Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en invordering van de baatbelasting aanleg riolering buitengebied cluster B, nummer 1 (Half Mijl en omgeving).

Geldend van 16-06-2005 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van de baatbelasting aanleg riolering buitengebied cluster B, nummer 1 (Half Mijl en omgeving).

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    een onroerende zaak: een gebouwd eigendom, of een ongebouwd eigendom, of een samenstel van twee of meer van de hiervoor bedoelde eigendommen die bij dezelfde belastingplichtige in bezit zijn;

  • b.

    eigendom: een perceel volgens de kadastrale aanduiding;

  • c.

    bestemmingsplan:

    • -

      in het algemeen: “Bestemmingsplan Buitengebied-1988”, vastgesteld bij raadsbesluit

      van 13 februari 1990, gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-

      Brabant op 25 september 1990, nr. 26616, en bij Koninklijk besluit van 11 maart 1993,

      no. 93.002122, gedeeltelijk onherroepelijk geworden;

    • -

      met betrekking tot percelen Weijerseweg 2 en 2A: “Bestemmingsplan Buitengebied

      1988, wijziging I”, vastgesteld alsvoor op 15 maart 1994, goedgekeurd alsvoor op 2

      mei 1994, nr. 121098;

    • -

      met betrekking tot het perceel Hoogeloonsedijk 34: “Bestemmingsplan Buitengebied

      1988, herziening Hoogeloonsedijk 34”, vastgesteld alsvoor op 30 september 2003,

      goedgekeurd alsvoor op 11 december 2003, nr. 949.792;

    • -

      met betrekking tot percelen Molenvelden 15 en 17: “Bestemmingsplan Buitengebied

      1988, herziening bouwblok Molenvelden”, vastgesteld alsvoor op 14 maart 2000,

      goedgekeurd alsvoor op 27 april 2000, nr. 675333/682948/200050549;

    • -

      met betrekking tot percelen Grote Aard 23 en 25: “Bestemmingsplan Buitengebied

      1988, herziening bouwperceel Grote Aard”, vastgesteld alsvoor op 8 september 1998,

      goedgekeurd alsvoor op 23 maart 1999, nr. 14465/605557;

    • -

      met betrekking tot perceel Grote Aard 15: “Bestemmingsplan Buitengebied 1988,

      herziening Grote Aard 15”, vastgesteld alsvoor op 13 mei 2003, goedgekeurd alsvoor

      op 24 juli 2003, nr. 919762/931385;

  • d.

    bestemming: de voor een onroerende zaak geldende bestemming volgens het geldende bestemmingsplan.

Artikel 2 – Belastbaar feit.

  • 1. Onder de naam “Baatbelasting aanleg riolering buitengebied cluster B, nummer 1” (Half Mijl en omgeving) wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken met een planologische bestemming als bedoeld in artikel 5, gelegen in de gemeente binnen de rode omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart nummer 2004-049, die op 1 maart 2005 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten in elk geval de volgende werken:

    • -

      aanleg rioolpersleidingen met pompputten en verder toebehoren en/of vrij vervalriolering met toebehoren;

    • -

      aanleg aansluitpunten met toebehoren ten behoeve van aansluiting onroerende

      zaken op de rioolpersleidingen en/of vrij vervalrioleringen.

Artikel 3 – Belastingplicht.

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene, die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3. Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven.

Artikel 4 – Maatstaf van heffing.

De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak.

Artikel 5 – Belastingtarief.

De belasting bedraagt € 2.450,- per onroerende zaak waarvoor geheel of gedeeltelijk de volgende planologische bestemming geldt:

  • -

    agrarisch gebied A;

  • -

    agrarisch gebied met landschappelijke waarde Al;

  • -

    burgerwoning W.

Artikel 6 – Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting.

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 10 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.

  • 2.

    Het belastingjaar loopt van 1 juli van enig jaar tot en met 30 juni van het daarop volgende jaar.

  • 3.

    De jaarlijkse belasting bedraagt de annuïteit van het totaal verschuldigde bedrag, berekend op basis van een periode van 10 jaar en een rentevoet van 4 %.

  • 4.

    De belasting over de nog niet aangevangen belastingjaren kan elk jaar door de belastingplichtige worden afgekocht. Hiertoe dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend, voorafgaand aan het eerste belastingjaar van de periode, waarop de afkoop betrekking heeft. De afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 1 juli van het eerste belastingjaar van de periode waarop de afkoop betrekking heeft, nog te verschijnen belastingbedragen, berekend naar een rentevoet van 4 %.

  • 5.
    • a.

      Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel.

    • b.

      In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.

  • 6.

    Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt voor de verdeling van de resterende belastingschuld de maatstaf van heffing voor de betreffende onroerende zaken opnieuw vastgesteld voor de nog niet aangevangen belastingjaren volgens de formule A/B x C.

    Voor deze formule geldt:

    A: de oppervlakte van de na de overdracht bestaande onroerende zaak;

    B: de oppervlakte van de voor de overdracht bestaande onroerende zaak;

    C: de resterende belastingschuld voor de op het moment van de overdracht nog niet aangevangen belastingjaren, zoals deze gold voor de voor de overdracht bestaande onroerende zaak.

Artikel 7 – Wijze van heffing.

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 – Termijn van betaling.

De aanslagen moeten worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 9 – Kwijtschelding van belasting.

Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 – Machtiging tot overdracht van bevoegdheden.

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste één jaar.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van de baatbelasting.

Artikel 11 – Verzending van aanslagen.

Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat voor de toezending of uitreiking van de aanslagbiljetten ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 (Stbl. 1990, 221) voor de betrokken in artikel 231 tweede lid letter b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een andere gemeenteambtenaar in de plaats treedt.

Artikel 12 – Nakoming van verplichtingen.

De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stbl. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregelen van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 13 - Invorderingsrente

  • 1.

    Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van de baatbelasting.

  • 2.

    De ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    In afwijking van de in het tweede lid genoemde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 22,68 niet te boven gaat.

Artikel 14 – Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordering treedt in werking met ingang van de achtste dag na die bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2005.

  • 3. De verordering kan worden aangehaald als "Verordering baatbelasting aanleg riolering buitengebied cluster B, nummer 1" (Half Mijl en omgeving).