Beleid internetverkoop en afhaalpunten

Geldend van 04-01-2017 t/m heden

Intitulé

Beleid internetverkoop en afhaalpunten

Aanleiding

In toenemende mate vindt detailhandel plaats via internet. De vraag die zich daarbij vaak voordoet is in hoeverre de bestelling (virtueel), de betaling (virtueel) dan wel de levering (bij de consument) de detailhandelsactiviteit is. Voor het detailhandelsbeleid en de planologische vertaling in bestemmingsplannen zijn vooral de ruimtelijke effecten (beoogde detailhandelsstructuur, verkeer) en verschijningsvorm (ruimtegebruik, uitstraling) relevant. In dit licht wordt beoogd om via onderstaand beleid richting te geven naar aanleiding van de nieuwe trends in de markt. Zodat er een eenduidige lijn van afhandeling van vragen is met betrekking tot internetverkoop en afhaalpunten.

Detailhandelsstructuurvisie Veendam 2013

In de Detailhandelsstructuurvisie Veendam 2013 staat onder het kopje “Internetverkoop en afhaalpunten” het volgende vermeld:

De ruimtelijke effecten en verschijningsvormen zijn hierbij van belang; er zijn vier vormen van internetverkoop:

1.Winkels 

Internetverkoop vindt plaats vanuit of in combinatie met fysieke uitstallingsruimte die toegankelijk is voor consumenten (al of niet in combinatie met opslag/logistiek) Planologisch is dit een winkel en kunnen deze alleen worden toegestaan met een winkelbestemming = detailhandel.

Voorbeelden hiervan zijn: afhaalpunt van Bol.com bij een Albert Heijnbalie. Ook een bestelling die gedaan is via internet bij Gamma of Praxis en afgehaald wordt bij een dergelijke vestiging, valt hieronder.

Deze verschijningsvorm komen we tegen in winkelcentrumgebieden (centrum Veendam, wijkwinkelcentra en/of buurtsteunpunt) met daarbij passende (detailhandels)bestemming. Ook kan een dergelijke verschijningsvorm voorkomen op de bedrijventerreinen met een PDV (perifere detailhandelsvestiging) bestemming.

2. Opslag/logistieke ruimte 

Internetverkoop vindt plaats vanuit of in combinatie met opslag en/of logistiek. Er is geen sprake van een fysieke uitstalruimte die gericht is op en/of toegankelijk is voor consumenten. Planologisch wordt deze vorm beschouwd als logistiekbedrijf en is alleen toegestaan in panden met een passende bedrijfsbestemming.

Deze vorm van internetverkoop vindt veelal plaats op de bedrijventerreinen met daarbij passende bestemming.

3. Kantoren 

Internetverkoop vindt plaats zonder opslag en/of logistiek ter plaats en er is geen sprake van fysieke uitstalruimte die gericht is op en/of toegankelijk is voor consumenten. Wel is sprake van een bedrijfsactiviteit met ter plaatse werkzame personen. Hier vinden alleen administratieve handelingen plaats. Planologisch wordt deze vorm beschouwd als kantoor met daarbij behorende bestemming.

4. Woningen/internetverkoop

Internetverkoop vindt plaats met beperkte opslag en/of logistiek ter plaatse (zie ook de regels voor beleid bedrijf aan huis), er is geen sprake van fysieke uitstalruimte die gericht is op en/of toegankelijk is voor consumenten en er is geen sprake van een bedrijfsactiviteit met ter plaatse werkzame personen. Zolang internetverkoop ondergeschikt blijft aan de hoofdfunctie van een pand heeft deze vorm van internetverkoop planologisch geen substantiële effecten en kan in beginsel zonder beperkingen worden toegestaan in panden met een woon- of andere bestemming.

Definities ( uit Detailhandelsstructuurvisie Veendam 2013)

Detailhandel: “het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.”

Winkel: een voor het publiek vrij toegankelijk pand ten behoeve van de bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren, met in ieder geval het tonen van goederen.

Met behulp van deze definities is de hierboven aangegeven indeling van internetverkoop in vier categorieën goed te maken. Alle vormen van internetverkoop worden ook als zodanig beoordeeld. Zodra in één van de vier hierboven genoemde vormen goederen worden uitgestald voor het publiek is er sprake van detailhandel.

Ruimtelijk beleid: bestemmingsplannen

De detailhandelsstructuurvisie is doorvertaald in de diverse bestemmingsplannen van de gemeente Veendam. In deze bestemmingsplannen wordt uitsluitend de hierboven aangegeven definitie van detailhandel gehanteerd (omdat deze het beste past bij de toedeling van bestemmingen). Daarmee kan echter discussie ontstaan over de vraag of pure afhaalpunten t.b.v. internetverkoop (gekoppeld aan opslag/logistieke ruimte, categorie 2) toelaatbaar zijn wanneer ‘detailhandel’ op grond van het bestemmingsplan verboden is.

Met name door het onderdeel “leveren” in de definitie van detailhandel moet ieder afhaalpunt beschouwd worden als ‘detailhandel’ en is daardoor verboden op bedrijventerreinen, ook in combinatie met bijv. een groothandel of opslagruimte. Ondergeschikte detailhandel is alleen toegestaan als het gaat om producten die ter plaatse worden vervaardigd of verwerkt.

Nadere afweging

Ruimtelijk en economisch bestaat er geen bezwaar tegen pure afhaalpunten op de bedrijventerreinen, mits voldaan wordt aan de uitgangspunten uit de Detailhandelsstructuurvisie. Met andere woorden: er mag geen fysieke uitstalruimte aanwezig zijn die toegankelijk is voor het publiek.

Dergelijke afhaalpunten zijn door hun uitstraling ongewenst in winkelcentra en vormen daardoor ook geen concurrentie voor die winkelcentra wanneer ze op bedrijventerreinen zijn gevestigd. Dit is in lijn met de vastgestelde uitgangspunten van de Detailhandelsstructuurvisie, maar past dus niet in de bestemmingsplanregelingen, omdat elke vorm van detailhandel daarin is uitgesloten.

Beleidsregels:

  • 1.

    Bij herziening van de bestemmingsplannen zal voortaan bij bedrijfsbestemmingen een afwijkingsmogelijkheid van de gebruiksregels worden opgenomen voor afhaalpunten.

  • 2.

    Afhaalpunten worden als volgt gedefinieerd: “een voor het publiek toegankelijke ruimte uitsluitend bedoeld voor het bedrijfsmatig leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.”

Toelichting: In het algemeen zullen afhaalpunten alleen voorkomen in combinatie met groothandelsbedrijven of opslagruimten. Hierdoor vindt tevens een koppeling plaats met de op de bedrijventerreinen gehanteerde categorisering en ruimtelijke spreiding.

  • 3.

    Totdat (alle) bestemmingsplannen zijn aangepast (bij de reguliere actualiseringen), kan de bovenstaande benadering van (pure) afhaalpunten gehanteerd worden als motivering om af te wijken van het bestemmingsplan met een omgevingsvergunning.