Gemeenschappelijke regeling AIJZ (GR AIJZ) tweede wijziging (college regeling)

Geldend van 15-12-2016 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling AIJZ (GR AIJZ) tweede wijziging (college regeling)

GR AIJZ 2007 (college regeling)

De Colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zaanstad, de gemeente Velsen, de gemeente Beverwijk en de gemeente Heemskerk,

Gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

BESLUITEN:

Tot het treffen van de navolgende gemeenschappelijke regeling tot de instelling van een openbaar lichaam met rechtspersoonlijkheid dat de gemeenschappelijke belangen van de colleges behartigt met betrekking tot het beheer van de aandelen van de NV HVC

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende besluiten wordt verstaan onder:

  • a.

    het samenwerkingsgebied: het gezamenlijke grondgebied van de aan deze regeling deelnemende colleges van de gemeenten Zaanstad, Velsen, Heemskerk en Beverwijk;

  • b.

    het openbaar lichaam: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van de regeling;

  • c.

    deelnemers: de aan deze gemeenschappelijke regeling deelnemende colleges van de gemeenten Zaanstad, Velsen, Heemskerk en Beverwijk.;

  • d.

    gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland;

  • e.

    de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • f.

    verwerkingsinrichtingen: inrichtingen voor ontvangst, casu quo overslag, alsmede voor be- en verwerking van afvalstoffen; laatstbedoelde inrichtingen (te weten ten behoeve van be- en verwerking) voor zover deze in overeenstemming zijn met het Provinciaal Afvalstoffenplan, dan wel met het Provinciaal Milieubeleidsplan;

  • g.

    afvalstoffen: de afvalstoffen die vallen onder de werking van de Wet milieubeheer en die door of vanwege de colleges binnen hun samenwerkingsgebied worden ingezameld, dan wel aan dezen zijn afgegeven;

  • h.

    regeling: deze gemeenschappelijke regeling.

  • i.

    colleges: de colleges van de gemeenten Zaanstad, Velsen, Beverwijk en Heemskerk”.

Artikel 2 Openbaar lichaam

  • 1. Er is een openbaar lichaam, genaamd ‘Afvalschap IJmond-Zaanstreek’.

  • 2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon; het is gevestigd te Zaanstad.

  • 3. Het gebied waarvoor deze regeling geldt, omvat het samenwerkingsgebied van de deelnemers.

Artikel 3 Inrichting samenstelling en werkwijze van bestuur

Het bestuur van het afvalschap bestaat uit:

  • a.

    het algemeen bestuur;

  • b.

    het dagelijks bestuur;

  • c.

    de voorzitter.

Artikel 4 Algemeen bestuur

1.Het algemeen bestuur bestaat uit acht leden. Elk college wijst twee leden aan van het algemeen bestuur; deze leden wordt aangewezen uit de leden van het college. De colleges kunnen voor ieder lid tevens een plaatsvervangend lid, voor de colleges uit hun midden, aanwijzen, dat het lid bij verhindering of ontstentenis vervangt, Hetgeen in deze regeling is bepaald ten aanzien van een lid van het algemeen bestuur is van overeenkomstige toepassing op het plaatsvervangende lid.

Artikel 5 Dagelijks bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en drie leden van het algemeen bestuur, waarbij de leden door en uit het algemeen bestuur worden aangewezen.

  • 2. Bij het aanwijzen van de leden van het dagelijks bestuur, draagt het algemeen bestuur er zorg voor dat iedere college in het dagelijks bestuur is vertegenwoordigd. Het in deze regeling ten aanzien van leden van het dagelijks bestuur bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangers.

Artikel 6 Voorzitter

  • 1. Het algemeen bestuur wijst een van de leden die door het college van Zaanstad is aangewezen aan als voorzitter. Het algemeen bestuur regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 2. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

  • 3. De voorzitter is belast met de uitvoering van de besluiten van het dagelijks bestuur

  • 4. De voorzitter tekent de stukken die van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur uitgaan.

  • 5. De voorzitter vertegenwoordigt het Afvalschap in en buiten rechte. De vertegenwoordiging kan hij opdragen aan een door hem aan te wijzen gevolmachtigde.

Artikel 7 Zittingsperiode en beëindiging lidmaatschap

  • 1. De leden van het algemeen en dagelijks bestuur evenals de voorzitter worden aangewezen voor een periode gelijk aan de benoemingsperiode van het college dat hen heeft aangewezen.

  • 2. De colleges beslissen aan het begin van elke zittingsperiode van het college, uiterlijk in de vergadering volgend op die waarin de benoeming van wethouders plaatsvindt, over de aanwijzing.

  • 3. De leden van het algemeen en dagelijks bestuur treden af op de dag waarop de benoemingsperiode van het college dat het lid heeft aangewezen, eindigt.

  • 4. Het lidmaatschap van de leden die door de colleges van de gemeenten zijn aangewezen, eindigt tevens bij tussentijdse beëindiging van het wethouderschap of het burgemeesterschap.

  • 5. Een persoon waarvan het lidmaatschap als gevolg van het derde of vierde lid is geëindigd, kan opnieuw worden aangewezen.

  • 6. Het aanwijzen ter vervulling van plaatsen die door ontslag, overlijden of om andere reden openvallen, vindt plaats binnen één maand na dat openvallen.

  • 7. Het lid dat ter vervulling van een buiten de gewone tijd van aftreden opengevallen plaats tot lid van het algemeen en dagelijks bestuur is aangewezen, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

  • 8. De leden van het algemeen en dagelijks bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter en het college dat hen heeft aangewezen op de hoogte. Het ontslag is onherroepelijk. De leden van het algemeen en dagelijks bestuur die ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap, totdat onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.

Artikel 8 Orde

  • 1. Het algemeen bestuur vergadert ten minste twee maal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt, of wanneer tenminste één van de leden dit schriftelijk aan de voorzitter verzoekt, onder opgave van de te behandelen onderwerpen.

  • 2. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 3. Bij een vergadering van het algemeen bestuur worden de deuren gesloten, wanneer tenminste één lid daarom verzoekt, of de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 4. In een besloten vergadering van het algemeen bestuur kan niet worden beraadslaagd noch een besluit worden genomen betreffende:

    • a.

      de vaststelling van de begroting en de rekening;

    • b.

      het toetreden tot en het uittreden uit de regeling door colleges;

    • c.

      het treffen van een gemeenschappelijke regeling door het samenwerkingsverband, het wijzigen, het opheffen van een dergelijke regeling, alsmede het toetreden en het uittreden uit een dergelijke regeling.

  • 5. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of wanneer een lid hem dit schriftelijk verzoekt onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Indien een vergadering is gevraagd wordt zij binnen twee weken gehouden.

  • 6. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

  • 7. Het algemeen bestuur en dagelijks bestuur kunnen voor hun vergaderingen een reglement van orde vaststellen.

Artikel 9 Stemrecht en besluitvorming

  • 1. Het stemrecht is als volgt verdeeld:

    • a.

      Een lid van het algemeen of dagelijks bestuur dat is aangewezen door de gemeente Zaanstad heeft vier stemmen.

    • b.

      Een lid van het algemeen of dagelijks bestuur dat is aangewezen door de gemeente Velsen heeft twee stemmen.

    • c.

      Een lid van het algemeen of dagelijks bestuur dat is aangewezen door de gemeente Beverwijk heeft één stem.

    • d.

      Een lid van het algemeen of dagelijks bestuur dat is aangewezen door de gemeente Heemskerk heeft één stem.

  • 2. In de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur kan slechts worden besloten indien meer dan de helft van de zitting hebbende leden vertegenwoordigd zijn.

  • 3. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige en gemachtigde leden

  • 4. Een stemming is alleen geldig, indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.

  • 5. Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht, voor zover de regeling niet anders regelt.

  • 6. Bij staking van stemmen wordt een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering.

  • 7. Indien de stemmen staken in een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.

Artikel 9A Inlichtingen

  • 1. Het algemeen bestuur geeft aan de raden en de colleges van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle inlichtingen die nodig zijn voor een juiste beoordeling van het door het algemeen bestuur gevoerde en te voeren beleid.

  • 2. Het algemeen bestuur verstrekt aan de raden en de colleges van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen die door één of meer leden van die raden of colleges worden verlangd.

  • 3. Een lid van het algemeen bestuur geeft aan het college dat hem heeft aangewezen en de raad van die gemeente, op de in die gemeente gebruikelijke wijze alle inlichtingen die door het college, de raad of een of meer leden daarvan, worden verlangd.

Artikel 9B. Verantwoording

  • 1. Een lid van het algemeen bestuur kan door het college dat het lid heeft aangewezen, door de desbetreffende raad of door een of meer leden van die raad op de in die gemeente gebruikelijke wijze ter verantwoording worden geroepen voor de wijze waarop dat lid de desbetreffende gemeente in het algemeen bestuur heeft vertegenwoordigd.

  • 2. Het college dat een lid van het algemeen bestuur heeft aangewezen, heeft de bevoegdheid het door hem aangewezen lid te ontslaan, indien dat lid het vertrouwen van het college niet meer bezit.

  • 3. Omtrent de wijze waarop de in lid 1 en 2 van dit artikel genoemde verplichtingen dienen te worden geëffectueerd, kunnen door de afzonderlijke colleges nadere regels worden gesteld

Artikel 10 Belang

Het Afvalschap IJmond-Zaanstreek heeft tot doel de gemeenschappelijke belangen van de colleges te behartigen met betrekking tot het beheer van de aandelen van de N.V. HVC en alles wat daartoe dienstbaar is en een doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord beheer van afvalstoffen en het ontwikkelen van beleid en uitvoering op het terrein van preventie en hergebruik.

Artikel 11 Taken en bevoegdheden

  • 1. Ter verwezenlijking van de in artikel 10 genoemde belang komen aan het Afvalschap IJmond-Zaanstreek de volgende taken en bevoegdheden toe:

    • a.

      het doen zorgdragen voor de be- en verwerking van de afvalstoffen, die op voet van het bepaalde in het derde lid van dit artikel, aan het Afvalschap IJmond-Zaanstreek worden aangeboden;

    • b.

      het verwerven, beheren en vervreemden van aandelen in het kapitaal van de N.V. HVC, het partij zijn bij overeenkomsten tussen aandeelhouders van HVC, waaronder mede begrepen het toetreden tot en partij zijn bij de ‘Ballotage Overeenkomst’ (gedateerd oktober 2002) en het garant staan voor de verplichtingen van HVC krachtens door HVC gesloten overeenkomsten van geldlening, conform het bepaalde in artikel 9 van de Ballotage Overeenkomst;

    • c.

      het deelnemen in en het financieren van, het samenwerken met, het verlenen van adviezen en andere diensten aan rechtspersonen of andere ondernemingen, zulks in het kader van de afvalstoffenverwijdering;

    • d.

      de bevordering van gemeenschappelijke standpuntbepaling van de colleges op het gebied van afvalstoffenbeheer, zoals inzameling, overslag, transport en verwerking, alsmede op het gebied van preventie en hergebruik, daaronder begrepen het daadwerkelijk initiëren en coördineren van activiteiten ter zake, één en ander met inachtneming van artikel 10.1 van de Wet milieubeheer;

    • e.

      bevorderen dat gebruik wordt gemaakt van diensten en kennis en dat uitwisseling van gegevens en uitvoering van activiteiten plaats heeft;

    • f.

      het vaststellen van een logistiek plan, op basis waarvan in ieder geval worden geregeld: de wijze van overdracht door de gemeenten van de afvalstoffen aan alsmede de wijze van transport naar de verwerkingsinrichtingen.

  • 2. Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam komt bovendien, indien de bevoegde organen van de gemeenten in de toekomst daartoe een eensluidend besluit vaststellen, andere bevoegdheden toe in het kader van het afvalstoffenbeleid.

  • 3. Elk van de colleges verbindt zich de afvalstoffen ter be- en/of verwerking aan het openbaar lichaam in eigendom over te dragen.

  • 4. Met het rechtstreeks aanbieden van brandbaar afval en GFT aan de HVC wordt de college geacht aan zijn verplichting te hebben voldaan.

  • 5. Naast de uitoefening van bevoegdheid op grond van het elders in deze regeling bepaalde is het dagelijks bestuur bevoegd tot aangaan en garanderen van geldleningen.

Artikel 12 Strekking overdracht bevoegdheden

Voor zover hiervan in deze regeling niet is afgeweken, komt aan het algemeen bestuur van het Afvalschap ter uitvoering van de in artikel 11 genoemde taken de bevoegdheden toe, die aan de colleges behoren.

Artikel 13 Algemeen bestuur

Het algemeen bestuur is belast met en bevoegd tot:

  • a.

    het doen van voorstellen aan de colleges omtrent toetreding tot, uittreding uit, wijziging van of opheffing van de regeling;

  • b.

    het instellen van commissies van advies en commissies met het oog op de behartiging van bepaalde belangen.

  • c.

    het besluiten tot oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen waarbij geldt dat hiertoe slechts wordt besloten indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat raden in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen. Het besluit wordt genomen bij unanimiteit.

  • d.

    Overige bevoegdheden die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen.

Artikel 14 Dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd:

  • a.

    Tot het voeren van het dagelijks bestuur van het Afvalschap

  • b.

    Beslissingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en uit te voeren

  • c.

    Regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van het Afvalschap;

  • d.

    Ambtenaren te benoemen en ontslaan;

  • e.

    Te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen waarbij geldt dat het algemeen bestuur bevoegd is te besluiten tot het oprichten van en deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties, en onderlinge waarborgmaatschappijen.

  • f.

    Te besluiten namens het Afvalschap, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;

  • g.

    Het dagelijks bestuur consulteert het algemeen bestuur en indien nodig de colleges en raden van de deelnemende gemeenten voordat een besluit wordt genomen over het beheer, werven of verkopen van aandelen en of over de garantstelling zoals bedoeld in artikel 11 onder b van deze regeling. .

  • h.

    Tot het nemen van alle conservatoire maatregelen zowel in als buite rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring van recht of bezit;

Artikel 15 Voorzitter

  • 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur.

  • 2. De voorzitter bepaalt de plaats, de dag en het aanvangsuur van de vergaderingen.

  • 3. Hij tekent de stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan.

  • 4. Op de voorzitter is artikel 26 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 5. De voorzitter vertegenwoordigt het afvalschap in en buiten rechte.

Artikel 16 De secretaris

  • 1. Het openbaar lichaam heeft een secretaris.

  • 2. De secretaris wordt door het dagelijks bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het dagelijks bestuur stelt voor de secretaris een instructie vast.

  • 4. De secretaris wordt vervangen op een door het dagelijks bestuur te bepalen wijze.

Artikel 17 Taken secretaris

  • 1. De secretaris staat het algemeen en dagelijks bestuur, de voorzitter en de commissies in alles wat hen is opgedragen ter zijde.

  • 2. Alle stukken die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan, worden door de secretaris meeondertekend.

  • 3. De secretaris is in de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur aanwezig.

Artikel 18 Medewerkers

Vervallen

Artikel 19 Financien algemeen.

  • 1. Het algemeen bestuur stelt met inachtneming van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording regels vast over het financieel beheer, de inrichting van de begroting, de rekening en de boekhouding en controle.

  • 2. Het dienstjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

  • 3. Met betrekking tot het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie van het openbaar lichaam, alsmede de controle met betrekking tot de laatste twee onderwerpen zijn de artikelen 212 en 213 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing

Artikel 20 begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks een ontwerpbegroting op en zendt deze voor 15 april toe aan de raden van de deelnemende gemeenten om hen in de gelegenheid te stellen om zienswijzen naar voren te brengen.

  • 2. De raden van de gemeenten kunnen bij het dagelijks bestuur voor 1 juli hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen.

  • 3. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze is opgenomen, bij de ontwerpbegroting, en biedt deze vervolgens aan het algemeen bestuur aan.

  • 4. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast uiterlijk op 15 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting dient.

  • 5. Na vaststelling zendt het algemeen bestuur de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake bij gedeputeerde staten eventueel hun zienswijze naar voren kunnen brengen.

  • 6. Wanneer de (ontwerp) begroting ongewijzigd wordt vastgesteld, hoeft de begroting niet opnieuw naar de raden te worden toegezonden.

  • 7. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval vóór 1 augustus, toe ter kennisgeving aan gedeputeerde staten.

  • 8. Op het wijzigen van de begroting zijn de leden 2 tot en met 7 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, tenzij het technische begrotingswijzigingen betreft die niet zorgen voor een verhoging van de bijdragen van de deelnemers. Voor laatstgenoemde begrotingswijzigingen is het algemeen bestuur bevoegd deze vast te stellen zonder daarvoor een zienswijze van de deelnemers te verzoeken.

Artikel 21 Rekening

  • 1. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening en het jaarverslag uiterlijk 1 juli definitief vast in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks de concept jaarrekening vast en zendt deze voor 15 april aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 3. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling door het algemeen bestuur, maar in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan gedeputeerde staten.

Artikel 22 Financiering

Voor nakoming van aangegane geldleningen en in rekening-courant opgenomen gelden, staan de gemeenten garant voor zover ter zake door andere overheidsorganen geen garantie is verstrekt. De gemeenten nemen aan de garantie deel in verhouding van het aandelenbezit.

Artikel 23 Verantwoording baten en lasten

Van de baten en lasten van het samenwerkingsverband wordt door het dagelijks bestuur over elk dienstjaar verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur onder overlegging van de rekening met de daarbij behorende bescheiden.

Artikel 24 Controle

  • 1. Het algemeen bestuur stelt regels vast over de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding. Deze controle wordt opgedragen aan een ingevolge die regels aan te wijzen deskundige.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan het bestuur het geldelijke beheer en de boekhouding te allen tijde aan een onderzoek onderwerpen.

  • 3. Van de controle wordt door de deskundige een verslag opgemaakt. Het verslag wordt door de functionaris die belast is met het geldelijke beheer meeondertekend. Hij is bevoegd aan zijn ondertekening een verklaring toe te voegen, die in afschrift wordt meegedeeld aan de deskundige.

  • 4. Het bestuur zendt binnen veertien dagen na de ontvangst van het controleverslag een exemplaar aan gedeputeerde staten.

Artikel 25 Lasten openbaar lichaam

  • 1. De lasten van het openbaar lichaam bestaan uit:

    • a.

      kosten voor de be- en verwerking van afvalstoffen, zoals bepaald in artikel 11, eerste lid onder a;

    • b.

      bestuurskosten.

  • 2. De in het eerste lid onder a bedoelde kosten worden verrekend op basis van de door de colleges aangeboden hoeveelheden afvalstoffen. De in het eerste lid onder b bedoelde kosten worden verrekend volgens het aandelenbezit bij de gemeenschappelijke regeling in de verdeling van Zaanstad : Velsen : Beverwijk : Heemskerk = 50% : 25% : 12,5% : 12,5%.

  • 3. Iedere college draagt er zorg voor dat maandelijks, op de eerste van een kalendermaand, een twaalfde gedeelte van de volgens de begroting over enig dienstjaar voor haar geraamde bijdrage als voorschot door het openbaar lichaam is ontvangen.

  • 4. Het vaststellen van de door elke college verschuldigde jaarlijkse bijdrage geschiedt binnen één maand na de vaststelling van de rekening van baten en lasten door het algemeen bestuur.

  • 5. Het dagelijks bestuur doet, onder gelijktijdige toezending van een exemplaar van de rekening van baten en lasten, van het vaststellen van de bijdrage mededeling aan de gemeenteraden.

  • 6. Indien niet binnen twee maanden wordt betaald zal het dagelijks bestuur de betreffende college met ingang van de derde maand een rentevergoeding op basis van wettelijke rente in rekening brengen.

Artikel 26 Garantstelling voor overeenkomsten van geldlening HVC

  • 1. Het openbaar lichaam staat garant voor de verplichtingen van HVC krachtens door HVC aangegane overeenkomsten van geldlening, een en ander conform het bepaalde in artikel 9 van de Ballotage Overeenkomst en onverminderd de bijdrageplicht van de overige aandeelhouders van HVC op basis van artikel 11 van de Ballotage Overeenkomst.

  • 2. De gemeenten staan gezamenlijk garant voor de richtige betaling van door HVC aangegane overeenkomsten van geldlening voor zover die door het openbaar lichaam worden gegarandeerd. De bijdrageplicht van iedere deelnemer wordt bepaald op de wijze als beschreven in het tweede lid (tweede volzin) van artikel 25.

  • 3. Derden kunnen jegens het openbaar lichaam en jegens de deelnemers een beroep doen op het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel 26.

  • 4. De garantstellingprovisie en of het dividend wordt door HVC aan het Afvalschap IJmond-Zaanstreek uitgekeerd.

  • 5. Op verzoek van een van de colleges zal HVC de garantstellingprovisie en of het dividend direct aan het college uitkeren, volgens de verdeling van het aandelenbezit zoals is opgenomen in artikel 25, tweede lid (tweede volzin).

Artikel 27 Toetreding.

  • 1. Toetreding tot de regeling kan geschieden bij een daartoe strekkend gezamenlijk besluit van colleges alsmede de toe te treden bestuursorganen en met de benodigde toestemming van de raden. Aan de toetreding kunnen door de colleges bepaalde voorwaarden worden verbonden.

  • 2. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding.

  • 3. De toetreding gaat in onmiddellijk nadat de voor de toetreding noodzakelijke wijziging van de regeling in werking is getreden of zoveel later als is besloten in het besluit als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 28 Uittreding

  • 1. Uittreding uit de regeling kan geschieden door een daartoe strekkend besluit van het college en de benodigde toestemming van de raad.

  • 2. Het algemeen bestuur regelt de financiële gevolgen van de uittreding en stelt hiervoor een plan op.

  • 3. De uittreding gaat in op de eerste dag van het jaar volgend op dat waarin de bekendmaking van de uittreding is gepubliceerd of een ander tijdstip voor zover dit overeen is gekomen.

Artikel 29 Wijziging

1.deze regeling kan worden gewijzigd bij unaniem genomen besluiten van de colleges en met toestemming van de raden.

Artikel 30 Opheffing

  • 1. Deze regeling kan worden opgeheven bij unaniem besluit van de colleges en met toestemming van de raden. In geval van beëindiging stelt het algemeen bestuur een liquidatieplan op dat voorziet in de verplichting van de colleges om alle rechten en plichten van het openbaar lichaam over de colleges te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.

  • 2. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor de secretaris en eventuele andere medewerkers.

Artikel 31 Intrekken oude regeling

De gemeenschappelijke regeling Afvalschap in werking getreden op 1 maart 1995 in te trekken

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking na plaatsing in de Staatscourant. Het gemeentebestuur van Zaanstad verzorgt de publicatie en zendt de regeling daarna aan gedeputeerde staten van de provincie.

Artikel 33 Duur van de regeling

  • 1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2. Het college van de gemeente Zaanstad zendt de regeling aan gedeputeerde staten

Artikel 34 Citeertitel

De regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond-Zaanstreek 2007

Aldus vastgesteld door de colleges van de gemeenten Zaanstad, Velsen, Heemskerk en Beverwijk in hun vergaderingen van maart 2007 en november 2016