Subsidieregels maatschappelijke ontwikkeling en natuureducatie

Geldend van 04-07-2013 t/m 14-07-2016

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 3 lid 4 van de Algemene subsidieverordening Venlo 2010 (ASV):

besluiten:

vast te stellen de Subsidieregels maatschappelijke ontwikkeling en natuureducatie inhoudende:

  • 1.

    Subsidieregel Jeugdactiviteiten

  • 2.

    Subsidieregel Activiteiten voor mensen met een beperking

  • 3.

    Subsidieregel Informele zorg

  • 4.

    Subsidieregel Wijkoverleggen en dorpsraden

  • 5.

    Subsidieregel Allochtone zelforganisaties

  • 6.

    Subsidieregel Geloofsgemeenschappen

  • 7.

    Subsidieregel Eenmalige activiteiten maatschappelijke ontwikkeling

  • 8.

    Subsidieregel Jubilea

  • 9.

    Subsidieregel Natuureducatie

De bijlage: Subsidiabele kosten

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Het collegebesluit wordt aangehaald als Subsidieregels maatschappelijke ontwikkeling en natuureducatie.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,

Burgemeester en wethouders van Venlo,

de secretaris, de burgemeester

Subsidieregel Jeugdactiviteiten

Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).

1. Beleidsinhoud

Zoals vermeld in het voormalige beleidsprogramma Achilles (geïntegreerd in het programma ‘Stad van actieve mensen’), moet ieder kind de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen naar volwassenheid, op eigen niveau en in eigen tempo. Daarom geldt als doel het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid bij de jeugd (0-23 jaar). Het verlagen van drempels voor deelname aan activiteiten en daarmee het vergroten van kansen vormt een rode draad. Om die reden ondersteunt Venlo jeugd- en jongerenorganisaties.

In de Visie Kind- en jongerenwerk (januari 2007) is dit aangescherpt. De gemeente stimuleert een breed en gevarieerd aanbod van sociaal-culturele activiteiten voor de jeugd. Dit stelt hen in staat om een zinvolle invulling te geven aan de vrije tijd, actiever te worden en talenten te ontwikkelen.

2. Wat wordt met de subsidie beoogd?

Met de subsidie worden verenigingen en stichtingen gefaciliteerd voor de activiteiten, gericht op ontspanning en ontplooiing van de jeugd. Venlo kent op dit gebied een rijke traditie die via het subsidiebeleid wordt gewaardeerd en ondersteund.

3. Subsidievoorwaarden

  • a.

    De vereniging of stichting organiseert structureel activiteiten voor de jeugd (tot 23 jaar), die door vrijwilligers worden uitgevoerd. Daarnaast valt ook een speeltuinstichting onder deze subsidieregel.

  • b.

    Ouders worden actief betrokken bij het werk van de vereniging/stichting.

  • c.

    De vereniging/stichting beschikt over een protocol ten aanzien van veiligheid en voorkomen kindermisbruik en ongewenst gedrag.

  • d.

    Bij de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe verstrekt formulier.

4. Subsidiemethode

  • a.

    Een basisbedrag van € 1.000,-- voor de algemene bestuurs- en organisatiekosten. Als de subsidie op basis van de artikelen 4b en 4c minder bedraagt dan € 5.000,--, dan geldt een basisbedrag van € 500,--.

  • b.

    Een bijdrage van 45% in de huisvestingskosten voor zover deze in relatie staan tot het jeugd- en jongerenwerk tot 23 jaar. Voor organisaties die beschikken over een eigen accommodatie geldt een percentage van 55%.

  • c.

    Een bijdrage van 40% in de activiteitenkosten en kosten vrijwilligersbeleid. d. Voor speeltuinstichtingen geldt een all-in vast bedrag dat wordt vastgesteld op basis van de ingediende begroting.

  • e.

    De subsidie kan, conform de in de ASV daarop van toepassing zijnde bepalingen, voor een periode van vier jaar worden verleend. Artikel 6 van deze subsdieregel is daarbij onverminderd van toepassing. 

5. Soort subsidie

Structureel subsidie (hoofdstuk 2 van de ASV).

6. Subsidieplafond

a. Voor subsidies op basis van deze subsidieregel stelt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks een subsidieplafond vast (art. 3 lid 2 ASV). Het subsidieplafond wordt voor aanvang van elk subsidiejaar bekendgemaakt.

b. Het beschikbare subsidieplafond wordt, na aftrek van de subsidie voor de jeugdorganisaties uit gebieden waarin basisscholen zijn gevestigd met > 25% leerlingen met een leerlingengewicht >1, naar evenredigheid verdeeld.

7. Overgangsregeling

(Vervallen)

8. Intrekking oude regeling

(Vervallen)

9. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking en wordt aangehaald asl "Subsidieregel Jeugdactiviteiten". 

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 25 juni 2013,

De secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Percentages subsidiabel

Als op basis van ingediende subsidieverzoeken de subsidies zijn herberekend, is het niet uitgesloten dat de in artikel 4 vermelde percentages nog worden gecorrigeerd, zodanig dat het beschikbare budget ook daadwerkelijk wordt verdeeld.

Eigen accommodatie

Een aantal verenigingen/stichtingen beschikt over een eigen gebouw, met alle lusten en lasten die daaraan verbonden zijn. De kosten hiervan zijn niet eenvoudig te beïnvloeden en bewegen niet mee bij een fluctuatie van activiteiten. De kosten zijn over het algemeen hoger dan de kosten van huur bij derden. Het subsidiepercentage is hierop aangepast. Onder deze categorie vallen ook de verenigingen die om juridische redenen het gebouw in handen hebben gesteld van een gelieerde rechtspersoon, zoals bij enkele scoutingverenigingen.

Meerjarig subsidie

De meeste jeugdorganisaties hebben bewezen met grote continuïteit hun activiteiten uit te voeren. Het is dan verantwoord om de subsidieverlening te richten op een periode van vier jaar. Op deze manier weet men voor langere tijd waarop men kan rekenen. Voorts bespaart het administratieve lasten voor zowel de organisatie als de gemeente. De 20% afwijking die wordt genoemd kan tot uitdrukking komen in het aantal leden/deelnemers en/of de omvang van het activiteitenpakket. We leggen hier een meldingsplicht bij de organisatie.

Overgangsregeling

De nieuwe subsidieregel die vanaf 1 januari 2012 van kracht is, kan positieve of negatieve effecten hebben omdat de criteria zijn vernieuwd en geüniformeerd. De overgangsregel is bedoeld om dat effect te temperen. In de meerjarenbeschikking wordt hiermee rekening gehouden. Artikel 7 houdt in dat bij een fors verschil van de subsidie 2012 t.o.v. 2011, dat verschil in jaarlijkse stappen van 10% wordt overbrugd totdat het nieuwe niveau is bereikt.

De duur van de overgangsregeling varieert dus met de hoogte van het te overbruggen verschil.

Kindervakantiewerk

Het kindervakantiewerk in Venlo wordt momenteel geregeld via de stichting Wel.kom. In 2012 kan dat worden voortgezet, maar we geven de stichting de opdracht om in dat jaar hun activiteit aan de vrijwilligersorganisatie(s) over te dragen. Vanaf 2013 kunnen deze dan zelfstandig een beroep doen op de onderhavige subsidieregel.

Subsidiabele kosten

In de bijlage is vermeld wat hieronder wordt verstaan. Bij de beoordeling wat subsidiabel is zal naar het verleden worden gekeken. De begroting die wordt voorgelegd moet een geloofwaardige raming zijn van de uitgaven en inkomsten.

Subsidieregel Activiteiten voor mensen met een beperking

Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).

1. Beleidsinhoud

Het programma ‘Stad van actieve mensen’ is gericht op het meedoen aan de samenleving in brede zin. Ook in het beleidsplan Wmo 2008-2011 en in de Agenda22 is dit duidelijk verwoord. Het gemeentelijk beleid is bedoeld voor alle inwoners, welke achtergrond men ook heeft, of met welke beperkingen men eventueel te maken heeft.

Dit noemen we ‘inclusief beleid’. Dit neemt niet weg dat voor bepaalde groepen inwoners aanvullend specifiek beleid nodig is, bijvoorbeeld als door beperkingen de mogelijkheden tot participatie minder zijn of als het risico bestaat van sociaal isolement.

Dus algemeen waar kan en specifiek waar moet. Als het gaat om sociale participatie en activering komen we daar met deze beleidsregel aan tegemoet. Dit laat onverlet dat mensen met een beperking in principe ook moeten kunnen deelnemen aan algemene activiteiten en voorzieningen.

2. Wat wordt met de subsidie beoogd?

Voor ogen staat het bevorderen van de sociale en maatschappelijke participatie van mensen met een beperking. Op dit gebied zijn uiteenlopende organisaties actief. We brengen ze hier samen in één subsidieregel. Dit betekent dat de bepaling van de subsidie op maat zal plaats vinden.

Patiëntenverenigingen (lotgenotencontacten) vallen niet onder deze subsidieregel.

3. Subsidievoorwaarden

  • a.

    Het betreft een vrijwilligersorganisatie die volledig is gericht op activiteiten voor mensen met een beperking dan wel actief is om respect voor en deelname van mensen met beperkingen te bevorderen.

  • b.

    Aangetoond wordt dat voor de doelgroep geen alternatief bestaat binnen algemene voorzieningen in Venlo.

  • c.

    Deelnemers worden actief betrokken bij de organisatie en de activiteiten.

  • d.

    Waar mogelijk wordt aansluiting gezocht bij een Huis van de wijk.

  • e.

    Bij de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe verstrekt formulier.

4. Subsidiemethode

Organisaties met structurele activiteiten:

  • a.

    Een basisbedrag van € 500,-- voor algemene bestuurs- en organisatiekosten.

  • b.

    Een bijdrage in de kosten van activiteiten, huisvesting en vrijwilligers. Deze bijdrage wordt bepaald aan de hand van de ingediende begroting, waarbij tevens wordt gelet op het resultaat van voorgaande jaren.

  • c.

    De subsidie wordt voor een periode van vier jaar vastgesteld. Bij 20% toe- of afname van het activiteitenniveau zal de subsidie voor de resterende periode opnieuw worden vastgesteld.

  • Organisaties

    met een enkele kernactiviteit per jaar:

  • d.

    Op basis van een beoordeling van de begroting en het programma wordt hiervoor een vast bedrag bepaald.

  • e.

    De subsidie wordt voor een periode van vier jaar toegekend, onder de voorwaarde dat de activiteit daadwerkelijk dient plaats te vinden.

5. Soort subsidie

Structureel subsidie (hoofdstuk 2 van de ASV).

6. Subsidieplafond

Als na beoordeling van de subsidieaanvragen blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.

7. Inwerkingtreding en citeertitel

De regeling treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt aangehaald als “Subsidieregel Activiteiten voor mensen met een beperking”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,

De secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Tot nog toe bestond voor deze organisaties geen subsidieregel. Subsidieaanvragen werden ad hoc behandeld, vaak op historische basis. Op basis van de nieuwe regel worden subsidies op maat berekend. Gelet op de beperkte omvang van de subsidies in het verleden is het vaste bedrag voor algemene bestuurs- en organisatiekosten bepaald op € 500,--.

Mensen met een beperking

Voor de betekenis hiervan verwijzen we naar de WMO (wet maatschappelijke ondersteuning).

Meerjarig subsidie

De meeste organisaties hebben bewezen met grote continuïteit hun activiteiten uit te voeren.

Het is dan verantwoord om de subsidieverlening te richten op een periode van vier jaar. Op deze manier weet men voor langere tijd waarop men kan rekenen. Voorts bespaart het administratieve lasten voor zowel de organisatie als de gemeente. We leggen hier een meldingsplicht bij de organisatie.

Subsidiabele kosten

In de bijlage is vermeld wat hieronder wordt verstaan. Bij de beoordeling wat subsidiabel is zal zo mogelijk ook naar het verleden worden gekeken. De begroting die wordt voorgelegd moet een geloofwaardige raming zijn van de uitgaven en inkomsten.

Subsidieregel Informele zorg

Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).

1. Beleidsinhoud

Volgens het programma ‘Stad van actieve mensen’ en het beleidsplan Wmo is het gemeentelijk beleid gericht op het meedoen aan de samenleving. Voor een aantal mensen is dit alleen mogelijk als voldoende zorg en ondersteuning wordt geboden. Er bestaan uiteenlopende vormen van informele zorg, dus zorg die op vrijwillige basis wordt geboden. Het kan gaan om maatjesprojecten, algemene hulpdiensten e.d.

Patiëntenverenigingen (lotgenotencontacten) vallen niet onder deze subsidieregel.

Prestatieveld 4 van de Wmo heeft betrekking op dit beleidsveld. De facilitering en versterking van de informele zorg is een van de speerpunten van het Wmo-beleid.

2. Wat wordt met de subsidie beoogd?

Het bevorderen van de zelfredzaamheid van mensen met een ziekte of een beperking, en dus ook hun kansen om actief deel te nemen aan de samenleving, via facilitering van initiatieven op het gebied van de informele zorg.

3. Subsidievoorwaarden

  • a.

    De organisatie heeft als doel om op vrijwillige basis hulp en ondersteuning te bieden aan mensen met een beperking.

  • b.

    De organisatie werkt aantoonbaar vraaggericht.

  • c.

    Het activiteitenprogramma heeft een structureel karakter en is gericht op inwoners van Venlo.

  • d.

    De vrijwilligers zijn betrokken bij het beleid van de organisatie.

  • e.

    Waar mogelijk wordt samenwerking gezocht met Huizen van de wijk.

  • f.

    Bij de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe verstrekt formulier.

4. Subsidiemethode

  • a.

    Een bijdrage in de subsidiabele lasten, voor zover van toepassing op activiteiten voor inwoners van Venlo.

  • b.

    De bijdrage wordt bepaald aan de hand van de ingediende begroting, waarbij tevens wordt gelet op de verslagen van voorgaande jaren.

  • c.

    De subsidie wordt voor een periode van vier jaar toegekend. Bij 20% toe- of afname van het activiteitenniveau zal de subsidie voor de resterende periode opnieuw worden vastgesteld.

5. Soort subsidie

Structureel subsidie (hoofdstuk 2 van de ASV).

6. Subsidieplafond

Als na beoordeling van de subsidieaanvragen blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, worden de berekende subsidies evenredig verminderd.

7. Inwerkingtreding en citeertitel

De regeling treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt aangehaald als “Subsidieregel informele zorg”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,

De secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Gelet op het uiteenlopende karakter van organisaties in de informele zorg, soms regionaal van opzet, wordt geen vast bedrag voor algemene bestuurs- en organisatiekosten gehanteerd. Deze worden meegenomen bij de beoordeling van de begroting.

De kosten staan in verhouding tot het bereik

Dit wil zeggen dat er een balans moet zijn tussen die kosten en het aantal mensen aan wie hulp wordt geboden. Hiervoor bestaat geen harde norm. Door te kijken naar de praktijk in het verleden en door onderlinge vergelijking van de organisaties zal naar die balans worden gezocht.

Meerjarig subsidie

De meeste organisaties hebben bewezen met grote continuïteit hun activiteiten uit te voeren.

Het is dan verantwoord om de subsidieverlening te richten op een periode van vier jaar. Op deze manier weet men voor langere tijd waarop men kan rekenen. Voorts bespaart het administratieve lasten voor zowel de organisatie als de gemeente. We leggen hier een meldingsplicht bij de organisatie.

Subsidiabele kosten

In de bijlage is vermeld wat hieronder wordt verstaan. Bij de beoordeling wat subsidiabel is zal zonodig ook naar het verleden worden gekeken. De begroting die wordt voorgelegd moet een geloofwaardige raming zijn van de uitgaven en inkomsten.

Subsidieregel Wijkoverleggen en dorpsraden

Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).

1. Beleidsinhoud

Met het programma ‘Veelzijdige stad in het groen’ wordt gewerkt aan een optimaal, vitaal woon-, werk- en leefklimaat met voldoende cohesie en betrokkenheid. De wijkoverleggen en dorpsraden spelen hierbij een actieve rol. Ze maken onderdeel uit van de wijkgerichte aanpak, waarbij de focus ligt op leefbaarheid en participatie. De gemeente wil de krachten in de wijk stimuleren en benutten door het eigen kunnen van inwoners te versterken en door het bieden van faciliteiten.

2. Wat wordt met de subsidie beoogd?

Met de subsidie worden wijkoverleggen en dorpsraden gefaciliteerd in hun functies, zoals beschreven in de raamovereenkomst wijkgericht werken, nl. activeren, informeren, verbinden, netwerken op inhoud en netwerken op proces. Een en ander is gericht op: contact en ontmoeting, leefbaarheid, fysieke projecten en participatie.

3. Subsidievoorwaarden

  • a.

    De samenwerking tussen de organisatie en de gemeente is vastgelegd in een raamovereenkomst wijkgericht werken.

  • b.

    Bij de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe verstrekt formulier.

Door de aanvrager wordt een indicatie gegeven van de inzet van de projectgelden.

4. Subsidiemethode

  • a.

    Een vaste bijdrage in algemene bestuurs- en organisatiekosten, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen vergaderkosten en communicatiekosten. De verdeling van het hiervoor beschikbare budget wordt jaarlijks tijdig bekend gemaakt.

  • b.

    Een budget voor de uitvoering van projecten, in overleg met en na fiat van de stadsdeelmanager. De verdeling van projectgelden wordt jaarlijks tijdig bekend gemaakt.

5. Soort subsidie

Structureel subsidie (hoofdstuk 2 van de ASV).

6. Subsidieplafond

Als na beoordeling van de subsidieaanvragen blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.

7. Inwerkingtreding en citeertitel

De regeling treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt aangehaald als “Subsidieregel wijkoverleggen en dorpsraden”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,

De secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Algemene bestuurs- en organisatiekosten

  • Vergaderingen en bijeenkomsten

  • Naast de in de bijlage vermelde ‘algemene bestuurs- en organisatiekosten’ worden hier ook de kosten voor bijeenkomsten met bewoners begrepen.

  • Communicatie met de inwoners in de wijk of het dorp

  • Het gaat hierbij om de kosten voor de uitgave van de wijkkrant, kosten voor interactieve digitale informatie of andere communicatiemiddelen.

Projectgelden

In het verleden kwam het voor dat binnen een bepaalde wijk de gelden voor projecten van het ene naar het andere wijkoverleg werden verschoven, in goed onderling overleg en rekening houdend met de urgentie die aan bepaalde projecten werd gehecht. Ook in de toekomst blijft dat mogelijk.

Netwerk

In een wijk of dorp zijn allerlei groepen en organisaties actief op uiteenlopend gebied. Ze vullen elkaar aan of versterken elkaar. In meer of mindere mate dragen ze allemaal bij aan de leefbaarheid en de sociale cohesie in de wijk of het dorp. Het wijkoverleg of de dorpsraad neemt in dit geheel een bijzondere positie in, omdat ze expliciet zijn gericht op het geografisch gebied en een goed overzicht hebben van wat er allemaal gebeurt.

Subsidiabele kosten

In de bijlage is vermeld wat hieronder wordt verstaan.

Subsidieregel Allochtone zelforganisaties

Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).

1. Beleidsinhoud

De raadsnotitie ‘actualisering integratiebeleid’ (september 2009) bevat als centrale doelstelling: gelijkwaardige deelname aan de verschillende sectoren van de samenleving. Via algemeen (inclusief) beleid wordt dit bevorderd. Algemeen beleid is vaak mede of soms met name gericht op mensen met een maatschappelijke achterstand (werk, onderwijs, voorkomen schooluitval). Soms wordt specifiek beleid ingezet voor inwoners met een andere culturele achtergrond (taalcoaches, inburgering e.d.). Dus algemeen waar kan en specifiek waar moet.

Bij het bevorderen van de sociale en maatschappelijke participatie van inwoners met een niet-Westerse achtergrond kunnen organisaties van allochtonen een belangrijke rol spelen. Voortkomend uit de doelgroep hebben ze met hun activiteiten een directe ingang. Ze kunnen een op hun groep toegespitste aanvulling bieden op de algemene activerings- en voorlichtingactiviteiten van de gemeente of van instellingen op het gebied van werk, wonen, welzijn, zorg. Voor de gemeente zijn deze organisaties daarnaast een overlegpartner bij het integratiebeleid.

2. Wat wordt met de subsidie beoogd?

Met de subsidie wordt een basis gelegd voor het werk van allochtone zelforganisaties, voor zover gericht op het bevorderen van de sociale en maatschappelijke participatie van inwoners met een niet-Westerse achtergrond.

3. Subsidievoorwaarden

  • a.

    De organisatie komt voort uit en is gericht op een specifieke bevolkingsgroep in Venlo met een niet-Westerse achtergrond.

  • b.

    De organisatie heeft in het jaar, voorafgaand aan het subsidiejaar, in Venlo activiteiten uitgevoerd die gericht waren op de integratie (sociale en maatschappelijke participatie) van de doelgroep in de samenleving.

  • c.

    Bij de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe verstrekt formulier.

4. Subsidiemethode

Een basisbedrag van € 1.000,-- voor algemene bestuurs- en organisatiekosten.

5. Soort subsidie

Structureel subsidie (hoofdstuk 2 van de ASV).

6. Subsidieplafond

Als na beoordeling van de subsidieaanvragen blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.

7. Intrekking oude regeling

De beleidsregel Allochtone zelforganisaties vastgesteld d.d. 11 september 2007 en de beleidsregel Integratie vastgesteld d.d. 26 oktober 2004 komen met ingang van de inwerkingtreding van deze subsidieregel te vervallen.

8. Inwerkingtreding en citeertitel

De regeling treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt aangehaald als “Subsidieregel allochtone zelforganisaties”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,

De secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Met deze subsidieregel wordt de continuïteit van de betreffende organisaties gewaarborgd.

Als voorwaarde geldt dat men zich moet inzetten voor de integratie (sociale en maatschappelijke participatie) van de doelgroep. Hieronder vallen ook activiteiten die mede gericht zijn op de autochtone inwoners. Integratie is immers een tweezijdig proces.

Subsidieregel Geloofsgemeenschappen

Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).

1. Beleidsinhoud

Bij de vaststelling van de Kadernota 2011 is besloten om geloofsgemeenschappen te subsidiëren. Het betreft een waardering voor hun activiteiten van maatschappelijke ondersteuning. In de toepassing gaat het om alle erkende religieuze organisaties (christelijk, joods, islamitisch), evenals het Humanistisch Verbond, hoewel het begrip ‘levensbeschouwelijk’ hiervoor een betere typering is.

2. Wat wordt met de subsidie beoogd?

De subsidie is bestemd voor de maatschappelijke ondersteuning van mensen, met name van hen die zich in een probleemsituatie bevinden. De subsidie is uitdrukkelijk niet bedoeld voor religieuze activiteiten, vieringen, scholingen, onderricht e.d.

3. Subsidievoorwaarden

  • a.

    De organisatie is een algemeen erkende religieuze gemeenschap, dan wel betreft (een afdeling van) het Humanistisch Verbond.

  • b.

    De organisatie voert zijn activiteiten uit voor mensen in de gemeente Venlo.

  • c.

    De subsidiabele activiteiten zijn niet van religieuze aard.

  • d.

    Bij de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe verstrekt formulier.

4. Subsidiemethode

  • a.

    Een vast bedrag van € 1.300,-- per professionele (betaalde) kracht, actief in Venlo en in dienst van de religieuze dan wel humanistische gemeenschap.

  • b.

    De subsidie wordt voor een periode van vier jaar toegekend. Wijziging van het aantal professionals dient te worden meegedeeld en zal leiden tot een nieuwe beschikking voor het daarop volgend subsidiejaar.

5. Soort subsidie

Structureel subsidie (hoofdstuk 2 van de ASV).

6. Subsidieplafond

Als na beoordeling van de subsidieaanvragen blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.

7. Inwerkingtreding en citeertitel

De regeling treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt aangehaald als “Subsidieregel geloofsgemeenschappen”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,

De secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Bij de vaststelling van de Kadernota 2011 heeft de raad erkend dat geloofsgemeenschappen naast hun specifiek religieuze activiteiten ook maatschappelijk actief zijn. Het gaat dan om de ondersteuning van mensen in allerlei situaties, vergelijkbaar met de activiteiten van het algemeen maatschappelijk werk. Hierbij vormt de levensbeschouwing de inspiratiebron, maar bij de hierboven bedoelde activiteiten is dat niet het onderwerp waarop de ondersteuning is gericht.

De subsidie wordt gekoppeld aan het aantal professionele krachten. We zien dat als een maat voor de omvang van de subsidiabele activiteiten. Het begrip ‘professioneel’ wordt gehanteerd, omdat de activiteiten een zeker kwaliteitsniveau dienen te hebben. Een zelfde persoon kan slechts door één organisatie voor subsidiëring in aanmerking wordt gebracht.

Bij de subsidieaanvraag worden de namen van de professionals meegedeeld, evenals het werkgebied. Als bijlage wordt een bewijs gevoegd waaruit blijkt dat de professional in dienst is van de organisatie.

Subsidieregel Eenmalige activiteiten maatschappelijke ontwikkeling

Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).

1. Beleidsinhoud

In het programma ‘Stad van actieve mensen’ staat de actieve participatie van inwoners hoog in het vaandel. In andere beleidsdocumenten wordt dit verder uitgewerkt, zoals in het beleidsplan Wmo, de visie WWZ (wonen-welzijn-zorg), de Visie op kind- en jongerenwerk en de nota Samenhangend vrijwilligersbeleid.

Met het gemeentelijk subsidiebeleid wordt de sociale en maatschappelijke participatie van de inwoners van Venlo aangemoedigd. Soms doen zich incidentele initiatieven voor die het waard zijn om te worden ondersteund.

2. Wat wordt met de subsidie beoogd?

Met de subsidie worden eenmalige maatschappelijke activiteiten mogelijk gemaakt die een surplus bieden bovenop bestaande reguliere activiteiten.

3. Subsidievoorwaarden

  • a.

    De vrijwilligersorganisatie of initiatiefgroep moet in Venlo zijn gevestigd en de activiteit is gericht op Venlose inwoners.

  • b.

    In afwijking van artikel 4 lid 1 van de ASV hoeft bij jongereninitiatieven de aanvrager geen rechtspersoon te zijn. In zijn algemeenheid is het niet nodig dat regulier subsidie wordt ontvangen.

  • c.

    Bij de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe verstrekt formulier.

  • d.

    Na afloop van de activiteit doet de initiatiefnemer verslag aan het college.

Aard van de activiteit

  • e.

    De activiteit betreft een bijzondere eenmalige gebeurtenis waarmee de werksoort breed voor het voetlicht wordt gebracht, of

  • f.

    de activiteit is experimenteel van aard, met kans op vernieuwingen binnen de werksoort, of

  • g.

    het betreffen startactiviteiten van een nieuwe organisatie, passend binnen de gemeentelijke beleidskaders, of

  • h.

    het gaat om een initiatief in relatie tot knelpunten in het vrijwilligerswerk (werven, behouden, waarderen, samenwerken), met aandacht voor de overdracht van ervaringen naar anderen.

4. Subsidiemethode

  • a.

    De subsidie betreft een bijdrage in de subsidiabele lasten, rekening houdend met eigen inkomsten.

  • b.

    Een organisatie kan in enig jaar maximaal € 3.000,-- aan eenmalige subsidies ontvangen.

  • c.

    De subsidieverlening is tevens de subsidievaststelling, tenzij in de beschikking anders wordt bepaald.

5. Soort subsidie

Eenmalig subsidie (hoofdstuk 3 van de ASV).

6. Subsidieplafond

  • a.

    Subsidieaanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

  • b.

    Er wordt in enig jaar niet meer verstrekt dan de hoogte van het subsidieplafond.

7. Intrekking oude regelingen

De beleidsregel eenmalige subsidie kleinschalige jongereninitiatieven vastgesteld d.d. 3 april 2007, de beleidsregel eenmalige subsidies welzijn vastgesteld d.d. 17 december 2002, de beleidsregel subsidieverlening integratie vastgesteld d.d. 26 oktober 2004 komen met ingang van de inwerkingtreding van deze subsidieregel te vervallen.

8. Inwerkingtreding en citeertitel

De regeling treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt aangehaald als “Subsidieregel Eenmalige activiteiten maatschappelijke ontwikkeling”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,

De secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Het begrip ‘eenmalig’

Een subsidie is eenmalig als de beschikking op basis van hoofdstuk 3 van de ASV wordt verleend. De beschikking heeft enkel betrekking op de voorgelegde activiteit die zich binnen een specifieke tijdsperiode afspeelt. Deze subsidieregel heeft niet betrekking op initiatieven die vallen onder de subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven.

Subsidiabele kosten

In de bijlage is vermeld wat hieronder wordt verstaan. Bij de beoordeling wat subsidiabel is zal zo mogelijk naar vergelijkbare activiteiten worden gekeken. De begroting die wordt voorgelegd moet een geloofwaardige raming zijn van de uitgaven en inkomsten.

Subsidieregel Jubilea

Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).

1. Beleidsinhoud

In de nota Samenhangend Vrijwilligersbeleid (september 2010) is de waardering van het vrijwilligerswerk een van de centrale aandachtpunten.

2. Wat wordt met de subsidie beoogd?

Een blijk van waardering voor gesubsidieerde vrijwilligersorganisaties die een jubileum vieren.

3. Subsidievoorwaarden

  • a.

    Het betreft een door de gemeente gesubsidieerde Venlose vereniging of stichting die geheel of overwegend met vrijwilligers werkt en actief is op het gebied van sport, cultuur of maatschappelijke ontwikkeling.

  • b.

    De organisatie bestaat 25 jaar of een veelvoud hiervan. Bij carnavalsverenigingen gaat het om 22 jaar of een veelvoud hiervan.

4. Subsidiemethode

  • a.

    De subsidie bedraagt € 250,-- voor een jubileum.

  • b.

    Subsidieverlening en -vaststelling vallen samen (artikel 18 lid 2 van de ASV).

  • c.

    Artikel 19 lid 3 van de ASV is niet van toepassing.

5. Soort subsidie

Eenmalig subsidie (hoofdstuk 3 van de ASV).

6. Intrekking oude regeling

De beleidsregel jubilea vastgesteld d.d. 26 juni 2007 komt met ingang van de inwerkingtreding van deze subsidieregel te vervallen.

7. Inwerkingtreding en citeertitel

De regeling treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt aangehaald als “Subsidieregel jubilea”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,

De secretaris, de burgemeester,

Subsidieregel Natuureducatie

Op de subsidiëring is van toepassing de Algemene Subsidieverordening Venlo (ASV).

1. Beleidsinhoud

De Visie Venlo 2030 ‘Kompas voor de Stad’ is onder andere gericht op de ontwikkeling van een duurzame samenleving. Zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin zijn Natuur, Groen en Landschap met haar patronen, elementen en karakteristieken, belangrijke onderdelen van deze duurzame samenleving. Initiatieven vanuit verenigingen, stichtingen of andere organisaties zonder winstoogmerk, welke leiden tot behoud of versterking van natuur, groen en landschap en de beleving daarvan kunnen op deze wijze bijdragen aan die duurzame samenleving. Voor de continuïteit van de duurzame samenleving is de jeugdparticipatie van groot belang.

Door natuur- en milieueducatie wordt het besef gecreëerd dat de mens deel uitmaakt van een kwetsbaar ecologisch systeem. Dit besef wordt in de Ruimtelijke Structuurvisie ‘Eenheid in Verscheidenheid’ van 25 maart 2009 als een van de instrumenten beschreven waarmee de ruimtelijke kwaliteiten van Venlo in de toekomstige situatie behouden kunnen worden.

Deze subsidieregel Natuureducatie valt binnen de reikwijdte van de Algemene Subsidieverordening Venlo 2010 en is als onderdeel Onderwijs en educatie daar een uitwerking van.

2. Wat wordt met de subsidie beoogd?

De subsidie beoogd een activiteitenaanbod van vrijwilligersorganisaties dat primair gericht is op natuur- en milieueducatie binnen de gemeente. Dit ter bevordering van de natuurwaarden en de beleving daarvan.

3. Subsidievoorwaarden

  • a.

    De bepalingen van de Algemene subsidieverordening Venlo 2010 zijn van toepassing.

  • b.

    Het activiteitenprogramma heeft een structureel karakter en bevat minimaal 10 zelfstandig georganiseerde educatieve publieksactiviteiten per jaar, waarbij maximale deelname aan het activiteitenprogramma gestimuleerd wordt.

  • c.

    De vereniging beschikt over minimaal 20 contribuerende leden.

  • d.

    Bij de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe verstrekt formulier.

  • e.

    Bij een meerjarige subsidie gaan we uit van een stabiel patroon van activiteiten.

Treedt hierbij een substantiële verandering (>20%) op, dan dient dit te worden gemeld en kan dit leiden tot een nieuwe beschikking.

4. Subsidiemethode

  • a.

    Een basisbedrag van € 500,-- voor algemene bestuur- en organisatiekosten.

  • b.

    Een extra bedrag van € 25,-- per contribuerend jeugdlid (tot 23 jaar) woonachtig in de gemeente Venlo, naar de stand per 1 september voorafgaand aan het subsidiejaar met een maximum van € 500,-

  • c.

    Voor organisaties die reeds vele jaren actief zijn wordt de subsidie voor een periode van vier jaar toegekend.

  • e.

    Indien de subsidieaanvrager in meerdere gemeenten actief is en daar een subsidie voor dezelfde activiteiten van ontvangt wordt het onder a vernoemde bedrag gedeeld door het totaal aantal gemeenten waarvan subsidie ontvangen wordt.

5. Soort subsidie

Structureel subsidie (hoofdstuk 2 van de ASV).

6. Subsidieplafond

Als na beoordeling van de subsidieaanvragen blijkt dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.

7. Inwerkingtreding en citeertitel

De regeling treedt in werking op 1 januari 2012 en wordt aangehaald als “Subsidieregel Natuureducatie”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2011,

De secretaris, De burgemeester,

Toelichting

De subsidie wordt gekoppeld aan het aantal jeugdleden. We zien dit als stimulans om jongeren meer structureel met natuur- en milieueducatie actief te laten zijn. Daarnaast een bedrag voor algemene bestuur- en organisatiekosten, waarmee vooral de vrijwilligersactiviteiten gestimuleerd, gecontinueerd en gewaardeerd worden.

BIJLAGE Subsidiabele kosten

Vastgesteld door het college van burgmeester en wethouders d.d. 12 juli 2011.

Algemene bestuurs- en organisatiekosten

  • a.

    Kosten van inschrijving Kamer van Koophandel.

  • b.

    Vergaderkosten van bestuur en eventuele werkgroepen.

  • c.

    Representatiekosten.

  • d.

    Algemene promotiekosten en kosten van eigen medium.

  • e.

    Kosten van communicatie met de achterban.

  • f.

    ICT-kosten, website, bankkosten, vakliteratuur.

  • g.

    Kosten Buma, Stemra.

  • h.

    Kosten lidmaatschap landelijke organisatie.

Huisvestingskosten

  • a.

    Huur van gebouwen, lokalen of terreinen.

  • b.

    Kosten van energie, water, e.d.

  • c.

    Indien de organisatie beschikt over een eigen accommodatie, zijn de kosten hiervan (kapitaalslasten, onderhoud, verzekeringen, belasting e.d.) subsidiabel, voor zover deze aan de subsidiabele activiteiten kunnen worden toegerekend. Dit moet expliciet zichtbaar worden gemaakt.

Activiteitenkosten

  • a.

    Kosten van activiteiten, zoals materialen (incl. onderhoud), vervoer e.d. Bij de wijkoverleggen en dorpsraden gaat het om de uitvoering van projecten.

  • b.

    Specifieke promotiekosten.

  • c.

    Verzekeringen afgesloten in verband met materialen en activiteiten.

  • d.

    Niet subsidiabel zijn kosten voor activiteiten die bedoeld zijn om extra middelen te genereren voor de vereniging/stichting (fancy fair, barexploitatie e.d.).

Kosten vrijwilligersbeleid

  • a.

    Kosten van deelname aan cursussen of andere vormen van scholing en deskundigheidsbevordering.

  • b.

    Kosten in verband met de werving en waardering van vrijwilligers.

KOSTENRAMING

De raming van de kosten staat in verhouding tot de grootte van de organisatie, de omvang van de activiteiten en het aantal deelnemers. Bij de beoordeling van de kosten kan door de gemeente ook gekeken worden naar het uitgavenpatroon in het verleden of naar de begroting van vergelijkbare organisaties. De raming bevat tevens een overzicht van de inkomsten, zoals eigen bijdragen van deelnemers, inkomsten uit acties of buffetexploitatie, sponsorbijdragen, andere subsidies e.d.

AANVRAAGFORMULIER

Bij de subsidieaanvragen dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe verstrekt formulier. Dit formulier is te vinden op de gemeentelijke website.