Regeling vervallen per 24-04-2019

Regeling Studiefaciliteiten Veldhoven 2014

Geldend van 04-06-2015 t/m 23-04-2019

Intitulé

Regeling Studiefaciliteiten Veldhoven 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    medewerker: de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR);

  • b.

    jaargesprek: een jaarlijks terugkerend gesprek tussen de leidinggevende en de medewerker over de inzetbaarheid, ontwikkeling, sturing en feedback van derden met betrekking tot de medewerker, alsmede het vastleggen van afspraken die in dat kader zijn gemaakt , zoals bedoeld in de Regeling jaargesprek Veldhoven 2014;

  • c.

    fulltime dienstverband: de volledige betrekking zoals bedoeld in artikel 1:1, lid 1 onder k. van de CAR;

  • d.

    parttime dienstverband: betrekking met een formele arbeidsduur per week met een geringere omvang dan het fulltime dienstverband;

  • e.

    werktijd: de werktijd zoals genoemd in de geldende werktijdenregeling van de gemeente Veldhoven;

  • f.

    werkrooster: in opdracht werkzaam zijn volgens een vastgesteld werkrooster, zoals genoemd in de geldende werktijdenregeling van de gemeente Veldhoven;

  • g.

    opleidingsinstituut: adres waar de opleiding wordt gegeven.

Artikel 2 Uitgangspunten

  • 1.

    Tijdens het jaargesprek spreken leidinggevende en medewerker elkaar over de inzetbaarheid en de ontwikkeling van de medewerker. In dat kader worden eventuele opleidingswensen die er aan beide kanten liggen besproken. Bij het vaststellen van een opleidingswens wordt aangegeven in welke categorie, zoals genoemd in het tweede lid deze valt.

  • 2.

    Gemeente Veldhoven onderscheidt de volgende vijf categorieën opleidingen:

    • a.

      opleidingsnoodzaak: studies die gericht zijn op het terrein waarop de medewerker werkzaam is, dan wel studies die voldoen aan de (veranderde) behoeftes van de organisatie. Dit kunnen ook studies zijn die niet direct betrekking hebben op de huidige functie, maar zich richten op een functie waarvan kan worden aangenomen dat de medewerker deze binnen redelijke termijn kan gaan vervullen (opleidingsnoodzaak). Deze studies zijn opgenomen in het persoonlijk ontwikkelplan.

    • b.

      opleidingsbehoefte: studies waarbij de persoonlijke loopbaanwensen van de medewerker niet direct overeenkomen met de wensen en de eisen van de organisatie op dit moment dan wel in de nabije toekomst. De organisatiebehoefte is minder nadrukkelijk aanwezig. Deze studies zijn wel opgenomen in het persoonlijk ontwikkelplan.

    • c.

      verplichte studies: studies die gericht zijn op een noodzakelijke om- of herscholing in verband met re-integratie naar werk, indien dit voor het vervullen van de nieuwe functie wenselijk of noodzakelijk is (studie heeft een verplichtend karakter).

    • d.

      vakstudies: congres, studiedag, seminar, korte (vak)training, die gedurende het jaar aangeboden worden en waarover niet direct afspraken zijn gemaakt in het persoonlijk ontwikkelplan.

    • e.

      in company training: een training die de werkgever in huis aanbiedt.

    • f.

      individuele opleidingsbehoefte: studies die enkel een individuele opleidingsbehoefte invullen, waarbij de organisatiebehoefte niet wordt aangetoond;

    • g.

      verblijftijd: de tijd die verband houdt met een overnachting in het kader van het lesprogramma van de gevolgde opleiding, beginnende na afloop van het lesprogramma op dag 1 en eindigende bij aanvang van het lesprogramma op dag 2

  • 3.

    De studiefaciliteiten worden toegekend voor een termijn, die wordt afgeleid van de normaal te achten duur van de studie.

  • 4.

    Nadat de opleidingsfaciliteiten aan een medewerker zijn toegekend, kan de medewerker starten met de opleiding. Wanneer de medewerker eerder begint met de opleiding en de studiefaciliteiten worden uiteindelijk niet toegekend, dan is de medewerker verantwoordelijk voor het betalen van de gemaakte studiekosten, verlofuren en reiskosten.

Artikel 3 Vergoedingen studiekosten

  • 1.

    Studies die vallen onder categorie a., c., d. en e., zoals vermeld in artikel 1 van deze regeling worden voor 100% vergoed.

  • 2.

    Studies die vallen onder categorie b. zoals vermeld in artikel 1 van deze regeling worden voor 50% vergoed.

  • 3.

    Studies die vallen onder categorie f., zoals vermeld in artikel 1 van deze regeling, worden niet vergoed.

Artikel 4 Reiskosten

  • 1.

    De medewerker heeft recht op een tegemoetkoming in de kosten van het reizen van en naar het opleidingsinstituut.

  • 2.

    Kosten voor openbaar vervoer worden volledig vergoed op basis van 2e klasse.

  • 3.

    Voor het gebruik van het eigen vervoer wordt een tegemoetkoming verstrekt die aansluit bij de tegemoetkoming zoals deze onbelast mag worden verstrekt volgens de fiscale wetgeving.

  • 4.

    Voor het bepalen van het aantal kilometers naar het opleidingsinstituut is de kortste route het uitgangspunt, waarbij gekeken wordt naar de route tussen het opleidingsinstituut en het werk dan wel de route tussen het opleidingsinstituut en de woonplaats van de medewerker.

Artikel 5 Verblijfkosten

  • 1.

    De medewerker heeft recht op een tegemoetkoming in de verblijfkosten, indien sprake is van een overnachting, die als noodzakelijk moet worden beschouwd. Indien kosten voor een overnachting moeten worden gemaakt, moet de medewerker hiervoor vooraf toestemming van de leidinggevende hebben verkregen.

  • 2.

    Voor het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming zijn de werkelijk gemaakte verblijfkosten het uitgangspunt.

Artikel 6 Reis- en verblijftijd

  • 1.

    De reistijd van en naar het opleidingsinstituut en/of de plaats waar een examen/tentamen wordt afgenomen, wordt niet gecompenseerd door de werkgever en komt volledig voor rekening van de medewerker.

  • 2.

    Verblijftijd wordt niet gecompenseerd door de werkgever en komt volledig voor rekening van de medewerker.

Artikel 7 Volgen van studie tijdens werktijd

  • 1.

    Een medewerker die een studie volgt die valt onder categorie a., c. en d., zoals vermeld in artikel 1, wordt in de gelegenheid gesteld de studie gedurende werktijd te volgen met een maximum van 7,2 uur per werkdag. Een medewerker met een parttime dienstverband wordt in de gelegenheid gesteld de studie gedurende werktijd te volgen naar rato van 7,2 uur per werkdag.

  • 2.

    Een medewerker die een studie volgt die valt onder categorie b., zoals vermeld in artikel 1, wordt in de gelegenheid gesteld de studie gedurende werktijd te volgen met een maximum van 3,6 uur per werkdag en een medewerker met een parttime dienstverband naar rato van die 3,6 uur per werkdag.

  • 3.

    Een medewerker die een studie volgt die valt onder categorie e., zoals vermeld in artikel 1, wordt in de gelegenheid gesteld de studie gedurende werktijd te volgen met een maximum van 9 uur per werkdag.

  • 4.

    Voor het berekenen van de declarabele studie-uren wordt uitgegaan van de begin en eindtijd van het daadwerkelijke lesrooster dat voor de betreffende studiedag geldt.

Artikel 8 Volgen van studie buiten werktijd/werkrooster

Indien een studie buiten de werktijd of het werkrooster van de medewerker valt, schriftelijke studies daarbij begrepen, bepaalt de leidinggevende in overleg met p&o voor aanvang van de studie of en in hoeverre urencompensatie toegekend zal worden.

Artikel 9 Compensatie uren ten behoeve van het voorbereiden op het examen/tentamen

De medewerker heeft ten behoeve van de voorbereiding van het examen en/of tentamen recht op compensatie van maximaal 4 uur per examen/tentamen met een maximum van 20 uur per jaar. De medewerker met een parttime dienstverband heeft recht op verlof naar rato.

Artikel 10 Compensatie uren ten behoeve van examen/tentamen

  • 1.

    Indien een examen/tentamen in werktijd plaatsvindt, worden de benodigde uren gecompenseerd met een maximum van 7,2 uur per werkdag.

  • 2.

    Indien een examen/tentamen buiten werktijd plaatsvindt bepaalt de leidinggevende in overleg met p&o voor aanvang van de studie of en in hoeverre urencompensatie toegekend kan worden.

Artikel 11 Voortijdig beëindigen van de studie zonder diploma

De medewerker beëindigt de studie niet eerder dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de leidinggevende.

Artikel 12 Terugbetalingsverplichting

  • 1.

    Vóór de inschrijving op een studie die valt onder categorie a., b. en c., zoals vermeld in artikel 1, ondertekent de medewerker een studieovereenkomst, volgens een door burgemeester en wethouders vastgesteld model, waarbij hij instemt met de terugbetalingsregeling.

  • 2.

    De terugbetalingsverplichting voor de medewerker geldt in de volgende gevallen:

    • a.

      bij zich niet onderwerpen aan de voor de studie geldende examens/tentamens binnen de toegestane termijn van de studieduur;

    • b.

      bij het voortijdig beëindigen van de studie zonder het behalen van een diploma;

    • c.

      bij onvoldoende studieprestaties die zijn toe te schrijven aan het verwijtbaar niet regelmatig of niet voldoende studeren, waardoor de studie niet binnen de toegestane termijn volbracht kan worden;

    • d.

      een ontslag op eigen verzoek of ten gevolge van aan de medewerker te wijten feiten of omstandigheden. Het betreft hierbij een ontslag voor het einde van de studie of binnen twee jaar na het behalen van het voor deze studie geldende diploma. De terugbetalingsregeling geldt niet indien de medewerker aansluitend bij een andere gemeente gaat werken.

  • 3.

    In de situaties zoals aangegeven in het tweede lid onder a., b. of c., betreft het in beginsel een volledige terugbetaling van de vergoeding. In de situatie als aangegeven onder d., wordt voor elke hele maand die het dienstverband na beëindiging van de studie heeft geduurd, de terug te betalen vergoeding verminderd met 1/24ste deel.

  • 4.

    De leidinggevende besluit over de terugvordering van studiekosten. Hij kan besluiten, om de studiekosten geheel of gedeeltelijk niet terug te vorderen, indien terugvordering van de vergoede studiekosten redelijkerwijze niet gevergd kan worden. Daarbij worden de feiten en omstandigheden die aanleiding waren tot terugvordering, zoals genoemd in het tweede lid, afgewogen. Hierbij geldt de volgende procedure:

    • a.

      de leidinggevende vraagt advies van p&o en zendt het voornemen tot terugvordering schriftelijk gemotiveerd toe aan de medewerker;

    • b.

      de medewerker wordt gedurende twee weken in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze tegen het voornemenbesluit in te dienen;

    • c.

      de leidinggevende besluit definitief met inachtneming van de zienswijze van de medewerker en het advies van p&o.

Artikel 13 Resultaten bekend maken

De medewerker die een opleiding op kosten van de gemeente volgt of heeft gevolgd, is verplicht de studieresultaten mee te delen aan de werkgever, door middel van het inleveren van een kopie aan p&o van het behaalde certificaat, diploma of bewijs van deelname.

Artikel 14 Administratieve afhandeling

  • 1.

    De medewerker is zelf verantwoordelijk voor inschrijving bij het opleidingsinstituut.

  • 2.

    Facturen voor studies die volledig worden vergoed, worden rechtstreeks door de gemeente betaald. Facturen voor studies die gedeeltelijk vergoed worden, kunnen in eerste instantie door de gemeente betaald worden. Met de medewerker wordt individueel afgestemd op welke wijze hij het gedeelte terugbetaald dat voor zijn rekening komt.

  • 3.

    Declaraties in verband met studie dienen binnen één maand na ontvangst te zijn ingediend.

Artikel 15 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

In die gevallen, waarin dit reglement niet of niet in redelijkheid voorziet, kunnen burgemeester en wethouders andere regelen stellen.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling studiefaciliteiten gemeente Veldhoven 2014 en treedt in werking met ingang van de dag na de publicatie van de regeling.