Regeling vervallen per 13-12-2016

Gemeenschappelijke regeling IJmond Werkt!

Geldend van 01-01-2014 t/m 12-12-2016

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling IJmond Werkt!

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen, ieder voor zover zij hiertoe voor de eigen gemeente bevoegd zijn;

  • • Overwegende dat de raden van de deelnemende gemeenten hebben besloten tot het vaststellen van een kadernota ‘Naar één organisatie voor werk’ op 5 juli 2012 en de colleges van de deelnemende gemeenten een daaruit voortgekomen businessplan IJmond Werkt! 2013-2016 op 9 april 2013 hebben vastgesteld;

  • • Overwegende dat, vooruitlopend op het van kracht worden van de Participatiewet, door wijziging van de GR een efficiëntere en effectievere uitvoering wordt beoogd van de Wsw, en de re-integratie op het gebied van de WWB, IOAW, IOAZ en Anw;

  • • Overwegende dat voor het uitvoeren van de daarbij horende taken er sprake moet zijn van een sterke focus op het bieden van optimale advisering en dienstverlening aan werkgevers;

  • • Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de afspraken gemaakt in het businessplan IJmond Werkt! 2013-2016, vastgesteld door de deelnemende gemeenten.

Besluiten de gemeenschappelijke regeling ‘de Meergroep’ van 2 maart 2010 als volgt te wijzigen:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    Ambtelijk medewerker:

  • een door of namens het bestuur van de gemeenschappelijke regeling in ambtelijke dienst aangestelde medewerker;

  • b)

    Awb:

  • Algemene wet bestuursrecht;

  • c)

    Colleges:

  • colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten;

  • d)

    Deelnemende gemeente:

  • de gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen;

  • e)

    Gedeputeerde staten:

  • de gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland;

  • f)

    Geïndiceerde:

  • ingezetene van één van de deelnemende gemeenten met Wsw-indicatie;

  • g)

    Nugger:

  • niet uitkeringsgerechtigde;

  • h)

    Raden:

  • de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten;

  • i)

    Regeling:

  • de onderhavige gemeenschappelijke regeling ‘IJmond Werkt!’;

  • j)

    Re-integratiedoelgroep:

  • personen die als zodanig zijn aangemerkt in het vigerende beleidskader en vallen onder de WWB, IOAW, IOAZ en Anw alsmede Niet- uitkeringsgerechtigden;

  • k)

    Samenwerkingsverband:

  • het openbaar lichaam ‘IJmond Werkt!’;

  • l)

    Uitvoeringsorganisatie:

  • de organisatie ‘IJmond Werkt!’;

  • m)

    Uitvoeringstaken Wsw:

  • alle feitelijke werkzaamheden en het nemen van besluiten ten aanzien van de plaatsing op de wachtlijst, in dienstverband of het beëindigen van een dienstverband van de geïndiceerden op grond van en krachtens de Wsw, inclusief bezwaar en beroep met uitzondering van het vaststellen van beleid en verordeningen;

  • n)

    Uitvoeringstaken re-integratie:

  • met betrekking tot deze taken wordt verwezen naar de gemeentelijke mandaatbesluiten waarin de taken nader zijn omschreven;

  • o)

    Wgr:

  • Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • p)

    Wsw:

  • Wet sociale werkvoorziening;

  • q)

    WWB:

  • Wet werk en bijstand;

  • r)

    IOAW:

  • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • s)

    IOAZ:

  • Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • t)

    Anw:

  • Algemene nabestaandenwet.

Artikel 2 Het openbaar lichaam

  • 1.

    Er is een samenwerkingsverband genaamd ‘IJmond Werkt’

  • 2.

    Het samenwerkingsverband is een openbaar lichaam. Het openbaar lichaam is rechtspersoon.

  • 3.

    Het openbaar lichaam is gevestigd in Beverwijk.

HOOFDSTUK 2 DOELSTELLING, BELANGEN EN TAKEN

Artikel 3 Doelstelling:

Het samenwerkingsverband heeft tot doel burgers, die behoren tot de re-integratiedoelgroep of die een beroep doen op de Wsw of op wetten als bedoeld in artikel 4 lid 2 en lid 3, op effectieve en efficiënte wijze te re-integreren waardoor zoveel mogelijk mensen in de IJmond naar vermogen werken en een economische bijdrage leveren.

Artikel 4 Belangen

  • 1.

    Het samenwerkingsverband behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de uitvoering van de Wsw en de re-integratietaak van de WWB, de IOAW, de IOAZ en de Anw.

  • 2.

    Het samenwerkingsverband kan, indien en voor zover daartoe wordt besloten door de colleges, ook belangen behartigen op het gebied van de uitvoering van wetgeving die op enig moment één of meerdere van de in lid 1 genoemde wetten vervangt waarbij dientengevolge de doelgroep kan wijzigen.

  • 3.

    Het samenwerkingsverband kan, indien en voor zover daartoe wordt besloten door de colleges, ook belangen behartigen op het gebied van de uitvoering van andere sociale zekerheidswetten dan de in lid 1 genoemde wetten.

Artikel 5 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Het samenwerkingsverband heeft de volgende taken:

    • a. zoveel mogelijk ingezetenen die Wsw-geïndiceerd zijn, arbeid te bieden, bij voorkeur onder normale omstandigheden, die aansluit bij hun capaciteiten en mogelijkheden.

    • b. zoveel mogelijk ingezetenen die behoren tot de re-integratiedoelgroep te begeleiden naar werk, bij voorkeur onder normale omstandigheden.

    • c. alle uit de WWB voortvloeiende uitvoeringstaken op het gebied van re-integratie te verrichten;

  • 2.

    Het samenwerkingsverband heeft de volgende bevoegdheden:

    • a. alle uit de Wsw voortvloeiende uitvoeringstaken zijn aan het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband gedelegeerd;

    • b. de uitvoeringstaken op het gebied van re-integratie in het kader van de WWB, de IOAW, de IOAZ en de Anw worden door het algemeen bestuur en de directeur in mandaat uitgevoerd; De colleges nemen hiertoe afzonderlijke mandaatbesluiten.

    • c. naast taken die voortvloeien uit de in artikel 4 lid 1 genoemde wetten kan het samenwerkingsverband, indien en voor zover daartoe unaniem door de colleges een mandaatbesluit is genomen, ook taken uitvoeren in het kader van de in artikel 4 lid 2 en 3 bedoelde wetgeving.

    • d. de taken worden uitgevoerd binnen de geldende beleidskaders en binnen de begroting.

Artikel 6 Uitvoering andere wetgeving

  • 1.

    Uitvoering van taken in het kader van de in artikel 4 lid 3 bedoelde wetgeving, kan zowel plaatsvinden voor de deelnemende gemeenten gezamenlijk als voor één of meer deelnemende gemeenten.

  • 2.

    Voor de uitvoering van taken voor één of meer deelnemende gemeenten als bedoeld in lid 1 kunnen betrokken gemeenten met het algemeen bestuur van IJmond Werkt! een afzonderlijke privaatrechtelijke overeenkomst sluiten.

  • 3.

    Het algemeen bestuur kan de bevoegdheid zoals genoemd in het tweede lid mandateren aan het dagelijks bestuur en/of de directeur van IJmond Werkt.

HOOFDSTUK 3 BESTUUR

Artikel 7 Bestuursorganen

Het samenwerkingsverband kent, onverminderd de mogelijkheid tot het instellen van bestuurscommissies, de volgende bestuursorganen:

  • a. Het algemeen bestuur

  • b. Het dagelijks bestuur

  • c. De voorzitter

HOOFDSTUK 4 ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 8 Samenstelling

  • 1.

    Het algemeen bestuur bestaat uit één lid per deelnemende gemeente door het college uit zijn midden aan te wijzen.

  • 2.

    De colleges wijzen uit hun midden voor elk lid een plaatsvervangend lid aan.

  • 3.

    Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op eigen verzoek of van rechtswege zodra het lid ophoudt lid van het college van de desbetreffende deelnemende gemeente te zijn.

  • 4.

    Een lid van het algemeen bestuur, dat tussentijds ontslag neemt, stelt de voorzitter van het algemeen bestuur, alsmede het college dat hem heeft aangewezen hiervan op de hoogte. Het ontslag gaat in zodra onherroepelijk in de opvolging is voorzien.

  • 5.

    Het college van iedere afzonderlijke deelnemende gemeente kan een aangewezen lid ontslag verlenen, als dit lid het vertrouwen van het college niet meer bezit. Tegen het ontslagbesluit kan geen bezwaar ingediend worden.

Artikel 9 Bevoegdheden

  • 1.

    Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het samenwerkingsverband.

  • 2.

    Aan het algemeen bestuur behoren alle taken en bevoegdheden die in deze regeling aan het samenwerkingsverband zijn opgedragen.

  • 3.

    Het algemeen bestuur kan aan het dagelijks bestuur bevoegdheden overdragen met uitzondering van de bevoegdheid tot het vaststellen van de begroting of van de jaarrekening, bedoeld in art. 34 Wgr.

Artikel 10 Vergaderorde

Op de vergaderingen van het algemeen bestuur zijn de artikelen 22 en 23 van de Wgr van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Besluitvorming

  • 1.

    Het algemeen bestuur besluit bij meerderheid van stemmen.

  • 2.

    Het gewicht van de stem, in een bepaald jaar, van een lid van het algemeen bestuur wordt bepaald door het inwoneraantal van de deelnemende gemeente gedeeld door het totale inwoneraantal van alle deelnemende gemeenten uitgedrukt in procenten met twee cijfers achter de komma waarbij vervolgens voor de gemeente Velsen een verhoging van het gewicht van de stem geldt van + 2%, voor de gemeente Heemskerk van + 1%, voor de gemeente Beverwijk van + 1% en een verlaging van het gewicht van de stem voor de gemeente Uitgeest geldt van -/- 4%.

  • 3.

    De in lid 2 beschreven inwonertallen zijn die zoals bekend gemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek: het bevolkingscijfer geldend op 1 januari van het voorgaande jaar.

  • 4.

    Unanimiteit is vereist bij besluiten die:

    • a. voorstellen die wijziging van de regeling inhouden betreffen;

    • b. de specificatie van de doelgroep betreffen;

    • c. het doel, de taken of de bevoegdheden van de organisatie wijzigen;

    • d. het besluit tot en de wijze van liquidatie betreffen;

    • e. het verdeelmodel wijzigen;

    • f. een wijziging in de registergoederen betreffen;

    • g. financiële risico’s met zich meebrengen die mogelijk de algemene reserve van het samenwerkingsverband overstijgen.

Artikel 12 Commissie van advies

Het algemeen bestuur kan commissies van advies instellen met inachtneming van artikel 24 Wgr.

Artikel 13 Bestuurscommissie

Het algemeen bestuur kan bestuurscommissies instellen met inachtneming van artikel 25 Wgr.

Artikel 14 Verantwoording

  • 1.

    Het algemeen bestuur verschaft de colleges gevraagd en ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door hem gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2.

    Het algemeen bestuur verschaft de colleges desgevraagd schriftelijk binnen vier weken de door een of meer collegeleden gevraagde inlichtingen.

Artikel 15 Advies en informatie

  • 1.

    Het algemeen bestuur is bevoegd ongevraagd aan één of meer colleges advies te geven of voorstellen te doen, die in verband met deze regeling nodig worden geacht.

  • 2.

    De desbetreffende colleges delen op zo kort mogelijke termijn aan het algemeen bestuur mede of een advies of voorstel aanleiding is geweest tot het treffen van maatregelen.

  • 3.

    Het algemeen bestuur belegt ten minste éénmaal per jaar een informatieve bijeenkomst voor de colleges.

HOOFDSTUK 5 DAGELIJKS BESTUUR

Artikel 16 Samenstelling

Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en de overige leden van het algemeen bestuur.

Artikel 17 Werkwijze

  • 1.

    Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of ten minste één lid van het dagelijks bestuur dit schriftelijk verzoekt.

  • 2.

    De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

  • 3.

    De stem van ieder lid van het dagelijks bestuur is gelijk aan de waarde van de stem van dat lid in het algemeen bestuur.

Artikel 18 Taken

Tot de taken van het dagelijks bestuur behoren:

  • a. de voorbereiding en uitvoering van de besluitvorming van het algemeen bestuur;

  • b. de coördinatie van eventueel op grond van artikel 12 of artikel 13 ingestelde commissies;

  • c. taken voortvloeiend uit eventueel op grond van het artikel 9 lid 3 door het algemeen bestuur aan het dagelijks bestuur overgedragen bevoegdheden.

HOOFDSTUK 6 VOORZITTER

Artikel 19 Voorzitter

  • 1.

    Het algemeen bestuur kiest uit zijn midden de voorzitter.

  • 2.

    Bij afwezigheid van de voorzitter wordt hij vervangen door een, door het algemeen bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid.

  • 3.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.

  • 4.

    De voorzitter is belast met het in samenspraak met de leden opstellen van de agenda.

  • 5.

    De voorzitter tekent de stukken die van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur uitgaan. De stukken worden mede ondertekend door de secretaris van het algemeen bestuur als genoemd in artikel 20 lid 4. De voorzitter kan de tekeningsbevoegdheid mandateren.

  • 6.

    De voorzitter vertegenwoordigt het samenwerkingsverband in en buiten rechte. Hij kan de vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen gemachtigde.

HOOFDSTUK 7 ORGANISATIE

Artikel 20 Directeur

  • 1.

    Aan het hoofd van de uitvoeringsorganisatie staat een directeur.

  • 2.

    De directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het algemeen bestuur.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt een instructie voor de directeur vast.

  • 4.

    De directeur ondersteunt en adviseert, als secretaris, het algemeen- en dagelijks bestuur in hun functioneren en woont daartoe de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur bij.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur kan in overleg met de directeur een lid van het managementteam van het samenwerkingsverband aanwijzen als vervanger van de directeur in tijden van diens afwezigheid.

  • 6.

    De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de uitvoeringsorganisatie.

  • 7.

    De directeur is verantwoording verschuldigd aan het dagelijks bestuur.

  • 8.

    Het dagelijks bestuur stelt regels vast voor het beoordelen van het functioneren van de directeur.

Artikel 21 Dienstbetrekking werknemers

  • 1.

    De gemeenschappelijke regeling kan personeel aanstellen.

  • 2.

    Wsw-werknemers zijn werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

  • 3.

    Ambtelijk medewerkers worden benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur kan deze bevoegdheden mandateren aan de directeur.

  • 4.

    Ondersteunend personeel kan via een aan de gemeenschappelijke regeling gelieerde bestuursvorm werkzaam zijn voor het samenwerkingsverband.

  • 5.

    Op ambtelijk medewerkers is de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling/Velsense Arbeidsvoorwaarden Regeling van toepassing.

Artikel 22 Sociaal Statuut

Het dagelijks bestuur stelt een sociaal statuut vast.

HOOFDSTUK 8 KLACHTEN

Artikel 23 Klachtenregeling

Het algemeen bestuur stelt met inachtneming van hoofdstuk 9, titel 9.1 en 9.2 Awb, een klachtenregeling vast.

HOOFDSTUK 9 FINANCIELE BEPALINGEN

Artikel 24 Algemeen

  • 1.

    Op het financieel beleid, het financieel beheer, de inrichting van de financiële organisatie en de controle daarop zijn de artikelen 212, 213 en 213a van de Gemeentewet en de wet Fido, van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt in dat kader de vereiste financiële regelingen en nadere regels vast.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zendt de concept financiële regelingen en nadere regels van het openbaar lichaam acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur worden aangeboden, toe aan de colleges.

  • 4.

    De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam hun zienswijze over de concept financiële regelingen en nadere regels naar voren brengen.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijzen zijn vervat bij deze concept financiële regelingen en nadere regels, zoals deze aan het algemeen bestuur worden aangeboden.

  • 6.

    Het algemeen bestuur zendt de vastgestelde financiële regelingen en nadere regels aan de colleges van de deelnemende gemeenten.

Artikel 25 Bijdragen deelnemende gemeenten

  • 1

    De uitvoering van Wsw-taken en de re-integratietaken in het kader van de WWB worden ten minste bekostigd uit de daarvoor door iedere deelnemende gemeente ontvangen rijksbijdrage.

  • 2

    De gemeenten dragen voorschotten voor de taakuitvoering en de organisatie van IJmond Werkt! aan het samenwerkingsverband over, analoog aan de termijnen van de Rijksbevoorschotting.

Artikel 26 Begrotingsprocedure

  • 1.

    Op de begrotingsprocedure zijn de artikelen 34 en 35 Wgr van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De deelnemende gemeenten kunnen voorafgaand aan het begrotingsjaar gezamenlijk een begrotingsrichtlijnen vaststellen die het samenwerkingsverband tot uitgangspunt nemen.

  • 3.

    In de begroting worden de prestatieafspraken opgenomen.

Artikel 27 Rekening en verantwoording

  • 1.

    Het dagelijks bestuur levert vóór 15 maart die voorlopige informatie over het afgelopen kalenderjaar aan die de deelnemende gemeenten in hun jaarrekening dienen op te nemen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpjaarrekening inclusief Sisa bijlage en het verslag over het afgelopen kalenderjaar vóór 15 april van het daaropvolgende jaar aan het algemeen bestuur en aan de colleges die de ontwerpjaarrekening vervolgens voorleggen aan de raden van de deelnemende gemeenten. De jaarrekening gaat vergezeld van een accountantsverklaring en een verslag van bevindingen, zoals bedoeld in artikel 213 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Bij de ontwerpjaarrekening is een specificatie gevoegd van de door elk van de deelnemende gemeenten verschuldigde bijdrage op basis van de in artikel 29 opgenomen verdeelsleutel.

  • 4.

    In de ontwerpjaarrekening en het verslag worden de geleverde prestaties vergeleken met de geraamde prestaties in de begroting van dat jaar. Afwijkingen tussen de geraamde en geleverde prestaties worden verklaard en toegelicht.

  • 5.

    De raden kunnen binnen twee maanden na toezending hun zienswijzen op de ontwerprekening kenbaar maken bij het algemeen bestuur.

  • 6.

    Vaststelling van de jaarrekening door het algemeen bestuur strekt het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrift of andere onregelmatigheden.

  • 7.

    Terstond na vaststelling zendt het dagelijks bestuur de jaarrekening en het jaarverslag ter kennisneming aan de colleges.

  • 8.

    Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.

Artikel 28 Tussenrapportage

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt driemaal per jaar een tussenrapportage vast met daarin informatie over het lopende begrotingsjaar.

  • 2.

    In deze rapportage wordt ingegaan op de beleidsmatige en financiële tussenstand.

  • 3.

    In de rapportage worden de geleverde prestaties vergeleken met de geraamde prestaties.

  • 4.

    In de rapportage wordt ingegaan op de overige zaken die van belang zijn om kennis te kunnen nemen van de stand van zaken.

  • 5.

    De vastgestelde rapportages worden door het dagelijks bestuur vóór 15 mei, 15 augustus en 15 november aan de colleges van deelnemende gemeenten gezonden.

Artikel 29 Verrekening via verdeelsleutel

  • 1.

    Verrekening van het financiële resultaat van het samenwerkingsverband met de deelnemende gemeenten vindt plaats op basis van een verdeelsleutel.

  • 2.

    De verdeelsleutel wordt bepaald conform artikel 11 lid 2 en 3.

  • 3.

    Verrekening van het financieel resultaat vindt plaats op basis van het vastgestelde jaarrekeningresultaat.

  • 4.

    De bijdrage wordt jaarlijks bepaald. Afrekening vindt plaats na het vaststellen van de jaarrekening en wel binnen vier weken nadien.

  • 5.

    De verdeelsleutel wordt tevens toegepast op het bepalen van de benodigde stortingen en onttrekkingen om het weerstandsvermogen, zoals verwoord in artikel 30 lid 1 en 2, op het benodigde peil te houden.

  • 6.

    De verdeelsleutel wordt niet toegepast op:

    • a. de bijdrage van de deelnemende gemeenten in de vorm van re-integratiebudget aan IJmond Werkt!;

    • b. de bijdrage in de vorm van het Wsw-budget;

    • c. de bijdragen van de deelnemende gemeenten aan IJmond Werkt! in de vorm van het leveren van activiteiten/omzet als klant.

Artikel 30 Weerstandsvermogen

  • 1.

    De omvang van het weerstandsvermogen is gelijk aan de omvang van de algemene reserve van het samenwerkingsverband.

  • 2.

    De algemene reserve van het samenwerkingsverband blijft beperkt tot een bedrag van € 500.000,-.

  • 3.

    De in lid 1 genoemde algemene reserve is bedoeld voor het afdekken van de dagelijkse operationele risico’s.

  • 4.

    Tekorten of overschotten ten aanzien van de algemene reserve IJmond Werkt! worden ieder jaar na vaststelling van de jaarrekening van het aan dat jaar voorafgaande jaar verrekend volgens de in artikel 29 opgenomen verdeelsleutel.

  • 5.

    Afromen van de algemene reserve vindt voor de eerste maal plaats zodra de gewijzigde gemeenschappelijke regeling is vastgesteld en na vaststelling van de jaarrekening 2013 waarbij dit jaarrekeningresultaat bij de afrekening wordt betrokken.

  • 6.

    Uitgangspunt voor het in lid 5 genoemde afromen is het saldo van de algemene reserve per 31 december 2012.

HOOFDSTUK 10 INFORMATIEVOORZIENING

Artikel 31 Informatievoorziening

  • 1.

    Onverlet hetgeen bepaald is in overige artikelen van deze gemeenschappelijke regeling ten aanzien van informatievoorziening geldt het in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Minimaal één week voor een vergadering van het dagelijks bestuur is er ambtelijk overleg over aangelegenheden die de bedrijfsvoering betreffen tussen de controller van IJmond Werkt! en de controllers van de deelnemende gemeenten.

    • a. De deelnemers aan het controllersoverleg kiezen uit hun midden een voorzitter.

    • b. De deelnemers aan het controllersoverleg kiezen uit hun midden een secretaris.

    • c. De controller van IJmond Werkt! is deelnemer aan het controllersoverleg.

    • d. De controller van IJmond Werkt! stelt in overleg met de voorzitter en de secretaris de agenda op of met één van beide genoemde functionarissen in het geval de controller is gekozen als voorzitter of secretaris. De agenda wordt, inclusief de agenda van het dagelijks bestuur en voorzien van de bijbehorende stukken, op een zodanig tijdstip aan de deelnemers gezonden dat deze tijdig voor het overleg in het bezit van de deelnemers zijn.

  • 3.

    Minimaal één week voor een vergadering van het dagelijks bestuur is er ambtelijk overleg over beleidsaangelegenheden tussen een beleidsmedewerker van IJmond Werkt! en de betrokken beleidsmedewerkers van de deelnemende gemeenten.

    • a. De deelnemers aan het beleidsmedewerkersoverleg kiezen uit hun midden een voorzitter.

    • b. De deelnemers aan het beleidsmedewerkersoverleg kiezen uit hun midden een secretaris.

    • c. De beleidsmedewerker van IJmond Werkt! is deelnemer aan het beleidsmedewerkersoverleg.

    • d. De beleidsmedewerker van IJmond Werkt! stelt in overleg met de voorzitter en de secretaris de agenda op of met één van beide genoemde functionarissen in het geval de beleidsmedewerker is gekozen als voorzitter of secretaris.

    • e. De agenda wordt, inclusief de agenda van het dagelijks bestuur en voorzien van de bijbehorende stukken, op een zodanig tijdstip aan de deelnemers gezonden dat deze tijdig voor het overleg in het bezit van de deelnemers zijn.

  • 4.

    De secretarissen van het controllers- en beleidsmedewerkersoverleg stellen in overleg met de secretaris van het algemeen bestuur respectievelijk het dagelijks bestuur vóór de start van het kalenderjaar een jaarplanning op waarin de vergaderdatums worden vastgelegd.

  • 5

    Bij het opstellen van deze jaarplanning is de agenda van het algemeen bestuur respectievelijk het dagelijks bestuur AB/DB leidend.

  • 6

    Het dagelijks bestuur stelt voor de uitvoering van de artikelen 26, 27 en 28 een planning op en informeert de deelnemende gemeenten voor de start van het kalender jaar over deze planning.

HOOFDSTUK 11 ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

Artikel 32 Archief

  • 1.

    Het dagelijks bestuur is belast met de zorg en toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van het samenwerkingsverband, overeenkomstig een door het algemeen bestuur, met inachtneming van artikel 40 van de Archiefwet 1995 vast te stellen regeling.

  • 2.

    De regeling wordt aan gedeputeerde staten meegedeeld.

  • 3.

    Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden wijst het algemeen bestuur een archiefbewaarplaats aan.

HOOFDSTUK 12 WIJZIGING, TOETREDING, UITTREDING, EN OPHEFFING

Artikel 33 Wijziging

  • 1.

    Voor wijziging van de regeling is een unaniem besluit van de colleges vereist.

  • 2.

    Zowel het algemeen bestuur als elk der deelnemende gemeenten is bevoegd tot het doen van voorstellen tot wijziging van de regeling.

  • 3.

    De colleges leggen het wijzigingsbesluit voor toestemming voor aan de gemeenteraden.

Artikel 34 Toetreding

  • 1.

    Andere gemeenten kunnen toetreden tot de regeling.

  • 2.

    Voor toetreding tot de regeling is de unanieme toestemming van de colleges van de deelnemende gemeenten vereist.

  • 3.

    Aan de toetreding kunnen deze colleges voorwaarden verbinden.

  • 4.

    Een collegebesluit wordt voor toestemming voorgelegd aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 35 Uittreding

  • 1.

    Een college van een deelnemende gemeenten kan uittreden door toezending van een daartoe strekkend besluit van het college aan het algemeen bestuur.

  • 2.

    Indien een college besluit dat de Wsw-taken en/of de re-integratietaken van de WWB, de IOAW, de IOAZ en de Anw niet meer door IJmond Werkt! worden uitgevoerd, wordt dit als een verzoek tot uittreding gezien.

  • 3.

    Gedurende drie jaren na de datum van toetreding tot de regeling is uittreding niet mogelijk.

  • 4.

    Een deelnemende gemeente dient het voornemen tot uittreding uiterlijk twaalf maanden voor de datum van uittreding, schriftelijk gemotiveerd mede te delen aan het algemeen bestuur.

  • 5.

    De uittreding vindt, behoudens door de colleges en raden geaccepteerde afwijking, plaats op 1 januari van het tweede jaar, volgend op dat waarin het besluit tot uittreding in werking is getreden.

  • 6.

    Indien een college van een deelnemende gemeente uittreedt, besluiten de colleges van de overige gemeenten over de voortzetting van de gemeenschappelijke regeling en de wijze waarop. Het besluit wordt voor toestemming voorgelegd aan de raden. Artikel 33 is van overeenkomstige toepassing.

  • 7.

    Het algemeen bestuur regelt de financiële en overige gevolgen van de uittreding. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de uittredende gemeente de kosten draagt die het rechtstreekse gevolg zijn van de uittreding en dat de overige deelnemende gemeenten geen financieel nadeel van de uittreding ondervinden.

Artikel 36 Opheffing en liquidatie

  • 1.

    De regeling kan worden opgeheven bij de daartoe strekkende besluiten van de colleges en toestemmingen van de raden.

  • 2.

    De opheffing gaat in op de in het opheffingsbesluit genoemde datum.

  • 3.

    Ingeval van opheffing van de regeling stelt het algemeen bestuur het liquidatieplan vast.

  • 4.

    De colleges besluiten tot liquidatie en stellen daarvoor de nodige regels vast. Hierbij kan van de bepalingen van deze gemeenschappelijke regeling worden afgeweken.

  • 5.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing.

  • 6.

    Het liquidatieplan bevat tevens een personeelsplan dat voor zoveel mogelijk voorziet in herplaatsing van het personeel en voorts in de financiële gevolgen voor het personeel.

  • 7.

    Het algemeen bestuur is belast met de liquidatie.

  • 8.

    De organen van het openbaar lichaam blijven, ook na het tijdstip van opheffing, in functie totdat de liquidatie is voltooid.

  • 9.

    Alle rechten en verplichtingen van de regeling die resteren na uitvoering van het liquidatieplan gaan bij vereffening over naar de deelnemende gemeenten, op basis van de verdeelsleutel als genoemd in artikel 29.

Artikel 37 Geschillenregeling

  • 1.

    Op de geschillenregeling is artikel 28 Wgr van toepassing.

  • 2.

    Alvorens ten aanzien van een geschil, als bedoeld in artikel 28 Wgr, de beslissing van Gedeputeerde Staten wordt ingeroepen, wordt de zaak voorgelegd aan een geschillencommissie.

  • 3.

    Het algemeen bestuur benoemt de commissie in overleg met de betrokken gemeenten.

  • 4.

    De geschillencommissie onderzoekt de mogelijkheden om partijen alsnog tot overeenstemming te laten komen en brengt advies uit aan partijen.

Artikel 38 Toezending aan gedeputeerde staten

  • 1.

    Het college van de gemeente Velsen draagt zorg voor de in artikel 26 Wgr, eerste lid, voorgeschreven toezending van de (gewijzigde) regeling aan gedeputeerde staten.

  • 2.

    Van alle besluiten die op grond van deze regeling worden toegezonden aan gedeputeerde staten, worden per gelijke post afschriften toegezonden aan de colleges.

Artikel 39 Publicatie

  • 1.

    De colleges publiceren de regeling in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 2.

    Elektronische bekendmaking vindt uitsluitend plaats in een van overheidswege aangewezen blad.

  • 3.

    Binnen een maand na vaststelling van de regeling dragen de colleges zorg voor de opname van de regeling in het register als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 4.

    Het bepaalde in het eerste tot en met het derde lid is ook van toepassing op besluiten tot toetreding en uittreding tot de regeling alsmede tot wijziging en opheffing van de regeling.

HOOFDSTUK 13 SLOTBEPALINGEN

Artikel 40 Duur van de regeling

De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Artikel 41 Verordeningen

De verordeningen die onder vigeur van de gemeenschappelijke regeling Sociaal werkvoorzieningsschap De Tunnel zijn vastgesteld door het algemeen bestuur vervallen van rechtswege wanneer de raden van de deelnemende gemeenten deze als eigen verordeningen opnieuw hebben vastgesteld en op de voorgeschreven wijze hebben bekendgemaakt.

Artikel 42 Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 43 Citeertitel

De regeling wordt aangehaald als gemeenschappelijke regeling ‘IJmond Werkt!’