidiecontract pas over een aantal jaren afloopt.

Hoofdstuk 3.

Dit hoofdstuk maakt het mogelijk de nog lopende contracten voor collectief agrarisch natuurbeheer op basis van de (oude) SVNL te continueren.

Hoofdstuk 4.

Dit hoofdstuk maakt het mogelijk om subsidie aan te vragen voor de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein en voor de inrichting van natuurterreinen.

Paragraaf 1.

Er wordt de mogelijkheid geboden om voor een aantal categorieen terreinen inrichtingsmaatregelen vergoed te krijgen.

Artikel 10 a geeft een subsidieplafond voor de inrichting van net omgevormde landbouwgrond.

Artikel 10 b geeft een subsidieplafond voor inrichtingsmaatregelen gericht op de verhoging van een bestaand natuurbeheertype naar een hoger beheertype.

Artikel 10 c geeft een subsidieplafond voor de aanleg van landschapselementen buiten natuurterreinen.

Artikel 10 d geeft een subsidieplafond voor de uitvoering van de eenmalige maatregelen genoemd in de PAS gebiedsanalyses.

Er is geen subsidie opengesteld voor inrichtingsmaatregelen gericht op verhoging van de kwaliteit binnen het bestaande beheertype. Dat betekent onder andere dat er geen subsidie beschikbaar is voor het herstel van essenhakhout dat door de essenziekte is aangetast, behalve als PAS maatregel in N2000 gebied Kolland en Overlangbroek als dat conform de gebiedsanalyse is.

Paragraaf 2.

In Paragraaf 2 wordt het mogelijk gemaakt om subsidie aan te vragen voor de daling van de waarde van de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein. Het opengestelde bedrag is gebaseerd op de verwachtingen van de programmabureaus.

Paragraaf 3.

Paragraaf 3 regelt de periode waarbinnen subsidie aangevraagd kan worden en de plaats waar het verzoek tot subsidie ingediend kan worden.

Hoofdstuk 5.

In hoofdstuk 5 worden de tarieven behorend bij de subsidieregelingen vastgesteld. Omdat de nieuwe hakhouttypen N17.05 en N17.06 nog niet zijn goedgekeurd door de EG wordt hiervoor in 2017 nog het tarief van het oorspronkelijke hakhouttype N17.01 gehanteerd.

Hoofdstuk 6.

In hoofdstuk 6 wordt aangegeven wat de voorwaarden zijn waaronder subsidie verleend kan worden naast de voorwaarden die al in de subsidieregeling en verordeningen opgenomen zijn. De nieuwe hakhouttypen kunnen pas in werking treden nadat goedkeuring van EU is verkregen. Aangezien deze goedkeuring op zijn vroegst pas in 2017 wordt verwacht kunnen de wijzigingen pas in 2018 worden geëffectueerd en verwerkt in de beschikkingen. Daartoe is in artikel 19 een voorbehoud opgenomen.