Bezoldigingsverordening gemeente Vaals 2000

Geldend van 22-07-2000 t/m heden

Intitulé

Bezoldigingsverordening gemeente Vaals 2000

Burgemeester en Wethouders van Vaals;gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals;gehoord de O.R. en de Commissie voor Georganiseerd Overleg;gelet op h et gesteld e in artikel 15 6 van de Gem eentew et en op h et besluit van de raad dezer gemeented.d. 20.05.1996 inzake de uitoefening van de macht van de raad door burgemeester en wethouders; 

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende verordening “Bezoldigingsverordening gemeente Vaals 2000".

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van d eze verordening wordt verstaan onder:a. ambtenaa r:1. de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals;2. de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals;b. salaris:het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals;c. uurloon:het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Vaals;d. schaal:de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente V aals, opgenom en in bijlage II en IIa van die regeling;e. maximum salaris:het hoogste bedrag van een salaris schaal;f. bezoldiging;de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals;g. betrekking:de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregelinggemeente Vaals;

h. conversie:de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;i. volledige betrekking:de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals;j. overwerk:het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder 1, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals.

Hoofdstuk 2 Salaris

Paragraaf 1 Recht op salaris

Artikel 2

Artikel 21. Het rec ht op salaris vangt aan met de dag waarop de aans telling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.2. Het rec ht op salaris eindigt, in ge val van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat. 

Paragraaf 1 Gebroken tijdvakken

Artikel 3

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per da g vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdag en van die maand. 

Paragraaf 1 Onvolledige betrekking

Artikel 4

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Paragraaf 1 Salarisbedragen

Artikel 5

De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage Il of bijlage IIa van de Arbeids voorwa ardenre geling gem eente V aals, of indien voor zijn/haar betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag.

Artikel 6

1 De toepassing van bijlage II dan wel bijlage IIa va n de A rbeid svoorwaarden regeling gemeente Vaals vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid, van Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Vaals.2. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze v an functioneren zich nog daartegen verzet.3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.4. Anders dan bij het aanvaarden van passende of ga ngbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem gelden de salarisschaal.

Paragraaf 1 Periodieke verhoging van het salaris

Artikel 7

1. Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.2. De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maa nd waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.3. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van bu rgemees ter en wethouders aanleiding bestaat.4. Het salaris wordt, indien de sa lariss chaal dit aa ngee ft en w anneer het maximum salaris is bereikt, voor de eerste maal na drie jaar en vervolgens om de twee jaar verhoogd tot het naasthogere bedrag.

Paragraaf 1 Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 8

1. Aan de ambtenaar die het maximum salaris van de voor hem geldende s alarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Paragraaf 1 Geen periodieke verhoging

Artikel 9

1. Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.2. Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepas ing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.3. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval vóór de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Paragraaf 1 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Artikel 10

1. Wanneer de ambtena ar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger m aximumsalaris, word t:

a. voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, van de Arbeidsvoorwaarden-regeling gemeente Vaals, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;b. voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijkgenoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.2. Voorzover nodig zal - in afwijking van het eerste lid onder a - de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedrag en dan het geva l zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 7 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

Hoofdstuk 3 Instrumenten van flexibele beloning

Paragraaf 1 Gratificatie

Artikel 11

1. Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals worden toegekend.2. De hoogte van de gratificatie bedraagt maximaal f.2.500,–.

Paragraaf 1 Groepsattentie

Artikel 12

Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd kan op voorstel van de leidinggevende een groepsattentie worden toegekend.

Paragraaf 1 Tijdelijke persoonlijke toelage

Artikel 13

1. Aan een ambtenaar, die gedurende een tijdvak van ... jaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan een persoonlijke toelage worden toegekend.2. De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt max imaal ... gedurende .... jaar.

Paragraaf 1 Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal

Artikel 14

1. Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals worden toegekend, indien betrokkene gedurende meerdere jaren uitstekend heeft gefunctioneerd.2. De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt ..% .3. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn , tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Paragraaf 1 Arbeidsmarkttoelage

Artikel 15

1. Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.3. De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 10 % va n de functionele salarisschaal.4. De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

Paragraaf 1 Nadere regels instrumenten flexibele beloning

Artikel 16

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van nstrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 14.

Paragraaf 1 Geen afbouwregeling

Artikel 17

Bij het beëindigen van instrumente n van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 11 tot en met 14 wordt een afbouw regeling toe gepast.

Hoofdstuk 4 Overige toelagen en vergoedingen

Paragraaf 1 Waarnemingstoelage

Artikel 18

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals.

Paragraaf 1 Overwerkvergoeding

Artikel 19

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt me t een lager ma ximumsala ris da n dat van s chaal 11, wordt in overleg met de secretaris ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals.

Paragraaf 1 Toelage onregelmatige dienst

Artikel 20

1. Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaalm 11en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals.2. De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:a. ..% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;b. ..% voor de uren op zaterdag tuss en 6.00 en 22.00 uur;c. ..% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;d. ..% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals, met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij 7.3. Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vó ór 7 uur, respectievelijk is beëindigd na 19 uur.

4. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Paragraaf 1 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

Artikel 21

1. Aan de am bten aar v oor w ie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1en 4:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Vaals ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.2. De toelage bedraagt per uur van bereikbaarheid en beschikbaarheid een percentage van het salaris per uur, dat is afgeleid van salaris behoren de bij 7 en wel:a. .% voor de uren op maan dag tot en met vrijdag tussen 6. 00 en 22.0 0 uur en voor de uren op die dagen tussen 0.00 en 6.00 uren tussen 22.00 en 24 .00 uur;b. ..% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur en ..% voor de uren op die dag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;c. ..% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals tussen 6.00 en 22.00 uur en 0% voor de uren op die dagen tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24 .00 uur.3. De op basis van het tweede lid berekende toelage wordt verhoogd met ..% over de uren waarop aan de opgedragen bereikbaarheid en beschikbaarheid een extra plaatsgebondenheid op of rond de plaats van tewerkstelling is verbonden.4. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Paragraaf 1 Afbouwtoelage

Artikel 22

1. Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 20 en 21, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:a. die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage, als bedoeld in artikel 15, enb. de amb tenaar de toelage - a ls bed oeld in artikelen 20 en 21 - direct voorafgaande aan het tijdstip van voren bedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee laren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beë indige n of verminder en va n een toelage - a ls bedoeld in artikelen 20 en 21 - een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 20 en 21 - direc t voo rafga ande aan het tijd stipvan vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.3. De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage - als bedoeld in artikelen 20 en 21 - heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.4. Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.5. Burgemeester en wethouders stellen v oor de uitvoering va n dit artikel nadere regels vast.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Paragraaf 1 Onvoorziene gevallen

Artikel 23

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Ondertekening

SlotbepalingenArtikel 241. Deze verordening treedt in werking op 01.07 .1999 en kan worden aangehaald a ls de'“Bezoldigingverordening gemeente Vaals 200 0".2. De 'Bezoldiging verorden ing 19 98', zo als vastgesteld op 21 juli 1998 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.Vastge steld in de vergadering van Burgem eester en Wethouders van ........................
De Secretaris,                                       De Burgemeester,

Toelichting bezoldigingsverordening 1

1. AlgemeenDe voorbeeld-bezoldigingsverordening is een gemoderniseerde versie van de oude voorbeeldbezoldigingsverordening uit 1984, verzonden bij brief van 19 oktober 1984, kenmerk OPZ/7300. De modernisering van de bezoldigingsverordening behelst niet alleen technische aanpassingen (aanpassing aan de nieuwe regelgeving) en m odernere begrippen, maar ook meer beleidsrijke wijzigingen . Dit laatste type wijzigingen is uiteraard het meest voor discussie vatbaar. Een duidelijk voorbeeld hiervan is paragraaf III, Instrumenten van flexibele beloning. Deze toelichting beoogt voornamelijk de in de voorbeeld- bezoldigingsregeling gemaakte keuzes toe te lichten en eventueel te relativeren door alternatieven te bieden.

2. Hoofdstuksgewijs

I. Begripsbepalingen

Artikel 1Bij onderdeel a wordt verwezen naar artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals Bij het begrip bezoldiging (onderdeel f) wordt eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Vaals. Hierin wordt bezoldiging gedefinieerd als: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen - als omschreven in het eerste lid van de bedo elde r egeling [dus als omschreven inde lokale bezoldigingsverordening], alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en waarnemingstoelage. Op grond van deze bezoldiging vallen alle toelagen van de h oofdstu kken II en III onder het begrip bezoldiging. Dan blijven nog over de gratificatie, de groepsgratificatie en de overwerkvergoeding, die een incidenteel karakter dragen. Deze vallen niet onder het begrip bezoldiging.

II. Salaris

Artikel 5Er is bewust voor gekozen om te verwijzen naar bijlagen Il en Ila van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente en niet naar bijlagen toegevoegd aan de bezoldigingsverordening. Het voordeel is dat als de bijlagen Il en Ila wijzigen, dit automatisch wordt meegenomen voor de bezoldigingsverordening.Opgemerkt dient te worden dat deze bepaling moet worden gewijzigd, als in de gemeente geen medewerkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur (bijlage 1).

Artikel 6In het eerste lid wordt wat betreft de toepassing van bijlagen 11 e n Il a eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3: 1, derde tot en met vijfde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente.

Artikel 7Het vierde lid gaat in op de uitlooprangen in de schalen 1 tot en met 5 in de oude salarisstructuur. Deze uitloopperiodieken worden in de bij de bezoldigingsverordening toegevoegde salaristabel ook wel eens gemarkeerd met de letter u.Als in de gemeente geen mede werkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur,kan he t vierde lid van artikel 7 wo den geschrapt.

Artikel 7 t/m 9In artikel 7 t/m 9 wordt respectievelijk geregeld: periodieke verhoging, extra periodieke verhoging en hetonthouden van een periodieke verhoging. In deze artikelen is gekozen voor een andere terminologie dan in het verleden: voldoende functioneren (artikel 7), zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking (artikel 8) en onvoldoende functioneren(artikel 9). Uiteraard zijn diverse andere terminologieën denkbaar. Zo zijn denkbare alternatieven voor voldoende functioneren:'bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver','naar behoren functioneren' en 'gemiddeld functioneren'. Het gaat er maar om een rangorde aan te brengen in de wijze van functioneren. In het midden is overigens gelaten of de beslissing tot het toekennen van een (extra) periodieke verhoging. dan wel het onthouden ervan, moet zijn gebaseerd op een personeelsbeoordeling. Meestal gebeurt dit bijeen extra periodieke verhoging en bij het onthouden van een periodieke verhoging wel en bij een 'gewone' periodieke verhoging niet. Als er een beleidslijn is omtrent het beoordelen, kan deze worden verwerkt in deze drie artikelen. Eveneens is in het midden gelaten of en aan wie de bes lissingsbevoegdheid voor toekenning van een (extra) periodieke verhoging, dan wel het onthouden ervan, is gemandateerd. Sinds de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is delegatie van een dergelijke beslissingsbevoegdheid aan hoofdenvan dienst niet meer mogelijk. Mandaa t - het in naam van burgemeester en wethouders besliss en - kan wel. Op lokaal niveau is het  zaak om een dergelijk mandaat schriftelijk vast te leggen. Als er niets wordt vastgelegd, ligt de beslissingsbevoegdheid gewoon bij burgemeester en wethouders.

Artikel 10In dit artikel wordt de bevorderingssystematiek geregeld. Het eerste lid onder b geeft de aanvullende regels voor de nieuwe salarisstructuur weer (zie ook LOGA-brief van 20 december 1995, nummer Lbr. 951259). Binnen de nieuwe salarisstructuur wordt de ambtenaar, bij overgang naar een hogere sch aal, ingeschaald op het naasthoge re bedrag in de nieuwe schaal. Echter, in het geval dat het verschil tussen dit naast hogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag. Opgemerkt dient te worden dat deze bepa ling moet worden aangepast als in de gemeente geen medewerkers me er zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur (bijlage 11). 

III - Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 11 t/m 15In artikel 11 t/m 15 worden de volgende instrumenten van flexibele beloning geregeld: gratificatie, groepsgratificatie, tijdelijke persoonlijke toelage en persoonlijke toelage na het bereiken van de maximum functionele schaal. Al deze instrumenten hebben als kenmerk dat hiermee op flexibele wijze kan worden gedifferentieerd in beloning. De flexibiliteit zit in het tijdelijke karakter van deze instrumenten. Dit integens telling tot het toek ennen van (extr a) periodieken, dat een structureel karakter heeft. Hoe flexibel deze instrumenten worden toegepast, hangt uiteraard af van het lokale beleid ten aanzien van flexibel beleid. Ook zijn andere, minder flexibele  beloningsinstrumenten  denkbaar, zoals vaste toelagen. Een nadeel van vaste toelagen is - naast de kosten die dit structureel met zich meebrengt - dat de prikkel die van de toelage uit zou moeten gaan vermindert, zo niet verdwijnt. Van de genoemde instrumenten van flexibele beloning hebben de gratificatie en de groepsgratificatie het meest een incidenteel karakter. Meestal worden deze instrumenten meteen na de prestatie toegepast. In de artikelen 11 t/m 15 is in het midden gelaten of de toepassing van een beloningsinstrument isgebaseerd op een beoordeling. De persoonlijke toelage na het bereiken van de maximum functionele schaal wordt overigens veelal op een personeelsbeoordeling gebaseerd. Ook is in het midden gelaten of en aan wie de beslissingsbevoegdheid voor het toepassen van een beloningsinstrument is gemandateerd. Dit kan op lokaal niveau worden bepaald. Sinds de derde tranche van de Awb is delegatie van een derg elijke beslissingsbevoegdheid aan hoofden van dienst niet meer mogelijk. Indien gewenst is dat de beslissingsbevoegdheid wordt gemandateerd, is het zaak dit sc hriftelijk vast te leggen. Als er niets wordt vastgelegd, ligt de beslissingsbevoegdheid gewoon bij burgemeester en wethouders. 

Artikel 16Artikel 16 biedt de mogelijkheid om nadere regels te stellen voor de toepassing en de hoogte van de beloningsinstrumenten. Zo is voor te stellen dat een en ander wordt uitgewerkt in een regeling of beleidsnota omtrent flexibele beloning of beloningsdifferentiatie.

Artikel 17Artikel 17 regelt dat bij beëindiging van (een van) de instrumenten van flexibele beloning geen afbouwregeling wordt toegepast. De gedachte hierachter is dat als de ambtenaar niet meer goed functioneert, de extra beloning zonder meer komt te vervallen.

IV - Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 18 t/m 21In deze artikelen worden respectievelijk geregeld: waarnemingstoelage, overwerkvergoeding, toelage onregelmatige dienst, toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst. Deze toelagen/vergoedingen hebben een grondslag in de CAR en/of de UWO.In artikel 20 en 21 worden de percentages bewust niet nader ingevuld, omdat verschillende percentages denkbaar zijn. Op lokaal niveau moet dit worden ingevuld. In de laatste leden van artikel 20 en 21 wordt de basis gelegd voor het treffen van aanvullende of afwijkenderegelingen. Gedacht kan worden aan de situatie dat er in de functiebeschrijving en -waardering reeds rekening is geh ouden m et he t feit dat men in een bepaalde functie geregeld onregelmatig moet werken, dan wel zich geregeld bereikbaar en beschikbaar moet houden voor oproepen. In die gevallen is geen toelage meer nodig.In de teks t van a rtike l 21 is d e zinsnede 'reg elm atig of vrij regelm atig' opgenomen. Deze vage begrippen moeten op lokaal niveau worden ingevuld. In ieder geval moet er sprake zijn van een herhaling.

Artikel 22In artikel 22 wordt de afbouw toelage voor het wegvallen of verminderen van de toelage onregelmatige dienst, de toelage bereikbaarheids - en beschikbaarheidsdienst geregeld. Er is juist voor gekozen om bij deze toelagen een afbouwtoelage toe te kennen, om dat deze toelagen sterk zijn gerelateerd aan de uitoefening van bepaalde functies en het wegvallen of verminderen de betreffendeambtenaar (ervan uitgaande dat het bu iten zijn toedoen gebeurt) onevenredig veel schade berokkent. Er is gekozen voor een aflopende afbouwtoelage in plaats van een garantieregeling, om ervoor te zorgen dat er geen sprake is van een eindeloze compensatie. Veelal is sprake van een stapsgewijze afbouw in vier jaar: het eerste jaar 75%, het tweede jaar 50% , het derde jaar 25% en het vierde jaar niets meer.