Regeling vervallen per 22-10-2019

Regeling personeelsbeoordeling Veldhoven 2014

Geldend van 04-06-2015 t/m 21-10-2019

Intitulé

Regeling personeelsbeoordeling Veldhoven 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    medewerker: de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR);

  • b.

    functie: het samenstel van taken en werkzaamheden waarmee de medewerker door of vanwege het bevoegd gezag gedurende het beoordelingstijdvak te belasten is;

  • c.

    eerste beoordelaar: de direct hiërarchisch leidinggevende van de medewerker;

  • d.

    tweede beoordelaar: de naasthogere hiërarchisch leidinggevende van de medewerker;

  • e.

    beoordelingsadviseur: de toegewezen adviseur-p&o van de afdeling Advies en Ondersteuning die de beoordelaars en de te beoordelen medewerkers adviseert inzake de interpretatie en de uitvoering van deze regeling;

  • f.

    informant: de functionaris die vanuit zijn functionele en/of operationele aansturende rol in relatie tot de te beoordelen medewerker de eerste beoordelaar informeert ten behoeve van de beoordeling;

  • g.

    beoordelingstijdvak: een tijdvak van ten hoogste twee jaar, direct voorafgaand aan het tijdstip van beoordeling, waarover de beoordelaars zich met betrekking tot de vervulling van de formatieplaats door de medewerker een oordeel vormen;

  • h.

    beoordelingsgesprek: het gesprek tussen de directe hiërarchische leidinggevende en de medewerker waarin genoemde leidinggevende zijn oordeel geeft over het functioneren van de medewerker gedurende het beoordelingstijdvak; beoordeeld wordt in welke mate de medewerker beantwoordt aan de eisen en relevante gezichtspunten ter vervulling van de functie;

  • i.

    beoordelingsformulier: formulier volgens een door burgemeester en wethouders vastgesteld model, waarvan gebruik wordt gemaakt bij de beoordeling;

  • j.

    jaargesprek: een jaarlijks terugkerend gesprek tussen de medewerker en de leidinggevende over het wederzijds functioneren.

Artikel 2 Beoordeling

De beoordeling van een medewerker betreft de wijze waarop deze zijn functie gedurende het beoordelingstijdvak feitelijk heeft uitgeoefend, zulks tegen de achtergrond van redelijkerwijze aan de vervulling van de functie te stellen eisen en de gemaakte afspraken in het kader van de jaargesprekken.

Artikel 3 Aanleiding tot een beoordeling

  • 1.

    Een beoordelingsgesprek vindt plaats, indien een beoordeling nodig is ter onderbouwing van een besluit met rechtspositionele consequenties; het beoordelingsgesprek kan worden georganiseerd in afwijking van de reguliere tijdsintervallen.

  • 2.

    Een medewerker of een afdelingshoofd kan, onder opgaaf van redenen, te allen tijde zelf een beoordeling initiëren.

Artikel 4 Informant / operationele taken rond de beoordeling

  • 1.

    De eerste beoordelaar kan gebruik maken van informanten om verdere informatie ten behoeve van de beoordeling van de medewerker te verkrijgen. Als informant kunnen alleen diegenen worden uitgenodigd die een operationele en/of functionele werkrelatie met de te beoordelen medewerker hebben.

  • 2.

    De eerste beoordelaar is bevoegd ter voorbereiding of afwikkeling van het beoordelingsgesprek operationele taken op te dragen aan de operationeel leidinggevende van het eigen cluster van de medewerker.

  • 3.

    Zowel de informant als de operationeel leidinggevende zijn gehouden aan het Protocol vertrouwelijkheid van handelen bij het beoordelingsgesprek en jaargesprek.

Artikel 5 Procedure

  • 1.

    De beoordeling wordt in concept opgemaakt door de eerste beoordelaar. Het concept wordt ter kennis gebracht van:

    • o

      de tweede beoordelaar

    • o

      de informant en

    • o

      de beoordelingsadviseur.

  • 2.

    De functionarissen, genoemd in het vorige lid, reageren inhoudelijk op de conceptbeoordeling. De eerste beoordelaar neemt de opmerkingen in overweging en stemt zijn visie zo nodig af met de betreffende functionarissen. De eerste beoordelaar is eindverantwoordelijk voor het concept dat aan de te beoordelen medewerker wordt uitgereikt.

  • 3.

    De eerste beoordelaar reikt de conceptbeoordeling eerst uit aan de te beoordelen medewerker na de heroverweging en afstemming, zoals bedoeld in het tweede lid.

  • 4.

    Het beoordelingsgesprek vindt plaats binnen twee weken na de uitreiking van de conceptbeoordeling.

  • 5.

    Bij het beoordelingsgesprek zijn aanwezig de eerste beoordelaar en de te beoordelen medewerker. De eerste beoordelaar voert de regie over het al dan niet bijwonen van het beoordelingsgesprek door de informant en/of de beoordelingsadviseur. Hij betrekt daarbij de opvatting daarover van de te beoordelen medewerker.

  • 6.

    De eerste beoordelaar is ervoor verantwoordelijk dat het beoordelingsformulier binnen één week na het beoordelingsgesprek definitief is opgemaakt. Daartoe zijn de beoordeelde medewerker, de informant en de beoordelingsadviseur in de gelegenheid gesteld de eigen opmerkingen op het formulier toe te voegen. De eerste beoordelaar ondertekent als eerste het definitief ingevulde beoordelingsformulier. Achtereenvolgens ondertekenen de informant, de beoordelingsadviseur en de beoordeelde medewerker het formulier voor gezien en de weergave van hun eigen opmerkingen voor akkoord.

Artikel 6 Ondertekening en vaststelling

  • 1.

    Het formulier zoals bedoeld in het zesde lid van het vorige artikel wordt ter ondertekening aan de tweede beoordelaar aangeboden. Met deze ondertekening wordt de beoordeling geacht te zijn vastgesteld. De beoordeling wordt vastgesteld binnen één week na ontvangst van het definitief ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier.

  • 2.

    Indien de tweede beoordelaar van mening is dat de beoordeling niet overeenkomstig de bepalingen van dit reglement tot stand is gekomen dan wel indien de tweede beoordelaar de juistheid van de beoordeling betwijfelt, bespreekt hij dit met de eerste beoordelaar, de informant en de beoordelingsadviseur. De tweede beoordelaar is bevoegd de beoordeling daarna overeenkomstig zijn bevindingen te wijzigen.

  • 3.

    Binnen twee weken na vaststelling van de beoordeling zendt de tweede beoordelaar, bij voorkeur via externe postverzending, een kopie van het beoordelingsformulier toe aan de beoordeelde medewerker.

  • 4.

    Indien de tweede beoordelaar in afwijking van toezending ervoor opteert om het vastgestelde beoordelingsformulier persoonlijk aan de beoordeelde medewerker uit te reiken, registreert hij accuraat dag en tijdstip van de uitreiking, zo mogelijk met zijn paraaf bevestigd door de beoordeelde medewerker.

  • 5.

    De tweede beoordelaar verstrekt eveneens een kopie van het vastgestelde beoordelingsformulier aan de eerste beoordelaar.

Artikel 7 Bezwaar en beroep

De beoordeelde medewerker kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht tegen de vastgestelde beoordeling bezwaar en beroep instellen.

Artikel 8 Bewaring / vernietiging beoordelingen

Het vastgestelde beoordelingsformulier met de originele ondertekeningen wordt opgelegd in het persoonsdossier overeenkomstig de geldende bewaartermijn.

Artikel 9 Slotbepalingen

In die gevallen, waarin dit reglement niet of niet in redelijkheid voorzien, kunnen burgemeester en wethouders andere regelen stellen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling Personeelsbeoordeling Veldhoven 2014 en treedt in werking met ingang van de dag na de publicatie van de regeling.